Base description which applies to whole site

Artikel 10. Vreemdelingen

A. Algemene doelstelling

Een gereglementeerde en beheerste toelating tot, verblijf in en vertrek uit Nederland of terugkeer van vreemdelingen, die in nationaal en internationaal opzicht maatschappelijk verantwoord is.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel is, naast zijn verantwoordelijkheden in het kader van het integratiebeleid, systeemverantwoordelijk voor het vreemdelingenbeleid, de coördinatie en afstemming binnen de vreemdelingenketen en voor de uitvoering van het beleid. Goede ketensamenwerking is daarbij van groot belang.

De minister is verantwoordelijk voor de uitvoeringsorganisaties Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Deze uitvoeringsdiensten vallen rechtstreeks onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarnaast is de minister verantwoordelijk voor het zelfstandig bestuursorgaan Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). De minister onderhoudt bovendien een gezagsrelatie met de Koninklijke Marechaussee, de Vreemdelingenpolitie en de Zeehavenpolitie. Voor de vreemdelingenbewaring en uitzetcentra van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is de minister beleidsverantwoordelijk.

Tabel 10.1 Kengetallen Vreemdelingenketen (in aantallen)
 

Realisatie

2011

Raming

2012

Raming

2013

Opvang, Toegang, Toelating en Toezicht

 

 

 

Asielinstroom

14 600

15 000

14 000

Overige asielbeslissingen

10 300

10 700

10 700

       

Instroom in de opvang

13 800

14 000

14 000

Uitstroom uit de opvang

18 600

17 000

16 000

Gemiddelde bezetting in de opvang

18 700

15 000

13 000

       

Machtiging tot voorlopig verblijf (MVV)

49 700

8 500

8 500

Verblijfsvergunning regulier (VVR)

59 000

27 200

27 200

Toelating en Verblijf (TEV)

n.v.t.

42 400

42 400

Visa

2 400

4 000

4 000

       

Aantal naturalisatie verzoeken

26 300

32 000

35 500

       

Streefwaarden Terugkeer

     

Zelfstandig vertrek

20%

20%

20%

Gedwongen vertrek

30%

30%

30%

Zelfstandig vertrek zonder toezicht

50%

50%

50%

Bron: IND, COA, Meerjarenraming Vreemdelingenketen

Toelichting

Op basis van actuele realisatiecijfers lijkt de dalende tendens in de asielinstroom zich in 2012 voort te zetten. Om die reden wordt de geraamde asielinstroom voor 2013 neerwaarts bijgesteld naar 14 000. Als gevolg van de pardonregeling uit 2007 zal opnieuw in 2013 een stijging plaatsvinden van het aantal naturalisatieverzoeken.

C. Beleidswijzigingen

De belangrijkste inzet op het vreemdelingendossier voor het komende jaar is de verdere realisatie van snelle, zorgvuldige en duidelijke procedures voor alle vreemdelingen die verblijf vragen in Nederland. Het gaat zowel om snelheid voor hen die onze bescherming nodig hebben of die toelating vragen voor reguliere doelen (arbeid, gezinsmigratie, studie), als voor diegenen die terug zullen moeten keren. Procedures worden korter en doorprocederen (het stapelen van procedures) wordt zoveel mogelijk ontmoedigd, het categoriaal beschermingsbeleid wordt beëindigd, het terugkeerbeleid wordt effectiever, de rechtsbijstand wordt bij ongegronde vervolgaanvragen beperkt en de opvang in de regio wordt bevorderd. Bij onterecht beroep op bescherming of wanneer niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor verblijf moet de vreemdeling Nederland verlaten. Hierbij geldt dat vrijwillige terugkeer maximaal wordt gestimuleerd en als uitgangspunt wordt gehanteerd. Waar nodig kan gedwongen uitzetting plaatsvinden. Indien de asielzoeker in Nederland mag blijven, volgt zo snel mogelijk huisvesting in een gemeente, zodat de relatief hoge kosten van de opvang kunnen worden beperkt en de nieuwkomer kan participeren in de samenleving.

Handhaving is een noodzakelijke voorwaarde om een streng en rechtvaardig immigratie- en asielbeleid te kunnen voeren. Dat begint al bij de toegang tot ons land, de voorwaarden gedurende het verblijf en het vrijwillige of gedwongen vertrek aan het einde van de procedure. De informatie-uitwisseling tussen betrokken diensten wordt verbeterd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een gemeenschappelijk informatiseringssysteem.

Wet modern migratiebeleid en INDiGO

Het doel van de Wet modern migratiebeleid is te komen tot een selectief migratiebeleid, waarmee migranten die Nederland nodig heeft, snel en eenvoudig kunnen worden toegelaten. De toelatingsprocedures worden voor alle reguliere migranten snel, doeltreffend en beheersbaar. Daarbij worden de administratieve lasten voor burgers en bedrijven zo beperkt mogelijk gehouden. Om dit te bereiken is in de Wet modern migratiebeleid een betere aansluiting van de procedure tot afgifte van de machtiging tot voorlopig verblijf op die van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd geregeld. Daarnaast leidt de wet tot versterking van de rol van de referent in het reguliere vreemdelingenrecht en een vereenvoudiging van het stelsel van beperkingen waaronder de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan worden verleend. De vereenvoudiging wordt beoogd door bestaande beperkingen waar mogelijk te clusteren. Verder kent de wet een stelsel van erkende referenten, waar mee toegang kan worden verkregen tot een versnelde toelatingsprocedure, en wordt het toezicht op de referent geregeld. Effectief toezicht en zichtbare handhaving zijn daarbij onontbeerlijk. De wet geeft geen veranderingen in de inburgeringsvoorwaarde op grond van de Wet inburgering in het buitenland of de inburgeringsplicht op grond van de Wet inburgering. De invoering van het systeem INDiGO is randvoorwaardelijk voor de implementatie van de Wet modern migratiebeleid en daarmee een vereiste voor de realisatie van een aantal voorgenomen beleidswijzigingen in 2013.

Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures

Het programma Stroomlijning Toelatingsprocedures (PST) heeft tot doel vreemdelingen sneller duidelijkheid te geven over procedures en te voorkomen dat vreemdelingen onnodig procedures gaan stapelen. Naar verwachting treedt het hele pakket aan maatregelen in de eerste helft van 2013 in werking, indien de parlementaire behandeling tijdig en positief kan worden afgerond. Tevens is het tijdig gereed zijn van de uitvoering (inclusief de ICT-systemen) hiervoor een randvoorwaarde. De belangrijkste onderdelen van het programma zijn:

Bij zowel de eerste asiel- als bij de eerste humanitaire reguliere aanvraag wordt het gehele humanitaire reguliere beleidskader meegetoetst.

Een vervolgaanvraag heeft dan alleen zin als er nieuwe feiten of omstandigheden worden aangevoerd; deze vervolgaanvraag kan in beginsel binnen één dag (ééndagstoets) worden afgehandeld.

De asielgronden worden in lijn gebracht met Europese- en internationale wet- en regelgeving.

Het categoriaal beschermingsbeleid wordt afgeschaft.

Voor de gesubsidieerde rechtsbijstand gaat het uitgangspunt «no cure no fee» gelden.

Na afwijzing van een asiel- of reguliere aanvraag wordt de vreemdeling direct overgedragen aan de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V).

Waar mogelijk worden, met name door een efficiëntere werkwijze, de doorlooptijden verkort.

Handhaving Vreemdelingenwet

Illegaliteit in de zin van onrechtmatig verblijf van vreemdelingen kan gepaard gaan met diverse vormen van overlast en criminaliteit, waaronder mensensmokkel, en met een verblijf in mensonterende omstandigheden. Door in te zetten op versterking van het vreemdelingentoezicht en -handhaving wordt gewerkt aan een geloofwaardig vreemdelingenbeleid en vergroting van de veiligheid in de samenleving. De aanpak van criminele en overlastgevende vreemdelingen heeft hierbij de hoogste prioriteit.

Bij het tegengaan van illegaliteit geniet vrijwillig vertrek de voorkeur. Dit wordt zo veel mogelijk gestimuleerd en begeleid. Als niet-rechtmatig verblijvende vreemdelingen niet zelfstandig vertrekken, wordt overgegaan tot gedwongen vertrek. Zowel voor zelfstandige als gedwongen terugkeer wordt nadrukkelijk de samenwerking met andere overheden en maatschappelijke organisaties gezocht en versterkt. Voor gedwongen terugkeer is tevens de medewerking van de landen van herkomst vereist.

D1 Budgettaire gevolgen van het beleid
Tabel 10.2 Vreemdelingen

(x € 1 000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

764 608

733 200

711 008

629 220

623 799

621 920

               

Uitgaven:

764 608

733 200

711 008

629 220

623 799

621 920

 

Waarvan juridisch verplicht

 

96%

       
               

10.1

Toegang, toelating en opvang vreemdelingen

730 473

706 118

684 541

603 185

597 592

595 797

 

Subsidies

7 468

6 216

6 406

7 360

7 347

7 337

 

Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) e.a.

7 468

6 216

6 406

7 360

7 347

7 337

 

Opdrachten

29 234

44 149

46 920

20 322

16 319

16 319

 

Programma Biometrie

8 162

8 013

12 012

2 500

500

500

 

Programma Vernieuwing Grensmanagement

4 334

12 014

13 019

9 959

7 959

7 959

 

Programma keteninformatisering

10 678

19 820

17 918

4 828

4 828

4 828

 

Versterking vreemdelingenketen

6 060

4 302

3 971

3 035

3 032

3 032

 

Bijdragen aan baten-lastendiensten

295 861

267 534

266 636

244 135

243 499

242 871

 

Immigratie- en naturalisatiedienst

295 861

267 534

266 636

244 135

243 499

242 871

 

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

397 910

388 219

364 579

331 368

330 427

329 270

 

Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)

397 910

388 219

364 579

331 368

330 427

329 270

               

10.2

Terugkeer en bewaring Vreemdelingen

34 135

27 082

26 467

26 035

26 207

26 123

 

Subsidies

6 800

6 600

6 600

6 400

6 300

6 280

 

REAN-regeling

6 800

6 600

6 600

6 400

6 300

6 280

 

Opdrachten

6 328

0

0

0

0

0

 

Vreemdelingenbewaring

6 328

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan baten-lastendiensten

21 007

20 482

19 867

19 635

19 907

19 843

 

Terugkeer vreemdelingen

21 007

20 482

19 867

19 635

19 907

19 843

               

Ontvangsten

467

0

0

0

0

0

D2 Budgetflexibiliteit

Het grootste gedeelte van de uitgaven is verplicht, onder meer de bijdragen aan de uitvoeringsorganisaties COA, IND en DT&V. Van de programma-uitgaven is het merendeel bestuurlijk gebonden of is de aanbesteding in voorbereiding.

E. Toelichting op de instrumenten
10.1 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen

Subsidies

Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland

Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) zet zich op basis van Universele verklaring voor de Rechten van de Mens in voor de bescherming en het behartigen van de belangen van vluchtelingen en asielzoekers. Daarnaast ondersteunt VWN direct of indirect vluchtelingen en asielzoekers bij het opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland. Tot slot onderneemt de vereniging activiteiten gericht op de bescherming en belangenbehartiging van vluchtelingen en asielzoekers buiten Nederland met name in Europa.

Opdrachten

Programma Biometrie in de Vreemdelingenketen

Het programma Biometrie in de Vreemdelingenketen (BVK) draagt zorg voor harmonisatie en bevordering van efficiënt gebruik van biometrie in de vreemdelingenketen. In 2013 zullen meerdere toepassingen worden opgeleverd op basis waarvan efficiënt gebruik wordt gemaakt van de implementatie van biometrie op het Vreemdelingendocument en het Europees Visumsysteem.

Programma Vernieuwing Grensmanagement

Het programma Vernieuwing Grensmanagement (VGM) heeft als doel een efficiënt en effectief grenscontroleproces met een goede balans tussen mobiliteit van passagiers en de noodzakelijke grenscontroles. Het programma legt in 2013 de focus op het tot stand brengen van een gezamenlijk informatiesysteem en een nationaal informatie- en analysecentrum ten behoeve van de grenscontroles. Verder is voorzien in verdere uitbreiding van de automatische grenspassagepoorten voor EU-onderdanen en de uitbreiding van programma’s voor geregistreerde reizigers.

Programma Keteninformatisering

Het programma Keteninformatisering maakt de gezamenlijke uitvoering van het vreemdelingenbeleid efficiënter, effectiever en flexibeler. In 2013 worden concrete verbeteringen in de keteninformatisering ingevoerd door de papieren informatie-uitwisseling in meer gevallen te vervangen door digitale uitwisseling. Daarnaast wordt een nieuw systeem voor ketenmanagementinformatie in gebruik genomen waardoor bestaande rapportages sneller kunnen worden gemaakt en de kwaliteit van de rapportages toeneemt. Het streven is om de informatievoorziening aan de Tweede Kamer meer op hoofdlijnen, gericht op maatschappelijk effect, en minder in detail te doen plaatsvinden.

Versterking vreemdelingenketen

In 2013 worden vanuit dit budget diverse kleinere opdrachten gefinancierd met als doel verbeteringen in de vreemdelingenketen te bewerkstellingen.

Bijdragen aan baten-lastendiensten

Immigratie- en Naturalisatiedienst

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vreemdelingenbeleid in Nederland. Dat houdt in dat de IND alle aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden. Het kan gaan om vluchtelingen die niet veilig zijn in eigen land. Maar bijvoorbeeld ook om mensen die in Nederland willen werken en wonen. Of om mensen die al zo lang in Nederland wonen dat zij zich Nederlander voelen en daarom willen naturaliseren.

Tabel 10.3 Streefwaarden doorlooptijden: vreemdelingenzaken waarop binnen de gestelde wettelijke termijn is besloten (in %)
 

Realisatie 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Asiel

88

85

86

Regulier

88

100

100

Naturalisatie

86

100

100

Bron: IND

Voor het opvangen van hoeveelheidsfluctuaties in de vreemdelingenketen houdt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een begrotingsreserve aan bij het ministerie van Financiën. De omvang van de reserve bedraagt momenteel € 9,9 mln.

Bijdragen aan ZBO’s / RWT’s

Centraal Orgaan opvang asielzoekers

Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) draagt zorg voor de opvang van vreemdelingen in Nederland. In opdracht van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel biedt het COA de vreemdelingen huisvesting, verstrekt het middelen van bestaan en geeft het begeleiding. Het opvangbeleid is gericht op de opvang van asielzoekers gedurende de asielprocedure. Na een afwijzing van een asielverzoek wordt de vreemdeling in de gelegenheid gesteld, al dan niet met ondersteuning van Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en/of de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zelfstandig terug te keren. Na afloop van de vertrektermijn wordt de opvang in beginsel beëindigd, waarna mogelijk nog plaatsing in een locatie voor vrijheidsbeperking of in een gezinslocatie aan de orde kan zijn om verder aan het vertrek te werken. In het geval van vergunningverlening is snelle doorstroming naar gemeentelijke huisvesting van belang om op die wijze integratie en participatie te bevorderen. De gemiddelde uitgaven per opvanggerechtigde worden voor 2013 geraamd op € 22 446.

Tabel 10.4 Indicatoren: gemiddelde verblijfsduur (in maanden)

 

Realisatie 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Gemiddelde opvangduur vergunninghouders na vergunningverlening

5

5

3,5

Gemiddelde verblijfsduur opvang op basis van uitstroom

15

14

12

Bron: COA

Toelichting

In de loop van 2012 is besloten tot invoering van een nieuwe systematiek voor de uitplaatsing van statushouders. De gemiddelde opvangduur na statusverlening zal daardoor vanaf 2013 afnemen tot circa 3,5 maanden.

Ten aanzien van de gemiddelde opvangduur op basis van de uitstroom is relevant dat prioriteit wordt gelegd bij de afhandeling van procedures van personen die lang in de opvang verblijven zodat zij de opvang zo snel mogelijk kunnen verlaten. Dit leidt er toe dat de gemiddelde opvangduur van diegenen die uit de opvang vertrekken (tijdelijk) stijgt. De gemiddelde opvangduur van alle personen in de opvang zal hierdoor in 2013 echter afnemen. Deze daling wordt versterkt door de positieve effecten die uitgaan van de verbeterde asielprocedure.

10.2 Terugkeer en bewaring Vreemdelingen

Subsidie

REAN-regeling

De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) werken met elkaar samen op het gebied van zelfstandige terugkeer. In het kader van de REAN-regeling (Return and Emigration of Aliens from the Netherlands) onderhoudt de DT&V de subsidierelatie met IOM. Op basis van deze regeling kan IOM vreemdelingen die zelfstandig willen vertrekken uit Nederland financieel ondersteunen. Daarnaast levert IOM een bijdrage aan het faciliteren van zelfstandige terugkeer naar het land van herkomst door onder meer het geven van voorlichting en advies over zelfstandige terugkeer en extra ondersteuning aan kwetsbare groepen. Ook het procesmatig voorbereiden en begeleiden van de terugkeer (bijvoorbeeld door ondersteuning bij het verkrijgen van reisdocumenten) behoren tot de activiteiten van IOM.

Opdrachten

Vreemdelingenbewaring

De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen om onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden om meer gebruik te maken van minder restrictieve en goedkopere alternatieven voor vreemdelingenbewaring. Er zijn kleinschalige pilots ingericht om de effectiviteit van een aantal alternatieven voor bewaring te onderzoeken. De pilots worden in 2013 geëvalueerd.

Bijdragen aan baten-lastendiensten

Terugkeer vreemdelingen

De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) heeft als doel het realiseren van het daadwerkelijke vertrek van vreemdelingen die niet (langer) in Nederland mogen blijven. Het terugkeerbeleid is bedoeld om gericht illegaal verblijf van vreemdelingen in Nederland te voorkomen en tegen te gaan. Het uitgangspunt is dat vreemdelingen die niet meer rechtmatig in Nederland verblijven, zelfstandig kunnen terugkeren naar het land van herkomst of vertrekken naar een land waar toegang is gewaarborgd. Als hieraan geen gehoor wordt gegeven, kan de terugkeer gedwongen plaatsvinden.

Licence