Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Mutaties 1e suppletoire begroting 2018 (in € mln.)
   

Art.

Uitgaven

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting 2018

 

6.243,2

6.243,2

Stand vastgestelde begroting 2018

 

6.241,3

6.241,3

         

– Mutaties 1e suppletoire begroting 2018

     
         

Kaderrelevante mutaties

     

1.

Aanvullende post Infrastructuurfonds

Div.

542,5

542,5

2.

Saldo 2017

18

 

78,7

 

Verwerking saldo 2017 op de artikelen

Alle

83,5

4,7

3.

Beter Benutten

     
 

– Naar GF/PF/BCF

12/13

– 20,2

– 20,2

 

– Naar begroting HXII

12

– 2,7

– 2,7

 

– Naar Brede Doeluitkering

12

– 26,4

– 26,4

4.

Afrekening ProRail derde tertaal 2017

13/17

40,7

40,7

5.

Herverkaveling Omgevingswet

18

– 22,7

– 22,7

6.

Afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat

18

12,4

12,4

7.

Bijdragen derden

12/13/15

11,3

11,3

8.

Topsector Logistiek

12/13

– 9,7

– 9,7

9.

Kustwacht

15

– 6,1

– 6,1

10.

Brede Doeluitkering Blankenburgverbinding

12

– 3,1

– 3,1

 

Overige mutaties

Div.

– 2,9

– 2,9

Stand 1e suppletoire begroting 2018

 

6.837,7

6.837,7

Toelichting

1. Verhoging van het Infrastructuurfonds

Dit betreft de verhoging van het Infrastructuurfonds volgend uit het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III. Het kabinet-Rutte III stelt aanvullende middelen beschikbaar voor het infrastructuur. In de jaren 2018 tot en met 2020 wordt eenmalig € 2 miljard toegevoegd aan het Infrastructuurfonds. Vanaf 2021 wordt het budget structureel met € 100 miljoen verhoogd.

Met uitzondering van eenmalig € 100 miljoen voor fietsinfrastructuur en structureel € 5 miljoen voor de exploitatie van infrastructuur op Caribisch Nederland, worden de middelen conform de bestaande verdeelsleutel tussen hoofdwegennet, spoorwegen en hoofdvaarwegennet verdeeld. Vanaf het jaar 2030 wordt de jaarlijkse ophoging niet meer verdeeld naar modaliteit, maar toegevoegd aan de generieke investeringsruimte op artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten ten behoeve van de vorming van het Mobiliteitsfonds.

De middelen worden bij de Eerste suppletoire begroting conform bovengenoemde verdeling toegevoegd aan de investeringsruimte. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan. De aanwending van de middelen aan nieuwe projecten en programma’s geschiedt via het MIRT-spelregelkader. Middels het MIRT-overzicht en de Ontwerpbegroting 2019 wordt aanvullende informatie gegeven over de besteding van de middelen.

2. Saldo 2017

De begroting van het Infrastructuurfonds vertoont over het jaar 2017 een voordelig saldo van € 78,7 miljoen. Dit saldo wordt gevormd door de saldering van de in dat jaar gerealiseerde uitgaven en ontvangsten. Het voordelig saldo wordt in 2018 als verhoging van de ontvangsten geboekt op het artikelonderdeel 18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen. In dit wetsvoorstel is naast deze ontvangstenverhoging ook het volledige voordelig saldo op de juiste uitgaven- en ontvangstenartikelen (producten) begrotingstechnisch verwerkt.

3. Beter Benutten

Voor de uitvoering van het programma Beter Benutten wordt het Infrastructuurfonds in 2018 met € 49,4 miljoen verlaagd. Hieraan liggen de volgende overboekingen ten grondslag: een overboeking naar artikel 25 Brede Doeluitkering op de begroting Hoofdstuk XII (€ 26,4 miljoen); diverse overboekingen naar het Provinciefonds, het Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds (€ 20,2 miljoen); en een overboeking naar artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de begroting Hoofdstuk XII (€ 2,7 miljoen).

4. Afrekening ProRail derde tertaal 2017

ProRail ontvangt voor de in uitvoering zijnde aanlegprojecten ieder tertaal voorschotten. Deze voorschotten worden het daaropvolgende tertaal per project afgerekend op basis van de werkelijke gemaakte kosten. De technische afrekening over het derde tertaal van 2017 van te hoog bevoorschotte projecten aan ProRail bedraagt € 40,7 miljoen.

5. Herverkaveling Omgevingswet

De Omgevingswet valt sinds het kabinet Rutte-III onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De middelen bestemd voor de Omgevingswet die in 2017 niet tot besteding zijn gekomen, worden via de werking van het saldo in 2018 overgeheveld naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

6. Afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat

Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen wordt door Rijkswaterstaat overschreden. Conform de Regeling agentschappen wordt het surplus eigen vermogen uiterlijk bij de eerstvolgende suppletoire begrotingswet afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen vooralsnog toegevoegd worden aan het kader van het Infrastructuurfonds.

7. Bijdragen derden

Deze post bestaat uit diverse bijdragen van derden. De belangrijkste bijdragen zijn:

  • Regionale bijdragen voor wegenprojecten: N35 Zwolle – Wijthmen (€ 4,9 miljoen, waarvan € 0,9 miljoen in 2018) en A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 (€ 0,6 miljoen).

  • Regionale bijdragen voor vaarwegenprojecten: renovatie van de Waalbrug (€ 6,1 miljoen, waarvan € 3,6 miljoen in 2018), verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee (€ 1,5 miljoen), en het programma Walradarsystemen (€ 0,7 miljoen).

  • Bijdragen voor spoorwegprojecten: hogere concessievergoeding voor het hoofdrailnet (€ 6,8 miljoen, waarvan € 1,5 miljoen in 2018) en een ontvangst ten behoeve van de post nazorg voor het Nieuw Sleutel Project (NSP) Breda (€ 2,5 miljoen).

8. Topsector Logistiek

Voor de uitvoering van maatregelen voor de Topsector Logistiek wordt meerjarig € 32,8 miljoen overgeheveld naar de begroting Hoofdstuk XII, waarvan € 9,7 miljoen in 2018.

9. Kustwacht

Dit betreft een overboeking naar het Ministerie van Defensie. In het kader van de Kustwacht draagt IenW bij aan de instandhouding van de kustwachtvliegtuigen, betonning en noodsleephulp op de Noordzee. In totaal wordt € 23,9 miljoen overgeheveld, waarvan € 6,1 miljoen in 2018.

10. Brede Doeluitkering Blankenburgverbinding

De bijdrage van IenW aan het Kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding wordt via de Brede Doeluitkering (BDU) verstrekt. Het Kwaliteitsprogramma is een pakket aan maatregelen boven op de wettelijk verplichte maatregelen die bij de aanleg van de A24 Blankenburgverbinding gelden. Hiertoe wordt € 3,1 miljoen overgeheveld naar de begroting Hoofdstuk XII.

Licence