Base description which applies to whole site

3. Ontwikkelingen van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten 2014

Paragraaf 3 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2014 de verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per financieringsbron zien. In paragraaf 3.1 is de verticale ontwikkeling van de totale BKZ-uitgaven en -ontvangsten op hoofdlijnen te zien. De verdieping per sector vindt plaats in de paragrafen 3.2, 3.3 en 3.4 en in de verdiepingsparagraaf 5.

3.1. Verticale ontwikkeling van de totale BKZ-uitgaven en -ontvangsten 2014

Tabel 3 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2014 de verticale ontwikkeling van de totale BKZ-uitgaven en -ontvangsten op hoofdlijnen zien.

Tabel 3 Verticale ontwikkeling van de totale BKZ-uitgaven en -ontvangsten 2014 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2014

Bruto-BKZ-uitgaven ontwerpbegroting 2014

72.895,0

   

Mutaties Zvw-uitgaven

– 1.093,5

Mutaties AWBZ-uitgaven

75,5

Mutaties begrotingsgefinancierde-uitgaven

62,2

Totaal mutaties

– 955,7

   

Bruto-BKZ-uitgaven stand 1e suppletoire begroting 2014

71.939,3

   

BKZ-ontvangsten ontwerpbegroting 2014

5.068,6

   

Mutaties Zvw-ontvangsten

0,0

Mutaties AWBZ-ontvangsten

41,5

Mutaties begrotingsgefinancierde-ontvangsten

0,0

Totaal mutaties

41,5

   

BKZ-ontvangsten stand 1e suppletoire begroting 2014

5.110,1

   

Netto-BKZ-uitgaven ontwerpbegroting 2014

67.826,4

Mutatie in de netto-BKZ-uitgaven

– 997,2

Netto-BKZ-uitgaven stand 1e suppletoire begroting 2014

66.829,2

Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.

Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2014 nemen de Bruto-BKZ-uitgaven af met € 956 miljoen en nemen de BKZ-ontvangsten toe met € 42 miljoen. Daarmee nemen de netto-BKZ-uitgaven ten opzichte van ontwerpbegroting 2014 per saldo af met € 997 miljoen. De daling van de BKZ-uitgaven wordt veroorzaakt door de daling van de Zvw-uitgaven met € 1.094 miljoen, een stijging van de AWBZ-uitgaven met € 76 miljoen en een stijging van de begrotingsgefinancierde uitgaven met € 62 miljoen.

De daling van de Zvw-uitgaven wordt grotendeels verklaard door de daling van de uitgaven voor genees- en hulpmiddelen (€ 752 miljoen) en de eerstelijnszorg (€ 119 miljoen). Verder zijn de Zvw-uitgaven neerwaarts bijgesteld als gevolg van de macro-bijstellingen (CEP-2014) van het CPB met € 222 miljoen (zie tabel 4).

De stijging van de AWBZ-uitgaven is voornamelijk het gevolg van de toename van de uitgaven voor de zorg in natura (€ 55 miljoen) en overige mutaties (€ 49 miljoen). Verder zijn de AWBZ-uitgaven neerwaarts bijgesteld als gevolg van de macro-bijstellingen (CEP-2014) van het CPB (€ 12 miljoen) en een beleidsmatige mutatie van € 13 miljoen (zie tabel 5).

De stijging van de begrotingsgefinancierde-uitgaven is voornamelijk het gevolg van de uitbetalingen van tegemoetkomingen Wtcg van € 66 miljoen (zie verder toelichting bij tabel 6). Verder is er sprake van een daling van de uitgaven als gevolg van de macro-bijstellingen (CEP-2014) van het CPB (€ 9 miljoen) en een stijging van de uitgaven als gevolg van overige beleidsmatige mutaties van € 6 miljoen).

In de paragrafen 3.2, 3.3 en 3.4 is de ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per financieringsbron verder toegelicht.

3.2. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten 2014

Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2014 de verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten van de Zvw zien. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de verdiepingsparagraaf 5.1.

Tabel 4 Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten 2014 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2014

Bruto-Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2014

42.556,8

Mee- en tegenvallers

 

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 4A)

– 882,1

Extra ruimte geneesmiddelen

– 15,1

   

Beleidsmatige mutaties

 

Bevorderen van patiëntenparticipatie

3,0

Experiment topklinische ziekenhuizen

– 6,0

Aanpassen kasritme opleidingen

– 2,4

TBC-zorg

2,2

Voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg (intramuraal)

12,5

Overig

16,0

   

Technische en macro-economische mutaties

 

Macro-bijstellingen

– 221,5

   

Totaal mutaties

– 1.093,5

   

Bruto-Zvw-uitgaven stand 1e suppletoire begroting 2014

41.463,3

   

Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2014

3.125,1

   

Totaal mutaties

0,0

   

Zvw-ontvangsten stand 1e suppletoire begroting 2014

3.125,1

   

Netto-Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2014

39.431,7

Mutatie in de netto-Zvw-uitgaven

– 1.093,5

Netto-Zvw-uitgaven stand 1e suppletoire begroting 2014

38.338,2

Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Actualisering Zvw-uitgaven

Tabel 4A Actualisering Zvw-uitgaven (bedragen x € 1 miljoen)
 

2014

Eerstelijnszorg

– 118,8

Ziekenvervoer

– 11,8

Genees- en hulpmiddelen

– 751,6

Overig

0,1

Totaal

– 882,1

Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.

Zoals aangegeven in tabel 4 bevat deze post alle mutaties vanaf de stand ontwerpbegroting 2014. Onderdeel hiervan is de actualisering van de zorguitgaven op basis van voorlopige realisatiegegevens 2013 van de NZa en het Zorginstituut Nederland (zie tabel 4A). Voor de curatieve ggz en de medisch-specialistische zorg zijn vooralsnog geen volledige en betrouwbare realisatiecijfers over 2013 beschikbaar. Daarbij is relevant dat de financiële kaders die ontleend zijn aan de hoofdlijnenakkoorden van 16 juli 2013 uitgangspunt zijn voor 2014. De belangrijkste mutaties worden hieronder nader toegelicht. In de verdiepingsbijlage is de actualisering van de Zvw-uitgaven per sector verder toegelicht.

  • Eerstelijnszorg

    De onderschrijding bij de eerstelijnszorg van circa € 119 miljoen doet zich voor bij de tandheelkundige zorg Zvw, de paramedische zorg, de verloskunde en de kraamzorg.

    Tandheelkundige zorg Zvw

    Over 2013 is een onderschrijding te zien van circa € 38 miljoen met structurele doorwerking. De onderschrijding heeft een technische oorzaak; 2012 was het jaar met de vrije prijzen waardoor de uitgaven in dit jaar extra zijn gestegen. In 2013 is de oude systematiek met de maximumprijzen weer van kracht. Ten opzichte van 2011 is er in 2013 een beperkte stijging.

    Paramedische zorg

    Bij de paramedische zorg is voor het jaar 2013 een onderschrijding van circa € 53 miljoen te zien met structurele doorwerking. Deze onderschrijding doet zich in belangrijke mate voor bij de fysiotherapie en de logopedie.

    Bij de fysiotherapie is over 2014 een structurele onderschrijding van circa € 37 miljoen te zien. Het achterblijvende niveau is het gevolg van de doorwerking van de beleidsmaatregelen 2012: het aantal zittingen voor eigen rekening is verhoogd naar 20 en er zijn aandoeningen geschrapt van de chronische lijst. Het Zorginstituut Nederland heeft als mogelijke aanvullende verklaringen aangegeven dat voor de gehele paramedische zorg een scherpere beoordeling van aanvragen geldt en wellicht ook een verminderde vraag als gevolg van verhoogd eigen risico.

    Bij de logopedie is er over 2013 een structurele onderschrijding van € 16 miljoen. Na het kostenonderzoek van de NZa zijn de tarieven, en daarmee ook het beschikbare budget, over 2012–2014 stapsgewijs verhoogd. Een verklaring van de achterblijvende uitgaven kan zijn dat de zorgverzekeraars tegen lagere tarieven contracteren dan de nieuwe maximumtarieven.

    Verloskunde en kraamzorg

    De belangrijkste oorzaak voor de structurele onderschrijdingen bij de verloskunde en kraamzorg van circa € 28 miljoen is het dalende geboortecijfer.

  • Geneesmiddelen (€ 606,6 miljoen)

    Het geneesmiddelenbeleid gaat uit van een eenduidige en consistente visie, die in lijn is met de uitgangspunten en verantwoordelijkheidsverdeling in het zorgstelsel. Door een samenhangend geheel van eerdere maatregelen (waaronder het afsluiten van convenanten met het veld, het geven van bevoegdheid tot het voeren van preferentiebeleid en vrij onderhandelbare tarieven voor apotheekhoudenden), het uit patent lopen van geneesmiddelen en het inkoopbeleid van zorgverzekeraars zijn de zorguitgaven beduidend lager dan geraamd. Voor 2014 zijn de voorlopige uitgaven € 606,6 miljoen lager dan bij ontwerpbegroting 2014 geraamd. Deels komt dat doordat de eerder gerapporteerde onderschrijding uit 2012 structureel is doorgetrokken, waar de VWS-raming rekening hield met enige groei en nominale bijstelling ten opzichte van 2012. Bovendien vielen de uitgaven in 2013 lager uit dan in 2012. Dit kwam omdat de vergoedingen voor geneesmiddelen lager waren door een lagere volumegroei in combinatie met een nog verdere daling van de gemiddelde geneesmiddelenprijzen onder druk van patentverlies en het door zorgverzekeraars gevoerde preferentiebeleid. Daarnaast groeide het aantal uitgiftes minder dan verwacht. De onderschrijding 2013 werkt structureel door.

  • Hulpmiddelen (€ 145 miljoen)

    Voor 2013 is sprake van een onderschrijding die gedeeltelijk doorwerking heeft naar 2014. Hiervoor kan nog geen eenduidige verklaring worden gegeven. De wijziging in de vergoedingssystematiek voor hoorhulpmiddelen heeft geleid tot een piek in het gebruik in het laatste kwartaal van 2012. In 2013 is in het eerste kwartaal een enorme daling zichtbaar, terwijl ook in de twee kwartalen daarna de uitgaven 25% lager zijn dan in 2012. Verder zijn de gevolgen van de overheveling van bruikleenhulpmiddelen vanuit de AWBZ nog niet volledig zichtbaar in de cijfers over 2013, omdat in het eerste halfjaar ook nog ten laste van de AWBZ kon worden gedeclareerd. Daarnaast zet de daling in het gebruik van verbandmiddelen door.

Extra ruimte geneesmiddelen (€ 15,1 miljoen)

Aanvullend op de bijstelling van de geneesmiddelenraming in verband met de actualiseringscijfers over 2013 vindt binnen de raming een bijstelling plaats welke wordt ingezet ter dekking van onder andere de voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg.

Beleidsmatige mutaties

Bevorderen van patiëntenparticipatie

In het akkoord medisch-specialistische zorg 2014 tot en met 2017 is door VWS met de sector afgesproken dat er in deze periode middelen beschikbaar komen voor patiëntenparticipatie. De benodigde € 3 miljoen is onderdeel van de reeks van het bestuurlijk akkoord en vervolgens is dit geld op de begroting van VWS gereserveerd. In de uitwerking is ervoor gekozen de financiering via de premie (verzekeraars) te laten plaatsvinden, zodat een overheveling van de begroting naar het BKZ nodig is.

Experiment topklinische ziekenhuizen

In 2013 is voor de periode 2014–2017 financiering beschikbaar gesteld voor een experiment waarmee een combinatie van zeer specialistische zorg en onderzoek in een aantal (topklinische) ziekenhuizen gefinancierd kan worden. Het gaat hier om ziekenhuizen die geen aanspraak kunnen maken op de beschikbaarheidbijdrage academische zorg. In de begroting 2013 zijn hiervoor middelen gereserveerd binnen de premiegelden. In de uitvoering is ervoor gekozen de bekostiging via de begroting te laten lopen zodat een ijklijnmutatie nodig is.

Aanpassen kasritme opleidingen

In het najaar van 2013 is met veldpartijen een aantal afspraken gemaakt over de invulling van de taakstelling op de duur van de opleiding tot medisch specialist. Deze mutatie betreft een wijziging van het kasritme voor de middelen die beschikbaar zijn gesteld om het sneller doorlopen van de opleiding mogelijk te kunnen gaan maken opdat de taakstelling ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden.

TBC-zorg

Het Zorginstituut Nederland heeft TBC- en andere infectieziektezorg geduid als Zvw-zorg met als reden dat het individuele zorg betreft. Om in de praktijk mogelijk te maken dat de GGD-en deze zorg kunnen declareren heeft de NZa een beleidsregel opgesteld die per 1 juli 2013 in werking is getreden. Daartoe is structureel € 2,2 miljoen aan het BKZ toegevoegd.

Voorwaardelijke toelating geneeskundige zorg (intramuraal)

Zoals aangegeven in het regeerakkoord wordt het instrument voorwaardelijke toelating ingezet. Daarmee wordt bewerkstelligd dat een (beperkt) aantal potentieel waardevolle interventies, waarvan de effectiviteit nog niet vaststaat, via voorwaardelijke toelating de patiënt bereikt. Dekking hiervoor is beschikbaar vanuit de ramingsbijstelling geneesmiddelen. Voor de zomer van 2014 zal de Tweede Kamer hierover nader worden geïnformeerd.

Overig

Deze post is het saldo van verschillende beleidsmatige mutaties.

Technische en macro-economische mutaties

Macro-bijstellingen

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de meest recente macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan (CEP 2014) van het Centraal Planbureau (CPB).

3.3. Verticale ontwikkeling van de AWBZ-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 5 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2014 de verticale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten van de AWBZ zien. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar de verdiepingsparagraaf 5.2.

Tabel 5 Verticale ontwikkeling van de AWBZ-uitgaven en -ontvangsten 2014 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2014

Bruto-AWBZ-uitgaven ontwerpbegroting 2014

28.116,7

Mee- en tegenvallers

 

Actualisering zorguitgaven (zie tabel 5A)

100,6

   

Beleidsmatige mutaties

 

pgb-trekkingsrechten

– 12,8

   

Technische en macro-economische mutaties

 

Macro-bijstellingen

– 12,3

   

Totaal mutaties

75,5

   

Bruto-AWBZ-uitgaven stand 1e suppletoire begroting 2014

28.192,2

   

AWBZ-ontvangsten ontwerpbegroting 2014

1.943,5

Mee-en tegenvallers

 

Actualisering zorgontvangsten

41,5

   

Totaal mutaties

41,5

   

AWBZ-ontvangsten stand 1e suppletoire begroting 2014

1.985,0

   

Netto-AWBZ-uitgaven ontwerpbegroting 2014

26.173,2

Mutatie in de netto-AWBZ-uitgaven

34,0

Netto-AWBZ-uitgaven stand 1e suppletoire begroting 2014

26.207,2

Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Actualisering AWBZ-uitgaven

Tabel 5A Actualisering AWBZ-uitgaven (bedragen x € 1 miljoen)
 

2014

Zorg in natura

54,6

Mee-instellingen

– 2,6

Overige

48,6

Totaal

100,6

Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.

Op basis van gegevens van de NZa en het Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven van deze deelsectoren geactualiseerd. Uit deze actualisering volgt per saldo een overschrijding van circa € 101 miljoen. De belangrijkste mutatie heeft betrekking op de zorg in natura. Deze wordt hieronder nader toegelicht. In de verdiepingsbijlage worden de overige sectoren verder toegelicht.

Zorg in natura door AWBZ-instellingen

De tegenvaller van € 55 miljoen op de zorg in natura wordt vooral verklaard door een tegenvaller op de kapitaallasten. Op de productie is per saldo sprake van een meevaller.

Beleidsmatige mutaties

Pgb-trekkingsrechten

De overboeking is bedoeld voor de initiële aanloop- en uitvoeringskosten van de SVB voor de trekkingrechten van het pgb. De bedoeling is om de structurele uitvoeringskosten vanaf 2015 te financieren uit het beschikbare beheerskosten-budget binnen het BKZ.

Technische en macro-economische mutaties

Macro-bijstellingen

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de meest recente macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan (CEP 2014) van het Centraal Planbureau (CPB).

Ontvangsten

Actualisering zorgontvangsten

Op basis van jaarcijfers van het Zorginstituut Nederland doet zich in 2014 een structurele ontvangstenmeevaller voor bij de eigen bijdragen AWBZ.

3.4. Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven en -ontvangsten

Tabel 6 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2014 de verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven en -ontvangsten zien.

Tabel 6 Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde-uitgaven en -ontvangsten 2014 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2014

Bruto-begrotingsgefinancierde-uitgaven ontwerpbegroting 2014

2.221,5

Mee- en tegenvallers

 

Wtcg

65,7

   

Beleidsmatige mutaties

 

Overige

5,8

 

Technische en macro-economische mutaties

 

Macro-bijstellingen

– 9,2

   

Totaal mutaties

62,2

   

Bruto-begrotingsgefinancierde-uitgaven stand 1e suppletoire begroting 2014

2.283,7

   

Begrotingsgefinancierde-ontvangsten ontwerpbegroting 2014

0,0

   

Totaal mutaties

0,0

   

Begrotingsgefinancierde-ontvangsten stand 1e suppletoire begroting 2014

0,0

   

Netto-begrotingsgefinancierde-uitgaven ontwerpbegroting 2014

2.221,5

Mutatie in de netto-begrotingsgefinancierde-uitgaven

62,2

Netto-begrotingsgefinancierde-uitgaven stand 1e suppletoire begroting 2014

2.283,7

Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, gegevens Zorginstituut Nederland over (voorlopige) financieringslasten Zvw en AWBZ.

De netto-begrotingsgefinancierde uitgaven nemen ten opzichte van ontwerpbegroting 2014 toe met circa € 62 miljoen.

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Wtcg

De voor december 2013 voorziene uitbetaling van tegemoetkomingen Wtcg is deels over de jaargrens heengegaan als gevolg van het inkomensafhankelijk maken van de Wtcg.

Beleidsmatige mutaties

Overige

Deze post is het saldo van verschillende beleidsmatige mutaties.

Technische en macro-economische mutaties

Macro-bijstellingen

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de meest recente macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan (CEP 2014) van het Centraal Planbureau (CPB).

Licence