Base description which applies to whole site

3.6. Beleidsartikel 6: Investeringen krijgsmacht

Algemene doelstelling

Defensie voorziet in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen en zij verkoopt, indien aan de orde, groot materieel en infrastructuur.

Rol en verantwoordelijkheid Minister

De Minister is verantwoordelijk voor het tijdig voorzien in nieuw materieel, infrastructuur en IT-middelen alsmede de afstoting van overtollig groot materieel en infrastructuur. Tot de investeringen worden gerekend alle planbehoeften met een meerjarig karakter. Dit omvat ook de bijdragen aan de NAVO voor het doen van investeringen en wetenschappelijk onderzoek. Tot de investeringen worden ook bijdragen gerekend aan de materiële instandhouding, die direct samenhangen met de betreffende investering.

Beleidswijziging

Investeringsquote

Defensie streeft ernaar om op termijn gemiddeld ten minste twintig procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Dit streven komt voort uit het besef dat een moderne krijgsmacht voldoende investeringsruimte moet hebben om haar instandhouding op langere termijn te garanderen en te kunnen moderniseren. Het kengetal hiervoor heet de investeringsquote. Ook de NAVO hanteert dit percentage als richtlijn.

Zoals gemeld in de begroting 2016 en toegezegd tijdens het WGO materieel van 2 november 2015, heeft Defensie in 2016 onderzoek gedaan naar de toekomstige waarde van de investeringsquote. Op basis van dit onderzoek is geconcludeerd dat het behalen van de jaarlijkse investeringsquote slechts in beperkte mate iets zegt over de duurzaamheid van de defensieorganisatie. De jaarlijkse investeringsquote geeft voornamelijk inzicht in de mate waarin Defensie in enig jaar in staat is de geplande investeringen te realiseren.

De conclusies van het onderzoek onderstrepen de in 2016 ingeslagen weg. Defensie richt zich, overeenkomstig de aanbevelingen van het IBO Wapensystemen, op het behalen van een meerjarig gemiddelde investeringsquote van twintig procent over vijf jaar. Zo is de investeringsquote in 2017 berekend over de jaren 2013 tot 2017. Op basis van de huidige inzichten wordt het doel van twintig procent in 2020 bereikt. De jaarlijkse investeringsquote wordt behouden als indicator voor het behalen van de jaarlijks geplande investeringen en ter vergelijking van de investeringen met NAVO-bondgenoten.

Verplichtingenraming

In deze begroting zijn voor het eerst de geraamde verplichtingen «voorzien in nieuw materieel» voor de periode 2017–2021 gedetailleerd opgebouwd, op basis van het investeringsplan. Hiermee wordt een duidelijk beeld gegeven van de nu verwachte jaarlijks aan te gane verplichtingen. Het resultaat van de gedetailleerde opbouw is dat de geraamde aan te gane verplichtingen in enkele jaren naar boven en in andere jaren neerwaarts is bijgesteld. De raming is gebaseerd op het geraamde moment dat er voor een project een contract getekend wordt. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over een project en de scope en fasering van het project, samenwerking met derden en onderhandeling met een leverancier, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is dus nadrukkelijk een momentopname: hoewel de raming van de verplichtingen een betrouwbare weergave is van het actuele beeld, zullen de realisatie en de raming van de aan te gane verplichtingen bij iedere begroting wijzigen.

Budgettaire gevolgen van het beleid en budgetflexibiliteit

Artikel 6 Investeringen Krijgsmacht (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

2.162.332

1.785.172

2.890.871

1.507.828

1.374.035

920.528

3.680.627

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

1.716.112

1.469.653

2.402.069

1.095.304

979.496

612.828

3.481.265

Opdracht Voorzien in infrastructuur

182.395

104.099

212.602

141.432

123.562

136.784

55.379

Opdracht Voorzien in IT

176.527

82.380

185.382

180.270

180.154

80.093

50.160

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

62.386

61.415

62.468

62.471

62.472

62.472

62.472

Bijdrage aan de NAVO

24.912

27.625

28.350

28.351

28.351

28.351

31.351

Reserve valutaschommelingen

 

40.000

         

Uitgaven

1.101.504

1.372.824

1.640.538

1.792.471

1.956.679

1.846.163

1.681.342

Waarvan juridisch verplicht

68%

Programma uitgaven

1.101.504

1.372.824

1.640.538

1.792.471

1.956.679

1.846.163

1.681.342

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

689.851

880.929

1.151.736

1.379.947

1.562.140

1.538.463

1.484.980

Opdracht Voorzien in infrastructuur

197.960

217.110

212.602

141.432

123.562

136.784

55.379

Opdracht Voorzien in IT

120.722

135.252

185.382

180.270

180.154

80.093

50.160

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

61.612

60.690

62.468

62.471

62.472

62.472

62.472

Bijdrage aan de NAVO

31.359

38.843

28.350

28.351

28.351

28.351

28.351

Reserve valutaschommelingen

 

40.000

         

waarvan agentschap RVB

137.200

191.342

127.289

111.206

123.106

49.841

waarvan SSO DMO/OPS

79.157

58.721

60.638

40.000

40.000

40.000

40.000

Programma ontvangsten

222.796

77.931

161.783

173.603

116.703

76.975

69.175

– Verkoopopbrengsten groot materieel (strategisch)

190.116

58.586

113.186

115.986

76.086

37.158

34.558

– Overige ontvangsten materieel

3.298

 

25.800

40.200

23.700

23.700

23.700

– Verkoopopbrengsten infrastructuur (strategisch)

8.828

16.100

8.950

6.050

5.550

4.750

0

– Overige ontvangsten infrastructuur

2.839

1.080

11.977

9.497

9.497

9.497

9.047

– Overige ontvangsten IT, WOO en NAVO

17.715

2.165

1.870

1.870

1.870

1.870

1.870

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op programma-uitgaven voor levering van goederen of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2017 betreft het juridisch verplichte deel 68 procent.

Bijdragen aan SSO’s

Om de uitgaven binnen baten-lastenagentschappen beter te laten aansluiten bij de uitgavenbegroting, worden Rijksbreed de betalingen aan de baten-lastenagentschappen zichtbaar gemaakt in de begroting. Het betreft hier de uitgaven aan het Rijksvastgoedbedrijf en aan DMO/DTO.

Investeringsquote

Het meerjarig voortschrijdend gemiddelde (periode 2013 – 2017) is naar verwachting 16 procent. De volgende bedragen liggen aan de berekening ten grondslag:

Begrotingsjaar

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Teller (totaal Investeringen) x € 1.000

1.331.345

1.193.516

1.019.656

1.073.768

1.101.504

1.372.824

1.640.538

1.792.471

1.956.679

1.846.163

1.681.342

Opdracht Voorzien in nieuw materieel

908.594

829.577

739.145

612.302

689.851

880.929

1.151.736

1.379.947

1.562.140

1.538.463

1.484.980

– Zee (zie tabel Projecten Zeestrijdkrachten)

– Land (zie tabel Projecten Landstrijdkrachten)

– Lucht (zie tabel Projecten Luchtstrijdkrachten)

– Projecten Defensiebreed (zie tabel Projecten Defensiebreed)

– Projecten < € 25 miljoen

                     

Opdracht Voorzien in infrastructuur

240.239

255.481

142.451

309.820

197.960

217.110

212.602

141.432

123.562

136.784

55.379

Opdracht Voorzien in ICT

78.518

62.042

47.460

64.938

120.722

135.252

185.382

180.270

180.154

80.093

50.160

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

69.447

70.663

59.166

59.403

61.612

60.690

62.468

62.471

62.472

62.472

62.472

Bijdrage aan de NAVO

34.547

16.852

31.434

27.305

31.359

38.843

28.350

28.351

28.351

28.351

28.351

Noemer (totaal defensiebudget minus HGIS en attachés)

7.949.870

7.861.154

7.511.951

7.531.416

7.528.454

8.022.471

8.346.997

8.470.457

8.550.408

8.527.129

8.386.959

Gerealiseerde investeringsquote per jaar (t/m 2015)

16%

15%

14%

14%

15%

           

Raming van investeringsquote 2016 en verdere jaren

         

17%

20%

21%

23%

22%

20%

5 jaars voortschrijdend gemiddelde investeringsquote

       

15%

15%

16%

17%

19%

20%

21%

De tabel maakt onderscheid in de realisatie van 2010 tot en met 2015 en het vijf jaarlijks voortschrijdend gemiddelde vanaf 2016.

Grafiek 6.1 realisatie investeringsquote en het voortschrijdend gemiddelde investeringsquote

Grafiek 6.1 realisatie investeringsquote en het voortschrijdend gemiddelde investeringsquote

Aan te gane verplichtingen

Gedurende 2017 worden de volgende verplichtingen aangegaan. Projecten waarvoor een verplichting groter dan € 25 miljoen wordt aangegaan en die geen commercieel vertrouwelijke informatie bevatten zijn separaat weergegeven. Niet alle nu voorziene aan te gane verplichtingen zullen daadwerkelijk in 2017 worden aangegaan. Zo is het mogelijk dat contracten later worden ondertekend. Daarom wordt rekening gehouden met overlopende verplichtingen van € 721 miljoen.

Verplichtingen voorzien in nieuw materieel

Aan te gaan in 2017

* NH-90

49,5

* Verwerving F-35

827,7

* AH-64 Zelfbescherming (ASE)

80,0

* Instandhouding LC-fregatten (LCF)

98,0

* Defensie Bewaking en Beveiligingssysteem

59,7

* Dienstpersonenauto’s

41,6

* Diverse projecten

1.496,9

* Bandbreedte projecten (investeringen door operationele commando's)

95,1

* Projecten met aan te gane verplichting ≥ 25 miljoen

75,2

* Projecten met aan te gane verplichting < 25 miljoen

299,0

Totaal

3.122,7

   

–/– overlopende verplichtingen

720,6

   

Totaal aan te gane verplichtingen

2.402,1

Toelichting op de instrumenten

In dit beleidsartikel wordt inzicht gegeven in de uitgaven en verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn geraamd en die van invloed zijn op de investeringsquote. Tevens wordt aangegeven wat de verwachte risico’s zijn voor de realisatie van de uitgaven.

In de tabellen van Voorzien in nieuw materiaal, Voorzien in infrastructuur, Voorzien in IT en Bekostiging Wetenschappelijk Onderzoek zijn alle projecten in realisatie opgenomen met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen. De projecten in realisatie waarvan de financiële omvang van meer dan € 10 miljoen is gewijzigd, alsmede de projecten waarvan de planning met meer dan een jaar is gewijzigd, worden onderaan de tabellen nader toegelicht. Tevens worden de projecten in planning met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen opgesomd waarvan wordt verwacht dat deze in 2017 tot uitgaven leiden. Wezenlijke veranderingen ten opzichte van de begroting 2016 worden hierbij toegelicht.

Voorzien in nieuw materieel

In het Materieelprojectenoverzicht (MPO) worden alle strategische materieelprojecten met een financiële omvang van meer dan € 25 miljoen uitgebreid toegelicht. Voor de projecten in planning wordt bovendien de verwachte fasering in het Defensie Materieel Proces (DMP) vermeld.

Het onderzoek naar andere mogelijkheden om in de behoefte aan een MALE UAV te voorzien is nog gaande. Daarom kan daar in deze begroting nog niet op worden ingegaan.

Risico’s bij Voorzien in nieuw materieel

Aan de uitvoering van projecten zijn diverse risico’s verbonden. Hierdoor kan de realisatie afwijken van de initiële planning. Naast risico’s van meer algemene aard, zoals juridische procedures, vertraagde leveringen of het leveren van onvoldoende kwaliteit, kan bij de uitvoering van projecten sprake zijn van omstandigheden die kunnen leiden tot een verhoogd risicoprofiel. Deze zijn:

Internationale samenwerking/co-financiering

Sommige projecten worden in samenwerking met andere landen gepland en uitgevoerd. Het NH-90 project en het project MRTT zijn hier voorbeelden van. Internationale samenwerking brengt extra risico’s met zich mee. De doorlooptijd van de nationale en internationale besluitvorming kan bijvoorbeeld niet altijd worden beïnvloed en duurt mogelijk langer dan initieel voorzien. Vertraging in het sluiten van (gezamenlijke) contracten kan leiden tot latere levering waardoor later in de behoeften van de deelnemende landen wordt voorzien. Bij projecten met cofinanciering bestaat bovendien een risico op het niet tijdig – door alle partners – zekerstellen van de financiering. Vertraging hierin kan leiden tot vertraging in de realisatie.

Wijziging project / scope

Wanneer tijdens de plannings- of realisatiefase de scope van een project wijzigt, bijvoorbeeld als gevolg van ervaringen tijdens missies, kan dit leiden tot vertragingen of kostenstijging. Herprioriteren of harmoniseren van het investeringsbudget kan nodig zijn om uitvoering mogelijk te blijven maken. Hierdoor kunnen kasuitgaven vertraagd tot realisatie komen.

Vertraging in levering

Het risico bestaat dat zich vertragingen voordoen ten opzichte van het beoogde of overeengekomen leverschema, waardoor budget moet worden doorgeschoven.

Kwaliteit

Als bij een levering blijkt dat niet is voldaan aan de kwaliteitseisen worden betalingen opgeschort. In dit geval zullen geplande budgetten pas tot betaling komen nadat aan de kwaliteitseisen is voldaan.

Projecten Zeestrijdkrachten

Projecten in realisatie zeestrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)

Projectomschrijving

Project-volume

Raming uitgaven

Fasering

tot en met

 

t/m 2016

2017

2018

2019

2020

2021

Instandhouding Goalkeeper

34,5

30,4

3,5

0,6

     

2018

Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten

88,8

51,3

6,4

8,0

5,2

5,2

4,3

2022

Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)

128,5

99,1

14,5

4,1

5,6

2,8

2,4

2021

Midlife upgrade BV206D (MLU BV206D)

32,3

9,8

10,8

7,9

3,8

   

2019

Verbetering MK48 torpedo

150,4

45,6

17,8

24,1

34,0

18,6

10,4

2021

Bij het project Verbetering MK48 torpedo zijn zowel het projectbudget als de looptijd gewijzigd als gevolg van de contractsluiting voor de modificatie van een tweede serie torpedo’s. Hiermee komt het aantal gemodificeerde torpedo’s op het niveau van de operationele behoefte, zoals aangekondigd in de Kamerbrief 27 830 nr. 145 van 30 januari 2015.

Project in planning met verwachte uitgaven in 2017

Als gevolg van het duurder uitvallen van een aantal deelprojecten in de B/C-fase van het project is de scope van het project Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP LCF) aangepast. De Kamerbrief (kamerstuk 27 830, nr.174) bevat de inhoudelijke aanpassing van het project en informatie over de voortgang. Bij het project Midlife Upgrade Landing Craft Utility is de planning voor uitvoering van dit project bijgesteld omdat uitgevoerde studies langer hebben geduurd. Naar verwachting is de verwervingsvoorbereiding van dit project in 2017 gereed.

Projecten Landstrijdkrachten

Projecten in realisatie landstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)

Projectomschrijving

Projectvolume

Raming uitgaven

Fasering tot en met

 

t/m 2016

2017

2018

2019

2020

2021

Aanvulling Bushmasters

32,8

24,9

7,9

       

2017

Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)

133,3

126,2

6,0

       

2023

Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie

805,9

682,7

105,1

10,4

7,7

   

2019

PATRIOT vervanging COMPATRIOT

38,9

20,5

14,2

4,1

     

2018

Precision Guided Munition

56,6

26,8

8,8

21,0

     

2018

Nieuw in realisatie is het project Precision Guided Munition.

Army Ground Based Air Defence System (AGBADS)

Bij het project Army Ground Based Air Defence System (AGBADS) is de fasering gewijzigd naar 2023 als gevolg van een verwachte FMS case closure.

Project in planning met verwachte uitgaven in 2017

C-RAM en Class 1 UAV detectiecapaciteit

Er wordt een haalbaarheidsstudie verricht naar de vereiste technische specificaties van het systeem. Oorspronkelijk was het de bedoeling om vanaf 2017–2018 met de resultaten van die studie de realisatiefase in te gaan, maar door prioriteitsstelling in het investeringsplan is de realisatie verschoven naar 2020 en verder.

Bij de volgende projecten zijn geen wezenlijke wijzigingen opgetreden:

  • Levensduurverlenging zwaar bergingsvoertuig.

  • Patriot verlenging levensduur;

  • Vervanging brugleggende tank.

Projecten Luchtstrijdkrachten

Projecten in realisatie luchtstrijdkrachten (bedragen x € 1 miljoen)

Projectomschrijving

Projectvolume

Raming uitgaven

Fasering tot en met

t/m 2016

2017

2018

2019

2020

2021

AH-64D Block II upgrade

120,7

54,6

15,0

29,5

11,5

   

2023

AH-64D verbetering bewapening

38,9

20,8

4,9

4,7

8,5

   

2019

AH-64D zelfbescherming (ASE)

98,5

7,3

1,0

12,9

 

16,2

16,2

2025

F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket

50,5

17,6

5,1

5,8

9,1

12,9

 

2020

F-16 M6.5 onderhoudstape

26,1

15,4

7,2

3,5

     

2018

F16 mode 5 IFF

42,5

37,4

5,1

       

2017

F-16 zelfbescherming (ASE)

97,5

61,1

23,3

13,1

     

2018

Langer doorvliegen F-16 – Instandhouding

83,0

31,9

15,7

16,9

9,5

0,1

0,2

2022

Langer doorvliegen F-16 – Operationele Zelfverdediging

94,2

57,0

22,9

14,3

     

2018

Langer Doorvliegen F-16 – Vliegveiligheid & Luchtwaardigheid

44,3

10,8

7,0

7,6

6,6

5,4

6,9

2021

Obsolescence Prevention Program PC-7

38,3

3,4

16,0

18,9

     

2018

Vervanging Medium Power Radars Wier en Nieuw-Milligen

63,2

25,6

11,4

12,6

11,2

2,4

 

2020

Verwerving F-35 (budgetreeks)

4.700,0

619,8

324,3

537,2

673,2

601,6

596,7

2023

Vervanging strategisch luchttransport en AAR (MRTT)

250 – 1.000

           

2023

Nieuw in realisatie zijn de projecten Langer Doorvliegen F-16 – Instandhouding en Langer Doorvliegen F-16 – Operationele Zelfverdediging en Vervanging strategisch luchttransport en AAR (MRTT). Hoewel het MRTT een project in voorbereiding betreft, bevat het opties voor andere landen, waardoor de prijzen commercieel vertrouwelijk behandeld moeten worden.

AH-64D Block II upgrade

Bij het project AH-64D Block II upgrade is de fasering aangepast naar 2023 omdat de apparatuur voor het deelproject «video down-/uplink» later ter beschikking komt.

AH-64D Zelfbescherming (ASE)

Bij het project AH-64D Zelfbescherming (ASE) is de fasering gewijzigd. Dit is het gevolg van de, in de begroting voor 2016 gemelde, verdere uitwerking van de keuze voor het Amerikaanse zelfbeschermingssysteem voor de Apache AH-64D. Deze keuze is een logisch gevolg van het streven naar standaardisatie bij de helikoptervloot van de Luchtmacht omdat ook de nieuwe Chinooks worden uitgerust met dit zelfbeschermingssysteem. Een nieuw verwervingstraject voor dit deelproject moet worden opgestart waardoor dit project langer doorloopt.

F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket

Bij het project F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket is de fasering twee jaar verlengd. Dit komt doordat de behoeftestelling is uitgebreid met extra raketten. Deze raketten zijn opgenomen in een contract met 2019–2020 als levertijd.

Verwerving F-35

Raming uitgaven
(bedragen x 1 miljoen)

Project

omschrijving

Project

volume

Raming uitgaven

Fasering tot

   

t/m 2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022 en verder

2023

Budget VF-35

4.700

619,8

324,3

537,2

673,2

601,6

596,7

1.347,2

2023

Raming VF-35

5.286,5

630,0

254,9

598,3

856,8

990,5

828,8

1.127,2

2023

Waarvan 2 testtoestellen (incl. bijkomende middelen)

281,8

280,2

1,6

0

0

0

0

0

2013

Waarvan verwerving toestellen (inclusief bijkomende middelen)

4.484,7

349,8

253,3

298,3

856,8

895,4

759,9

1.071,2

2023

Waarvan PSFD MOU

205,4

157,3

11,1

9,6

6,7

5,5

5,5

9,5

2023

Waarvan deelname IOT&E (inclusief exploitatie testtoestellen t/m 2019)

91,1

61,4

17,3

12,4

0

0

0

0

2019

Waarvan voorziening risicoreservering investeringen

487,0

0

0

0

0

111,3

111,3

264,4

2023

In voorgaande tabel is weergegeven hoe het investeringsbudget en de kosten van het project F-35 zich ontwikkelen. De prijsbijstelling van € 8,4 miljoen is aan het projectbudget toegevoegd. Het tekort voor de prijsbijstelling van de F-35, bestaande uit het verschil tussen benodigde indexatie en toegekende indexatie, bedraagt € 33,1 miljoen.

Dit jaar is het investeringsbudget door prijsbijstelling toegenomen tot € 4.700 miljoen (prijspeil 2016). Per saldo is sprake van een negatief verschil tussen budget en raming van € 586,5 miljoen. Het verschil tussen raming en beschikbaar budget wordt veroorzaakt door de hoge dollarkoers ten opzichte van de koers gebruikt bij het vaststellen van het budget in 2013.

In navolgende tabel is de ontwikkeling van het beschikbare budget voor de verwerving F-35 weergegeven.

Aanpassing taakstellend budget investeringen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Bedrag

Budget verwerving F-35 in prijspeil 2015

4691,6

Bijstelling budget

8,4

Budget verwerving F-35 in prijspeil 2016

4.700

Project in planning met verwachte uitgaven in 2017

Chinook Vervanging en Modernisering

Dit project bestaat uit twee delen. In 2015 is besloten tot de aanschaf van 14 Chinook CH-47D toestellen. Daarnaast wordt voor de overgebleven 6 CH-47F een plan gemaakt voor de modernisering van deze toestellen.

Projecten Koninklijke Marechaussee

De investeringsprojecten (voor zover niet in infrastructuur en informatievoorziening) voor de Koninklijke Marechaussee hebben een investeringsbudget van minder dan € 25 miljoen.

Projecten Defensiebreed

Projecten in realisatie Defensiebreed (bedragen x € 1 miljoen)

Projectomschrijving

Projectvolume

Raming uitgaven

Fasering

Tot

t/m 2016

2017

2018

2019

2020

2021

Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) Blok 3

54,6

14,6

11,1

15,1

10,4

1,6

0,9

2023

Defensiebrede vervanging van ondersteunende Klein Kaliber Wapens

60,2

21,5

27,5

11,0

0,2

   

2019

Militaire Satelliet Communicatie lange termijn Defensiebreed (MILSATCOM)

132,3

123,9

7,5

0,9

     

2018

Modernisering navigatiesystemen

38,9

24,2

4,9

3,6

3,0

1,2

2,0

2021

Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden

109,1

2,9

38,1

44,6

23,4

0,1

 

2020

NH-90

1.191,3

1.038,5

38,0

50,0

29,1

10,7

8,0

2023

Uitbreiding Chemische Biologische Radiologische en Nucleaire (CBRN)-capaciteit in het kader van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS), materieel

62,1

38,4

13,6

3,2

4,3

2,5

 

2020

Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

215,5

47,7

61,6

50,6

41,1

14,5

 

2020

Vervanging ETS (Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem) (DBBS)

216,2

17,5

59,7

76,4

36,9

25,8

 

2020

Nieuw in realisatie is het project vervanging ETS (Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) en Munitie ten behoeve van aanvulling inzetvoorraden.

Modernisering navigatiesystemen

De fasering van het project Modernisering navigatiesystemen is met twee jaar gewijzigd. Dit wordt veroorzaakt doordat dit project gerelateerd is aan het Instandhoudings-programma Walrus dat een uitloop kent. De leveringen vanuit Modernisering navigatiesystemen hebben een doorlooptijd t/m 2021.

NH-90

Alle twintig NH-90 toestellen zijn aan Defensie geleverd. De financiële fasering is gewijzigd. Dit is het gevolg van het later contracteren van deelbehoeften en de verschuiving van de risicoreservering. Zo zijn bijvoorbeeld de aanpassingen voor transporttaken verschoven naar latere jaren. De verschuivingen maken het mogelijk aan te sluiten bij reeds onder contract gebrachte behoeften en te profiteren van internationale – technologische – ontwikkelingen. De herfasering heeft geen gevolgen voor de levering en de voorziene maritieme inzet van de toestellen.

Project in planning met verwachte uitgaven in 2017

Samenvoegen LVNL en LVL op Schiphol

Het betreft het samenvoegen van de militaire luchtverkeersleiding van AOCS Nieuw-Milligen met de luchtverkeersleiding op Schiphol. Dit project bestaat uit drie componenten (voorzien in nieuw materieel, voorzien in infrastructuur en voorzien in IT). Het gezamenlijke volume is meer dan € 25 miljoen.

Verwerving HV brillen

In 2016 is een deelcontract ondertekend. De productie van de uitrustingsstukken verloopt voorspoedig, zodat deze in 2017 aan de gebruiker kunnen worden uitgeleverd. Een tweede deelcontract wordt naar verwachting in 2017 ondertekend en deze uitrustingsstukken worden in 2018 aan de gebruiker verstrekt.

Bij de volgende projecten zijn geen wezenlijke veranderingen opgetreden:

  • Defensiebrede vervanging handgedragen warmtebeeldkijkers;

  • Defensiebrede vervanging operationele wielvoertuigen (DVOW);

  • Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS);

  • Joint Fires;

  • Nieuwe generatie identificatie systemen (IFF mode 5/mode S);

  • Vervanging 60/81mm mortieren;

  • Vervanging grondterminals MILSATCOM.

Voorzien in infrastructuur

Grote infrastructuurprojecten in realisatie (bedragen x € 1 miljoen)

Project-omschrijving

Defensie-onderdeel

Project

volume

t/m 2016

2017

2018

2019

2020

2021e.v.

Fasering

t/m

Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving

Algemeen

142,2

10,3

18,2

25,0

22,6

21,6

44,5

2024

Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid

Algemeen

126,7

17,7

33,0

55,0

21,0

   

2019

Deelproject 1.3.7.1. HVD: Schuifplan Ermelo (GSK, JPK, PMK en VHK)

CLAS

65,7

57,3

0,3

0,0

5,0

3,1

 

2020

Deelproject 1.3.7.5. HVD: Herbeleggen RVS Oirschot

CLAS

40,1

27,4

10,7

2,0

     

2018

Deelproject 2a.6. HVD: Belegging Breda (KvB, TvZ, Seelig)

CDC

36,3

22,5

8,3

0

0

0

5,5

2021

EPA Maatregelen

Algemeen

65,3

47,7

8,8

8,8

     

2018

Hoger Onderhoud Woensdrecht

CLSK

67,7

42,4

10,0

15,3

     

2018

Nieuwbouw OTCKMar

KMar

84,5

63,1

18,0

3,4

     

2018

Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving

Wijzigingen in wet- en regelgeving, aanscherping van milieu- en veiligheidseisen en ontwikkelingen in het omgevingsrecht hebben geleid tot nieuwe eisen aan het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. Het aanpassingsproject vastgoed als gevolg van gewijzigde regelgeving omvat een pakket aan maatregelen dat tot en met 2024 uitgevoerd moet worden. De verschillende maatregelen zijn onder andere:

  • Vervanging en/of aanpassing van installaties die werken op koelmiddelen met hydrochloorfluorkoolwaterstof (HCFK);

  • Op norm brengen van drinkwaterinstallaties;

  • Verbetering brandveiligheid van gebouwen;

  • Verwijderen asbest;

  • Het op norm brengen en houden van monumentale panden en terreinen.

Bouwtechnische verbetermaatregelen brandveiligheid

Met de uitvoering van verbetermaatregelen brengt Defensie de brandveiligheid van de meest risicovolle gebouwen op orde en biedt ze haar personeel een veilige woon- (legering) en werkomgeving. De planning is in lijn met de nalevingsafspraak die is overeengekomen met de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Deelproject 1.3.7.1. Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie (HVD) Schuifplan Ermelo

Het schuifplan Ermelo zorgt ervoor dat de verhuizing en sluiting van de Koninklijke Militaire School (KMS) in Weert mogelijk wordt. Daarvoor moet eerst ruimte worden gemaakt door eenheden na elkaar te verhuizen van Havelte naar Wezep, van Ermelo naar Havelte en tot slot van Weert naar Ermelo. De KMS is reeds naar Ermelo verhuisd. Een aantal deelprojecten wordt nog voltooid.

Deelproject 1.3.7.5. HVD Herbeleggen Ruyter van Steveninckkazerne Oirschot

Door gebruik te maken van vrijgevallen infrastructuur (tankbataljons) is een schuifplan opgesteld om oude gebouwen leeg te maken en te slopen en vooral goede infrastructuur aan te houden en te gebruiken voor het huisvesten van de nieuwe organisatie. Aanvullende nieuwbouw wordt gerealiseerd voor de nieuw opgerichte (Chemische, Biologische, Radiologische, en Nucleaire (CBRN)-eenheid. Het project is in uitvoering.

Deelproject 2.a.6. HVD Belegging Breda

Met dit project wordt de verhuizing mogelijk van het Instituut Defensie Leergangen van Rijswijk naar Breda, onder meer door aanvullende nieuwbouw van legering en aanpassing van lesaccommodaties en kantoren op de Trip van Zoutlandkazerne (TvZ). Een verdere concentratie op de Trip van Zoutlandkazerne, het Kasteel van Breda en de Luchtmachttoren maakt het mogelijk elders in de stad locaties af te stoten. Het project is in uitvoering.

Energie Prestatie Adviezen (EPA) Maatregelen

Dit project betreft een verzameling van energiebesparende maatregelen voor de bestaande infrastructuur.

Hoger onderhoud Woensdrecht

Het project betreft de totale behoefte aan infrastructuur om het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) op Vliegbasis Woensdrecht te kunnen huisvesten. Hiermee kunnen de defensielocaties LCW Rhenen en LCW Dongen worden afgestoten. De nieuwbouw legering is opgeleverd, evenals het werkcentrum Avionica en het Logistiek Complex. Nieuwbouw voor het squadron Technologie en Missieondersteuning is in ontwikkeling. Het LCW Rhenen is reeds voor afstoting overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf.

Nieuwbouw OTCKMar (Opleidings- en Trainings Centrum KMar)

Het OTCKMar wordt ondergebracht op het complex Koning Willem III/Frank van Bijnenkazerne in Apeldoorn. Het project is in uitvoering en wordt naar verwachting in 2018 voltooid.

Risico’s bij Voorzien in infrastructuur

De volgende drie projecten hebben op basis van de huidige inzichten een risico in het in 2017 realiseren van het geplande budget. In het algemeen geldt dat projecten in uitvoering en dus aanbesteed, een beperkt risico hebben. Alle benodigde vergunningen zijn verleend. Er is immers sprake van een «fixed price» behoudens onvoorzien werk. Als gevolg van een gebrek aan capaciteit zijn er risico’s in de realisatie van nieuwbouwprojecten en het verkopen van infrastructuur.

Aanpassing vastgoed a.g.v. gewijzigde regelgeving

Dit project wordt momenteel ontwikkeld en moet nog worden aanbesteed. Het project kent een onzekerheid voor tijd en budget ten opzichte van de planning.

Deelproject HVD 1.3.6.2. MARKAZ Zeeland

Dit project bevindt zich momenteel in de voorbereidingsfase. Het project kent een onzekerheid voor tijd en budget ten opzichte van de planning.

F-35 Motoronderhoud

Dit project wordt momenteel ontwikkeld en kent een onzekerheid in het tijdig verkrijgen van de benodigde vergunningen en tijd die beschikbaar is voor de realisatie van de faciliteit. Dit kan gevolgen hebben voor de planning. Ook is een gedeelte van het project qua geld gevoelig voor valutaschommelingen.

Projecten in planning met verwachte uitgaven in 2017

Deelproject HVD 1.3.6.2. MARKAZ Zeeland

Met de bouw van een geheel nieuwe kazerne te Vlissingen wordt de verhuizing mogelijk gemaakt van het Mariniers Trainingscommando vanuit de Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn en het Logistiek Centrum Maartensdijk. Het project wordt gerealiseerd met een geïntegreerd contract. Vooruitlopend op de uitvoering zal worden geïnvesteerd in diverse omgevingsonderzoeken en is bouwgrond aangekocht.

Deelproject 2.a.5. HVD Realisatie 20 Gezondheidscentra (GZHC) en 7 tandheelkundige centra

Dit project betreft de aanpassing van de huisvesting aan de nieuwe organisatie van de bedrijfsgroep Gezondheidszorg, door aanpassing van bestaande infrastructuur en door nieuwbouw op verschillende locaties. De locaties Ermelo en Stroe zijn in voorbereiding en de overige locaties volgen op korte termijn.

F-35 Motoronderhoud

Nederland is als één van de Europese landen aangewezen om in de toekomst het F-35 motoronderhoud te gaan uitvoeren. Hiervoor moeten faciliteiten worden gebouwd op Vliegbasis Woensdrecht. De motoronderhoudsfaciliteit inclusief de inrichting van de faciliteit vergt een investering. Naast Defensie nemen het Ministerie van EZ en de provincie Noord-Brabant daarvan een deel voor hun rekening.

Huisvesting Operations Center JIVC DMO/OPS

Dit project voorziet op Camp New Amsterdam met renovatie van bestaande huisvesting en nieuwbouw in het onderbrengen van het Operations Center JIVC DMO/OPS. Hierdoor kunnen verschillende (beheer)activiteiten op één locatie worden geconcentreerd.

KMar en Informatie Gestuurd Optreden

In de nota «In Het Belang Van Nederland» is vastgelegd dat het optreden van de KMar transformeert van een gebiedsgebonden aansturing naar een centraal landelijk en meer flexibel optreden. De hierbij behorende centrale aansturing zal plaatsvinden op basis van het sturingsmechanisme informatie gestuurd optreden. Om de KMar informatie gestuurd te laten optreden zullen de districtsstaven bij de brigades komen te vervallen en gereduceerd opgaan in het centraal Landelijk Tactisch Commando (LTC), waarvoor huisvesting gerealiseerd zal worden op het Camp New Amsterdam. Door het vervallen van de districtsstaven kunnen de huidige locaties in Baarn, Fort de Bilt Utrecht en Kamp Nieuw Milligen worden afgestoten.

Nieuwbouw/renovatie NCIA

Nabij de Waalsdorpervlakte in Den Haag bevindt zich één van de vestigingen van het NATO Communications and Information Agency (NCIA). Momenteel heeft het agentschap een drietal hoofdvestigingen in Brussel, Mons (beiden België) en Den Haag. Met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering is besloten een groter aantal activiteiten te concentreren op de NCIA-hoofdvestiging in Den Haag. Om dit mogelijk te maken heeft Nederland zich als Host Nation bereid verklaard om in de jaren 2015–2018 een grootschalig nieuwbouw- en renovatieproject uit te voeren en te financieren, met bijdragen uit het HGIS-budget, het defensiebudget en een bijdrage van de gemeente Den Haag.

Voorzien in IT

Projecten in realisatie IT (bedragen x € 1 miljoen)

Projectomschrijving

Projectvolume

Raming uitgaven

Fasering

t/m

 

t/m 2016

2017

2018

2019

2020

2021

ERP M/F/P Fase 2

120,0

33,1

12,0

12,0

12,0

12,0

12,0

2025

IT-KMAR IGO

51,1

6,9

16,5

12,2

7,7

7,8

 

2020

Bij het project ERP /M/F/P Fase 2 is de fasering vervroegd om het jaarlijks benodigde budget aan te laten sluiten bij de behoefte, binnen het projectbudget. Nieuw in realisatie is het project IT-KMAR Informatiegestuurd Optreden (IGO).

Risico’s bij Voorzien in IT

Het project «IT-KMar IGO» heeft een hoog risico qua impact op het proces. Een succesvolle invoering van het IGO bij de KMar is essentieel voor de toekomstige bedrijfsvoering van de KMar.

Het programma IT-problematiek, dat nog in planning is, kent risico’s op het gebied van projectresultaat, architectuur en doorlooptijd. Om deze risico’s te mitigeren, wordt het project stringent gefaseerd.

Project in planning met verwachte uitgaven in 2017

IT-problematiek

Een belangrijk element in de oplossing van de IT problematiek is de vernieuwing van de IT-infrastructuur in samenwerking met de markt. De aanbesteding hiervan loopt vertraging op. Dat komt door aanpassing van de aanbestedingsstrategie waarin een fase van publicatie is toegevoegd. Deze is nodig om het marktpotentieel optimaal te benutten en de risico op juridische procedures te verkleinen. De gevolgen van de vertraging zijn beheersbaar.

Vernieuwing TITAAN

Door een wijziging in de scope van het project zal het project vernieuwing Theatre Independent Tactical Army Airforce Network (TITAAN) opnieuw worden aanbesteed.

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek

Bekostiging Wetenschappelijk onderzoek (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Programmafinanciering TNO

33.543

37.028

36.807

36.808

36.808

36.808

36.808

Programmafinanciering NLR

517

517

517

517

517

517

517

Contractonderzoek technologieontwikkeling

22.853

18.050

18.049

18.051

18.051

18.052

18.052

Contractonderzoek kennistoepassing

4.699

5.095

5.095

5.095

5.095

5.095

5.095

Overig Wetenschappelijk Onderzoek

0

0

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Totaal

61.612

60.690

62.468

62.471

62.471

62.472

62.472

Het centrale kennis- en technologiebudget voor wetenschappelijk onderzoek wordt gebruikt om een defensiespecifieke kennisbasis op te bouwen en in stand te houden. Hiermee kan Defensie wetenschappelijk worden ondersteund in haar taakuitvoering. Het budget wordt ook ingezet om innovatieve operationele capaciteiten, werkwijzen of concepten in de defensieorganisatie mogelijk te maken waarmee het operationeel handelingsvermogen wordt vergroot, verbeterd of tegen lagere (levensduur)kosten beschikbaar komt. Met de uitvoering van onderzoekprogramma’s en -projecten wordt tevens invulling gegeven aan de prioriteiten uit de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda 2016 – 2020.

Programmafinanciering TNO (inclusief MARIN) en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR)

De uit te voeren onderzoeksprogramma’s bouwen een defensiespecifieke kennisbasis op bij TNO (inclusief kennisinstituut MARIN) en het NLR en houden deze in stand conform de Herijking Kennisportfolio Defensie (HKD, Kamerstuk 27 830, nr. 71 van 28 januari 2010). Om praktische redenen wordt het budget voor MARIN toegevoegd aan dat van TNO. Voor 2017 betreft het € 1 miljoen. Naar verwachting zal er ook de komende jaren budget worden besteed voor een defensiespecifieke kennisbasis bij MARIN. Programmatisch onderzoek betreft investeringen in een kennisbasis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder een gerichte financiële inspanning van Defensie niet beschikbaar komt of toegankelijk is. Met de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. De advisering richt zich onder meer op noodzakelijke verbeteringen en innovatieve vernieuwingen op deze gebieden. De programmafinanciering bedraagt in 2017 ongeveer € 37 miljoen.

Contractonderzoek technologieontwikkeling

Voor technologieontwikkeling is in 2017 € 18 miljoen beschikbaar. Deze projectmatige uitgaven worden ingezet waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS, Kamerstuk 31 125, nr. 20 van 13 december 2013) en het Rijksbrede topsectorenbeleid. In de begrotingsafspraken van oktober 2013 is een bezuiniging doorgevoerd op subsidies in het kader van het bedrijfsleven-beleid. De defensiebijdrage hieraan in 2017 bedraagt € 1 miljoen en is in deze reeks verwerkt. De technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (NAVO en European Defence Agency, EDA) afgestemd en ingebed.

Bijdragen en contractonderzoek kennistoepassing

De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis, wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de behoeftestellende defensieonderdelen. Op centraal niveau is nog een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning. Vooral de interdepartementaal afgesproken bijdragen aan de instandhouding van grote experimentele onderzoeksfaciliteiten bij TNO en het NLR worden uit de centrale middelen betaald. In 2017 is hiervoor € 5 miljoen beschikbaar.

Overig wetenschappelijk onderzoek

Onder Overig Wetenschappelijk Onderzoek vallen de uitgaven die niet direct toe te schrijven zijn aan technologieontwikkeling en kennistoepassing. Het betreft hier onder andere zaken als sociale innovatie en het investeren in en onderhouden van innovatie- en kennisnetwerken.

CODEMO

De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat vooral wordt ingezet voor innovatieve productontwikkeling met het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie in de vorm van royalties over de verkoop van de ontwikkelde producten zijn beschikbaar voor nieuwe ontwikkelingsvoorstellen. Defensie heeft € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. In totaal is voor een bedrag van € 8,5 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd. In 2014 en 2015 hebben ontvangsten plaatsgevonden van royalties die met behulp van CODEMA-gelden (de voorloper van de huidige regeling) zijn ontstaan. Deze ontvangsten van € 3,3 miljoen komen ten goede aan het fonds en vergroten de ruimte voor nieuwe projectvoorstellen

Als antwoord op de motie Günal-Gezer/Eijsink (Kamerstuk 33 750-X, nr. 24) is onderstaande tabel weergegeven.

CODEMO

Ingediende voorstellen

73

Gehonoreerde voorstellen

19

Afgewezen voorstellen

53

Afgeronde voorstellen

7

De gehonoreerde voorstellen betreffen zestien Midden- en Klein Bedrijven (MKB) en drie grootbedrijven. Eén projectvoorstel is nog in behandeling.

Bijdragen aan de NAVO

De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde NAVO-investeringsprogramma’s. Ook de investeringsuitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.

Verkoopopbrengsten Groot Materieel

Het uitgavenkader wordt aangepast vanwege bijgestelde ontvangsten. De wijzigingen in de ontvangsten betreffen de neerwaartse bijstelling van de verkoopopbrengsten van groot materieel onder meer door het overdragen van de Leopard 2 tank aan Duitsland (– € 18 miljoen), daarnaast is de raming van de PzH2000 op basis van actuele marktinformatie neerwaarts bijgesteld met € 16 miljoen.

Afstotingen

Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:

  • De Pantserhouwitser 2000 (PzH2000) en mijnenbestrijdingvaartuigen: dit betreft afname van deze capaciteit conform eerder genomen maatregelen;

  • Rupsvoertuigen YPR en voorraad wielvoertuigen: dit betreft de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;

  • Overtollige voorraden, onderdelen, etc.: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.

Verkoopopbrengsten Infrastructuur

De verkoopopbrengsten Infrastructuur hebben betrekking op opbrengsten van af te stoten objecten. In 2014 is besloten dat departementen en diensten het vastgoed dat zij niet langer nodig hebben voor hun bedrijfsvoering over moeten dragen aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Het RVB zal op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) het overtollige vastgoed van de departementen en rijksdiensten overnemen tegen een inkoopprijs die wordt vastgesteld door gecertificeerde (onafhankelijke) vastgoedtaxateurs van het RVB. De opbrengsten van alle objecten die voor ingangsdatum van het KORV zijn aangeboden aan het RVB worden geëffectueerd na daadwerkelijke verkoop aan een marktpartij. Op dit moment zijn meerdere objecten zowel onder het oude regime als binnen het KORV in afstoting. De grootste overtolligheid van het Defensievastgoed loopt door tot 2019. Vanaf 2019 nemen de verkoopopbrengsten van overtolligheid af.

Licence