Base description which applies to whole site

1. LEESWIJZER

Deze leeswijzer volgt de nieuwe begrotingspresentatie «Verantwoord Begroten». Hij licht toe welke veranderingen al in deze begroting zijn verwerkt en welke vanaf de begroting van 2013 zullen worden doorgevoerd. Daarnaast gaat hij in op de opbouw van de beleidsagenda en de beleidsartikelen. In de beleidsartikelen zijn veranderingen in de operationele doelstellingen doorgevoerd om de prioriteiten van de regering duidelijker vorm te geven. De wijzigingen in de operationele doelstellingen staan in een was-wordt-tabel bij deze leeswijzer. Ten slotte worden de overige onderdelen van de begroting en de relatie met enkele andere stukken toegelicht.

Algemeen

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het hele Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa en Aruba, Curaçao en Sint Maarten in het Caribisch gebied. Waar deze begroting spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

Verantwoord Begroten

Op 20 april 2011 ging de Tweede Kamer akkoord met een aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten 1». De nieuwe presentatie moet leiden tot meer inzicht in financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de minister en moet een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma laten zien. De meeste veranderingen zijn in deze begroting doorgevoerd.

  • De begroting bevat een artikel waarop alle apparaatsuitgaven van het kerndepartement bij elkaar staan. Dit is artikel nr. 11 van deze begroting. Bij Buitenlandse Zaken is dit al eerder ingevoerd.

  • De beleidsagenda bevat een totaaloverzicht van de beleidsdoorlichtingen. Dit komt in de plaats van de afzonderlijke tabellen bij elk beleidsartikel. Het overzicht van evaluatieonderzoeken per beleidsartikel komt nog wel op www.rijksbegroting.nl.

  • Er is een nieuwe bijlage met een subsidieoverzicht, die de Tweede Kamer digitaal krijgt. De andere bijlagen die vanaf nu digitaal worden aangeboden zijn: het verdiepingshoofdstuk, het overzicht moties en toezeggingen en de tabel evaluatieonderzoeken. De bedrijfsvoeringparagraaf is uit de begroting geschrapt.

  • Alle artikelen zijn ingevuld volgens de nieuwe voorschriften met uitzondering van de aanpassing van de budgettaire tabel. Dit laatste bleek op deze korte termijn niet mogelijk.

De overige veranderingen worden in de begroting van 2013 doorgevoerd. Het gaat dan om:

  • de introductie van een kwalitatieve toelichting bij de budgetflexibiliteit;

  • veranderingen binnen het apparaatsartikel om personele en materiële uitgaven apart in beeld te brengen;

  • het onderscheid tussen financiële instrumenten binnen de budgettaire tabellen.

De komende tijd wordt ook getracht om de prioriteiten van de regering beter weer te geven in de begroting. Dit kan leiden tot wijzigingen in de (indeling van de) huidige acht beleidsartikelen.

Opbouw van de beleidsagenda en beleidsartikelen

De beleidsagenda bevat de politieke hoofdlijnen van het buitenlandbeleid van de regering. In de beleidsartikelen vindt u, zoals in andere jaren, de financiële en beleidsinformatie over de voorgenomen uitgaven. De indeling per beleidsartikel is als volgt.

A: Algemene doelstelling

Elk beleidsartikel begint met de algemene doelstelling (titel van het beleidsartikel) met een korte toelichting.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De rol en de verantwoordelijkheid van de minister wordt beschreven aan de hand van de volgende categorieën: resultaatverantwoordelijk; procesverantwoordelijk; systeemverantwoordelijk; regiefunctie; faciliterende rol; stimulerende rol.

Volgens het uitgangspunt van Verantwoord Begroten zijn er alleen kwantitatieve indicatoren bij resultaatverantwoordelijkheid. Bij Buitenlandse Zaken betreft dit de consulaire dienstverlening (beleidsartikel 7). Hier onderbouwen een indicator en kengetallen de resultaatverantwoordelijkheid van de minister. Op de overige beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken heeft de minister een stimulerende of faciliterende en in sommige gevallen een regisserende rol. De mogelijkheden voor kwantitatieve effectmeting voor de meeste beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken zijn dan ook beperkt. De werkelijkheid is vaak complex en het krachtenspel om de beleidsdoelstellingen te realiseren is ingewikkeld. Kenmerkend is de internationale context waarin veel spelers en factoren de doelbereiking beïnvloeden. Vaak is er een gezamenlijke inspanning waarbij het weinig zinvol is (een deel van) de resultaten toe te rekenen aan Nederland, dat een klein deel van de inputs heeft verzorgd. Bij Buitenlands Zaken is de relatie tussen de Nederlandse activiteiten en de effecten vaak niet causaal; de relatie is meestal wel plausibel. Daarnaast bevat deze paragraaf een korte weergave van de beleidstheorie (van doel tot doelbereiking) met de samenhang tussen de algemene doelstelling en de operationele doelen.

C: Beleidswijzigingen

Dit is een overzicht van belangrijke wijzigingen als gevolg van evaluatie of voortschrijdend inzicht.

D: Operationele doelstellingen

Dit onderdeel vermeldt per operationele doelstelling welke instrumenten en activiteiten Buitenlandse Zaken inzet. Daarbij worden de financiële instrumenten (informatie over waar het geld heen gaat, wat ermee gebeurt en waar het toe dient) en de beleidsinstrumenten (diplomatieke inspanningen, voorzitterschappen, conferenties) onderscheiden. Niet in alle gevallen komt het totaal van de hier genoemde financiële instrumenten overeen met de saldi in de tabel. Zo zijn kleine bijdragen niet altijd specifiek genoemd en kan er ruimte zijn voor nieuwe activiteiten.

E: Budgettaire gevolgen van beleid

De tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» presenteert de begroting op subartikel niveau voor 2010 tot en met 2016. De subartikelen komen overeen met de operationele doelstellingen. Een één-op-één-koppeling is echter niet altijd mogelijk. Zo komen de afdrachten aan de Europese Unie ook ten goede aan operationele doelstelling 3.2 «een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen of regio’s, inclusief ontwikkelingslanden», terwijl zij staan vermeld bij operationele doelstelling 3.1 «een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid recht en veiligheid biedt en in staat is tot duurzame groei». Het is niet zinvol de EU-afdrachten op te knippen over alle operationele doelstellingen waar de EU invloed op uitoefent.

In de tabel is de budgetflexibiliteit verwerkt op subartikel niveau. Zoals voorgeschreven worden daarbij de juridisch verplichte uitgaven weergegeven. Daarnaast bevat de tabel ook de overig verplichte uitgaven. Dit zijn uitgaven die nog niet juridisch verplicht, maar die wel al zijn toegezegd of die al zijn gereserveerd op grond van een wettelijke regeling of een beleidsprogramma waarmee de Tweede Kamer heeft ingestemd.

Overige onderdelen van de begroting

Na de acht beleidsartikelen volgen de drie niet-beleidsartikelen. De niet-beleidsartikelen zijn het verplichte artikel 9 «geheim», artikel 10 waarin de non-ODA macro-mutaties binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) staan en artikel 11 dat de apparaatskosten verantwoordt. Daarna volgt de agentschapsparagraaf over de baten-lastendienst Centrum voor de Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden (CBI). Ten slotte volgen zes bijlagen waarvan de eerste vier alleen via internet beschikbaar: het verdiepingshoofdstuk (met informatie over de budgettaire begrotingsaansluiting tussen de begroting 2011 vanaf de 1e Suppletoire Wet en die van 2012), de lijst met moties en toezeggingen aan de Kamer, het subsidieoverzicht, de evaluatie- en onderzoekstabel, de lijst met afkortingen en de trefwoordenlijst.

De relatie met de HGIS-nota en andere beleidsnota’s

De HGIS omvat naast de uitgaven van Buitenlandse Zaken ook buitenlanduitgaven van de andere ministeries. Deze bundeling bevordert de samenhang en samenwerking die voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid van belang zijn. De nota over de HGIS bevat een overzicht van de belangrijkste programma’s en uitgaven voor het buitenlandbeleid, waaronder een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS en bijlagen die alle buitenlanduitgaven overzichtelijk presenteren, zoals een totaaloverzicht van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren.

De beleidsvoornemens die deze begroting in kort bestek weergeeft, worden vaak verder uitgewerkt aan de Tweede Kamer voorgelegd. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de jaarlijkse «Staat van de Unie» die de Nederlandse doelen in de Europese Unie verder uitwerkt. Ook op beleidsterreinen als mensenrechten, ontwikkelingssamenwerking en prioritaire thema’s daarbinnen zijn deelnota’s aangeboden aan de Kamer.

Het onderstaande overzicht bevat de wijzigingen per artikel en operationele doelstelling.

WAS

 

WORDT

 

UITGAVEN/VERPLICHTING

       

Artikel

Operationele doelstelling/subartikel

Artikel

Operationele doelstelling/subartikel

1.Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten

1.1 Internationale rechtsorde

1.Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

1.1 Een goed functionerende internationale rechtsorde

1.2 Mensenrechten

1.2 Bescherming van de rechten van de mens

1.3 Internationale Juridische Instellingen

8.2 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

       

2. Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

2.1 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

2. Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

2.2 Bestrijding internationaal terrorisme

2.2 Bestrijding en terugdringing van het internationale terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

2.3 Non- proliferatie en ontwapening

2.3 Bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, bevordering van ontwapening, wapenbeheersing en het voeren van een restrictief en transparant wapenexportbeleid.

2.4 Conventionele wapenbeheersing

2.3 Bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, bevordering van ontwapening, wapenbeheersing en het voeren van een restrictief en transparant wapenexportbeleid.

2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing

2.5 Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden

2.6 Humanitaire hulpverlening

2.6 Effectieve humanitaire hulp

2.7 Goed bestuur

2.5 Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden

2.8 Het bevorderen van energievoorzieningszekerheid

2.4 Het bevorderen van energievoorzienings- en grondstoffenzekerheid

       

3 Versterkte Europese samenwerking

3.1 Nederlandse afdrachten aan de EU

3 Europese samenwerking

3.1 Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt

3.2 Ondersteuning bij pre- en post-accessie

2.5 Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden

3.3 EOF Europees ontwikkelingsfonds

3.2 Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden

3.4 Nederlandse positie in de EU

3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 27

3.5 Raad van Europa

3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap

       

4. Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

4.1 Handels- en financieel systeem

4. Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

1.1 Een goed functionerende internationale rechtsorde

4.2 Effectief armoedebeleid van ontwikkelingslanden

4.3 Private sector ontwikkeling

4.2 Armoede vermindering

4.1 Voedselzekerheid

4.2 Effectief armoedebeleid van ontwikkelingslanden

4.3 Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden

4.1 Voedselzekerheid

4.3 Private sector ontwikkeling

4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking

4.2 Effectief armoedebeleid van ontwikkelingslanden

4.5 Nederlandse handels- en investeringsbevordering

4.4 Effectieve Nederlandse handels- en investeringsbevordering

       

5. Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

5.1 Alle kinderen, jongeren en volwassenen hebben gelijke kansen om kwalitatief goed onderwijs te doorlopen, dat hen de benodigde vaardigheden en kennis biedt om op een volwaardige wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving.

5. Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

4.2 Effectief armoedebeleid van ontwikkelingslanden

5.1 Goed onderwijs, goed opgeleide bevolking en capaciteit voor onderzoek en innovatie voornamelijk ten behoeve van de beleidsprioriteiten.

 

5.2 Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek in beleid en praktijk van ontwikkelingssamenwerking en versterking van post-secundaire onderwijs- en onderzoekscapaciteit in partnerlanden. Vermindering van kwalitatieve en kwantitatieve tekorten aan geschoold middenkader.

5.1 Goed onderwijs, goed opgeleide bevolking en capaciteit voor onderzoek en innovatie voornamelijk ten behoeve van de beleidsprioriteiten.

5.3 Gender

5.3 Gelijke rechten en kansen voor vrouwen.

5.4 HIV/AIDS

5.4 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

5.5 Reproductieve gezondheid

5.4 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/AIDS

5.6 Participatie civil society

5.2 Versterking van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden.

8.1 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

       

6. Beter beschermd en verbeterd milieu

6.1 Milieu en water

6. Duurzaam water- en milieubeheer

6.1 Duurzaam milieugebruik wereldwijd.

 

6.2 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzame toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen

 

6.2 Efficiënt en duurzaam watergebruik, veiliger delta’s en stroomgebieden en verbeterde toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen in ontwikkelingslanden/partnerlanden

       

7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

7.1 Consulaire dienstverlening

7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer

7.1 Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland.

7.2 Vreemdelingenbeleid

7.2 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren

       

8. Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

8.1 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden

8. Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

8.1 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

8.2 Cultureel Erfgoed

8.1 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

8.3 Draagvlak Nederlands buitenlandbeleid.

8.3 Vergroten van begrip en/of steun voor Nederlandse zienswijzen, standpunten en beleid in het buitenland en het versterken van het draagvlak in eigen land voor het buitenlandbeleid.

8.4 Vestigingsklimaat internationale organisaties in Nederland

8.2 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

       

9. Geheim

9.1 Geheim

9. Geheim

9.1 Geheim

       

10. Nominaal en onvoorzien

10.1 Nominaal en onvoorzien

10. Nominaal en onvoorzien

10.1 Nominaal en onvoorzien

       

11. Algemeen

11.1 Apparaatsuitgaven

11. Algemeen

11.1 Apparaatsuitgaven

       

ONTVANGSTEN

     

2. Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

2.10 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

2. Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

2.10 Doorberekening Defensie diversen

2.70 Humanitaire dienstverlening

2.50 Restituties contributies

       

3 Versterkte Europese samenwerking

3.10 Perceptiekostenvergoedingen

3 Europese samenwerking

3.10 Perceptiekostenvergoedingen

3.40 Restitutie Raad van Europa

3.30 Restitutie Raad van Europa

       

4. Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

4.10 Ontvangsten tijdelijke financiering NIO en restituties

4. Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

4.20 Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen

       

7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

7.10 Consulaire dienstverlening

7. Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

7.10 Consulaire dienstverlening

       

8. Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

8,10 Doorberekening Defensie diversen

8. Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

8.30 Doorberekening Defensie diversen

       

11. Algemeen

11.10 Diverse ontvangsten

11. Algemeen

11.10 Diverse ontvangsten

11.20 Koersverschillen

11.20 Koersverschillen

1

Kamerstuk 31 865, nr.26

Licence