Base description which applies to whole site

Artikel 1. BES-fonds

A Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om hun taken naar behoren uit te voeren.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is systeemverantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden. De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren voor de bekostiging waarvan zij op de algemene middelen zijn aangewezen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervult ook een coördinerende schakel tussen de openbare lichamen en de verschillende departementen. Een belangrijk instrument daarin is de zogenaamde Caribisch Nederland-week (CN-week) die twee keer per jaar georganiseerd wordt rond het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen BES (BOFv). De CN-week biedt de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius om te overleggen met de departementen in Den Haag. De week draagt bij aan een goede relatie en samenwerking tussen de Rijksoverheid en de drie eilandbesturen.

De wet Financiën BES (de wet FinBES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om in te grijpen. Het openbare lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.

C Beleidswijzigingen

In het kabinetsstandpunt over het referentiekader op 8 juni 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000-H, nr. 6) is er een antwoord gegeven op de belangrijkste vraagstukken over de financiële verhouding met de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De indexatie van de vrije uitkering vindt plaats op basis van een actueel indexatiecijfer (t-1, dus de inflatie van het voorafgaande jaar) en per eiland afzonderlijk.

Het begrotingsjaar 2014 zal in het teken staan van de voorbereidingen op de grote evaluatie van 2015 naar de nieuwe staatkundige structuur sinds 10 oktober 2010. De wet FinBES, inclusief de financiële verhouding met de eilanden en het BES-fonds, maken hier nadrukkelijk onderdeel van uit. In dit verband is nog het onderzoek taakverlichting en deregulering Caribisch Nederland van belang, welke op 2 juli 2013 naar de Eerste en Tweede Kamer is gestuurd. De aanbevelingen van de onderzoekers die leiden tot aanpassing van wet- en regelgeving (bijvoorbeeld die over het bestuurlijke en financiële toezicht op de openbare lichamen) worden meegenomen bij de evaluatie. De regering is evenwel ook voornemens om een aantal aanbevelingen reeds in 2014 te implementeren. Het gaat hier om de aanbevelingen van de onderzoekers over het verbeteren van de coördinatie binnen het Rijk en praktische voorstellen om het wetgevingsproces voor Caribisch Nederland te verbeteren. De regering komt uiterlijk in het najaar 2013 met een kabinetsreactie op het onderzoek taakverlichting en deregulering Caribisch Nederland.

In 2014 worden de door de eilanden opgestelde en nog op te stellen ontwikkelplannen voor het wegwerken van achterstanden een belangrijk onderwerp. Door de eilanden wordt eraan gewerkt om met steun van de ministeries de ontwikkelplannen nader uit te werken. Het aanbestedingswaardig maken van de plannen betekent nog niet dat de ontwikkelplannen tot uitvoering worden gebracht; dit is onder meer afhankelijk van de budgettaire mogelijkheden.

Het is verder van belang dat er geen discrepantie ontstaat tussen eilandelijke taken en financiën. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal in 2014 strikt toetsen op artikel 87 van de Wet FinBES om discrepantie tussen eilandelijke taken en financiën te voorkomen. Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens welke leiden tot een wijziging van taken voor de openbare lichamen aan te geven welke financiële gevolgen hier aan zijn verbonden voor de openbare lichamen. Ook moet in de toelichting worden aangegeven via welke bekostigingswijze de financiële gevolgen kunnen worden opgevangen. De vakministers zijn primair verantwoordelijk voor het aangeven van de kosten en bekostigingswijze van taakwijzigingen van de openbare lichamen. Daartoe treden zij tijdig in overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het streven is om in 2014 – net als in 2013 – de middelen voor sociaaleconomische activiteiten te verstrekken uit het BES-fonds. Het betreft hier uitkeringen conform artikel 88 lid 8, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De reden om de middelen uit het BES-fonds te verstrekken hangt samen met het feit dat meerdere departementen betrokken zijn bij deze regeling. De keuze voor het BES-fonds betekent dat niet voor één departementale begroting hoeft te worden gekozen. Daarnaast zijn de administratieve lasten voor het verstrekken vanuit het BES-fonds laag, doordat de fondsbeheerder ook andere reguliere betalingen verricht aan de openbare lichamen. Gegeven de relatie van (een deel van) deze middelen met het referentiekader onderzoek is het tenslotte overzichtelijk om deze middelen te presenteren samen met de vrije uitkering uit het BES-fonds.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 1.1 BES-Fonds
(x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Verplichtingen

35.519

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

                 

Uitgaven:

38.545

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

 

Waarvan juridisch verplicht

   

100%

       
                 

1.1

BES-fonds

38.545

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

 

Opdrachten

 

144

100

100

100

100

100

 

Onderzoek

 

144

100

100

100

100

100

 

Bijdragen aan medeoverheden

 

33.669

32.609

32.609

32.609

32.609

32.709

 

Vrije uitkering

 

32.689

32.089

32.089

32.089

32.089

32.189

 

Overige uitkering

 

980

520

520

520

520

520

                 
 

Ontvangsten

38.545

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

D2 Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit is nihil. In tegenstelling tot een departementale begroting zijn bij een fonds als het BES-fonds de verplichtingen leidend. Dit houdt in dat zij, eenmaal geaccordeerd, altijd geheel tot uitbetaling komen.

E Toelichting op de instrumenten

1.1 BES-fonds

Opdrachten

Onderzoek

Naar aanleiding van de adviezen in het eerder genoemde onderzoek taakverlichting en deregulering Caribisch Nederland en de reactie van het kabinet op dit onderzoek zijn hieraan gerelateerde uitgaven te voorzien, mogelijk in de vorm van verdere onderzoeken.

Bijdrage aan medeoverheden

Vrije uitkering BES-fonds

De middelen die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering zal dit jaar een aantal bedragen ingehouden worden. Het betreft aflossingslasten voor leningen die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt opdat de openbare lichamen een eigen bijdrage kunnen leveren in de kosten om de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op korte termijn weg te werken.

In 2008 zijn werkkapitalen voorgeschoten aan de openbare lichamen. Daarnaast had één van de openbare lichamen in de periode 2008–2010 een hoger tekort dan toegestaan. Deze bedragen worden gedurende de periode 2014–2018 teruggevorderd door deze in te houden op de vrije uitkering. De totale inhouding bedraagt USD 2,36 mln. in vijf jaar (€ 1,82 mln.).

Overige uitkeringen

Naast de vrije uitkering zijn op basis van de Wet FinBES, «bijzondere uitkeringen» (art. 91) en «andere uitkeringen» (art. 88) mogelijk. Via het BES-fonds vindt in 2014 uitbetaling plaats van middelen die beschikbaar zijn gesteld in het kader van de integrale aanpak van sociaal-economische initiatieven.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.

.

Licence