Base description which applies to whole site

2.3. DE NIET-BELEIDSARTIKELEN

2.3.1. Geheime uitgaven – niet-beleidsartikel 70

Bedragen x € 1 000

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Uitgaven en verplichtingen

2 245

2 236

2 248

2 251

2 264

2 264

2 264

Geheime uitgaven

2 245

2 236

2 248

2 251

2 264

2 264

2 264

Totaal uitgaven en verplichtingen

2 245

2 236

2 248

2 251

2 264

2 264

2 264

2.3.2. Nominaal en onvoorzien – niet-beleidsartikel 80

Bedragen x € 1 000

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Uitgaven en verplichtingen

0

– 7 039

– 4 516

– 20 266

160 584

166 840

145 843

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Nader te verdelen

0

– 7 858

– 4 516

– 20 266

160 584

166 840

145 843

Onvoorzien

0

819

0

0

0

0

0

Totaal uitgaven en verplichtingen

0

– 7 039

– 4 516

– 20 266

160 584

167 482

146 485

2.3.3. Algemeen – niet-beleidsartikel 90

Algemene doelstelling

De Bestuursstaf draagt zorg voor een beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het ministerie van Defensie.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

De Bestuursstaf adviseert en ondersteunt de bewindslieden en zet hun besluiten over de richting, inrichting en inzet van Defensie om in helder, eenduidig en uitvoerbaar beleid. Daarnaast schept zij de voorwaarden voor een optimale taakuitvoering door de defensieonderdelen en leidt zij operaties in binnen- en buitenland.

Om de minister en de staatssecretaris in staat te stellen het ministerie van Defensie aan te sturen en te beheersen worden binnen de Bestuursstaf de volgende activiteiten ontplooid:

  • adviseren van de bewindslieden bij het besturen van de defensieorganisatie, in hun rol als lid van het kabinet, in hun relatie met het parlement en bij het onderhouden van internationale relaties;

  • vormgeven van uitvoerbare beleidskaders voor de defensieorganisatie als geheel, zodanig dat op grond van de beleidsdocumenten en de uitwerking daarvan geen vertaalslag nodig is;

  • aansturen van de operationele commando’s, de Defensie Materieel Organisatie (DMO) en het Commando DienstenCentra (CDC), en

  • aansturen van het Commando Koninklijke marechaussee (CKmar).

De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) ondersteunt Defensie op het gebied van inlichtingen en veiligheid. De dienst richt zich daarbij zowel op het politiek-militair besluitvormende niveau (strategische inlichtingen) als op de voorbereiding en uitvoering van militaire taken (operationele inlichtingen). Hierbij gaat het vooral om de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties. De MIVD heeft twee hoofdtaken: een inlichtingentaak en een veiligheidstaak. De MIVD voert deze taken uit binnen een wettelijk kader dat onder andere is neergelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) en de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo). Onderdeel van deze taken is het verrichten van onderzoek naar andere landen, op aanwijzing van de minister-president. Daarbij wordt samengewerkt met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), waarmee een taakverdeling is afgesproken. De MIVD verstrekt in dit verband inlichtingenrapportages aan de minister-president en aan de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor het vaststellen van de omvang en de samenstelling van de Bestuursstaf.

Externe factoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het beschikken over voldoende aantallen capabel personeel, het opstellen van kwalitatief en kwantitatief uitvoerbare beleidsvoorstellen en van regelgeving.

Budgettaire gevolgen

De raming van de financiële middelen voor de komende begrotingsjaren is in de onderstaande tabel opgenomen.

Bedragen x € 1 000

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Verplichtingen

1 656 817

1 674 938

1 721 676

1 677 479

1 642 602

1 629 955

1 634 316

Uitgaven

       

Apparaatsuitgaven

       

Bestuursstaf

125 259

119 604

122 867

118 766

119 183

112 181

112 479

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

70 723

74 501

78 968

81 787

81 671

82 063

82 250

Bijdragen aan baten-lastendiensten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal apparaatsuitgaven

195 982

194 105

201 835

200 553

200 854

194 244

194 729

Programma-uitgaven

       

Pensioenen en uitkeringen *

1 069 855

1 118 974

1 177 179

1 167 993

1 156 914

1 166 463

1 180 140

Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden

124 278

121 584

125 074

109 776

97 428

80 991

70 262

Ziektekostenvoorziening

12 128

9 274

6 218

3 161

0

0

0

Milieu-uitgaven

6 617

7 919

5 470

5 481

7 043

8 526

8 546

Subsidies en bijdragen

14 610

19 507

19 314

19 282

19 314

18 804

19 317

Bijdragen aan de NAVO

75 857

77 364

75 559

69 440

72 172

72 136

72 172

Internationale samenwerking

4 660

4 112

4 019

3 904

3 862

3 834

3 843

Wetenschappelijk onderzoek

85 416

73 685

65 774

60 863

56 663

57 928

58 027

Overige uitgaven

42 182

38 414

41 234

37 026

28 352

27 029

27 280

Totaal programma-uitgaven *

1 435 603

1 470 833

1 519 841

1 476 926

1 441 748

1 435 711

1 439 587

Totaal uitgaven

1 631 585

1 664 938

1 721 676

1 677 479

1 642 602

1 629 955

1 634 316

Ontvangsten

       

Totaal ontvangsten

11 510

9 609

9 046

6 246

8 148

8 148

8 148

* waarvan niet relevant

33 840

60 694

97 166

107 333

106 014

102 787

98 654

Doelstellingen

Ondersteunen bewindslieden bij het besturen van de defensieorganisatie.

Doelstelling 1:

Motivering

Om de bewindslieden in staat te stellen het ministerie van Defensie effectief te besturen wordt binnen de Bestuursstaf optimaal samengewerkt om het «verkeer» tussen de Bestuursstaf en de defensieonderdelen te stroomlijnen.

Instrumenten

De basis voor de besturing van de defensieorganisatie is de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure (BPB). De BPB-procedure vormt de kern van de activiteiten van de Bestuursstaf. Binnen de Bestuursstaf is voortdurende aandacht voor de verdere verbetering van het BPB-proces en de verbetering van de kwaliteit van de producten uit het BPB-proces (beleidsvisie, defensieplan, begroting en jaarverslag).

Ontwikkeling van departementaal beleid en regelgeving.

Doelstelling 2:

Motivering

Om de bewindslieden in staat te stellen het ministerie van Defensie aan te sturen en te beheersen wordt helder en uitvoerbaar departementaal beleid en regelgeving voorbereid, zodanig dat op grond van de beleidsdocumenten en de uitwerking daarvan geen vertaalslag nodig is en de kaders voldoen om het beleid uit voeren.

Instrumenten

Het ontwikkelen en monitoren van het beleid en regelgeving van de verschillende deelgebieden, te weten:

Algemeen:

Hoofddirectie Algemene Beleidszaken, Bureau Secretaris-Generaal;

Operationeel:

Defensiestaf;

Financieel:

Hoofddirectie Financiën en Control;

Juridisch:

Directie Juridische Zaken;

Personeel:

Hoofddirectie Personeel;

Materieel:

Directie Beleid van de Defensie Materieel Organisatie;

Informatievoorziening:

Hoofddirectie Informatievoorziening en Organisatie;

Beveiliging:

Beveligingsautoriteit;

Milieu en vastgoed:

Directie Ruimte, Milieu en Vastgoedbeleid;

Militaire inlichtingen en veiligheid:

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

Beheersing en ontwikkeling van departementsbrede programma’s.

Doelstelling 3:

Motivering

Onder dit artikel worden tevens de programma-uitgaven beheerd van niet nader toe te delen departementsbrede uitgaven.

Instrumenten

Pensioenen en uitkeringen: De betaling van ouderdomspensioen en overige uitkeringen aan voormalig militair personeel.

Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden: De verstrekking van uitkeringen krachtens diverse regelingen aan voormalig defensiepersoneel.

Ziektekostenvoorziening: De ziektekostenvoorziening is per 1 januari 2006 afgeschaft. In het arbeidsvoorwaardenoverleg zijn afspraken gemaakt om een deel van diegenen die in 2005 een vergoeding hebben ontvangen, tot 2013 te compenseren. Op dit artikel worden de (afnemende) uitgaven hiervan verantwoord.

Milieu-uitgaven: Het gaat hierbij onder meer om de uitgaven voor het ontwikkelen van het beleid voor milieu, ruimte en vastgoed.

De belangrijkste milieuthema’s van Defensie in 2011 zijn: de uitvoering van de Defensie Duurzaamheidsnota 2009–2012 (DDN2009), de tussentijdse evaluatie van die nota, die begin 2011 wordt uitgevoerd en de besparing van energie.

Het milieubeleid is uiteengezet in de DDN2009 (Kamerstuk 31 700, nr. 61) die op 1 januari 2009 in werking is getreden. Hiermee draagt Defensie bij aan het uitvoeren van het Rijksbeleid voor duurzaamheid. De nota is de leidraad voor de periode 2009 tot 2012. De belangrijkste speerpunten hieruit zijn: energiebesparing, duurzaam inkopen en milieumanagement.

In samenwerking met het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) wordt gewerkt aan de inbedding van een nieuwe methode voor het berekenen en beoordelen van militair schietgeluid. Verder wordt het onderzoek naar de effecten van onderwatergeluid door sonar op zeezoogdieren voortgezet.

In vervolg op het inwerkingtreden van de wijziging van de luchtvaartwetgeving zal in 2011 voor een aantal luchthavens een luchthavenbesluit worden vastgesteld. Er worden verbeteringen voor de rekenmethodiek voor de externe veiligheid rond militaire luchthavens onderzocht en er zal in overleg met het ministerie van VROM worden gewerkt aan een extern veiligheidsbeleid voor militaire luchthavens.

Subsidies en bijdragen: De subsidies en bijdragen worden verleend aan instellingen die voor Defensie een zeker nut hebben. De belangrijkste ontvanger van een bijdrage is de Stichting Bijzondere Scholen op Algemene Grondslag.

Naam ontvanger subsidies

Begrotingsbedrag 2011 (x € 1 000)

Stichting Het Militair-Historisch Museum

8 012

Stichting Het Veteraneninstituut

4 810

Veteranendag

2 455

Overige subsidies

1 129

Bijdragen aan de NAVO: De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in de gemeenschappelijk gefinancierde NAVO-programma’s. Grote programma’s zijn onder andere de sanering van de Cannerberg, de uitbreiding van het NAVO-hoofdkwartier in Brunssum en de vernieuwing van de brandstofpijpleiding tussen Nederland en België. Ook de uitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.

Internationale samenwerking: De internationale samenwerking concentreert zich op de deelnemers aan het Membership Action Plan van de NAVO en de regionale ondersteuning aan landen in de Balkan, de Kaukasus en Centraal-Azië. Door middel van samenwerkingsprogramma’s met landen in de Hoorn van Afrika en het Grote Merengebied in Afrika levert Nederland een bijdrage aan de stabiliteit in deze regio’s.

Wetenschappelijk onderzoek (Research & Development): Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven geraamd voor de programmafinanciering TNO (inclusief MARIN) en NLR, in 2011 ongeveer € 43 miljoen en voor projectmatige technologie ontwikkeling en kennistoepassing, in 2011 ongeveer € 23 miljoen. Primaire doelstelling is het ondersteunen van de krijgsmacht met gerichte R&D. Daarnaast draagt Defensie met dit R&D-onderzoek bij aan het versterken van het innovatief vermogen van de Nederlandse economie door de Defensie Industrie Strategie (DIS).

Het onderzoek is voornamelijk gestructureerd op basis van klantgedreven kennisthema’s die zijn gericht op de versterking van militaire capaciteiten. Voor een klein deel is het onderzoek gestructureerd in aanbodgeïnitieerde kennisvelden die zich richten op toekomstige toepassingen voor Defensie.

Programmatisch onderzoek betreft investeren in een kennisbasis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder gerichte financiële inspanning van Defensie niet beschikbaar komt of toegankelijk is. Met de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. De advisering richt zich op noodzakelijke verbeteringen en innovatieve vernieuwingen op genoemde onderwerpen. Het onderzoek is zowel interdepartementaal (kennisarena’s en Maatschappelijke Innovatie Agenda Veiligheid) als internationaal (NAVO, EDA) afgestemd en/of ingebed. Via het instrument van de projectmatige technologieontwikkeling wordt vooral invulling gegeven aan de internationale R&D-samenwerking in EDA verband en de DIS.

In de begroting van 2010 is een korting doorgevoerd op de centrale R&D-budgetten, waarmee een substantiële bijdrage wordt geleverd aan de oplossing van de financiële problematiek van Defensie. Deze korting bedraagt in 2010 € 5,5 miljoen en loopt op tot € 22 miljoen structureel vanaf 2013.

De taakstelling van € 17 miljoen op de programmafinanciering TNO (2010–2013) heeft in 2009/2010 geleid tot een herijking van de gehele kennisportefeuille die aan de Kamer is gezonden (Kamerstuk 27 830, nr. 71).

Er wordt onderzocht of de kennis die bij TNO gaat verdwijnen van anderen, zowel binnen als buiten Defensie, kan worden betrokken. Daarbij wordt in het bijzonder gedacht aan de intensievere inschakeling van de Nederlandse Defensieacademie (NLDA) en het Nederlandse Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael.

De herbelegging van de kennisportefeuille wordt vastgelegd in het Research en Development Plan 2011. Met TNO worden afspraken gemaakt om de overgang te faciliteren.

De resterende € 5 miljoen van de korting wordt ten laste gebracht van het centrale budget voor kennistoepassing. De uit de centrale middelen opgebouwde externe wetenschappelijke kennisbasis dient voortaan door de behoeftestellers te worden gebruikt via prioriteitstelling in eigen decentrale budgetten. Het utilisatiecriterium zal bij de centrale investeringen in een wetenschappelijke kennisbasis dan ook nog stringenter worden toegepast. Op centraal niveau blijft een beperkt budget voor kennistoepassing beschikbaar voor niet planbare acute kennisondersteuning en interdepartementaal afgesproken bijdragen in de exploitatie van grote experimentele onderzoeksfaciliteiten.

Omschrijving (bedragen x € 1 000)

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Programmafinanciering TNO (en MARIN)

51 268

47 054

42 344

37 363

32 955

32 954

32 950

Programmafinanciering NLR

534

515

516

516

517

517

517

Contractonderzoek technologieontwikkeling

20 852

19 612

18 284

18 331

18 446

18 362

18 465

Small Business Innovation Research (EZ-financiering) 1

0

0

0

0

0

0

0

Enveloppe innovatie, kennis en onderzoek 2

0

0

0

0

0

0

0

Investeringsdeel

72 654

67 181

61 144

56 210

51 918

51 833

51 932

Contractonderzoek kennistoepassing

12 763

6 504

4 630

4 653

4 745

6 095

6 095

Matexdeel

12 763

6 504

4 630

4 653

4 745

6 095

6 095

Totaal generaal

85 417

73 685

65 774

60 863

56 663

57 928

58 027

1

Het SBIR-budget is al opgenomen in de post «Contractonderzoek technologieontwikkeling». De budgetreeks is enige jaren geleden van EZ naar Defensie overgeheveld, maar door projectvertraging niet voor SBIR aangewend. De SBIR-verplichting staat nog wel voor een deel open, maar dat is voor dit overzicht niet relevant.

2

De STARS-reeks zal bij nader inzien als derdencontract buiten begrotingsverband worden geboekt. De integrale MIA-veiligheid-reeks is overgeheveld naar de begroting van BZK.

Overige uitgaven: Deze defensiebrede uitgaven hebben onder andere betrekking op de voorlichtings- en communicatieactiviteiten, de schadevergoedingen via de landsadvocaat en «lumpsum»-uitgaven aan de Belastingdienst.

Licence