Base description which applies to whole site

Agentschap Rijkswaterstaat

Introductie

Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. RWS beheert en ontwikkelt de rijkswegen, -vaarwegen en -wateren en zet in op een duurzame leefomgeving.

Samen met anderen werkt RWS aan een land dat beschermd is tegen overstromingen. Waar voldoende groen is en voldoende en schoon water. En waar je vlot en veilig van A naar B kunt. Samenwerken aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Dat is Rijkswaterstaat.

Het Ministerie van IenM kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. RWS fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn-) beleidsdoelstellingen en kaders die door IenM worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

Producten en diensten

RWS treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuurnetwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realisator van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. RWS voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:

  • Verkeersmanagement: het inzetten van instrumenten en hulpmiddelen om vraag en aanbod op elk moment zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en om het verkeersaanbod zo goed mogelijk af te wikkelen. Het betreft vooral bediening van objecten als bruggen en sluizen, verstrekken van route-informatie en incidentmanagement.

  • Watermanagement: reguleren van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en van de kwaliteit daarvan, door het hanteren van de te onderscheiden categorieën «vasthouden/bergen/afvoeren» en «schoonhouden/scheiden/zuiveren».

  • Beheer, onderhoud en vervanging: instandhouding van objecten en areaal op een vooruitstrevende, toekomstgerichte manier, gericht op het ook in technische zin steeds verder ontwikkelen van het netwerk of systeem.

  • Aanleg: dit betreft investeringen om de functionaliteit van het netwerk te vergroten. Nieuwe verbindingen of verbreding van bestaande. Sleutelwoord: capaciteitsvergroting.

  • Beleidsondersteuning en -advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.

  • Leveren van kennis en expertise: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, milieu en leefomgeving, grote (aanleg)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.

De begroting van baten en lasten voor het jaar 2017 (bedragen x € 1.000)

Totaal

Realisatie 2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Baten

             

Omzet IenM

2.224.488

2.323.511

2.173.987

2.136.835

2.096.244

2.060.019

1.899.632

Omzet nutv werkzaamheden

 

252.495

0

0

0

0

0

Omzet overige departementen

61.005

28.360

28.360

28.360

28.360

28.360

28.360

Omzet derden

159.464

172.895

175.683

177.970

178.861

177.316

177.316

Rentebaten

156

800

800

800

800

800

800

Bijzondere baten

3.484

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

Vrijval voorziening

21.880

           

Totaal baten

2.470.477

2.781.061

2.381.830

2.346.965

2.307.265

2.269.495

2.109.108

               

Lasten

             

Apparaatskosten

1.001.817

1.010.701

997.445

983.843

968.700

967.212

950.308

Personele kosten

775.035

744.971

744.372

739.920

728.615

726.950

710.100

waarvan eigen personeel

701.290

690.488

691.030

690.405

682.198

681.841

664.990

waarvan externe inhuur

73.745

52.983

51.842

48.015

44.917

43.609

43.610

waarvan overige p-kosten

 

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Materiele kosten

226.782

265.730

253.073

243.923

240.085

240.262

240.208

waarvan apparaat ICT

24.628

30.000

30.000

30.000

30.000

30.000

30.000

waarvan bijdrage aan SSO's

54.683

56.000

56.000

56.000

56.000

56.000

56.000

waarvan overige M-kosten

147.471

179.730

167.073

157.923

154.085

154.262

154.208

Onderhoud

1.362.290

1.712.637

1.326.662

1.305.399

1.280.843

1.244.559

1.101.075

Rentelasten

4.562

8.748

8.748

8.748

8.748

8.749

8.750

Afschrijvingskosten

34.811

39.975

39.975

39.975

39.975

39.975

39.975

Materieel

33.769

38.500

38.500

38.500

38.500

38.500

38.500

waarvan apparaat ICT

3.856

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

Immaterieel

1.042

1.475

1.475

1.475

1.475

1.475

1.475

Dotaties

64.310

0

         

Bijzondere lasten

1.351

           

Totaal lasten

2.469.141

2.772.061

2.372.830

2.337.965

2.298.266

2.260.495

2.100.108

Saldo

1.336

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

Dotatie aan reserve Rijksrederij

10.416

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

9.000

te verdelen resultaat

– 9.080

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet IenM

De omzet IenM betreft de omzet voor activiteiten (en de daarmee samenhangende producten) die RWS verricht voor IenM, zoals:

  • het beheer en onderhoud van de infrastructuur en waterkwaliteit;

  • de apparaatskosten (personeel en materieel) van RWS die verband houden met de aanleg, verkeers- en watermanagement en onderhoud van infrastructuur;

  • de capaciteit die RWS levert in het kader van zijn kennis- en adviestaken en de activiteiten in het kader van Leefomgeving.

Als gevolg van de tegenvallende ruilvoetontwikkeling heeft het Kabinet besloten tot ramingsbijstellingen op de departementale begrotingen. Voor de IenM begrotingen gaat het om een ramingsbijstelling van € 106 miljoen per jaar. De ramingbijstelling is naar rato van de begrotingsomvang in 2017 verdeeld over Hoofdstuk XII (€ 12 miljoen per jaar), het Infrastructuurfonds (€ 81 miljoen per jaar) en het Deltafonds (€ 13 miljoen per jaar). Het aandeel van RWS in deze ramingsbijstelling bedraagt € 18 duizend voor de jaren 2017 en verder.

Ramingsbijstelling 2017–2021 (bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Totale ramingsbijstelling Rijkswaterstaat

0

18

18

18

18

18

RWS vult de bezuiniging in door deze te verwerken in het opdrachtenpakket aan het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI).

Specificatie omzet IenM (bedragen x € 1.000)
   

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Deltafonds

469.429

406.553

418.295

407.459

398.149

393.086

Artikel 1

Investeren in waterveiligheid

1.757

401

401

401

401

401

 

waarvan programma

1.757

401

401

401

401

401

Artikel 3

Beheer Onderhoud en Vervanging

173.329

127.845

135.194

128.538

101.790

121.059

 

waarvan programma

173.329

127.845

135.194

128.538

101.790

121.059

Artikel 5

Netwerkgebonden kosten en overig

292.898

278.028

281.932

277.752

275.029

271.626

 

waarvan programma

72.225

61.729

61.711

61.356

61.363

61.478

Artikel 7

Waterkwaliteit

1.445

279

768

768

20.929

0

 

waarvan programma

1.445

279

768

768

20.929

0

Infrastructuurfonds

1.788.428

1.710.365

1.664.392

1.641.642

1.611.365

1.456.244

Artikel 12

Hoofdwegennet

1.135.975

1.105.514

1.079.902

1.069.794

1.043.716

968.041

 

waarvan programma

678.037

664.128

647.173

644.147

617.635

552.483

Artikel 15

Hoofdvaarwegennet

652.453

604.850

584.489

571.848

567.650

488.203

 

waarvan programma

374.208

332.080

315.205

305.432

302.241

225.453

Hoofdstuk XII

65.654

57.069

54.148

47.143

50.505

50.302

Artikel 11

Integraal waterbeleid

16.801

16.043

15.029

15.045

15.053

15.053

Artikel 13

Ruimtelijke ontwikkeling

15.685

12.671

8.430

6.512

9.853

9.771

Artikel 14

Wegen en verkeersveiligheid

3.801

5.205

5.205

5.205

5.205

5.205

Artikel 15

OV-keten

798

0

0

0

0

0

Artikel 16

Openbaar vervoer en spoor

0

1.022

1.022

1.022

1.022

1.022

Artikel 17

Luchtvaart

9.026

49

4.797

49

49

49

 

waarvan programma

8.955

0

4.748

0

0

0

Artikel 18

Scheepvaart en Havens

1.290

1.441

1.441

1.441

1.441

1.441

Artikel 19

Klimaat

3.029

3.785

3.244

3.116

3.120

3.011

Artikel 20

Lucht en geluid

2.365

1.419

804

1.251

1.260

1.248

Artikel 21

Duurzaamheid

6.382

8.405

8.294

8.265

8.265

8.265

Artikel 22

Omgevingsveiligheid en milieurisico's

4.008

4.607

3.508

2.863

2.863

2.863

Artikel 97

Algemeen departement

2.469

2.422

2.374

2.374

2.374

2.374

 

waarvan programma

302

283

283

283

283

283

Totaal

2.323.511

2.173.987

2.136.835

2.096.244

2.060.019

1.899.632

Van totaal omzet IenM

           

apparaats- en afschrijvingskosten en rentelasten

1.013.253

987.242

971.352

955.318

955.377

938.474

programma

1.310.258

1.186.744

1.165.482

1.140.926

1.104.642

961.158

Nog uit te voeren werkzaamheden

Dit betreffen middelen die RWS in 2015 van het moederdepartement heeft ontvangen en bestemd waren voor werkzaamheden die gepland waren in 2015, maar waarvan de uitvoering doorloopt in 2016 (€ 253 miljoen).

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen heeft betrekking op van andere ministeries ontvangen vergoedingen voor het gebruik van vaartuigen van de Rijksrederij. De bijdrage van het Ministerie van Defensie ten behoeve van de Rijksrederij in 2017 ev. betreft een extrapolatie van het jaar 2016. Over de precieze bijdrage in 2017 ev. vindt nog nader overleg plaats.

Specificatie omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Ministerie van Defensie

15.500

15.500

15.500

15.500

15.500

15.500

Ministerie van Financiën

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Ministerie van Economische zaken

7.860

7.860

7.860

7.860

7.860

7.860

Totaal

28.360

28.360

28.360

28.360

28.360

28.360

Omzet derden

De omzet derden heeft betrekking op vergoedingen van onder meer provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van het beheer en onderhoud van de infrastructuur en de kennis- en adviesfunctie. Daarnaast bevat deze post de verwachte opbrengsten uit schaderijdingen en schadevaringen ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden, opbrengsten uit vergunningverlening, beheeropbrengsten op het areaal, opbrengsten voor de Nationale Bewegwijzeringsdienst en adviezen over leefomgeving aan onder meer gemeenten.

Specificatie omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Schaderijdingen/schadevaringen

24.500

24.500

24.500

24.500

24.500

24.500

Vergunningen WVO

19.000

19.000

19.000

19.000

19.000

19.000

Vergoeding provincies etc.

38.000

38.000

38.000

38.000

38.000

38.000

Nationale Bewegwijzeringsdienst

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

Beheeropbrengsten areaal

45.000

48.000

50.000

50.000

50.000

50.000

Overig

26.395

26.183

26.470

27.361

25.816

25.816

Totaal

172.895

175.683

177.970

178.861

177.316

177.316

Bijzondere baten

De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.

Lasten

Personele kosten

Specificatie personele kosten (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Aantal fte

8.544

8.682

8.564

8.517

8.447

8.429

8.214

Eigen Personeelskosten

701.290

690.488

691.030

690.405

682.198

681.841

664.990

Inhuur

73.745

52.983

51.842

48.015

44.917

43.609

43.610

Een aantal ontwikkelingen zorgt bij RWS in de komende jaren voor een toename van het aantal ambtelijke fte ten opzichte van de Begroting 2016. In 2017 neemt het aantal fte toe door:

  • Kasschuif apparaat: In de begroting 2014 heeft het kabinet besloten om op de fondsen te werken met een overprogrammering. Dit instrument heeft als doel om zorg te dragen dat vertragingen bij projecten niet onmiddellijk tot onderbesteding leiden op de fondsen. In de praktijk betekent dit dat Rijkswaterstaat eerder capaciteit voor projecten inzet dan er oorspronkelijk begroot was. Doordat de voorbereidende werkzaamheden voor deze projecten niet in een later stadium opnieuw hoeven te worden uitgevoerd is een kasschuif verwerkt binnen de apparaatbudgetten vanuit de periode na 2020 naar voren. Het effect op de organisatieomvang bedraagt 108 fte in 2017 en 178 in 2018 aflopend naar 0 fte in 2020.

  • Omzetting niet kerntaken Basis ICT: RWS heeft in 2012 op IV/ICT gebied een aantal niet-kerntaken benoemd. Een deel hiervan wordt als dienst ingekocht bij de marktpartijen. Het afnemen van diensten zorgt voor reductie van inhuur maar vraagt ook iets van de beheerorganisatie en de borging van kennis en uitvoering. Inmiddels is duidelijk geworden dat het inkopen van diensten niet betekent dat er geen eigen (beheer)activiteiten meer hoeven te worden uitgevoerd of dat er geen (technische ICT en Industriële Automatisering) kennis meer aanwezig hoeft te zijn om als volwaardig gesprekspartner op te treden. RWS heeft op dit niveau veel kennis en vaardigheden verloren en is daardoor kwetsbaar geworden. Daarom is opnieuw beperkte bijstelling nodig in de verdeling van kerntaken en niet-kerntaken en is een omzetting geëffectueerd van 50 fte, waarvan 13 fte in 2018.

  • Ontwerpbureau RWS: Met de oprichting van een eigen ontwerpbureau wordt een deel van het ontwerpen weer in eigen beheer uitgevoerd. Het gaat dan met name om ontwerpen in de weg- en waterbouw (sluizen, bruggen en wegen). De ervaring heeft geleerd dat door alles bij de markt te beleggen de kennispositie van RWS en het kennisbehoud binnen RWS onder druk komen te staan. Dit heeft risico’s tot gevolg. Daarnaast kan een eigen ontwerpbureau de aantrekkelijkheid van RWS als werkgever vergroten, een welkome ontwikkeling gezien de flinke wervingsopgave waar RWS komende jaren voor gesteld staat. Met het ontwerpbureau zijn in 2016 10 fte en in 2017 en latere jaren 20 fte gemoeid.

  • Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC): het DCC, dat namens de Minister van IenM uitvoering geeft aan het crisisbeheersingsbeleid, is sinds 2015 verantwoordelijk voor het dossier nucleair. In 2015 is onderzocht wat de noodzakelijke producten en inzet zijn die hiermee gemoeid gaan, wat tot een beperkte uitbreiding van de formatie van 2,5 fte heeft geleid.

Eigen personeel

De kracht van Rijkswaterstaat ligt in de zakelijke en professionele wijze waarop het zijn kerntaken uitvoert. Om daarop te kunnen sturen is gedefinieerd welke taken RWS met eigen mensen uitvoert (de kerntaken) en welke taken aan de markt worden overgelaten (de niet-kerntaken).

De bovengenoemde kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt (niet-kerntaken). Deze inhuur van niet-kerntaken vindt plaats uit programmiddelen. Omwille van de aansluiting op de Rijksbrede rapportages is ervoor gekozen om de daarmee samenhangende kosten ook hier afzonderlijk inzichtelijk te maken. In de doorlichting van het agentschap RWS (Kamerstukken II 2015–2016 34 300 A, nr. 68) is vastgesteld dat de huidige uitzondering op de regeling agentschappen, waarin is geregeld dat RWS het beheer en onderhoud (programma) in het agentschap mag verantwoorden, kan komen te vervallen. Voor RWS verandert hiermee niets aan de huidige situatie, waarbij inhuur van expertise plaatsvindt uit programmiddelen voor taken die RWS van de markt betrekt.

Inhuur apparaat (kerntaken)

RWS streeft ernaar om de inhuur van externen op kerntaken zoveel mogelijk te beperken vanuit het basisprincipe dat Rijkswaterstaat op kerntaken eigen mensen inzet, ter vermindering van de kwetsbaarheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van externen. Inhuur op kerntaken vindt in beginsel alleen plaats als er sprake is van piekbelasting in de directe productie of in geval van onderbezetting, ziekte of vervanging. Inhuur op kerntaken kan ook een keuze zijn als vanuit de arbeidsmarkt hele specifieke kennis/specialisme niet kan worden aangetrokken.

Door een aantal maatregelen zal de inhuur op kerntaken de komende jaren gaan dalen:

  • extra inzet op het werven van voldoende gekwalificeerd eigen personeel en versnelling van het wervingsproces om vacatures zo snel mogelijk in te vullen;

  • een flexibele interne pool om snel interne inzet te kunnen organiseren;

  • versterking van cruciale kennis binnen de organisatie is geborgd met interne loopbaanontwikkeling;

  • er zijn afspraken gemaakt over omzetting van niet-kerntaken naar kerntaken.

Inhuur kerntaken (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Inhuur kerntaken

73.745

52.983

51.842

48.015

44.917

43.609

43.610

Inhuur programma (niet-kerntaken)

Gelet op de productieopgave van RWS blijft de inhuur op taken die bij de markt zijn gelegd (de niet-kerntaken) in 2017 op ongeveer hetzelfde niveau als voorgaande jaren. Voor het betrekken van externe capaciteit op niet-kerntaken geldt dat deze zoveel mogelijk op basis van op productafspraken gebaseerde contracten zal worden gedaan, tenzij dat om inhoudelijke of aansturingsredenen niet doelmatig is.

Daarnaast is besloten om met ingang van 2016 geleidelijk 100 fte aan niet-kerntaken, waarvoor veelal werd ingehuurd, om te zetten naar eigen personeel om de kennis binnen RWS verder te borgen en de afhankelijkheid van de markt te laten afnemen. Daarbovenop wordt om gelijksoortige redenen geleidelijk aan van 2016 tot en met 2018 oplopend 50 fte op het gebied van basis ICT omgezet naar eigen personeel.

Hierdoor zal de inhuur op niet-kerntaken de komende jaren geleidelijk gaan dalen. De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name onder de posten onderhoud en aanleg op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds verantwoord.

Inhuur niet-kerntaken (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Inhuur niet-kerntaken

146.983

142.680

123.608

106.835

96.385

86.835

86.835

Materiële kosten

De materiële kosten omvatten onder andere ICT, huisvesting, bureaukosten en communicatie.

Onderhoud

De kosten beheer en onderhoud hebben betrekking op de kosten die in rekening worden gebracht door derden (met name aannemers en ingenieursbureaus). Deze voeren werkzaamheden uit die direct bijdragen aan het beheer en de instandhouding van de infrastructuur.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2017 (bedragen x € 1.000)
 

realisatie 20151

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Rekening-courant RHB 1 januari + stand depositorekening

481.793

462.943

250.657

283.432

310.507

307.182

273.857

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+/+)

2.457.497

2.528.566

2.376.530

2.346.965

2.307.265

2.269.495

2.109.098

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 2.436.714

– 2.732.086

– 2.327.555

– 2.297.990

– 2.258.291

– 2.220.520

– 2.060.123

Totaal operationele kasstroom

20.783

– 203.520

48.975

48.975

48.975

48.975

48.975

Totaal investeringen (-/-)

– 23.750

– 28.982

– 29.400

– 60.900

– 60.900

– 60.900

– 60.900

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+)

2.434

           

Totaal investeringskasstroom

– 21.316

– 28.982

– 29.400

– 60.900

– 60.900

– 60.900

– 60.900

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

0

0

0

Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+)

7.300

15.800

14.200

6.000

8.600

8.600

8.600

Aflossingen op leningen (-/-)

– 42.117

– 23.584

– 34.000

– 38.000

– 42.000

– 72.000

– 42.000

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

16.500

28.000

33.000

71.000

42.000

42.000

42.000

Totaal financieringskasstroom

– 18.317

20.216

13.200

39.000

8.600

– 21.400

8.600

Rekening-courant RHB 31 december 2012 + stand depositorekening) (=1+2+3+4)

462.943

250.657

283.432

310.507

307.182

273.857

270.532

1

(maximale roodstand 0,5 miljoen Euro)

Toelichting

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering. Meerjarig wordt gestreefd naar een stabiel saldo van baten en lasten.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS. Deels betreft het investeringen in activasoorten, zoals voertuigen, waarbij de omvang van de jaarlijkse investeringen op een constant niveau ligt.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. RWS doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van de investeringen. Daarnaast wordt in de begroting van het agentschap rekening gehouden met aflossing op deze leenfaciliteit. De storting door moederdepartement betreft de aflossing van de langlopende vordering die RWS heeft op het moederdepartement.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Omschrijving

2015 realisatie

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Apparaatskosten per eenheid areaal (x € 1)

             

Hoofdwegennet

24.646

25.915

24.947

24.877

24.420

24.283

24.077

Hoofdvaarwegennet

24.719

25.951

25.575

25.445

25.255

25.193

25.113

Hoofdwatersystemen

1.068

1.148

1.112

1.102

1.093

1.087

1.069

               

Apparaatskosten t.o.v. omzet

             

Apparaatskosten t.o.v. omzet

29%

25%

28%

25%

22%

23%

21%

               

Tarieven per fte (x € 1)

             

Kosten per fte

128.710

123.017

122.588

122.297

121.518

121.601

119.948

               

Omzet BLD per product (x € 1.000)

             

Hoofdwatersystemen

401.466

468.044

410.080

421.822

410.986

401.676

396.614

Hoofdwegen

934.897

1.135.592

1.104.334

1.080.607

1.070.499

1.044.421

968.746

Hoofdvaarwegen

557.634

653.214

605.625

585.189

572.656

563.658

488.411

Overig

330.491

66.661

53.948

49.216

42.103

50.265

45.861

TOTAAL

2.224.488

2.323.511

2.173.987

2.136.835

2.096.244

2.060.019

1.899.632

               

Bezetting

             

Fte formatie

8.544

8.685

8.564

8.517

8.447

8.429

8.404

Overhead

13%

13%

13%

13%

13%

13%

13%

               

Exploitatiesaldo

             

Exploitatiesaldo

0%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

               

Gebruikerstevredenheid

             

Publieksgerichtheid

65%

70%

70%

70%

70%

70%

70%

Gebruikerstevredenheid HWS

65%

70%

70%

70%

70%

70%

70%

Gebruikerstevredenheid HWN

80%

80%

80%

80%

80%

80%

80%

Gebruikerstevredenheid HVWN

69%

75%

75%

75%

75%

75%

75%

               

Ontwikkeling pinwaarde

             

Hoofdwatersystemen

70

80

100

100

100

100

100

Hoofdwegen

99

100

100

100

100

100

100

Hoofdvaarwegen

100

100

100

100

100

100

100

Toelichting

Apparaatkosten per eenheid areaal

Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van RWS maakt voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal. Een dalende trend van de kosten per eenheid areaal geeft een indicatie van een toename in de efficiëntie van de organisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en Verkeersmanagement.

Percentage apparaatskosten ten opzichte van de omzet

Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (inclusief GVKA-middelen) van RWS.

Kosten per fte

Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (loonkosten en materiële kosten) per formatieve ambtelijke FTE. Wanneer deze kosten dalen kan dit een indicatie van een toename in doelmatigheid van de organisatie zijn.

Omzet per productgroep

In de tabel is de Omzet IenM uitgesplitst naar de verschillende netwerken.

Organisatiegrootte in fte

Deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van RWS zich ontwikkelt.

Percentage overhead

Deze indicator geeft aan welk deel van het ambtelijke personeel (in fte) binnen RWS zich bezig houdt met de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bevat alle processen die ondersteunend zijn aan de organisatie. Het streven is daarbij voortdurend een optimale kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de bedrijfsvoering.

Exploitatiesaldo (% van de omzet)

Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het exploitatiesaldo als percentage van de omzet.

Gebruikerstevredenheid

Publieksgerichtheid: geeft aan hoe tevreden onze gebruikers en partners over RWS zijn als publieke dienstverlenende organisatie. Dan gaat het over zaken als «luisteren; verwachtingenmanagement; aanspreekbaarheid; houding en gedrag en de wijze waarop wij communiceren».

Gebruikerstevredenheid (per netwerk)

Deze indicator geeft aan hoe tevreden onze gebruikers over de kwaliteit van de drie netwerken zijn. Denk daarbij aan veiligheid, doorstroming; kwaliteit infrastructuur en tijdige en betrouwbare informatievoorziening (gekoppeld aan de netwerken).

Ontwikkeling PIN-waarden

De ontwikkeling van de PIN-waarden (prestatie-indicator waarden) geeft een beeld hoe de ontwikkeling is in de toestand van het door RWS beheerde areaal. Het weergegeven cijfer betreft een index ten opzichte van het jaar 2015. De bijlage instandhouding bij de begrotingen van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds biedt inzicht in instandhouding en de gehanteerde PIN-waarden.

Licence