Base description which applies to whole site

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Het bevorderen van een solide en gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren en door geluidhinder te voorkomen of te beperken.

Tabel 67 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid art. 20 per subthema (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

34.247

63.455

52.142

40.787

47.867

48.097

49.966

        

Uitgaven

30.712

56.151

54.838

43.487

50.667

50.793

49.966

        

Uitgaven onderverdeeld per subthema

       

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

30.712

56.151

54.838

43.487

50.667

50.793

49.966

        

Ontvangsten

2.038

400

0

0

0

0

0

Regisseren

Om een solide en gezonde leefomgeving te realiseren op het gebied van luchtkwaliteit en geluid, regisseert de Minister van IenW de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese luchtkwaliteits- en geluidbeleid. Meer specifiek is de Minister van IenW verantwoordelijk voor:

  • het stimuleren van een gezonde leefomgeving door vermindering van luchtverontreinigende emissies en het voorkomen en verminderen van geluidhinder. In dat verband tevens de coördinatie van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van grenswaarden en plafonds voor emissies van luchtverontreinigende stoffen, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en (zo nodig) de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema’s. De doelen, grenswaarden en plafonds hebben betrekking op verbetering van de luchtkwaliteit en op bronbeleid voor geluid- en luchtverontreinigende emissies.

  • de ondersteuning van gemeenten en provincies bij het toezicht op de naleving van algemene regels en bij de vergunningverlening ter vermindering van luchtemissies bij de industrie en bij een juiste toepassing van de geluidregelgeving.

  • de implementatie van de geluidregelgeving (wet SWUNG7) waarmee een optimale gezondheidsbescherming van burgers en flexibiliteit voor de beheerders van rijkswegen en hoofdspoorwegen wordt beoogd. SWUNG-2, fase 2 van de herziening van de geluidwetgeving, zal de aanpak van geluidhinder op gemeentelijk en provinciaal niveau versterken. Deze nieuwe geluidregels zijn ondergebracht in de Omgevingswet die in 2023 in werking treedt. Lagere overheden worden ondersteund bij de uitvoering van de geluidregels.

Stimuleren

Om de milieudoelen op het gebied van luchtkwaliteit en geluid te behalen, is het belangrijk deze op een proactieve wijze met maatschappelijke partners te delen. Daarom stimuleert de Minister van IenW:

  • het aangaan en organiseren van allianties met en tussen bedrijven, branches, overheden en kennisorganisaties om het Schone Lucht Akkoord, de monitoring van nationale omgevingswaarden, en SWUNG (geluid) tot een succesvolle uitvoering te brengen;

  • een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om zo te komen tot een vermindering van gezondheidsrisico’s door luchtverontreiniging, via het Schone Lucht Akkoord. Hiermee werkt het kabinet – conform het advies van de Gezondheidsraad – toe naar de advieswaarden8 van de Wereldgezondheidsorganisatie in 2030.

  • medeoverheden tot uitvoering van maatregelpakketten in het Schone Lucht Akkoord om daarmee toe te werken naar de bovengenoemde advieswaarden en 50% gezondheidswinst ten opzichte van 2016.

Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport).

Indicatoren en Kengetallen

Tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet ontvangt de Tweede Kamer jaarlijks een monitoringsrapportage over de voortgang van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De monitoring dient om de voortgang van de uitvoering van het NSL te volgen en biedt een basis om het programma waar nodig bij te sturen. De monitoring betreft de ontwikkeling van de luchtkwaliteit en de voortgang van projecten en maatregelen. De twaalfde rapportage is eind 2021 aan de Kamer verzonden (Kamerstukken II 2020-2021, 30 175, nr. 393). Daarnaast ontvangt de Tweede Kamer jaarlijks een update over de uitvoering van de Richtlijn Nationale Emissiereductieverplichtingen (NEC-richtlijn, 2016/2284/EU).

Elk jaar wordt een nieuwe analyse van de emissies luchtverontreinigende stoffen uitgevoerd en door nieuwe kennis kan dat betekenen dat ook eerdere cijfers soms nog enigszins worden aangepast. Zie ook de toelichting onder de tabel. De gerealiseerde emissies tot en met 2020 zijn vastgesteld in februari 2022:

Tabel 68 Kengetal: Emissies luchtverontreinigende stoffen(in kton/jr.)1
 

1990

2000

2005

2010

2015

2019

2010 ‒ 2019

2020

2020 ‒ 2029

2030

Vanaf 2030

       

Doel NEC- Richtlijn

 

Doel NEC-Richtlijn

Raming

Doel NEC-Richtlijn

SO2

197

78

68

36

31

23

50

20

49

23

32

NOx

619

442

394

322

249

201

260

177

217

137

154

NH3

345

173

153

133

129

124

128

124

133

122

121

VOC2

510

269

207

197

167

155

185

184

191

143

176

PM2,53

56

34

28

21

18

16

14

18

11

15

1

Bron: www.emissieregistratie.nl. De ramingen komen uit het PBL-rapport “Emissieramingen luchtverontreinigende stoffen” van 30 november 2020. Het PBL brengt de emissieramingen tweejaarlijks uit.

2

VOC staat voor Volatile Organic Compounds; dat zijn vluchtige koolwaterstoffen met uitzondering van methaan. Methaan valt niet onder de werking van deze richtlijn

3

PM2,5 staat voor fijnstof met een diameter kleiner of gelijk aan 2,5 μm.

Toelichting

In december 2016 zijn de nieuwe doelstellingen voor luchtverontreinigende stoffen vastgesteld. Het betreft een aanpassing van de National Emission Ceilings (NEC) (richtlijn (EU) 2016/2284). In bovenstaande tabel zijn de reductiepercentages uit de richtlijn omgerekend naar vrachten, met 2005 als basisjaar. Elk jaar wordt een nieuwe analyse uitgevoerd en door nieuwe kennis kan dat betekenen dat ook eerdere cijfers soms nog enigszins worden aangepast doordat deze nieuwe inzichten met terugwerkende kracht ook worden meegenomen in de emissiecijfers van voorgaande jaren.

Deze raming ligt 1 kton/jr boven het NEC-doel voor 2030. De raming bevat vastgesteld en voorgenomen beleid tot 1 mei 2020. Later aangekondigd beleid om de uitstoot van ammoniak (NH3) te verminderen, zoals onder meer opgenomen in het Regeerakkoord valt, hier buiten. Eind 2022 publiceert het PBL nieuwe ramingen.

Tabel 69 Overzicht Sanering Verkeerslawaai Wet geluidhinder
 

Aantal woningen

Lokale infrastructuur

A-lijst

Overig

Totaal

Totaal

77.355

335.800

413.155

Uitgevoerd 1980–1990 (schatting)

nvt

40.000

40.000

Uitgevoerd 1990–2021

64.371

99.745

164.116

Verwacht 2022

200

2.500

2.700

Verwacht restant per einde 2022

64.171

97.245

161.416

verwacht 2023

200

2.500

2.700

Verwacht restant per einde 2023

63.971

94.745

158.716

    

Rijksinfrastructuur

Rijkswegen

Spoorwegen

Totaal

Opgave cf Bijlage 5 Bgm

775

5.330

6.105

Gereed t/m 2021

680

3.970

4.650

verwacht 2022

250

250

Restant einde 2022

95

1.110

1.205

verwacht 2023

125

125

Gepland restant per einde 2023

95

985

1.080

Toelichting

De eerste tabel betreft de geluidsanering langs gemeentelijke en provinciale wegen, zoals die door gemeenten worden uitgevoerd onder het regime van de Wet geluidhinder. De A-lijst betreft woningen met de hoogste geluidsbelastingen. Voor het jaar 2023 is gepland dat in totaal 2.700 woningen als gesaneerd kunnen worden aangemerkt.

De tweede tabel heeft betrekking op geluidsanering langs Rijksinfrastructuur zoals die op grond van overgangsrecht (Bijlage 5 bij het Besluit geluid milieubeheer) nog onder het regime van de Wet geluidhinder wordt afgerond. Deze sanering kent een ander normenkader dan de sanering vanwege Rijksinfrastructuur die momenteel door RWS en ProRail wordt uitgevoerd onder de Wet milieubeheer. Deze sanering is opgenomen onder beleidsartikel 14. Voor 2023 wordt verwacht dat een drietal projecten met in totaal 125 woningen gereed zullen komen.

Het kabinet werkt samen met medeoverheden aan de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord aan de hand van de uitvoeringsagenda 2021-2023. Het Schone Lucht Akkoord is gericht op een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om gezondheidswinst voor iedereen in Nederland te realiseren. Het streven is 50% gezondheidswinst in 2030 ten opzichte van 2016. Hiermee werkt het kabinet – conform het advies van de Gezondheidsraad (Bijlage bij Kamerstukken II 2017-2018 30 175, nr. 292) – toe naar de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie in 2030. Het Ministerie van IenW heeft in totaal € 50 miljoen op het Mobiliteitsfonds (artikel 20.03) gereserveerd voor de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord voor de periode 2020-2023, waarvan voor 2023 € 10 miljoen geraamd staat. Het kabinet werkt samen met medeoverheden aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren en de gezondheidswinst te realiseren. In 2023 vindt de tweede voortgangsmeting plaats en herijken de deelnemers de uitvoeringsagenda. Ook werken we in 2023, op basis van pilots, een aanpak uit om in gebieden met de hoogste blootstelling de gezondheidsrisico’s verder terug te brengen.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) eindigen. De minister van IenW blijft onder de Omgevingswet verantwoordelijk voor het monitoren van, en rapporteren over de Rijks omgevingswaarden voor luchtkwaliteit in Nederland. De monitoring onder de Omgevingswet zal in grote lijnen een voortzetting zijn van de huidige monitoring onder het NSL, waarbij aandacht blijft voor het zo snel mogelijk oplossen van de nog resterende overschrijdingen in enkele gebieden met intensieve veehouderij (fijnstof). Voor 2023 voorzien we besluitvorming over de herziening van de Europese Richtlijn Industriële emissies en de Europese Luchtkwaliteitsrichtlijnen, die naar verwachting zullen leiden tot scherpere emissie-eisen en EU-grenswaarden.

De Eerste Kamer heeft op 18 februari 2020 ingestemd met de aanvullingswet geluid waarmee geluidregels ondergebracht worden in de Omgevingswet. De verdere uitwerking in onderliggende regelgeving heeft plaatsgevonden, waarna het nieuwe stelsel in januari 2023 in werking zal gaan treden. Bij de beleidsdoorlichting voor geluid die in 2022 wordt uitgevoerd ligt een sterke nadruk op de inzet van middelen voor de geluidsanering. De saneringsoperatie wordt onder de Omgevingswet gewijzigd waarbij verbreding plaatsvindt naar situaties met hoge geluidbelastingen die onder de Wet geluidhinder zijn ontstaan en waarbij de efficiëntie van de uitvoering wordt vergroot. Tot slot zijn met betrekking tot het bezien van mogelijkheden van het versterken van geluidbeleid op basis van het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (Motie Schonis: Kamerstuk 35 000 A, nr. 60) verdere beleidswijzigingen verkend (Kamerstukken II 2019-2020, 29 383, nr. 343). De inzet is om dit de komende jaren te vertalen in concrete maatregelen en in specifieke wijzigingen van de regelgeving. Qua regelgeving gaat het om de doorvertaling in de geluidregels van de nieuwe inzichten ten aanzien van het verband tussen de blootstelling aan geluid en de kans op effecten zoals ernstige hinder en slaapverstoring bij bepaalde blootstelling aan geluid (dosis-effect relaties).

Tabel 70 Budgettaire gevolgen van beleid art. 20 (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

34.247

63.455

52.142

40.787

47.867

48.097

49.966

        

Uitgaven

30.712

56.151

54.838

43.487

50.667

50.793

49.966

        

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

30.712

56.151

54.838

43.487

50.667

50.793

49.966

Opdrachten

4.602

10.736

5.566

6.308

6.477

6.463

5.636

Waarvan RIVM

0

6.407

0

0

0

0

0

Waarvan uitvoering geluid- en luchtsanering

4.241

3.726

5.566

6.308

6.477

6.463

5.636

Overige opdrachten

361

603

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

2.575

14.642

11.143

11.142

11.132

11.136

11.136

Waarvan bijdrage aan RWS

2.565

2.681

1.647

1.647

1.647

1.647

1.647

Waarvan bijdrage aan RIVM

0

11.642

9.486

9.485

9.485

9.489

9.489

Bijdrage aan overige agentschappen (RVO en KNMI)

10

319

10

10

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

23.180

30.358

37.666

25.574

32.595

32.730

32.730

Programma NSL en SLA

6.928

10.358

10.000

0

0

0

0

Uitvoering geluidsanering

16.252

20.000

27.666

25.574

32.595

32.730

32.730

Bekostiging

355

415

463

463

463

464

464

        

Ontvangsten

2.038

400

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Onderstaand is in lijn met de voorschriften uit de regeling Rijksbegrotings­ voorschriften een kwalitatieve toelichting voor de juridisch verplichte uitgaven opgenomen. Zie voor een nadere toelichting de ‘wijzigingen RBV 2022’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

Tabel 71 Budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

85%

bestuurlijk gebonden

13%

beleidsmatig gereserveerd

2%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Van het totale budget voor artikel 20 is voor 2023 85% juridisch verplicht.

Opdrachten

Van het opdrachtenbudget is circa 85% juridisch verplicht op grond van lopende verplichtingen voor onder meer de uitvoeringskosten van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai en de organisatie van een congres in 2023 in het kader van het Schone Lucht Akkoord (SLA)

Bijdrage aan agentschappen

De uitgaven voor de agentschapsbijdragen RWS en RIVM zijn volledig juridisch verplicht en hebben een structureel karakter. De bijdrage aan RWS heeft betrekking op beleidsondersteuning en advies (BOA). RWS reserveert capaciteit voor het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid. De bijdrage aan het RIVM wordt ingezet voor een deel van de beleidsuitvoering. Het RIVM voert als kennisinstituut beleidsvoorbereidend en -onderbouwend onderzoek uit ter bevordering van een gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren en geluidhinder te voorkomen of te beperken.

Bijdrage aan medeoverheden

De bijdrage aan medeoverheden is voor 74% juridisch verplicht. Het betreft de subsidieregeling Sanering verkeerslawaai (wordt elk jaar 100% uitgeput) en de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord. Voor laatstgenoemde gaat het om middelen die zijn gereserveerd voor de afwikkeling (de laatste 20%) van reeds toegekende subsidies in 2021 en 2022.

Bekostiging

De middelen op het financieel instrument bekostiging zijn 100% juridisch verplicht en worden aangewend voor (onderzoeks-)opdrachten aan TNO op de beleidsterreinen lucht en geluid.

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

Opdrachten

Het Ministerie van IenW verstrekt uitvoerings- en onderzoeksopdrachten in het kader van geluidhinder en luchtkwaliteit. Ten aanzien van het beleidsterrein geluidhinder gaat het met name om de opdrachtverlening aan het Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV), dat namens het Ministerie van IenW zorg draagt voor de uitvoering van de geluidsanering voor gemeentelijke en provinciale infrastructuur.

Ten aanzien van het beleidsterrein Luchtkwaliteit gaat het met name om een opdracht aan het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) voor de normontwikkelingen inzake emissiemetingen, geurmetingen, werkplek- en buitenluchtmetingen en sensoren luchtkwaliteit. Hiernaast zijn middelen gereserveerd ter uitvoering van de maatregelen zoals opgenomen in de uitvoeringsagenda Schone Lucht Akkoord voor o.a. binnenvaart en havens.

Bijdrage aan agentschappen

RIVM

IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Het RIVM voert als kennisinstituut beleidsvoorbereidend en -onderbouwend onderzoek uit ter bevordering van een gezonde leefomgeving door de luchtkwaliteit te verbeteren en geluidhinder te voorkomen of te beperken. Daarnaast ondersteunt het RIVM het beleid bij een groot aantal (vaak wettelijk vastgelegde) reguliere taken, zoals monitoring- en rapportageverplichtingen op het gebied van luchtkwaliteit en geluid.

RWS

Dit betreft de bijdrage aan RWS voor de capaciteitsinzet in het kader van de uitvoering van diverse werkzaamheden ten behoeve van het programma Lucht en Geluid en het bevorderen van een gezonde leefomgeving. Het gaat hierbij onder meer om de algemene ondersteuning en het voeren van het secretariaat, de monitoring van de voortgang en doelbereik in het kader van de uitvoering van het Schone Lucht Akkoord en overige vraagstukken in relatie tot het reduceren van geluidoverlast.

Bijdrage aan medeoverheden

Hierbij gaat het om de bijdragen aan provincies en gemeenten voor het uitvoeren van saneringsmaatregelen met betrekking tot geluidhinder door het verkeer. Dit in het kader van de subsidieregeling Sanering Verkeerslawaai.

Hiernaast zijn middelen gereserveerd voor de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord (SPUK SLA) middels welke financiële steun wordt gegeven aan gemeentes en provincies voor projecten die zorgen voor schonere lucht en gezondheidswinst. Alleen provincies en gemeenten die het Schone Lucht Akkoord hebben ondertekend komen in aanmerking voor deze uitkering.

Bekostiging

Jaarlijks bekostigt het Ministerie van IenW een deel van het milieuonderzoeksprogramma van TNO.

Over de invulling van dit programma worden afspraken gemaakt met TNO, mede om te borgen dat het onderzoek en de resultaten dienstbaar zijn aan de beleidsontwikkeling en -onderbouwing door IenW.

7

SWUNG: Samen Werken aan de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid

8

Waarden uit 2005

Licence