Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van uitvoering art. 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte (bedragen x € 1.000)

11

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Ontwerp-begroting 2023 (1)

Mutaties via NvW en amendementen (2)

Vast-gestelde begroting 2023 (3)=(1+2)

Mutaties 1e supple-toire begroting (4)

Stand 1e supple-toire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Verplichtingen

1.085.825

‒ 36.601

1.049.224

‒ 942.375

106.849

‒ 759.317

‒ 579.609

‒ 174.215

‒ 149.991

Uitgaven

1.096.826

‒ 36.601

1.060.225

‒ 870.566

189.659

‒ 820.040

‒ 757.561

‒ 78.259

‒ 437.687

waarvan juridisch verplicht

         

11.01

Verkenningen

2.750

 

2.750

3.041

5.791

‒ 6.126

54.730

‒ 171.069

‒ 448.862

11.02

Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

   

672

672

    

11.03

Reserveringen

1.088.035

‒ 6.601

1.081.434

‒ 898.238

183.196

‒ 986.582

‒ 863.338

236.268

175.142

11.03.01

Gebiedsprogramma's

3.501

 

3.501

3.500

7.001

15.788

26.788

182.788

104.387

11.03.02

Overige reserveringen

169.692

 

169.692

‒ 25.383

144.309

‒ 40.456

24.231

53.700

42.845

11,03.03

Reserveringen Coalitieakkoord

914.842

‒ 6.601

908.241

‒ 876.355

31.886

‒ 961.914

‒ 914.357

‒ 220

27.910

11.04

Generieke investeringsruimte

6.041

‒ 30.000

‒ 23.959

23.959

0

172.668

51.047

‒ 143.458

‒ 163.967

Ontvangsten

        

‒ 47.500

11.09

Ontvangsten

        

‒ 47.500

Toelichting

Verplichtingen

Voor de verplichtingen sluiten de mutaties één-op-één aan bij de toelichtingen op de uitgaven op een paar verschillen na:

  • Het saldo 2022 is op de verplichtingen € 46,5 miljoen hoger dan op de uitgaven. Dit komt voornamelijk doordat er op artikel 11.03 minder verplichtingen in 2022 benodigd waren dan voorzien;

  • De actualisering programmering van de verplichtingen op artikel 11.01 en 11.03 op de verplichtingen wijkt iets af van de actualisering op de uitgaven. Dit komt voornamelijk doordat er op een aantal verkenningen en reserveringen de verplichtingen in een ander ritme benodigd zijn dan geraamd.

Uitgaven

11.01 Verkenningen

Dit artikelonderdeel wordt met € 3 miljoen verhoogd in 2023. Dit komt met name door de technische verwerking van het saldo 2022 (€ 2 miljoen), bijdragen derden (€ 1,5 miljoen) actualisering van de programmering (- € 1,6 miljoen) en een overboeking van de woningbouwmiddelen (€ 1 miljoen).

Saldo 2022

Op het project A2 Den Bosch-Deil is € 2 miljoen minder uitgegeven dan verwacht in 2022. Dit schuift door naar 2023 via het saldo, zodat het totaal aan uitgaven op dit artikel over de jaren gelijk blijft.

Bijdragen derden

Voor de verkenning OV en Wonen Utrecht is een bijdrage van ProRail verwerkt van € 1,5 miljoen in 2023. Het betreft de afrekening voorschotten 2022 voor de tweede helft van het jaar.

Actualisering programmering

Voor diverse verkenningen is de programmering aangepast. Dit resulteert een een kasschuif naar achteren op het artikelonderdeel 11.01. Het gaat om diverse projecten.

  • OV en Wonen Utrecht: Op deze verkenning is € 1,5 miljoen van 2023 naar 2024 geschoven;

  • OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer: Op deze verkenning is € 45 miljoen naar de jaren 2025 en 2026 geschoven. Uit de jaren 2027 t/m 2029 is vervolgens € 380 miljoen naar latere jaren geschoven. Dit als gevolg van een actuele raming op dit project;

  • Amsterdam Zuid derde perron: In de jaren 2026 t/m 2028 is € 169,5 miljoen verschoven naar latere jaren als gevolg van een actuele raming;

  • Oeververbinding Rotterdam: Op deze verkenning zijn de middelen uit de jaren 2026 t/m 2029 naar latere jaren geschoven. Het gaat om totaal € 153,5 miljoen wat doorschuift naar 2030-2033;

  • A2 Den Bosch-Deil: De middelen voor dit project worden voor een groot deel naar achteren geschoven. Het gaat om een schuif van € 403,3 miljoen uit de jaren 2026 t/m 2029 naar de jaren 2030 t/m 2033;

  • A15 Papendrecht-Gorinchem: Op deze verkenning schuiven de middelen uit de jaren 2026 t/m 2031 naar latere jaren. Het gaat in totaal om een schuif van € 419,3 miljoen;

  • A50 Bankhoef-Paalgraven: Op dit project vinden twee schuiven plaats. de middelen voor het jaar 2024 schuiven door naar 2025 (€ 13,8 miljoen). Daarnaast schuiven de middelen uit 2027 en 2028 door naar 2029 en 2030 (€ 27,6 miljoen);

  • A58 Breda-Tilburg: De middelen die in 2026 t/m 2028 stonden geraamd schuiven door naar de jaren 2029 en 2030. In totaal gaat het om € 45,1 miljoen;

  • N35 Wijthmen-Nijverdal: Er schuif € 25 miljoen uit 2027 en € 7,6 miljoen uit 2030 naar 2031.

Overboeking woningbouwmiddelen

Vanuit de reservering ontsluiting woninbouw op 11.03.03 worden middelen overgeboekt naar de verkenning OV en Wonen Utrecht (€ 600 miljoen) in het kader van schaalsprongen en bovenlokaal en naar het project verkenning Den Bosch (€ 60 miljoen) in het kader van de netwerkopgaven spoor.

11.03 Reserveringen

Dit artikelonderdeel wordt in 2023 met ruim € 898 miljoen verlaagd als gevolg van overboekingen woningbouwmiddelen (- € 925 miljoen), overige overboekingen uit 11.03 (- € 45,6 miljoen), de verwerking van het saldo 2022 (€ 44,5 miljoen), overboekingen naar Hoofdstuk XII (- € 19,6 miljoen), actualisering van de programmering (€ 25,4 miljoen), toevoeging prijsbijstelling Coalitieakkoordmiddelen 2022 vanuit de Aanvullende Post (€ 14 miljoen) en toevoeging van de nacalculatie prijsbijstelling 2022 (€ 8 miljoen).

Overboeking woningbouwmiddelen

De middelen uit de reservering ontsluiting woningbouw op 11.03.03 worden verdeeld over desbetreffende reserveringen en projecten. In totaal gaat het om € 7,5 miljard aan middelen uit het Coalitieakkoord. Deze invulling is eerde gecommuniceerd in de kamerbrief voor het BO MIRT van het najaar 2022 (Kamerbrief BO MIRT (overheid.nl)). De middelen worden overgeboekt naar:

  • de reservering voor versnellingsafspraken op 12.03.03 (€ 1.483 miljoen). Vanuit de reservering worden de specifieke uitkeringen gerealiseerd voor de versnellingsafspraken;

  • de verkenning OV en Wonen Utrecht op artikel 11.01 (€ 600 miljoen), naar de reservering Stedelijk OV Den Haag en Rotterdam op artikel 11.03.01 (€ 213 miljoen), naar de reservering Hoogwaardig OV Rotterdam op 11.03.01 (€ 625 miljoen), naar de reservering voor Brainport Eindhoven op 11.03.01 (€ 469 miljoen) en naar artikel 12.03.03 (€ 561 miljoen). Deze overboekingen zijn in het kader van schaalsprongen en bovenlokaal;

  • het project Spoorcapaciteit 2030 op artikel 13.03 (€ 585 miljoen), naar het project Spoor Zuid-Nederland op artikel 13.03 (€ 75 miljoen) en het project verkenning Den Bosch op artikel 11.01 (€ 60 miljoen). Er worden ook middelen overgeboekt naar 11.03.01 voor het project RegioExpress (€ 80 miljoen), Groningen Suiker (€ 88,6 miljoen) en EurregioRail (€ 30 miljoen). Deze overboekingen zijn in het kader van de netwerkopgaven spoor;

  • het project Oeververbinding Rotterdam op 11.01 (€ 55 miljoen) en de reservering bereikbaarheid WOMO op art. 11.03.02 (€ 360 miljoen). Daarnaast worden middelen overgeboekt naar artikel 12.03 voor optimalisatie ring metropoolregio Amsterdam (€ 50 miljoen), optimalisatie ring A12-Utrecht (€ 50 milijoen), optmalisatie ring metropoolregio Utrecht-Uned (€ 50 miljoen), optimalisatie ring metropoolregio Den Haag (€ 50 miljoen), optimalisatie ring Eindhoven (€ 50 miljoen), het project InnovA58 Eindhoven Tilburg (€ 126 milijoen), de A7/A8 Coentunnel (€ 150 miljoen), de A6 Almere Oostvaarders-Lelystad (€ 30 miljoen) en de A4-N14 Burgerveen (€ 80 miljoen). Deze overboekingen zijn in het kader van de netwerkopgaven wegen;

  • de reservering risicobeheersing (€ 50 miljoen) in het kader van risicobeheersing van de woningbouwmiddelen.

Overige overboekingen

Voor diverse projecten en programma's zijn middelen overgeboekt uit 11.03 reserveringen.

  • Vanuit de reservering modaliteitspecifieke keuzes is € 22,8 miljoen overgeboekt naar het project Toegankelijkheid stations (€10 miljoen), naar korte termijn maatregelen voor de N50 Kampen-Kampen Zuid (€ 4,3 miljoen), naar de specifieke uitkering voor VDL Nedcar (€ 5 miljoen), spoorviaduct A15 (€ 0,6 miljoen), verkenning brug Kootstertille (€ 1,1 miljoen) en verruiming Twentekanalen fas II (€ 1,8 miljoen);

  • Vanuit de reservering stikstof is € 4,7 miljoen overgeboekt in 2023 voor Schoon en emmissieloos bouwen (€ 7,4 miljoen in totaal);

  • Voor spoorgoederenvervoer is € 4,2 miljoen in 2023 overgeboekt naar artikel 13 voor modal shift (€ 0,7 miljoen), naar artikel 15 voor modal shift (€ 0,8 miljoen voor 2023 en € 0,6 miljoen in 2024), overboeking naar het project Lage Zwaluwe (€ 1,2 miljoen in 2023 en € 7,3 miljoen in 2025) en € 0,5 miljoen voor het project Indigo;

  • Vanuit de reservering Pakket Zeeland is in 2023 € 4,3 miljoen overgeboekt naar studie- en innovatiebudget (€ 2,3 miljoen) en naar art. 13 voor de planuitwerking (€ 2 miljoen in 2023 en € 4,1 miljoen in 2024).

Saldo 2022

Op diverse reserveringen zijn in 2022 middelen op dit artikelonderdeel niet tot besteding gekomen. Het gaat om € 44,5 miljoen in totaal. De middelen zijn in 2023 toegevoegd aan dezelfde reserveringen om de meerjarige omvang van de budgetten te behouden. Grootste overschotten zijn ontstaan op:

  • Reservering slimme en duurzame mobiliteit (€ 21,2 miljoen);

  • Programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (€ 6,8 miljoen);

  • Reservering BenO Caribisch Nederland (€ 4,3 miljoen);

  • Reservering Lelylijn (€ 4,1 miljoen);

  • Reservering Schone Luchtakkoord (€ 3,7 miljoen);

  • Reservering pakket Zeeland (€ 1 miljoen);

  • Reservering goederenvervoer (€ 0,1 miljoen).

Overboeking Hoofdstuk XII

Voor diverse projecten en beleidsonderwerpen zijn middelen overgeboekt naar Hoofdstuk XII. De grootste overboekingen zijn:

  • overboeking naar de BDU vanuit het programma Stedelijk OV Den Haag en Rotterdam en de reservering Lelylaan (€ 6,6 miljoen);

  • overboekingen uit de reserving slimme en duurzame mobiliteit (€ 7,2 miljoen uit 2023) voor de BDU, inhuur voor de uitvoeringskosten van het programma, opdrachten en diensten, serviceproviders en subsidie parkeren. In totaal gaat het om een overboeking van € 43,6 miljoen meerjarig;

  • overboeking vanuit de reservering Schone Luchtakkoord van € 1,8 miljoen ten behoeve van de specifieke uitkering Schone Luchtakkoord;

  • overboeking van € 1,8 miljoen in 2023 voor RWS vanuit de reservering woningbouwmiddelen (€ 5,1 miljoen in totaal);

  • overboekingen uit de reservering BenO Caribisch Nederland van € 1,8 miljoen voor diverse opdrachten (totaal van € 7,5 miljoen meerjarig).

Actualisering programmering

Op artikelonderdeel 11.03 zijn verschillende kasschuiven doorgvoerd om aan te sluiten bij de actuele programmering. Er is € 25,4 miljoen naar 2023 toe geschoven. Dit komt met name door:

  • Een kasschuif op de reservering Ontsluiting Woningbouw (€ 39,3 miljoen naar 2023): dit betreft de schuif om de overboekingen naar diverse projecten en programma's mogelijk te maken. Meerjarig is naast de schuif naar 2023 sprake van een schuif naar achteren. In de jaren 2024 t/m 2031 schuift € 1.250,7 miljoen naar de jaren 2032 t/m 2036;

  • Een kasschuif op de reservering Goederenvervoer (- € 11,3 miljoen in 2023): in totaal schuift er € 12,8 miljoen uit de jaren 2023 en 2024 naar 2026 om aan te sluiten bij de actuele raming;

  • Diverse kleine schuiven op de overige reserveringen.

Toevoeging prijsbijstelling AP-middelen

Vanuit de AP zijn Coalitieakkoordmiddelen voor instandhouding, woningbouw en het Nationaal Groeifonds vorig jaar toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Vervolgens is in de begroting 2023 een minimale prijsbijstelling voor 2022 toegevoegd aan de Aanvullende Post. De prijsbijstelling 2022 voor deze Coalitieakkoordmiddelen worden met de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Voor de periode 2023 tot en met 2026 is het bedrag opeenvolgend: € 27,5 miljoen; € 23,1 miljoen; € 23,6 miljoen en € 7,9 miljoen.

Toevoeging prijsbijstelling 2022 nacalculatie

In de najaarsnota 2022 is aangekondigd dat er een nacalculatie zou komen op de prijsbijstelling. Deze middelen zijn toegevoegd bij eerste suppletoire begroting en is voor 2023 € 8 miljoen op dit artikelonderdeel.

Toevoeging CA-middelen instandhouding

Voor Instandhouding worden de middelen vanaf 2026 voor RWS structureel overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds. Voor de periode 2026 tot en met 2036 gaat het om circa € 10 miljard.

Tolvrije Westerscheldetunnel

Naar aanleiding van de motie van der Staaij (Kamerstukken 2022-2023, 36 200, nr. 42.) is € 140 miljoen vanuit het Nationaal Groeifonds toegevoegd aan de reservering Westerscheldetunnel. Met deze middelen kan de Westerscheldetunnel eerder tolvrij worden gemaakt voor personenauto's en motoren. De middelen zijn toegevoegd in de jaren 2025 t/m 2029.

11.04 Generieke investeringsruimte

Dit artikelonderdeel is verhoogd met € 24 miljoen in 2023. Dit komt met name door de taakstelling die ligt op het Mobiliteitsfonds (- € 97 miljoen), de prijsbijstelling 2022 nacalculatie (€ 7 miljoen), verwerking van schuiven op dit artikelonderdeel om diverse risicoreserveringen in het juiste ritme te zetten (€ 359,1), overboekingen naar andere artikelen (- € 233 miljoen), overboekingen naar Hoofdstuk XII (- € 77,3 miljoen) en verwerking van het saldo 2022 (€ 5 miljoen).

Taakstelling Mobiliteitsfonds

Bij deze eerste suppletoire begroting wordt invulling gegeven aan de taakstelling ten behoeve van de rijksbrede opgave. Het aandeel van IenW bedraagt in 2023 € 136 oplopend naar € 191 miljoen per jaar met structurele doorwerking vanaf 2028. Verdeeld over de drie begrotingen gaat het om € 149 miljoen per jaar voor het Mobiliteitsfonds, € 24 miljoen per jaar voor het Deltafonds en € 18 miljoen per jaar voor Hoofdstuk XII. De taakstelling ten laste van het Mobiliteitsfonds bedraagt t/m 2037 ruim € 2.137 miljoen.

Toevoeging prijsbijstelling 2022 nacalculatie

In de najaarsnota 2022 is aangekondigd dat er een nacalculatie zou komen op de prijsbijstelling. Deze middelen zijn toegevoegd bij eerste suppletoire begroting en is € 7 miljoen voor 2023.

Actualisering programmering

Er is in 2023 € 359,1 naar voren geschoven om verschillende budgetten in de juiste ritme te zetten. Dit komt met name door:

  • Een kasschuif op de risicoreserveringen waarbij € 278,2 miljoen naar 2023 schuift;

  • Een kasschuif voor de verwerking van de taakstelling op het MF waarbij er € 45,7 miljoen naar 2023 is geschoven;

  • Een kasschuif van € 30 miljoen vanuit 2033 naar 2023 voor de verwerking van de amendementen;

  • Overige schuiven (€ 5,3 miljoen).

Overboekingen over artikelen

Vanuit dit artikelonderdeel hebben er diverse overboekingen in 2023 plaatsgevonden: (- € 233 miljoen):

  • Er is aanvullend budget beschikbaar gesteld voor DBFM-projecten die kampen met prijsstijgingen (- € 177,2 miljoen);

  • Ook is een deel gebruikt voor de prijsbijstelling 2022 nacalculatie (€ 55,8 miljoen).

Overboeking Hoofdstuk XII

In 2023 worden er middelen (€ 75 miljoen) voor het Transitievangnet OV (TVOV) en voor de Opdracht nieuwe concessies HSL (€ 25 miljoen) naar HXII overgemaakt.

Saldo 2022

Dit artikelonderdeel kende in 2022 een saldo van € 5 miljoen, mede door de toevoeging van de prijsbijstelling. Dit bedrag schuift door naar 2023.

Licence