Base description which applies to whole site

96. Apparaatsuitgaven kerndepartement

Artikel

Dit artikel bevat alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van SZW. In beleidsartikel 11 staat een verdere toelichting op de bijdragen aan ZBO’s.

Tabel 96.1 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 96 (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2016

Raming 2017

Raming 2018

Raming 2019

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

Verplichtingen

252.321

272.666

295.856

313.923

312.417

311.339

309.550

Uitgaven

255.510

273.041

295.856

313.923

312.417

311.339

309.550

                 

Personele uitgaven

197.625

209.593

230.745

247.081

245.098

243.909

241.820

 

waarvan eigen personeel

189.394

200.581

221.222

237.246

235.769

234.510

232.421

 

waarvan externe inhuur

5.846

5.712

6.636

6.950

6.444

6.514

6.514

 

waarvan overige personele uitgaven

2.385

3.300

2.887

2.885

2.885

2.885

2.885

                 

Materiële uitgaven

57.885

63.448

65.111

66.842

67.319

67.430

67.730

 

waarvan ICT

6.013

8.876

9.555

9.577

9.609

9.724

9.724

 

waarvan bijdrage aan SSO's

38.607

35.323

39.770

40.328

40.322

40.406

40.406

 

waarvan overige materiële uitgaven

13.265

19.249

15.786

16.937

17.388

17.300

17.600

                 

Ontvangsten

13.563

22.499

36.655

60.217

60.969

60.982

60.996

A Personele en materiële uitgaven

Toelichting

De totale begrote apparaatsuitgaven voor het kerndepartement bedragen in 2018 € 295,9 miljoen. Hiervan heeft € 230,7 miljoen betrekking op personele uitgaven en € 65,1 miljoen op materiële uitgaven.

De totale uitgaven nemen eenmalig toe vanwege de transitie per 1 januari 2018 van het Agentschap SZW van baten-lastenagentschap naar uitvoeringsdirectie. Hierdoor vervalt de bijdrage Agentschap SZW per 2018 op artikel 98. De uitgaven van de nieuwe uitvoeringsdirectie staan voor het grootste deel op artikel 96. Meerjarig stijgen de uitgaven vanwege de opbouw van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO).

B. Ontvangsten

De ontvangsten hebben met name betrekking op de facturering door RSO van schoonmaakkosten aan de afnemers.

Rijksschoonmaakorganisatie (RSO)

De RSO is in 2016 gestart met het uitvoeren van de schoonmaakactiviteiten. De opbouw van de organisatie zal in de komende jaren geleidelijk plaatsvinden naar gelang er meer departementen aansluiten. De verwachting is dat in 2020 alle beoogde departementen zijn aangesloten. De schoonmakers zijn in dienst van het Rijk. De bijbehorende uitgaven komen ten laste van de begroting van het Ministerie van SZW.

Op de begroting van SZW zijn taakstellende ontvangsten voor de RSO opgenomen. Facturering aan de opdrachtgevers vindt plaats op basis van meerjarige dienstverleningsafspraken. Dit houdt in dat de uitgaven voor schoonmaak zowel bij de departementen als bij SZW op de begroting staan.

Ter financiering van aanloopkosten van de RSO is voor de eerste jaren een transitiebudget ingesteld, omdat de inkomsten in de eerste jaren onvoldoende zijn om de uitgaven te dekken. Tabel 96.2 geeft een splitsing van de totale apparaatsuitgaven in kerndepartement exclusief RSO en RSO.

Tabel 96.2 Extracomptabele tabel apparaatsuitgaven kerndepartement en apparaatsuitgaven RSO (x € 1.000)
 

Realisatie 2016

Raming 2017

Raming 2018

Raming 2019

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

Kerndepartement exclusief RSO

             

Uitgaven

245.314

251.712

262.199

257.861

256.099

257.189

255.086

Ontvangsten

3.576

3.838

7.377

7.727

7.827

7.677

7.377

               

Rijksschoonmaakorganisatie

             

Uitgaven RSO

10.196

21.329

33.657

56.062

56.318

54.150

54.464

Ontvangsten RSO

9.987

18.661

29.278

52.490

53.142

53.305

53.619

Tabel 96.3 geeft een samenvatting van de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, het Agentschap SZW en van de ZBO’s van het ministerie. Vanaf 2018 is het Agentschap SZW niet meer een baten-lastenagentschap maar een uitvoeringsdirectie van het ministerie.

Tabel 96.3 Apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en ZBO’s/RWT’s (x € 1.000)
 

Realisatie 2016

Raming 2017

Raming 2018

Raming 2019

Raming 2020

Raming 2021

Raming 2022

Totaal apparaatsuitgaven ministerie

255.510

273.041

295.856

313.923

312.417

311.339

309.550

               

Totaal apparaatskosten agentschappen

16.106

15.300

0

0

0

0

0

               

Totaal apparaatskosten ZBO’s/RWT’s1

1.943.346

2.013.798

1.912.669

1.870.815

1.862.415

1.862.502

1.870.028

UWV (inclusief BKWI)

1.726.331

1.785.534

1.683.648

1.655.855

1.654.226

1.654.605

1.662.995

SVB

210.012

221.555

222.572

208.556

201.785

201.493

200.629

IB

7.003

6.709

6.449

6.404

6.404

6.404

6.404

1

Dit betreft apparaatskosten samenhangend met zowel begrotingsgefinancierde als premiegefinancierde artikelen binnen de SZW-begroting. De ontvangsten artikel 11 zijn in mindering gebracht op de uitgaven.

In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven van het departement onderverdeeld naar de verschillende organisatieonderdelen. De uitgaven voor de RSO, huisvesting en ICT van het gehele kerndepartement staan onder de pSG.

Tabel 96.4 Apparaatsuitgaven kerndepartement 2018 naar directoraat-generaal (x € 1.000)
 

2018

SG

22.641

pSG

126.221

DG SZI

26.108

DG Werk

22.606

Inspectie SZW

98.280

Totaal kerndepartement

295.856

Taakstelling 2016–2018

De taakstelling 2016–2018 is voor het kerndepartement SZW onder meer ingevuld door een verdere versobering van de bedrijfsvoering. Voorts zijn de processen rond het beroep en bezwaar van de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) vereenvoudigd en gestroomlijnd. Tevens is door deregulering per 1 januari 2016 gestopt met het organisatiegerichte toezicht op het UWV en de SVB. De taakstelling van het kerndepartement is verhoogd om extra formatieplaatsen te kunnen creëren voor medewerkers uit de doelgroep kwetsbare groepen.

De taakstelling van het UWV en de SVB wordt ingevuld door besparingsmogelijkheden als gevolg van een meer doelmatige uitvoering, vereenvoudiging van wet- en regelgeving en versobering van taken en dienstverlening. Het UWV en de SVB verwerken de invulling van de taakstelling in hun jaarplannen die worden aangeboden aan Tweede Kamer.

Verdeling taakstelling tussen kerndepartement SZW, Agentschap SZW en ZBO’s

Tabel 96.5 geeft de verdeling van de taakstelling tussen het kerndepartement, het Agentschap SZW en de ZBO’s.

Tabel 96.5 Extracomptabele tabel invulling taakstelling (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

Structureel

Departementale taakstelling totaal

23.354

52.803

64.978

64.978

         

Kerndepartement

3.354

7.703

9.378

9.378

         

Agentschap SZW

0

0

0

0

         

ZBO’s totaal

20.000

45.100

55.600

55.600

UWV (inclusief BKWI)

17.700

39.700

48.900

48.900

SVB

2.300

5.400

6.700

6.700

Personele ontwikkeling SZW-domein in meerjarig perspectief

Onderstaande grafieken laten de ontwikkeling van het aantal fte voor het kerndepartement SZW en voor het SZW-domein zien voor de periode 2006–2022. Het basisjaar is 2006, omdat in dat jaar ten behoeve van het programma Vernieuwing Rijksdienst een nulmeting heeft plaatsgevonden naar de personele omvang van de rijksdienst.

Figuur 96.1 fte-ontwikkeling kerndepartement SZW in- en exclusief RSO

Figuur 96.1 fte-ontwikkeling kerndepartement SZW in- en exclusief RSO

De door achtereenvolgende kabinetten opgelegde taakstellingen op de apparaatsuitgaven laten voor het kerndepartement SZW vanaf 2006 tot 2016 een afname van het aantal fte’s zien. Daarnaast is er een overgang van fte’s naar het Ministerie van BZK door het onderbrengen van de uitvoering van de bedrijfsvoering in Shared Service Organisaties. Aan de andere kant is er na 2011 een uitbreiding van het aantal fte’s door de komst van beleidsterreinen bij SZW (Kinderopvang in 2011, Integratie en maatschappelijke samenhang in 2012, Financieel Dienstencentrum in 2015).

De raming voor de jaren na 2016 is enerzijds gebaseerd op de te realiseren taakstellingen op de apparaatsuitgaven in die periode, de afloop van (tijdelijke) uitbreiding van taken bij de Inspectie SZW en de overgang van taken naar BZK. Anderzijds leidt de opbouw van de RSO tot een opwaartse bijstelling van de formatie. Het effect van de oprichting van de RSO is indicatief in de figuren 96.1 en 96.2 in beeld gebracht.

Figuur 96.2 fte-ontwikkeling SZW-domein (inclusief UWV en SVB) in- en exclusief RSO

Figuur 96.2 fte-ontwikkeling SZW-domein (inclusief UWV en SVB) in- en exclusief RSO

De periode 2006–2022 laat voor het gehele SZW-domein een zelfde beeld zien als voor het kerndepartement. De ontwikkeling betreft een saldo van de gevolgen van de taakstellingen op de apparaatsuitgaven en de uitvoeringskosten, de overgang van dienstonderdelen van en naar andere departementen en van de in- en extensiveringen van beleid(suitvoering) en de oprichting van RSO. Daarbij hebben conjuncturele effecten op de formatie van het UWV geleid tot een toename van het aantal fte in het SZW-domein in de jaren 2009/2010 en 2013/2015.

Licence