Base description which applies to whole site

02 Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan onze zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk bestaan op te bouwen.

De capaciteit van DJI is ondergebracht bij de beleidsartikelen «Rechtshandhaving, criminaliteitsbestrijding en terrorismebestrijding», «Jeugd» en «Vreemdelingen». DJI levert een bijdrage aan de operationele doelstellingen 13.4, 14.2 en 15.3.

Meerjarige begroting van baten en lasten

Meerjarige begroting van baten en lasten
x € 1 000
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Baten

       

– Opbrengst moederdepartement

2 266 590

2 111 599

2 088 923

2 120 600

2 137 009

2 129 326

2 127 540

– Opbrengst derden

69 417

121 521

114 500

103 270

71 735

72 112

72 112

– Rentebaten

0

250

250

250

250

250

250

– Bijzondere baten

11 267

      

Totaal baten

2 347 274

2 233 370

2 203 673

2 224 120

2 208 994

2 201 688

2 199 902

        

Lasten

       

– Apparaatskosten

       

• Personele kosten

1 049 799

978 300

905 100

899 300

878 500

883 400

883 775

• Materiële kosten

1 147 322

1 179 043

1 178 492

1 225 563

1 231 773

1 213 890

1 210 366

– Rentelasten

3 081

2 392

3 147

3 731

4 122

4 548

4 548

– Afschrijvingskosten

       

• Materieel

57 602

57 173

57 964

57 694

53 307

50 145

47 868

– Overige kosten

       

• Dotaties voorzieningen

41 216

46 462

58 971

37 832

41 293

49 705

53 345

Totaal lasten

2 299 020

2 263 370

2 203 673

2 224 120

2 208 994

2 201 688

2 199 902

        

Saldo van baten en lasten

48 254

– 30 000

0

0

0

0

0

Saldo baten en lasten als % totale baten

2,1

– 1,4

     

Toelichting op de meerjarige begroting van baten en lasten

De ontwikkeling in de meerjarenraming van baten en lasten, ten opzichte van de realisatiecijfers 2009, wordt veroorzaakt door meerdere factoren. De voornaamste zijn:

  • de capaciteitsmutaties volgend uit het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ);

  • de effecten als gevolg van brandpreventieve maatregelen en de (incidentele) overboeking van jeugdplaatsen naar Jeugd en Gezin;

  • het aandeel in de diverse kortingen en taakstellingen.

Het (negatieve) saldo van baten en lasten in 2010 (€ 30 mln.) wordt opgevangen binnen de exploitatiereserve van DJI (totaal € 63 mln.).

Baten

Opbrengst moederdepartement

De opbrengst moederdepartement is gebaseerd op de geldende kostprijzen, gerelateerd aan de – zie onderdeel kengetallen per operationele doelstelling – opgenomen productieaantallen. Uitvoering van de kerntaak van DJI betekent het tegen kostprijzen leveren van een gedifferentieerd aanbod van detentie-, behandel- en opvangplaatsen. In de jaarafspraken tussen het moederdepartement en DJI worden onder meer afspraken gemaakt over de hoeveelheid en kwaliteit van de te leveren producten en de kostprijzen. Bekostiging vindt plaats op basis van output (P x Q). Ook de uit te voeren projecten vormen een onderdeel van de jaarafspraken. De omvang van de bijdrage wordt hierop afgestemd.

Onderstaand overzicht bevat informatie over de (geraamde) gemiddelde prijs per plaats/per dag.

Overzicht gemiddelde prijs per plaats/per dag (x € 1,–)

Omschrijving

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Operationele doelstelling 13.4.

       

– Intramurale sanctiecapaciteit

216

231

231

231

231

231

231

– Extramurale sanctiecapaciteit

85

43

43

43

44

44

44

– FPC’s/forensische zorg

478

480

483

495

496

496

496

– Intramurale for.zorg in GW

328

361

362

371

374

374

374

– Intramurale for.zorg in GGz-inst.

283

290

290

303

306

306

306

Operationele doelstelling 14.2.

       

– Jeugdplaatsen

436

514

515

518

518

518

518

Operationele doelstelling 15.3.

       

– Vreemdelingenbewaring

170

197

197

197

197

197

197

– Uitzetcentra

170

197

197

197

197

197

197

In het algemeen geldt dat de dagprijzen per 2010 over de hele linie stijgen ten opzichte van 2009 als gevolg van:

  • de loon- en prijsbijstellingen

  • de intensivering van (brand-)veiligheidsmaatregelen

  • het opnemen van de financiën betreffende het Pieter Baan Centrum als opslag in de dagprijzen van de overige producten

  • het verlagen van de productietaakstelling en het creëren van (goedkopere) reservecapaciteit, waardoor de vaste kosten aan een lager aantal producten worden toegerekend

  • het aanpassen van de verdeelsleutels voor de toerekening van de overheadkosten aan de producten in verband met nieuwe capaciteitsvormen (zoals reservecapaciteit).

Specifiek geldt nog voor de prijsontwikkeling van de extramurale capaciteit dat deze daalt als gevolg van het in de tweede helft van 2010 schrappen van de executiemodaliteit «elektronische detentie».

Vermenigvuldiging van de kostprijs («P») en de gemiddelde capaciteit («Q») per product(categorie) levert voor de DJI in vergelijking met de meerjarenraming baten en lasten, het volgende beeld op:

Overzicht opbouw baten en lasten volgens P x Q – benadering

Omschrijving

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Operationele doelstelling 13.4.:

      

– Intramurale sanctiecapaciteit

1 020 068

964 909

972 977

951 093

974 484

989 081

– Extramurale sanctiecapaciteit

8 273

7 806

7 716

7 916

7 992

8 084

– FPC’s/forensische zorg

377 669

386 601

388 593

379 073

374 192

369 826

– TBS extramuraal inkoop ambulante zorg

40 000

40 000

40 000

40 000

40 000

40 000

– Intramurale forensische zorg in GW

92 236

92 582

94 867

95 684

95 632

95 602

– Intramurale forensische zorg in GGz-inst.

133 432

158 355

175 138

177 283

177 194

177 212

Operationele doelstelling 14.2.:

      

– Jeugd plaatsen

248 081

220 334

254 483

258 343

263 159

263 109

Operationele doelstelling 15.3.:

      

– Vreemdelingenbewaring

135 076

122 033

122 422

122 423

122 298

122 258

– Uitzetcentra

38 651

35 778

35 885

35 888

35 851

35 840

Subtotaal volgens p x q

2 093 489

2 028 400

2 092 082

2 067 702

2 090 805

2 101 012

Opbrengst derden 1

91 771

84 750

73 520

71 985

72 362

72 362

Verhuurcapaciteit België

30 000

30 000

30 000

   

Overig niet in PxQbegrepen

48 110

60 523

28 518

69 307

38 521

26 528

Totaal lasten

2 263 370

2 203 673

2 224 120

2 208 994

2 201 688

2 199 902

1

Inclusief rentebaten

Toelichting

In bovenstaande tabel is per operationele doelstelling de uitkomst volgens de P x Q -systematiek gepresenteerd. De per operationele doelstelling gepresenteerde reeks loopt min of meer parallel met de ontwikkeling van de capaciteit. De onder de post «niet in P x Q begrepen» bedragen hebben met name betrekking op de (incidentele) kosten in het kader van flankerend beleid, afkoop boekwaarde alsmede de kosten verbonden aan de staatsrechtelijke hervorming Nederlandse Antillen. Het gaat hier om een (structureel) bedrag van € 9,3 mln ten behoeve van de exploitatie van 125 plaatsen.

Opbrengst derden

De opbrengst derden kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Opbrengst derden x € 1 000
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Opbrengsten arbeid

15 489

18 621

23 121

25 801

25 171

25 548

25 548

Opbrengst verdrag België

 

30 000

30 000

30 000

   

Diverse opbrengsten

53 928

72 900

61 379

47 469

46 564

46 564

46 564

Totaal opbrengsten

69 417

121 521

114 500

103 270

71 735

72 112

72 112

Opbrengsten arbeid

Het betreft hier de (bruto) opbrengsten uit de (als regimeactiviteit) verrichte arbeid, zoals die in de rijksinrichtingen plaatsvindt. Aan externe opdrachtgevers wordt geleverd tegen marktprijzen.

Opbrengst verdrag België

Het verdrag regelt dat Nederland tijdelijk de penitentiaire inrichting Tilburg en het daarbij behorende personeel ter beschikking stelt aan België en het gehele beheer van de inrichting tegen betaling blijft verzorgen. Het gaat hier om ten minste 500 detentieplaatsen.

Diverse opbrengsten

De «Diverse opbrengsten» betreffen voornamelijk de opbrengsten van het vreemdelingenvervoer voor de DT&V/IND, de externe dienstverlening (onder andere bijzondere bijstand en ondersteuning), de exploitatievergoeding voor de VN-bewaring en het Internationaal Strafhof, de opbrengst ESF-subsidies en de afrekeningen van verstrekte voorschotten aan particuliere inrichtingen.

De geraamde opbrengsten zijn in 2010 en 2011 incidenteel hoger als gevolg van het tijdelijk beschikbaar stellen van capaciteit ten behoeve van de gesloten jeugdzorg van de Minister voor Jeugd en Gezin.

Rentebaten

Het betreft hier rentebaten als gevolg van een positieve rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën, alsmede rentebaten door van het gebruikmaken van de depositofaciliteit. Bij de berekening is uitgegaan van een gemiddeld percentage van 0,6%.

Lasten

Personele kosten

Met als doel inzicht te geven in de raming en de realisatie van de personele kosten wordt het volgende overzicht gepresenteerd.

DJI heeft als beleid om een deel van het personeel flexibel (d.w.z. inhuur via bijvoorbeeld een uitzendbureau) aan te trekken. De hiermee gemoeide kosten zijn begrepen onder de post «overig personeel».

Personele kosten
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Ambtelijk personeel

       

Gemiddelde loonsom (x € 1,–)

52 578

54 100

54 100

54 100

54 100

54 100

54 100

Aantal fte’s

17 221

16 600

15 865

15 839

15 548

15 730

15 826

P x Q ambtelijk personeel

945 107

898 300

858 100

856 300

841 500

850 400

855 775

Overig personeel

104 692

80 000

47 000

43 000

37 000

33 000

28 000

Totaal (x € 1 000)

1 049 799

978 300

905 100

899 300

878 500

883 400

883 775

Toelichting

In de raming is onder meer rekening gehouden met de inzet van «ingehuurd (extern) personeel» bij de sector Bijzondere Voorzieningen. Opgemerkt wordt dat de raming per 2011 een voorlopig karakter kent. Dat komt omdat de personele consequenties van onder andere de capaciteitsramingen van het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ), zich nog niet volledig hebben vertaald in een aanpassing van de personele meerjarenraming. Dit geschiedt op basis van concrete plannen van aanpak (onder andere het Masterplan GW).

Materiële kosten

Onder deze post zijn de reguliere exploitatiekosten van DJI begrepen. In het algemeen geldt dat de gepresenteerde reeks min of meer parallel loopt met de ontwikkeling van de capaciteit.

Materiële kosten x € 1 000
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Huisvesting

276 304

292 283

315 334

325 267

336 149

340 616

344 616

Financiering particuliere inrichtingen

399 461

382 530

383 720

409 485

405 227

399 773

395 739

Inkoopplaatsen forensische zorg

145 977

186 978

197 535

214 104

215 660

214 429

214 454

Overig

325 580

317 252

281 903

276 707

274 737

259 072

255 557

Totaal

1 147 322

1 179 043

1 178 492

1 225 563

1 231 773

1 213 890

1 210 366

De opgenomen reeks voor huisvesting heeft met name betrekking op de aan de Rijksgebouwendienst te betalen kosten van huur en serviceovereenkomsten. De reeks «Financiering particuliere inrichtingen» betreft in hoofdzaak de bekostiging van de particuliere justitiële jeugd- en Tbs-inrichtingen alsmede de Tbs-contractplaatsen in de GGZ en gehandicaptenzorg. Verder is in de tabel rekening gehouden met de kosten verbonden aan de inkoop van forensische zorg in het strafrechtelijke kader.

Onder de post «Overig» zijn onder meer begrepen de kosten van de justitieel ingeslotenen in de rijksinrichtingen (onder andere voeding), (overige) huisvesting (onder andere energie en water), de kosten van de arbeid (onder andere materialen), de inhuur van deskundigen/adviseurs alsmede de overige exploitatiekosten betreffende DJI.

Rentelasten

Voor de vervangings- en uitbreidingsinvesteringen wordt in beginsel een beroep gedaan op de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën. De in dit kader te betalen rente wordt zichtbaar in de staat van baten en lasten en is verdisconteerd in de dagprijs. Uitgegaan is van een gemiddelde rente van 3,7% over de gemiddelde stand van de leningen per jaar.

Afschrijvingen

De afschrijvingsreeks is gebaseerd op de actuele omvang van de vaste activa, rekening houdend met de geplande vervangings- en uitbreidingsinvesteringen. De afschrijvingen vinden stelselmatig plaats, op lineaire basis en volgens voorgeschreven termijnen per activagroep en voorts op basis van de aanname dat de restwaarde (afgezien van uitzonderingen) nul is. De gehanteerde afschrijvingspercentages gaan in beginsel uit van de volgende gemiddelde levensduur:

  • inventaris/installaties 5–10 jaar

  • computerhard- en software 3–5 jaar

  • vervoermiddelen 4–5 jaar

  • overige materiële vaste activa 2–5 jaar

  • immateriële vaste activa 2–5 jaar

Dotaties aan voorzieningen

De jaarlijkse dotaties aan de voorzieningen hebben voornamelijk betrekking op dotaties voor Functioneel Leeftijdsontslag (FLO). In 2011 is tevens rekening gehouden met een bedrag van € 15 mln. in verband met de afkoop boekwaarde van de van de RGD gehuurde panden.

Kasstroomoverzicht

Kasstroomoverzicht x € 1 000
  

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

1

Rekening Courant RHB 1 januari

84 467

107 703

91 487

82 546

79 542

104 837

127 362

         

2

Totaal operationele kasstroom

91 945

16 425

26 300

25 426

53 500

54 900

54 900

         

3a

Totale investeringen

– 89 446

– 60 000

– 57 000

– 42 000

– 42 000

– 42 000

– 42 000

3b

Totaal boekwaarde desinvesteringen

33 377

      

3

Totaal investeringskasstroom

– 56 069

– 60 000

– 57 000

– 42 000

– 42 000

– 42 000

– 42 000

4a

eenmalige uitkering aan departement

       

4b

eenmalige uitkering door departement

       

4c

aflossing op leningen

– 12 640

– 12 641

– 18 241

– 16 430

– 21 205

– 25 375

– 25 375

4d

beroep op leenfaciliteit

 

40 000

40 000

30 000

35 000

35 000

35 000

4

Totaal financieringskasstroom

– 12 640

27 359

21 759

13 570

13 795

9 625

9 625

         

5

Rekening Courant RHB 31 december

107 703

91 487

82 546

79 542

104 837

127 362

149 887

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.

Investeringskasstroom

Het betreffen hier de voorgenomen investeringen die worden gepleegd in de materiële vaste activa. In hoofdzaak betreft het investeringen in gebouwelijke voorzieningen, installaties en inventaris alsmede computer hard- en software.

Investeringen 2011

Omschrijving

x € 1 000

Uitbreiding:

 

Verbouw en nieuwbouw

4 500

Inventaris/installaties

2 500

Automatisering

1 000

Vervoermiddelen

400

Overige materiële activa

Subtotaal

8 400

Vervanging:

 

Verbouw en nieuwbouw

25 500

Inventaris/installaties

12 500

Automatisering

8 600

Vervoermiddelen

2 000

Overige materiële activa

Totaal

57 000

Financieringskasstroom

Het saldo van deze reeks heeft betrekking op het voorgenomen beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën voor investeringen en de hierop betrekking hebbende aflossingen.

Garanties

Garanties x € 1 mln.
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Garantieplafond

       

Uitstaand risico per 1-1

77,2

73,6

56,2

52,9

49,4

45,8

44,5

Vervallen of te vervallen garanties

– 3,6

– 3,8

– 3,3

– 3,5

– 3,6

– 1,3

– 1,4

Verleende of te verlenen garanties

       

Overgedragen garanties aan J&G

 

– 13,6

     

Uitstaand risico per 31-12

73,6

56,2

52,9

49,4

45,8

44,5

43,1

Het feitelijke risico van de verleende garanties aan particuliere jeugdinrichtingen betreft borgstellingen ten behoeve van het restantbedrag van leningen die particuliere inrichtingen zijn aangegaan ter financiering van gebouwen. Zonder garantieverlening was het niet mogelijk tegen gunstige condities leningen bij externe financiers af te sluiten.

In 2010 is een deel van de lopende garantieverplichtingen overgedragen aan de Minister voor Jeugd en Gezin. Deze overdracht vindt plaats in het kader van de scheiding van straf- en civielrechtelijk geplaatste pupillen.

Conform het aangescherpte rijksbeleid worden geen nieuwe garanties ten behoeve van externe geldgevers meer afgegeven. De particuliere JJI’s hebben op vrijwillige basis toegang gekregen tot het geïntegreerd middelenbeheer van het Ministerie van Financiën. Voor de financiering van investeringen kunnen de toegelaten inrichtingen een beroep doen op de leenfaciliteit. Indien een beroep wordt gedaan op de leenfaciliteit staat het Ministerie van Justitie garant voor het nakomen van de verplichting.

Overzicht verplichtingen volgend uit het beroep op de leenfaciliteit Ministerie van Financiën door particuliere JJI’s:

x € 1 mln.

Omschrijving

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Uitstaand risico per 1-1

36,8

75,2

85,1

80,9

76,6

72,2

Vervallen of te vervallen garanties

– 0,6

– 2,1

– 4,2

– 4,3

– 4,4

– 4,5

Verleende of te verlenen garanties

36,8

39,1

12,0

    

Uitstaand risico per 31-12

36,8

75,2

85,1

80,9

76,6

72,2

67,7

Publiek Private Samenwerking (PPS)

x € 1 mln.

Omschrijving

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Detentiecentrum Rotterdam

5,9

8,6

8,6

8,6

8,6

8,6

Justitieel Complex Schiphol

1,8

7,0

7,0

7,0

Penitentiaire inrichting Zaanstad

nnb

nnb

Totaal

5,9

8,6

10,4

15,6

15,6

15,6

Toelichting

Het detentiecentrum Rotterdam is medio 2010 opgeleverd. Vanaf 2011 worden de kosten van het detentiecentrum geraamd op € 8,6 mln. bij een bezetting van 400 gedetineerden. In dit bedrag zijn naast de kosten voor huisvesting ook de kosten voor de verzorging van de gedetineerden opgenomen.

De bouw van het Justitieel Complex Schiphol is in 2010 gegund. In dit complex worden naast een detentiecentrum van DJI ook een aanmeldcentrum (IND) en een rechtbank gehuisvest. De oplevering vindt naar verwachting plaats in het vierde kwartaal 2012. Het aandeel in de kosten voor DJI wordt geraamd op € 7 mln. Ten aanzien van «Zaanstad» kan – gelet op de stand van zaken – nog geen kostenindicatie worden gegeven.

Kengetallen per operationele doelstelling

Capaciteiten en prijzen

Als belangrijkste indicator voor zowel de rijks- als particuliere inrichtingen alsmede de inkoopplaatsen geldt de capaciteitseenheid (plaats, bed) ten behoeve van gedetineerden, pupillen en Tbs-gestelden. Op basis hiervan en aan de hand van de overeengekomen prijs per capaciteitseenheid vindt bekostiging (in termen van p x q) van DJI plaats.

Operationele doelstelling 13.4

Het bestrijden van criminaliteit met een effectieve en doelmatige tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties en maatregelen.

Overzicht intramurale sanctiecapaciteit
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

13 593

12 230

12 539

12 419

12 601

12 815

12 815

– uitvoeringsverschillen

229

126

     

– bijstelling o.g.v. PMJ uitkomsten 2010:

       

– buiten gebruik stellen MPC plaatsen

 

– 84

– 604

– 415

– 610

– 610

– 457

– herstellen omvang strategische reserve

   

413

   

– van reg.cap. naar res.capaciteit 5,1%

   

– 413

   

– versnellen leegstand te sluiten locaties

  

– 208

– 208

   

– nader te bepalen te sluiten locaties

    

– 376

– 376

– 376

– tijdelijk aan te houden capaciteit

    

– 90

– 35

 

– omzetten reg.capaciteit (ivm arr.pol.bur.)

 

– 45

– 45

– 45

– 45

– 45

– 45

– in bewaring gestelden op pol.bureaus

 

45

45

45

45

45

45

Stand ontwerpbegroting 2011

13 822

12 272

11 727

11 796

11 525

11 794

11 982

verdeeld naar:

       

Direct inzetbare capaciteit:

       

– strafrechtelijke sanctiecapaciteit

12 578

11 717

10 963

11 019

10 826

11 030

11 183

– in bewaring gestelden op politiebureaus

64

70

70

70

70

70

70

– capaciteit t.b.v. internationale tribunalen

96

96

114

114

114

114

114

Aan te houden (tijdelijke) capaciteit:

       

– reservecapaciteit

285

389

580

593

515

580

615

– in stand te houden capaciteit

799

      
        

Gemiddelde prijs per plaats/per dag direct

       

inzetbare capaciteit (x € 1,–)

216

231

231

231

231

231

231

        

Totaal kader p x q (x € 1 miljoen)

1 089,7

      

– direct inzetbare capaciteit

 

1 001,6

937,2

944,5

926,3

946,6

959,5

– reservecapaciteit

 

18,5

27,5

28,1

24,4

27,5

29,2

        

Bezettingsgraad (in %) 1

90,4

91,3

91,3

91,3

91,3

91,3

91,3

1

Betreft het percentage van de direct inzetbare capaciteit exclusief in bewaring gestelden op politiebureaus

Toelichting

Bovenstaande tabel geeft de meerjarige ontwikkeling in de intramurale sanctiecapaciteit weer. Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2010 is de productietaakstelling neerwaarts bijgesteld als gevolg van de verwachte lagere behoefte aan sanctiecapaciteit binnen het gevangeniswezen. Naast de direct inzetbare capaciteit is in de tabel rekening gehouden met de aan te houden (tijdelijke) reserve capaciteit. Het gaat hier om (over)capaciteit die tegen een sterk gereduceerd tarief (gemiddeld € 130,– per plaats/per dag) in het kader van DJI is opgenomen. Indien deze capaciteit toekomstig wederom moet worden ingezet, kan deze op relatief korte termijn operationeel zijn.

Overzicht extramurale sanctiecapaciteit
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

642

697

704

708

719

719

719

– uitvoeringsverschillen

– 27

– 83

     

-beëindigen ED als sanctiemodaliteit

 

– 82

– 163

– 162

– 164

– 164

– 167

– bijstelling o.g.v. PMJ uitkomsten 2010

 

– 6

– 43

– 53

– 57

– 54

– 44

Stand ontwerpbegroting 2011

615

526

498

493

498

501

508

Verdeeld naar:

       

(B)PP met of zonder ET 1

466

435

498

493

498

501

508

ED

149

91

     
        

Gemiddelde prijs per plaats/per dag (x € 1, – )

85

43

43

43

44

44

44

        

Totaal kader p x q (x € 1 miljoen)

19,1

8,3

7,8

7,7

8,0

8,0

8,2

1

Het betreft hier het aantal door DJI uitgevoerde penitentiaire programma’s (PP), eventueel in combinatie met een aanvullende maatregel als elektronisch toezicht (ET).

Toelichting

Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2010 is de productietaakstelling neerwaarts bijgesteld op grond van de verwachte lagere behoefte aan extramurale capaciteit. Voorts is in de tabel rekening gehouden met de effecten van het in de tweede helft van 2010 beëindigen van ED als sanctiemodaliteit. Het stopzetten leidt tot een hogere bezetting bij de intramurale sanctiecapaciteit.

Overzicht FPC’s/Forensische zorg
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

2 084

2 190

2 223

2 232

2 230

2 230

2 230

– uitvoeringsverschillen

 

– 34

     

– bijstelling o.g.v. PMJ uitkomsten 2010:

       

– nader te bepalen te sluiten locaties/af te stoten

   

– 50

– 100

– 100

– 100

– omzetten reg.cap. naar reserve capaciteit

  

– 73

– 71

– 81

– 148

– 206

– reserve capaciteit

  

73

71

81

148

206

Stand ontwerpbegroting 2011

2 084

2 156

2 223

2 182

2 130

2 130

2 130

Verdeeld naar:

       

Direct inzetbare capaciteit:

       

– rijks Tbs-klinieken

427

427

427

427

427

427

427

– particuliere Tbs-klinieken

1 383

1 456

1 467

1 428

1 366

1 299

1 241

Inkoop GGZ en Gehandicaptenzorg

274

273

256

256

256

256

256

Aan te houden (tijdelijke) reservecapaciteit (part.)

  

73

71

81

148

206

        

Gemiddelde prijs per plaats/per dag direct

       

Inzetbare capaciteit (x € 1,–)

478

480

483

495

496

496

496

        

Totaal kader p x q (x € 1 miljoen)

       

– direct inzetbare capaciteit

363,6

377,7

379,1

381,3

370,7

358,9

348,6

– reservecapaciteit

  

7,5

7,3

8,3

15,2

21,2

        

Bezettingsgraad Justitiële Tbs-klinieken (in %) 1

94,6

91,3

91,3

91,3

91,3

91,3

91,3

1

betreft percentage direct inzetbare capaciteit

Toelichting

Op grond van de PMJ uitkomsten 2010 is de capaciteitstaakstelling bijgesteld. Naast de direct inzetbare capaciteit is in de tabel rekening gehouden met de aan te houden (tijdelijke) capaciteit. Het gaat hier om reservecapaciteit die tegen een gereduceerd tarief (gemiddeld € 282,– per plaats/per dag) in het kader is opgenomen.

Overzicht intramurale inkoopplaatsen forensische zorg in het Gevangeniswezen
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

194

700

700

700

700

700

700

– uitvoeringsverschillen

       

Stand ontwerpbegroting 2011

194

700

700

700

700

700

700

        

Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–)

328

361

362

371

374

374

374

Totaal kaders p x q (x € 1 miljoen)

23,2

92,2

92,6

94,8

95,7

95,6

95,6

Overzicht intramurale inkoopplaatsen forensische zorg in GGZ-instellingen/Gehandicaptenzorg
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

1 038

1 331

1 582

1 582

1 585

1 585

1 585

– uitvoeringsverschillen

– 2

– 72

– 88

    

Stand ontwerpbegroting 2011

1 036

1 259

1 494

1 582

1 585

1 585

1 585

        

Verdeeld naar:

       

Inkoop forensische zorg in strafrechtelijk kader

925

1 011

1 174

1 262

1 262

1 262

1 262

Inkoop forensische zorg voor gedetineerden

111

248

320

320

320

320

320

        

Gem. prijs per plaats/per dag (x € 1,–)

283

290

290

303

306

306

306

        

Totaal kader p x q (x € 1 miljoen)

107,0

133,4

158,4

175,1

177,3

177,2

177,2

Toelichting

De geraamde groei van het aantal intramurale plaatsen zal in 2011 naar verwachting niet volledig kunnen worden gerealiseerd. Compensatie vindt plaats door intensivering van de ambulante zorg. Naast de inkoop van de genoemde intramurale plaatsen, zal voor circa € 40 mln. ambulante zorg worden ingekocht ten behoeve van personen met een strafrechtelijke titel die niet in een justitiële inrichting zijn opgenomen. Dit is per 2010 – als gevolg van de autonome groei van de forensische zorg – circa € 10 mln. meer dan opgenomen in de begroting 2010.

Operationele doelstelling 14.2

Het voorkomen dat jeugdigen delicten plegen èn wanneer zij dat wel doen, niet in herhaling vervallen (het verminderen van recidive).

Overzicht Jeugd-plaatsen
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

1 925

1 523

1 667

1 667

1 667

1 667

1 667

– uitvoeringsverschillen

27

      

– schrappen STP’s als aparte entiteit 1

 

– 41

– 41

– 41

– 41

– 41

– 41

– bijstelling o.g.v. PMJ uitkomsten 2010:

       

– omzetten reguliere capaciteit in res.capaciteit

  

– 300

– 300

– 300

– 300

– 300

– reservecapaciteit

  

300

300

300

300

300

– tijdelijke uitleen capaciteit aan Jeugd en Gezin

 

– 151

– 151

    

Stand ontwerpbegroting 2011

1 952

1 331

1 475

1 626

1 626

1 626

1 626

verdeeld naar:

       

Direct inzetbare capaciteit:

       

– rijks jeugdinrichtingen

990

763

523

598

598

633

633

– particuliere jeugdinrichtingen

865

555

529

639

670

670

670

– inkoopplaatsen (niet justitieel)

28

      

Aan te houden (tijdelijke) capaciteit:

       

– reservecapaciteit

  

300

300

300

300

300

– in stand te houden capaciteit

 

13

123

89

58

23

23

Scholing- en trainingsprogramma’s (STP’s)1

69

      
        

Gemiddelde prijs per plaats/per dag direct

       

inzetbare capaciteit (x € 1,–)

436

514

515

518

518

518

518

Gemiddelde prijs per plaats/per dag STP’s1

32

      
        

Totaal kader p x q (x € 1 miljoen)

       

– direct inzetbare capaciteit

299,7

247,4

197,7

234,0

239,5

246,2

246,1

– reserve capaciteit

  

15,7

15,7

15,8

15,7

15,7

– in stand te houden capaciteit

 

0,7

6,5

4,7

3,0

1,2

1,2

– STP’s1

0,8

      
        

Bezettingsgraad ( in %) 2

67,4

90,0

90,0

90,0

90,0

90,0

90,0

1

met ingang van 2010 worden de STP’s – gelet op het financiële belang – niet langer als aparte entiteit opgenomen. De hiermee gemoeide kosten zijn via een opslag opgenomen in de gemiddelde prijs per plaats/per dag direct inzetbare capaciteit.

2

Betreft percentage direct inzetbare capaciteit.

Toelichting

Bovenstaande tabel geeft de meerjarige ontwikkeling van het aantal plaatsen in JJI’s weer. Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2010 is de samenstelling van de productietaakstelling gewijzigd als gevolg van de verwachte lagere behoefte aan strafrechtelijke capaciteit. De lagere behoefte wordt veroorzaakt door een daling van de instroom van strafrechtelijke jeugdigen in combinatie met de beëindiging van plaatsing van civielrechtelijke jeugdigen. Volgens het Prognosemodel Justitiële Ketens 2010 (PMJ) loopt het overschot aan JJI-capaciteit, zijnde het verschil tussen de beschikbare capaciteit en de uitkomsten van de PMJ 2010 op. Om vraag en aanbod meer met elkaar in evenwicht te brengen, wordt een Toekomstplan opgesteld waarin een visie op flexibel capaciteitsmanagement en capacitaire maatregelen om het overschot af te bouwen, zijn opgenomen. Naast de direct inzetbare capaciteit is in de tabel rekening gehouden met de aan te houden capaciteit. Het gaat hier om (over)capaciteit die tegen een sterk gereduceerd tarief (gemiddeld € 144,– per plaats/per dag) in het kader van DJI is opgenomen. Indien deze capaciteit toekomstig wederom moet worden ingezet, kan deze op relatief korte termijn operationeel zijn. Ten aanzien van de in stand te houden capaciteit geldt eveneens een tarief van € 144,– per plaats/per dag.

Operationele doelstelling 15.3

Een effectieve en zorgvuldige uitvoering van het vreemdelingentoezicht, grenstoezicht en terugkeerbeleid, opdat een vreemdeling die niet of niet meer rechtmatig in Nederland verblijft, Nederland zelfstandig of gedwongen verlaat.

Overzicht capaciteit vreemdelingenbewaring
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

2 185

2 181

2 181

2 181

2 181

2 181

2 181

– uitvoeringsverschillen

       

– bijstelling o.g.v. PMJ uitkomsten 2010:

       

– omzetten in bew. gestelden op pol.bureaus

 

– 20

– 20

– 20

– 20

– 20

– 20

– vreemdelingenbewaring (art. 59 Vw)

 

20

20

20

20

20

20

– omz. in stand te houden cap. korte termijn

 

– 274

– 370

– 370

– 370

– 370

– 370

– omz. in stand te houden cap. lange termijn

 

274

370

370

370

370

370

Stand ontwerpbegroting 2011

2 185

2 181

2 181

2 181

2 181

2 181

2 181

verdeeld naar:

       

Direct inzetbare capaciteit:

       

– vrijheidsbeneming (art. 6 Vw)

96

196

168

168

168

168

168

– vreemdelingenbewaring (art. 59 Vw)

1 648

1 564

1 357

1 357

1 357

1 357

1 357

– in bewaring gestelden op politiebureaus

25

5

5

5

5

5

5

Aan te houden (tijdelijke) capaciteit:

       

– reservecapaciteit

102

102

102

102

102

102

102

– in stand te houden cap. korte termijn inzetbaar

314

40

179

179

179

179

179

– in stand te houden cap. lange termijn inzetbaar

 

274

370

370

370

370

370

        

Gemiddelde prijs per plaats/per dag direct

       

inzetbare capaciteit (x € 1,–)

170

197

197

197

197

197

197

        

Totaal kader p x q (x € 1 miljoen)

135,6

      

– direct inzetbare capaciteit

 

126,9

110,0

110,3

110,3

110,2

110,2

– reservecapaciteit

 

4,9

4,9

4,9

4,9

4,9

4,9

– in stand te houden cap. korte termijn inzetbaar

 

1,1

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

– in stand te houden cap. lange termijn inzetbaar

 

2,2

2,2

2,2

2,2

2,2

2,2

        

Bezettingsgraad ( in %) 1

72,6

91,3

91,3

91,3

91,3

91,3

91,3

1

Als percentage van de direct inzetbare capaciteit exclusief in bewaring gestelden politiebureaus.

Toelichting

Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2010 is de samenstelling van de productietaakstelling gewijzigd als gevolg van de verwachte lagere behoefte aan capaciteit. Naast de direct inzetbare capaciteit is in de tabel rekening gehouden met de reservecapaciteit. Het gaat hier om capaciteit die tegen een sterk gereduceerd tarief (gemiddeld € 132,– per plaats/per dag) in het kader van DJI is opgenomen. Deze capaciteit bestaat uit snel in te zetten reserveplaatsen. Ten aanzien van de in stand te houden capaciteit korte en lange termijn geldt een tarief van respectievelijk € 76,– en € 17,– per plaats/per dag.

Overzicht capaciteit uitzetcentra
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

596

600

600

600

600

600

600

– uitvoeringsverschillen

       

Stand ontwerpbegroting 2011

596

600

600

600

600

600

600

verdeeld naar:

       

Direct inzetbare capaciteit:

       

– uitzetcentra

482

486

421

421

421

421

421

Aan te houden (tijdelijke) capaciteit:

       

– reservecapaciteit

28

28

28

28

28

28

28

– in stand te houden cap. korte termijn inzetbaar

86

86

151

151

151

151

151

        

Gemiddelde prijs per plaats/per dag direct

       

inzetbare capaciteit (x € 1,–)

170

197

197

197

197

197

197

        

Totaal kader p x q (x € 1 miljoen)

37,0

      

– direct inzetbare capaciteit

 

34,9

30,2

30,3

30,3

30,3

30,3

– reservecapaciteit

 

1,3

1,3

1,3

1,3

1,3

1,3

– in stand te houden cap. korte termijn inzetbaar

 

2,4

4,2

4,2

4,2

4,2

4,2

Toelichting

Naast de direct inzetbare capaciteit is in de tabel rekening gehouden met de reservecapaciteit. Het gaat hier om capaciteit die tegen een sterk gereduceerd tarief (gemiddeld € 132,– per plaats/per dag) in het kader van DJI is opgenomen. Indien deze capaciteit toekomstig wederom moet worden ingezet, kan deze op relatief korte termijn operationeel zijn. Ten aanzien van de in stand te houden capaciteit geldt een tarief van € 76,– per plaats/per dag.

Licence