Base description which applies to whole site

Bijlage 3: Verdiepingshoofdstuk

Dit onderdeel bevat het verdiepingshoofdstuk van de SZW-begroting. In deze paragraaf wordt voor alle artikelen op de SZW-begroting de mutatie van uitgaven en ontvangsten tussen de ontwerpbegroting 2022 en de huidige ontwerpbegroting 2023 gedetailleerd toegelicht. Dit gebeurt zowel voor de begrotingsgefinancierde als voor de premiegefinancierde regelingen.

De opbouw van deze tabellen is gelijk aan elkaar. Bij de begrotingsgefinan­cierde en bij de premiegefinancierde regelingen worden, conform de RBV, de mutaties in de nota van wijziging, in de amendementen, de twee incidentele suppletoire begrotingen, de eerste suppletoire begroting (Voorjaarsnota) en de nieuwe mutaties (Miljoenennota) vermeld.

1. Arbeidsmarkt

Tabel 139 Uitgaven beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

4.546.625

1.771.792

1.132.752

995.862

1.006.439

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

‒ 697.703

‒ 436.830

0

0

0

 

Mutaties 1e Incidentele suppletoire begroting

1.809.000

0

0

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

243.574

‒ 295.307

‒ 27.645

101.425

‒ 240.032

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

11.100

3.083

3.123

5.747

4.440

 

2. Overboekingen met andere departementen

‒ 4.201

0

0

0

0

 

3. Budgettair neutrale herschikkingen

‒ 3.384

785

‒ 1.632

‒ 1.122

‒ 947

 

4. Kasschuiven

‒ 71.908

‒ 67.636

‒ 12.298

‒ 50.998

121.849

 

5. Afrekening UWV 2021

7

0

0

0

0

 

6. Bijstelling NOW 3

‒ 2.900.896

0

0

0

0

 

7. Bijstelling NOW 4

‒ 281.740

133.227

0

0

0

 

8. Bijstelling NOW 5

0

125.888

0

0

0

 

9. Bijstelling NOW 6

‒ 581.001

145.630

0

0

0

 

10. CA permanente scholing via leerrechten

0

125.000

125.000

125.000

125.000

 

11. LKV verlaging

0

0

0

0

‒ 28.757

 

12. Subsidie SLIM

0

0

0

‒ 10.200

‒ 10.200

 

13. LIV en Jeugd-LIV WML verhogen

0

0

124.000

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

2.069.473

1.505.632

1.343.300

1.165.714

977.792

714.350

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Er zijn 8 overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie is de overboeking naar het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het subsidieprogramma mentale vitaliteit (- € 3,0 miljoen).

  • 3. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen voor de subsidieregelingen leren en ontwikkelen in het MKB (SLIM) (- € 6 miljoen) en voor Nederland leert door (- € 26,3 miljoen) doorgeschoven van 2022 naar 2023. Voor de Maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU) worden er middelen doorgeschoven van 2022 (- € 39,6 miljoen) tot en met 2025 naar 2026 en 2027.

  • 5. In 2021 is de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) bevoorschot aan UWV, dit blijkt € 7 duizend te laag te zijn geweest. Dit is in 2022 nabetaald.

  • 6. Op basis van informatie uit het vaststellingentraject blijkt dat de meeste bedrijven een hoger voorschot hebben aangevraagd voor de NOW 3 dan waar zij achteraf recht op hebben. Op basis van deze signalen is de raming neerwaarts bijgesteld met € 2.900,9 miljoen in 2022.

  • 7. In 2022 heeft SZW de raming verlaagd met € 281,7 miljoen, omdat het minder uitbetalingen verwacht voor de NOW 4. Echter in 2023 verwacht SZW nog een aanvullend bedrag te verstrekken aan UWV van € 133,2 miljoen, waarvoor de raming opwaaarts wordt bijgesteld.

  • 8. Op basis van het aantal ontvangen aanvragen voor de NOW 5 wordt nog een nabetaling van € 125,9 miljoen verwacht in 2023, bovenop het bedrag dat reeds in eerdere jaren beschikbaar is gesteld aan UWV.

  • 9. In 2022 heeft SZW de raming verlaagd met € 581,0 miljoen, omdat het minder uitbetalingen verwacht voor de NOW 6. Echter in 2023 verwacht SZW nog een aanvullend bedrag te verstrekken aan UWV van € 145,6 miljoen, waarvoor de raming opwaarts wordt bijgesteld.

  • 10. In het coalitieakkoord is 4 x € 125 miljoen uitgetrokken voor permanente scholing via leerrechten. Deze middelen worden ingezet voor een compartiment binnen STAP voor praktisch geschoolden (t/m mbo4) en een programma leercultuur (€ 1,25 miljoen). De uitvoeringskosten voor het extra compartiment zitten (nu nog) in deze reeks en worden geschat op € 12,5 miljoen.

  • 11. Per 2025 wordt de hoogte van het LKV Ouderen, LKV Arbeidsgehandicapten en LKV Herplaatsen Arbeidsgehandicapten verlaagd. Deze maatregel wordt genomen ter dekking van een per saldo tegenvaller bij uitkeringsregelingen die ontstond na verwerking van uitvoeringsinformatie en de meest recente raming van het CPB. In het voorjaar wordt de precieze invulling bekeken. Omdat het budgettair effect neerslaat in jaar t+1, wordt het budget vanaf 2026 met ‒ € 28,2 miljoen verlaagd.

  • 12. Vanaf 2025 wordt het budget voor stimulering LLO in het MKB met circa € 10 miljoen verlaagd.

  • 13. Door de verhoging van het WML in 2023 nemen de uitgaven aan het LIV en J-LIV in 2024 (budgettair effect in jaar t + 1) naar verwachting toe met € 124,0 miljoen.

Tabel 140 Ontvangsten beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

988.799

504.868

100.238

62.155

25.683

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

‒ 974.989

‒ 102.694

‒ 40.207

40.673

38.347

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

1.687.818

‒ 388.294

‒ 46.151

‒ 88.948

‒ 50.150

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Terugontvangsten

3.055

0

0

0

0

 

2. Bijstelling ontvangsten NOW 1

1.010.972

69.000

0

0

0

 

3. Bijstelling ontvangsten NOW 2

916.571

72.243

0

0

0

 

4. Bijstelling ontvangsten NOW 3

88.114

51.382

0

0

0

 

5. Bijstelling ontvangsten NOW 5

242.886

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

3.963.226

206.505

13.880

13.880

13.880

13.880

  • 1. Er zijn diverse terugontvangsten bij artikel 1, onder andere van de subsidie Nederland leert door is er een terugontvangst van toegekende subsidies (€ 3,0 miljoen).

  • 2. Op basis van de ontvangen informatie van UWV is de raming van de terugontvangsten NOW 1 opwaarts bijgesteld. Dit leidt tot € 1.011,0 miljoen meer ontvangsten in 2022.

  • 3. Op basis van de ontvangen informatie van UWV is de raming van de terugontvangsten NOW 2 opwaarts bijgesteld. Dit leidt tot € 916,6 miljoen meer ontvangsten in 2022.

  • 4. Op basis van de ontvangen informatie van UWV is de raming van de terugontvangsten NOW 3 opwaarts bijgesteld. Dit leidt tot € 88,1 miljoen meer ontvangsten in 2022.

  • 5. Op basis van de ontvangen informatie van UWV is de raming van de terugontvangsten NOW 5 opwaarts bijgesteld. Dit leidt tot € 242,9 miljoen meer ontvangsten in 2022.

Tabel 141 Uitgaven premiegefinancierd artikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022 reëel

448.429

454.181

460.013

465.926

471.923

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 43.367

‒ 65.818

‒ 72.920

‒ 80.098

‒ 87.237

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

11.441

10.970

10.934

10.898

10.863

 

2. Ramingsbijstelling TV na 2 jaar ziekte

‒ 5.575

‒ 3.554

‒ 3.542

‒ 3.529

‒ 3.516

 

3. Ramingsbijstelling TV MKB

‒ 9.327

‒ 9.655

‒ 9.655

‒ 9.655

‒ 9.655

 

4. Latere start TV MKB bij ziekte

0

‒ 12.338

0

0

0

 

5. WML verhoging TV na 2 jr ziekte

0

4.000

6.000

6.000

6.000

 

Stand ontwerpbegroting 2023 reëel

401.601

377.786

390.830

389.542

388.378

 
       

Stand ontwerpbegroting 2022 nominaal

8.677

17.545

27.320

38.073

49.420

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

2.764

7.290

27.779

48.406

52.712

 
       

Nieuwe mutaties:

      

6. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

429

‒ 14.730

‒ 31.657

‒ 32.875

 

7. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2022

‒ 11.441

‒ 10.970

‒ 10.934

‒ 10.898

‒ 10.863

 

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

0

14.294

29.435

43.924

58.394

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

401.601

392.080

420.265

433.466

446.772

460.109

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie zijn de uitgaven zeer beperkt neerwaarts bijgesteld. Het volume compensatie met terugwerkende kracht komt naar verwachting wat lager uit door een hoger afwijzingspercentage. Het volume compensatie op basis van nieuwe gevallen komt licht hoger omdat er sprake is van iets meer aanvragen op maandbasis. De gemiddelde hoogte van de compensatie voor nieuwe gevallen is beperkt neerwaarts bijgesteld.

  • 3. De uitgavenraming is op basis van uitvoeringsinformatie relatief fors neerwaarts bijgesteld. De regeling is pas kort in werking (sinds 1-1-2021; het onderdeel bedrijfseinde wegens ziekte is nog niet in werking getreden) en kent een lange ingroeiperiode (tenminste 18 maanden). De realisaties over het eerste tertaal van 2022 laten op maandbasis een terugval zien, waardoor uitgaven veel lager uitkomen dan verwacht op basis van de eerdere ingroei in 2021. De gemiddelde prijs voor de inwerkinggetreden onderdelen is marginaal opwaarts bijgesteld op basis van de realisaties. Op basis van 16 maanden aan realisaties lijkt het volume dan ook op een lager niveau uit te gaan komen nadat de ingroeiperiode geheel is doorlopen. Dit betekent een bijstelling van ruim ‒ € 9 miljoen voor 2022 en bijna ‒ € 10 miljoen voor 2023 en verder. Deze bijstelling komt neer op ongeveer 50% van de eerder geraamde totale uitgaven aan de inwerkinggetreden onderdelen bedrijfseinde wegens pensionering of overlijden.

  • 4. Het onderdeel bedrijfseinde wegens ziekte werkgever treedt pas op zijn vroegst op 1 januari 2024 in werking. De uitgaven in 2023 komen daarom lager uit dan eerder geraamd (- € 12,3 miljoen).

  • 5. De verhoging van het minimumloon per 1 januari 2023 leidt vanaf die datum tot hogere transitievergoeding, omdat deze wordt berekend op basis van het geldende loon per datum einde dienstverband. Hierdoor vallen de uitgaven van de compensatieregeling transitievergoeding hoger uit.

  • 6. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 7. Zie bij mutatie nummer 1.

2. Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Tabel 142 Uitgaven beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

7.388.951

7.458.109

7.700.806

7.891.360

8.019.305

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

333

0

0

0

0

 

Mutaties amendement 2022

270

280

290

290

300

 

Mutaties 1e Incidentele suppletoire begroting 2022

15.674

0

0

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 140.656

‒ 490.984

‒ 517.893

‒ 588.817

‒ 574.687

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

110.675

110.830

114.326

116.128

118.156

 

2. Macromutaties

‒ 137.025

‒ 191.375

‒ 148.874

‒ 118.434

‒ 85.711

 

3. Overboekingen met andere departementen

‒ 5.011

‒ 5.705

‒ 5.670

‒ 5.671

‒ 3.171

 

4. Budgettair neutrale herschikkingen

7.609

2.357

2.740

250

250

 

5. Kasschuiven

‒ 2.433

1.953

120

120

120

 

6. Ramingsbijstelling

‒ 8.350

‒ 12.060

‒ 12.682

‒ 15.031

‒ 14.893

 

7. CA plan armoede en schulden

0

47.500

39.500

33.000

15.000

 

8. CA plan arbeidsmarktinfrastructuur

0

1.563

600

1.300

1.300

 

9. Energietoeslag CN

2.600

7.000

0

0

0

 

10. Bijstelling Bbz

‒ 3.323

357

170

170

170

 

11. Raming TW verhoging WML

0

‒ 74.170

‒ 58.911

‒ 48.183

‒ 42.383

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

7.229.314

6.855.655

7.114.522

7.266.482

7.433.756

7.630.851

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. De raming van het macrobudget Participatiewetuitkeringen is aangepast op basis van de laatste ontwikkelingen in de werkloosheid. Het CPB heeft zijn beeld over de werkloze beroepsbevolking positief bijgesteld. Hierdoor dalen de uitgaven aan bijstandsuitkeringen.

  • 3. Er zijn 13 overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie is de overboeking naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor doorontwikkeling clustering rijksincasso (- € 4,5 miljoen).

  • 4. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting, waaronder een subsidie voor de programmaraad Divosa 2022-2023 (€ 1,3 miljoen), een bijdrage aan de subsidie hoofdzaak (€ 1,4 miljoen) en de energietoeslag voor inwoners van Caribisch Nederland (€ 0,4 miljoen).

  • 5. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen van subsidies en opdrachten doorgeschoven van 2022 (- € 2,4 miljoen) naar 2023 en verder.

  • 6. De mutatie betreft een samenstelling van doorwerkingen van uitvoeringsgegevens op het terrein van onder andere de Bijstand Zelfstandigen en de Toeslagenwet. Ook is de raming van de aanpassing van de kostendelersnorm vanaf 2023 minimaal bijgesteld naar aanleiding van uitvoeringsgegevens. Dit leidt samen tot een meevaller van € 8,4 miljoen in 2022.

  • 7. Van de in het coalitieakkoord opgenomen middelen voor arbeidsmarkt, armoede en schulden wordt in 2023 € 47,5 miljoen aan programmagelden voor preventie, armoede en schulden beschikbaar gesteld, aflopend naar € 15,0 miljoen vanaf 2026 structureel.

  • 8. Van de in het coalitieakkoord opgenomen middelen voor arbeidsmarktinfrastructuur wordt in 2023 € 1,6 miljoen beschikbaar gesteld, aflopend naar € 1,3 miljoen vanaf 2025 structureel.

  • 9. Naar analogie van Europees Nederland is voor Caribisch Nederland de energietoeslag in 2022 verhoogd met € 500 tot € 1.300 voor huishoudens met een laag inkomen (€ 2,6 miljoen). In 2023 wordt eveneens een energietoeslag van € 1.300 uitgekeerd aan lage inkomens (€ 7,0 miljoen).

  • 10. De gerealiseerde uitgaven Bijstand zelfstandigen vallen dit jaar lager uit dan geraamd. De uitgaven vanaf 2023 zijn licht opwaarts bijgesteld omdat het aantal uitgegeven kapitaalverstrekkingen in 2021 iets hoger was dan eerder verwacht.

  • 11. De vervroeging van de wettelijk minimumloon (WML) stijging zorgt ook voor een besparing op de TW, omdat de uitkeringen bij de moederwetten stijgen en er hierdoor minder TW-aanvullingen nodig zijn. Dit leidt tot lagere lasten van ‒ € 74,2 miljoen in 2023 aflopend tot ‒ € 42,4 miljoen in 2026.

Tabel 143 Ontvangsten beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

18.215

18.232

75.540

75.137

74.415

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

0

0

‒ 32.600

‒ 6.950

‒ 6.850

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

216.755

‒ 298

‒ 2.447

‒ 4.945

‒ 5.443

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Afrekening UWV 2021

27.621

0

0

0

0

 

2. Afrekening SVB 2021

568

0

0

0

0

 

3. Bijstelling Bbz

452

298

‒ 77

‒ 27

26

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

263.611

18.232

40.416

63.215

62.148

61.807

  • 1. Over 2021 zijn er diverse afrekeningen van regelingen die bevoorschot zijn aan UWV, op sommige ontvangt SZW geld terug. De grootste afrekening is van de Toeslagenwet (€ 27,3 miljoen).

  • 2. Over 2021 zijn er diverse afrekeningen van regelingen die bevoorschot zijn aan de SVB, op sommige ontvangt SZW geld terug. De grootste betreft de afrekening van de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) (€ 0,5 miljoen).

  • 3. De gerealiseerde ontvangsten Bijstand zelfstandigen vallen dit jaar hoger uit dan geraamd. De ontvangsten vanaf 2023 zijn licht bijgesteld op basis van de realisatiecijfers over 2021.

3. Arbeidsongeschiktheid

Tabel 144 Uitgaven beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

17.714

3.286

784

796

804

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 3.840

‒ 2.539

‒ 13

‒ 13

‒ 12

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

29

30

31

32

32

 

2. Budgettair neutrale herschikkingen

‒ 1.500

‒ 21

‒ 21

‒ 21

‒ 21

 

3. Kasschuif

‒ 5.375

‒ 1.613

5.375

1.613

0

 

4. Overboekingen met andere departementen

0

10.750

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

7.028

9.893

6.156

2.407

803

808

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen van Individuele plaatsing en steun doorgeschoven van 2022 (- € 5,4 miljoen) naar 2023 tot en met 2025. Deze kasschuiven zijn nodig omdat er gewerkt wordt met 3 betaalmomenten.

  • 4. Er is een overboeking van het Gemeentefonds voor de Regeling vergoeding Individuele plaatsing en steun (€ 10,8 miljoen in 2023).

Tabel 145 Uitgaven premiegefinancierd artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022 reëel

10.923.991

11.201.288

11.421.149

11.574.587

11.677.160

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

18.165

71.493

115.492

122.350

130.974

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

310.429

319.818

327.346

331.886

335.106

 

2. Ramingsbijstelling

44.873

51.288

40.650

‒ 22.573

‒ 44.948

 

3. Korte termijnmaatregelen SMB

1.400

39.500

53.400

61.200

63.900

 

4. Dekking SMB en uitvoeringstegenvaller

‒ 6.000

0

0

0

0

 

5. Verhoging WML

0

3.401

10.337

14.754

17.821

 

Stand ontwerpbegroting 2022 reëel

11.292.858

11.686.788

11.968.374

12.082.204

12.180.013

 
       

Stand ontwerpbegroting 2022 nominaal

266.567

530.693

824.492

1.134.097

1.451.492

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

43.862

536.155

737.946

933.182

1.079.251

 
       

Nieuwe mutaties:

      

6. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

730.583

675.018

604.325

580.326

 

7. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2022

‒ 310.429

‒ 319.818

‒ 327.346

‒ 331.886

‒ 335.106

 

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

0

1.477.613

1.910.110

2.339.718

2.775.963

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

11.292.858

13.164.401

13.878.484

14.421.922

14.955.976

15.484.399

       
  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Op basis van de uitvoeringsinformatie van UWV zijn de geraamde uitgaven aan de arbeidsongeschiktheidsregelingen bijgesteld. De IVA-uitgaven zijn meerjarig naar beneden bijgesteld. Dit komt voornamelijk door een lager aantal uitkeringen. De WGA-uitgaven zijn meerjarig naar boven bijgesteld. Dit komt voornamelijk door een hoger aantal uitkeringen. De WAO-uitgaven zijn meerjarig naar beneden bijgesteld. Dit komt voornamlijk door een lager aantal uitkeringen. De WAZ is slechts beperkt bijgesteld.

  • 3. Het kabinet neemt op korte termijn drie tijdelijke maatregelen om urgente problematiek te verminderen ten aanzien van de mismatch tussen vraag naar en het aanbod van sociaal-medische beoordelingen bij UWV. Door deze maatregelen komen de uitgaven aan uitkeringslasten cumulatief € 135 miljoen hoger uit. Deze maatregelen worden gedekt binnen de uitvoeringskosten van UWV op de SZW-begroting.

  • 4. Overgebleven middelen uit het re-integratiebudget UWV worden ingezet als één van de dekkingsbronnen voor de hierboven genoemde maatregelen en de uitvoeringstegenvaller van het ministerie.

  • 5. Per 1 januari 2023 wordt het wettelijk minimumloon (WML) beleidsmatig met 8,05% verhoogd. Dit zorgt ervoor dat het maximum dagloon voor WIA instromers vanaf 2023 toeneemt en dat mensen vanaf 2026 gemiddeld met een hoger loon de WIA instromen. Hierdoor stijgen de WIA uitkeringslasten.

  • 6. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 7. Zie bij mutatie nummer 1.

4. Jonggehandicapten

Tabel 146 Uitgaven beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

3.553.766

3.570.977

3.590.379

3.650.346

3.665.168

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

147.839

153.406

173.085

176.311

186.820

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

104.770

105.130

106.309

107.245

108.009

 

2. Ramingsbijstelling Wajong

‒ 74.050

‒ 66.052

‒ 70.462

‒ 74.395

‒ 72.060

 

3. Afrekening Wajong 2021

8.593

0

0

0

0

 

4. Re-integratie Wajong

‒ 6.000

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

3.734.918

3.763.461

3.799.311

3.859.507

3.887.937

3.918.221

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Op basis van de realisatiegegevens van UWV is de raming van de uitkeringslasten Wajong voor 2022 naar beneden bijgesteld. Dit naar aanleiding van een modelaanpassing en door een hogere stijging in de uitstroom ten opzichte van de instroom bij de oude Wajongregelingen. Bij de oude Wajongregelingen neemt de prijs toe door een lager percentage personen met arbeidsvermogen. Hierdoor zijn er relatief meer personen met een volledige Wajong-uitkering.

  • 3. In 2021 is de Wajong bevoorschot aan UWV, dit blijkt € 8,6 miljoen te laag te zijn geweest.

  • 4. Dit betreft vrijvallende middelen bij re-integratie Wajong.

Tabel 147 Ontvangsten beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

 
       

1. Afrekening UWV 2021

4.900

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

4.900

0

0

0

0

0

  • 1. In 2021 is de Wajong re-integratie bevoorschot aan UWV, dit blijkt € 4,9 miljoen te hoog te zijn geweest.

5. Werkloosheid

Tabel 148 Uitgaven beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

282.534

143.424

142.147

143.215

110.838

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

‒ 11.121

10.050

4.850

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 9.594

5.686

‒ 9.167

‒ 13.089

‒ 10.280

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

3.416

3.734

3.737

3.677

2.841

 

2. Ramingsbijstelling

‒ 8.218

‒ 10.316

‒ 14.046

‒ 17.636

‒ 12.614

 

3. Budgettaire neutrale herschikking

‒ 345

0

0

0

0

 

4. CA plan arbeidsmarktinfrastructuur

0

71.900

0

0

0

 

5. CA plan scholing WW

0

13.100

13.100

13.100

13.100

 

6. Afrekening UWV 2021

1.052

0

0

0

0

 

7. IOW besparing vereenv. claimbeoordeling 60+

0

0

‒ 300

‒ 6.200

‒ 9.800

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

257.724

237.578

140.321

123.067

94.085

62.059

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie van UWV is de IOW voor 2022 en verder neerwaarts bijgesteld, voornamelijk op basis van nieuwe werkloosheidsvoorspellingen van het CPB.

  • 3. Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting.

  • 4. Van de in het coalitieakkoord opgenomen middelen voor arbeidsmarktinfastructuur wordt in 2023 € 71,9 miljoen beschikbaar gesteld.

  • 5. Van de in het coalitieakkoord opgenomen middelen voor scholing WW wordt vanaf 2023 € 13,1 miljoen structureel beschikbaar gesteld.

  • 6. In 2021 is de kassiersfunctie crisisdienstverlening bevoorschot door UWV, dit blijkt € 1,1 miljoen te laag te zijn geweest.

  • 7. Door de vereenvoudigde claimbeoordeling van 60-plussers komen er naar verwachting minder 60-plussers in de WW. Hierdoor is er een besparing vanaf 2022 op de WW. De besparing op de WW leidt vertraagd tot een besparing op de IOW.

Tabel 149 Ontvangsten beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Afrekening UWV 2021

10.425

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

10.425

0

0

0

0

0

  • 1. Over 2021 zijn er diverse afrekeningen van regelingen die bevoorschot zijn aan UWV, de grootste afrekening is van de IOW (€ 5,5 miljoen).

Tabel 150 Uitgaven premiegefinancierd artikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022 reëel

4.229.344

4.368.755

4.672.366

4.905.973

4.963.576

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 1.059.538

‒ 997.193

‒ 923.926

‒ 997.239

‒ 957.134

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

93.649

99.602

111.566

116.213

119.045

 

2. Ramingsbijstelling

‒ 483.062

‒ 385.847

‒ 337.674

‒ 253.508

‒ 172.814

 

3. WW besparing vereenv. claimbeoordeling 60+

‒ 1.200

‒ 29.000

‒ 45.700

‒ 18.200

0

 

4. WML verhoging

0

16.797

51.362

67.043

64.898

 

Stand ontwerpbegroting 2023 reëel

2.779.193

3.073.114

3.527.994

3.820.282

4.017.571

 
       

Stand ontwerpbegroting 2022 nominaal

105.136

219.827

361.943

516.651

664.334

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 11.487

54.386

61.142

79.566

116.132

 
       

Nieuwe mutaties:

      

5. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

91.284

18.416

6.285

15.829

 

6. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2022

‒ 93.649

‒ 99.602

‒ 111.566

‒ 116.213

‒ 119.045

 

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

0

265.895

329.935

486.289

677.250

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

2.779.193

3.339.009

3.857.929

4.306.571

4.694.821

5.076.582

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie van UWV en nieuwe werkloosheidsvoorspellingen van het CPB verwachten we minder WW-uitkeringen de komende jaren. Dit heeft geleid tot een neerwaartse ramingsbijstelling.

  • 3. Door vereenvoudigde claimbeoordeling van 60-plussers komen er naar verwachting minder 60-plussers in de WW. Hierdoor is er een besparing vanaf 2022.

  • 4. Per 1 januari 2023 wordt het wettelijk minimumloon (WML) beleidsmatig met 8,05% verhoogd. Dit zorgt ervoor dat het maximum dagloon voor WW instromers vanaf 2023 toeneemt. Hierdoor stijgen de WW uitkeringslasten.

  • 5. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 6. Zie bij mutatie nummer 1.

Tabel 151 Ontvangsten premiegefinancierd artikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022 reëel

234.300

236.106

236.106

236.106

230.868

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 16.000

‒ 16.000

‒ 16.000

‒ 16.000

‒ 16.000

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

6.328

6.381

6.381

6.381

6.229

 

2. Ramingsbijstelling

‒ 19.117

‒ 3.117

‒ 3.117

‒ 3.117

‒ 3.117

 

Stand ontwerpbegroting 2023 reëel

205.511

223.370

223.370

223.370

217.980

 
       

Stand ontwerpbegroting 2022 nominaal

5.856

11.940

18.378

24.985

31.059

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

472

3.037

5.882

8.678

10.958

 
       

Nieuwe mutaties:

      

3. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

1.699

1.517

1.329

1.220

 

4. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2022

‒ 6.328

‒ 6.381

‒ 6.381

‒ 6.381

‒ 6.229

 

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

0

10.295

19.396

28.611

37.008

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

205.511

233.665

242.766

251.981

254.988

255.296

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de ontvangsten op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Overheidswerkgevers zijn eigenrisicodragers voor de WW. De WW-uitgaven worden door UWV verhaald op deze werkgevers. De raming van de ontvangsten uit verhaal is op basis van uitvoeringsinformatie voor alle jaren naar beneden bijgesteld.

  • 3. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 4. Zie bij mutatie nummer 1.

6. Ziekte en verlofregelingen

Tabel 152 Uitgaven beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

36.626

63.469

63.207

63.047

62.882

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

1.006

388

416

388

370

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

654

915

904

900

895

 

2. Budgettair neutrale herschikkingen

‒ 515

‒ 7.166

‒ 294

‒ 294

‒ 294

 

3. Uitstel TSB regeling

‒ 27.136

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

10.635

57.606

64.233

64.041

63.853

63.754

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. De ingangsdatum van de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) is uitgesteld van 1 juli 2022 naar 1 januari 2023. De middelen die voor 2022 gereserveerd waren, worden daarom ingezet als dekking voor de uitvoeringstegenvaller van het ministerie.

Tabel 153 Ontvangsten beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

 
       

1. Afrekening SVB 2021

1.080

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

1.080

0

0

0

0

0

  • 1. Over 2021 zijn er diverse afrekeningen van regelingen die bevoorschot zijn aan de SVB, de grootste afrekening is van de regeling CSE (€ 0,7 miljoen).

Tabel 154 Uitgaven premiegefinancierd artikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022 reëel

3.636.657

3.921.108

3.992.696

4.054.721

4.111.473

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

167.134

277.576

295.229

305.211

318.062

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

110.240

121.757

124.349

126.442

128.465

 

2. Ramingsbijstelling

21.922

91.383

90.207

90.124

84.513

 

3. WML verhoging

0

55.025

68.830

74.730

75.506

 

Stand ontwerpbegroting 2023 reëel

3.935.953

4.466.849

4.571.311

4.651.228

4.718.019

 
       

Stand ontwerpbegroting 2022 nominaal

90.136

193.949

303.884

419.864

541.473

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

20.104

119.941

176.611

249.870

327.924

 
       

Nieuwe mutaties:

      

4. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

102.664

61.527

55.279

62.912

 

5. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2022

‒ 110.240

‒ 121.757

‒ 124.349

‒ 126.442

‒ 128.465

 

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

0

294.797

417.673

598.571

803.844

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

3.935.953

4.761.646

4.988.984

5.249.799

5.521.863

5.733.332

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Afgezien van de loon- en prijsbijstellingen, dalen de ZW uitgaven voor het lopende jaar als gevolg van een lager aantal uitkeringsjaren. Dit komt voornamelijk door een afname van de uitkeringsjaren bij de vangnetten eindedienstverbanders en zieke werklozen. Vanaf 2023 is er sprake van een stijging van de ZW uitgaven als gevolg van een groter aantal werkenden. De WAZO uitgaven nemen meerjarig toe als gevolg van een verwachte toename van het aantal geboorten en de stijging van het wettelijk minimumloon. Daarnaast nemen de uitgaven toe omdat, op basis van de prognose van het UWV, de verwachte jaaruitkering voor de Wet betaald ouderschapsverlof (WBO) naar boven is bijgesteld.

  • 3. Per 1 januari 2023 wordt het wettelijk minimumloon (WML) beleidsmatig met 8,05% verhoogd. Dit zorgt ervoor dat het gemiddelde loon in Nederland toeneemt en dat het maximum dagloon voor de ZW, WAZO, WIEG en WBO stijgt. Hierdoor stijgen de uitkeringslasten van deze regelingen.

  • 4. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 5. Zie bij mutatie nummer 1.

7. Kinderopvang

Tabel 155 Uitgaven beleidsartikel 7 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

3.857.977

3.844.465

3.847.070

3.888.754

3.947.795

 

Mutaties 1e Incidentele suppletoire begroting 2022

78.000

0

0

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

172.831

239.195

285.920

283.229

263.018

 
       
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

21.439

21.181

22.119

30.246

32.070

 

2. Ramingsbijstelling KOT

136.647

166.508

164.208

255.815

228.332

 

3. Kasschuif

‒ 3.000

0

3.000

0

0

 

4. Budgettair neutrale herschikkingen

3.687

1.841

3.000

3.000

3.000

 

5. Overboekingen met andere departementen

‒ 2.670

‒ 800

7.000

6.600

6.600

 

6. Afrekening SVB 2021

122

0

0

0

0

 

7. CA verhoging KOT in 2025

0

0

132.202

1.662.202

1.978.202

 

8. CA verhoging KOT in 2025 CN

0

0

805

805

805

 

9. KOT stelselwijziging

0

10.000

0

0

0

 

10. KOT herstel box 3

967

967

967

0

0

 

11. Aanpassing raming KOT uitgaven en ontvangsten

0

0

0

‒ 41.000

‒ 133.000

 

12. KOT uitgaven ivm Oekraïense ontheemden

0

33.200

0

0

0

 

13. Kwijtschelden gem. schulden ex-partners

0

0

0

8.500

4.250

 

14. Verhoging KOT vergoeding

0

0

6.282

80.070

102.313

 

15. Verhoging KOT vergoeding CN

0

600

600

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

4.266.000

4.317.157

4.473.173

6.178.221

6.433.385

6.603.981

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie zijn de uitgaven Kinderopvangtoeslag naar boven bijgesteld. Zowel het aantal kinderen dat naar de kinderopvang gaat als het gemiddelde aantal uren per kind zijn hoger uitgekomen dan verwacht. Dit werkt meerjarig door in een hoger gebruik en daarmee ook hogere uitgaven kinderopvangtoeslag.

  • 3. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen voor huisvesting kinderopvang BES doorgeschoven van 2022 naar 2024. In 2022 worden verplichtingen aangegaan tegenover de eilanden voor verbetering huisvesting kinderopvang op CN. De bijbehorende uitgaven vinden echter pas in latere jaren plaats.

  • 4. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting. Onder meer betreft het herschikking van budget naar de juiste instrumenten voor het programma Best 4 Kids ter ondersteuning van kinderopvang BES.

  • 5. Er zijn 5 overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie is de overboeking van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor kinderopvang CN (vanaf 2024 € 6,6 miljoen structureel per jaar). Daarnaast zijn middelen overgeboekt naar het Ministerie van Financiën voor de uitvoeringskosten van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO (€ 2,4 miljoen in 2022 en € 1,0 miljoen in 2023).

  • 6. Er is een nabetaling aan de SVB. De SVB heeft in 2021 € 0,1 miljoen meer aan kinderopvangtoeslag buitenland uitgegeven dan was bevoorschot. Het verschil is achteraf aan de SVB nabetaald.

  • 7. Van de in het coalitieakkoord opgenomen middelen voor vergoeding van de kinderopvang naar 95% wordt vanaf 2024 € 132,0 miljoen oplopend naar € 1.978,0 miljoen in 2026 beschikbaar gesteld. De kinderopvangtoeslag wordt in 2025 verhoogd, waardoor alle werkende ouders aanspraak maken op 95% vergoeding van de opvangkosten tot aan de maximum uurprijs. Omdat de KOT in de maand vooraf aan de ouders wordt uitgekeerd, zijn er in (december) 2024 ook meeruitgaven.

  • 8. Van de in het coalitieakkoord opgenomen middelen voor de vergoeding van de kinderopvang naar 95% wordt ook voor CN vanaf 2024 € 0,8 miljoen structureel beschikbaar gesteld.

  • 9. Vanuit de in het coalitieakkoord opgenomen middelen voor kosten die samenhangen met de bredere stelselwijziging in de kinderopvangtoeslag wordt voor 2023 € 10,0 miljoen beschikbaar gesteld. Het betreft implementatiekosten en transitiekosten in aanloop naar een stelsel van directe financiering.

  • 10. Met de herstelactie Box 3 wordt een deel van de verzamelinkomens van de groep bezwaarmakers naar beneden bijgesteld. Een lager verzamelinkomen kan een hoger recht op toeslagen met zich meebrengen. Deze mutatie betreft het verwachte effect van de herstelactie Box 3 op de uitgaven KOT (€ 1,0 miljoen van 2022 tot en met 2024).

  • 11. In het coalitieakkoord is afgesproken om vanaf 2025 de kinderopvangtoeslag voor alle werkende ouders op 95% te zetten en om directe financiering in te voeren. Met directe financiering kan beter worden aangesloten op de actuele opvangsituatie van ouders, zoals het aantal uren gebruik van kinderopvang. Dit leidt tot minder nabetalingen (er zijn ook minder terugvorderingen, zie hiervoor mutatie 2 bij de ontvangsten).

  • 12. Deze uitgaven komen voort uit de toestroom van Oekraïense ontheemden. De ontheemden maken, indien zij werken, aanspraak op kinderopvangtoeslag. De uitgaven zijn voor de eerste twee kwartalen van 2023.

  • 13. De gemeentelijke schulden van ex-partners van gedupeerden worden bij de hersteloperatie toeslagen kwijtgescholden. Gemeenten worden met een vertraging gecompenseerd voor de kwijtscheldingen (€ 8,5 miljoen in 2025 en € 4,3 miljoen 2026).

  • 14. Het vergoedingspercentage in de kinderopvangtoeslag wordt per 2025 verhoogd van 95% naar 96%. Dit leidt tot hogere uitgaven.

  • 15. Om de koopkracht te versterken op Caribisch Nederland wordt de eigen bijdrage voor kinderopvang verlaagd in 2023 en 2024.

Tabel 156 Ontvangsten beleidsartikel 7 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.584.673

1.598.163

1.609.436

1.625.109

1.638.950

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

‒ 1.487

‒ 744

0

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 18.371

21.625

6.523

‒ 4.708

‒ 2.854

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Ramingsbijstelling KOT

1.611

4.640

8.386

5.136

5.392

 

2. Aanpassing raming KOT uitgaven en ontvangsten

0

0

0

‒ 41.000

‒ 133.000

 

3. Kwijtschelden schulden ex-partners

0

‒ 1.600

‒ 1.600

0

0

 

4. Werkgeversbijdrage

114.485

143.682

138.194

134.460

134.460

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

1.680.911

1.765.766

1.760.939

1.718.997

1.642.948

1.568.937

  • 1. De ontvangsten Kinderopvangtoeslag zijn meerjarig naar boven bijgesteld. Dit hangt samen met de opwaartse bijstelling van de uitgaven Kinderopvangtoeslag op basis van uitvoeringsinformatie. Als gevolg van de hogere uitgaven nemen, met vertraging, ook de terugontvangsten toe.

  • 2. In het coalitieakkoord is afgesproken om vanaf 2025 de kinderopvangtoeslag voor alle werkende ouders op 95% te zetten en om directe financiering in te voeren. Met directe financiering kan beter worden aangesloten op de actuele opvangsituatie van ouders, zoals het aantal uren gebruik van kinderopvang. Dit leidt tot minder terugvorderingen en daarmee ook lagere ontvangsten (er zijn ook minder nabetalingen, zie hiervoor mutatie 11 bij de uitgaven).

  • 3. De schulden van ex-partners van gedupeerden worden bij de hersteloperatie toeslagen kwijtgescholden. Hierdoor treedt een derving op ontvangsten KOT. De ontvangsten KOT zijn hierop bijgesteld (- € 1,6 miljoen in 2023 en 2024).

  • 4. De werkgeversbijdrage kinderopvang is een vast percentage van de totale loonsom. De loonsom is naar boven bijgesteld, mede door de verhoging van het wettelijk minimumloon. Dit leidt tot hogere ontvangsten werkgeversbijdrage.

8. Oudedagsvoorziening

Tabel 157 Uitgaven beleidsartikel 8 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

25.274

26.213

27.376

28.806

30.544

 

Mutaties amendement 2022

260

1.520

1.610

1.700

1.800

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

1.582

3.229

6.403

8.963

9.560

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

1.098

1.273

1.464

1.637

1.741

 

2. Budgettair neutrale herschikking

‒ 250

0

0

0

0

 

3. Verhoging AOV CN

0

4.600

2.000

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

27.964

36.835

38.853

41.106

43.645

46.256

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting.

  • 3. Om de koopkracht te versterken op Caribisch Nederland wordt de AOV in 2023 versneld verhoogd tot het ijkpunt sociaal minimum.

Tabel 158 Ontvangsten beleidsartikel 8 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

 
       

1. Afrekening SVB 2021

165

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

165

0

0

0

0

0

  • 1. In 2021 heeft de SVB voor de overbruggingsregeling AOW een te hoge bevoorschotting ontvangen van € 0,2 miljoen ten opzichte van de gerealiseerde uitkeringslasten.

Tabel 159 Uitgaven premiegefinancierd artikel 8 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022 reëel

43.435.922

43.717.862

44.224.639

45.219.799

46.276.232

 

Mutaties amendement 2022

0

‒ 2.377

‒ 2.404

‒ 2.458

‒ 2.515

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 171.115

‒ 489.906

‒ 841.279

‒ 1.210.624

‒ 1.231.528

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

889.970

891.564

897.270

912.846

934.233

 

2. Kasschuif

‒ 36.882

36.882

0

0

0

 

3. IOAOW WML verhoging

0

‒ 496.464

‒ 151.381

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2023 reëel

44.117.895

43.657.561

44.126.845

44.919.563

45.976.422

 
       

Stand ontwerpbegroting 2022 nominaal

724.893

1.715.583

2.775.957

3.967.072

5.225.385

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

165.077

1.805.363

3.295.000

4.571.328

5.220.986

 
       

Nieuwe mutaties:

      

4. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

1.913.782

1.251.374

549.905

572.942

 

5. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2022

‒ 889.970

‒ 891.564

‒ 897.270

‒ 912.846

‒ 934.233

 

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

0

4.543.164

6.425.061

8.175.459

10.085.080

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

44.117.895

48.200.725

50.551.906

53.095.022

56.061.502

59.139.199

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. De SVB is voornemens in het najaar van 2022 te starten met de implementatie van het data-initiatief AOW. De hoogte van de AOW-uitkeringen die onjuist is vastgesteld, wordt hierbij hersteld. Om beter aan te sluiten bij het verwachte kasritme van de uitgaven aan de implementatie wordt een deel van de geraamde middelen voor de implementatie van 2022 naar 2023 doorgeschoven.

  • 3. In plaats van de stapgewijze afschaffing van de IOAOW kiest het kabinet ervoor de IOAOW per 2023 te verlagen naar € 5 per maand. Per 2025 wordt de IOAOW geheel afgeschaft. Deze maatregel maakt onderdeel uit van het pakket aan koopkrachtmaatregelen. Onderdeel van het pakket is dat de AOW-uitkering meestijgt met de bijzondere verhoging van het minimumloon.

  • 4. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 5. Zie mutatie nummer 1.

9. Nabestaanden

Tabel 160 Uitgaven beleidsartikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.152

1.181

1.214

1.229

1.242

 

Mutaties amendement 2022

80

90

90

90

90

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

215

367

522

622

627

 
       

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

68

76

84

89

89

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

1.515

1.714

1.910

2.030

2.048

2.059

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2022 te brengen.

Tabel 161 Uitgaven premiegefinancierd artikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022 reëel

304.890

297.390

291.422

282.063

273.644

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 8.552

‒ 6.939

‒ 9.406

‒ 11.335

‒ 12.316

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

5.533

5.423

5.267

5.055

4.880

 

Stand ontwerpbegroting 2023 reëel

301.871

295.874

287.283

275.783

266.208

 
       

Stand ontwerpbegroting 2022 nominaal

4.949

8.613

12.394

16.074

19.515

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

584

11.979

20.010

25.838

27.542

 
       

Nieuwe mutaties:

      

2. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

15.340

9.253

3.097

3.062

 

3. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2022

‒ 5.533

‒ 5.423

‒ 5.267

‒ 5.055

‒ 4.880

 

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

0

30.509

36.390

39.954

45.239

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

301.871

326.383

323.673

315.737

311.447

309.710

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 3. Zie mutatie nummer 1.

10. Tegemoetkoming ouders

Tabel 162 Uitgaven beleidsartikel 10 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

6.479.308

6.421.035

6.413.812

6.389.566

6.386.298

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

0

300

670

810

830

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 2.661

43.698

66.057

69.496

63.361

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

293.214

443.509

443.481

443.531

444.061

 

2. Ramingsbijstelling WKB

‒ 42.665

‒ 37.445

‒ 9.683

3.714

‒ 1.715

 

3. Budgettair neutrale herschikking

150

0

0

0

0

 

4. Overboeking met ander departement

0

1.000

2.000

2.000

2.000

 

5. Afrekening SVB 2021

7.407

0

0

0

0

 

6. WKB herstel box 3

567

567

567

0

0

 

7. WKB uitgaven ivm Oekraïense ontheemden

7.777

9.333

0

0

0

 

8. AKW uitgaven ivm Oekraïense ontheemden

6.918

8.301

0

0

0

 

9. WKB verhoging WML

3.119

39.627

23.722

7.786

7.902

 

10. WKB intensivering

64.529

731.754

484.608

247.970

133.796

 

11. Verhoging AKW CN

0

600

600

600

600

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

6.817.663

7.662.279

7.425.834

7.165.473

7.037.133

7.024.456

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. De verwerking van de meest recente raming van het CPB leidt tot een meevaller op de WKB, die zich concentreert in de jaren 2022 en 2023. Deze meevaller is het gevolg van de verdere daling van de werkloosheid en stijging van de huishoudinkomens. Deze factoren zorgen voor een lager recht op toeslagen.

  • 3. Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting.

  • 4. Er is een overboeking van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de extra uitgaven WKB ten behoeve van mensen die vanwege huiselijk geweld in de noodopvang verblijven en een zelfstandige aanspraak op toeslagen krijgen (€ 1,0 miljoen in 2023 en vanaf 2024 € 2,0 miljoen).

  • 5. In 2021 is de AKW bevoorschot door de SVB, dit is € 7,4 miljoen te laag geweest.

  • 6. Met de herstelactie Box 3 wordt (een deel) van de verzamelinkomens van de groep bezwaarmakers naar beneden bijgesteld. Een lager verzamelinkomen kan een hoger recht op toeslagen met zich meebrengen. Deze mutatie betreft het verwachte effect van de herstelactie Box 3 op de uitgaven WKB (€ 0,6 miljoen 2022 t/m 2024).

  • 7. Deze uitgaven komen voort uit de toestroom van Oekraïense ontheemden. De ontheemden maken, indien zij werken, aanspraak op kindgebonden budget. De uitgaven zijn t/m tweede kwartaal 2023.

  • 8. Deze uitgaven komen voort uit de toestroom van Oekraïense ontheemden. De ontheemden maken, indien zij werken, aanspraak op kinderbijslag. De uitgaven zijn t/m tweede kwartaal 2023.

  • 9. De inkomensafbouwgrenzen in de WKB zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon (WML). Zodoende zorgt de stijging van het WML in 2023 voor het opschuiven van de inkomensafbouwgrenzen in de WKB, waarmee ook de uitgaven aan de WKB toenemen (€ 3,1 miljoen in 2022).

  • 10. Om de koopkracht van gezinnen te verstevigen wordt de WKB in 2023 geïntensiveerd. Dit leidt tot meer uitgaven vanaf 2022 (voorschotten voor januari 2023 worden verstrekt in december 2022).

  • 11. Om de koopkracht te versterken op Caribisch Nederland wordt de kinderbijslag met 10 dollar extra verhoogd per 2023. Dit leidt tot meer uitgaven vanaf 2023.

Tabel 163 Ontvangsten beleidsartikel 10 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

188.276

183.997

180.941

179.854

179.111

 

Mutaties 2e Incidentele suppletoire begroting

‒ 744

‒ 372

0

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

17.675

35.573

23.640

14.205

13.868

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Ramingsbijstelling WKB

‒ 47

7.795

6.165

5.597

3.132

 

2. Afrekening SVB 2021

820

0

0

0

0

 

3. Kwijtschelden schulden ex-partners

0

‒ 1.250

‒ 1.250

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

205.980

225.743

209.496

199.656

196.111

195.416

  • 1. De bijstelling op de ontvangsten heeft verschillende oorzaken. Enerzijds zorgt de loon- en prijsbijstelling 2022 tot hogere ontvangsten. Tegelijkertijd leidt de verwerking van de meest recente raming van het CPB tot lagere ontvangsten. Tot slot is de verwachting dat de hogere huishoudinkomens in 2022 tijdelijk kunnen leiden tot hogere ontvangsten in 2023-2025, omdat bij een deel van de huishoudens pas bij het definitief toekennen van de toeslagen zal blijken dat zij meer toeslag hebben ontvangen dan waar zij recht op hadden. Per saldo resteert een opwaartse mutatie van de ontvangsten.

  • 2. In 2021 is de WKB buitenland bevoorschot door de SVB, dit is € 0,8 miljoen te hoog geweest.

  • 3. De schulden van ex-partners van gedupeerden worden bij de hersteloperatie toeslagen kwijtgescholden. Hierdoor treedt een derving op ontvangsten WKB. De ontvangsten WKB zijn hierop bijgesteld (- € 1,3 miljoen in 2023 en 2024).

11. Uitvoering

Tabel 164 Uitgaven beleidsartikel 11 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

661.821

586.126

593.747

587.350

586.805

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

4.000

‒ 300

‒ 670

‒ 810

‒ 830

 

Mutaties 1e Incidentele suppletoire begroting 2022

5.000

0

0

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 30.066

26.988

‒ 3.126

‒ 3.260

‒ 4.535

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

17.767

21.264

21.576

21.361

21.341

 

2. Ramingsbijstelling UWV

0

‒ 1.152

‒ 1.165

‒ 720

‒ 499

 

3. Kasschuiven

‒ 3.999

3.409

1.490

‒ 900

0

 

4. Overboekingen met andere departementen

2.909

4.492

4.503

2.499

‒ 21

 

5. Budgettair neutrale herschikkingen

3.228

4.422

550

550

550

 

6. Afrekening UWV 2021

43.727

0

0

0

0

 

7. CA plan arbeidsmarktinfrastructuur

0

10.520

4.000

5.120

5.120

 

8. CA plan scholing WW

0

900

900

900

900

 

9. Middelen WAU

0

2.550

4.743

4.743

4.743

 

10. Overboekingen tussen premie en begroting

‒ 450

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

 

11. Uitvoeringskosten STAP

‒ 6.200

0

0

0

0

 

12. Ramingsbijstelling SVB

0

‒ 468

‒ 468

‒ 468

‒ 468

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

697.737

657.751

625.080

615.365

612.106

612.825

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. De uitvoeringskosten voor UWV zijn bijgesteld naar aanleiding van wijzigingen in de ramingen van onder andere de Wajong en IOW. Het uitvoeringsbudget daalt hierdoor licht vanaf 2023.

  • 3. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen van het Nationaal Groeifonds doorgeschoven van 2022 (- € 1,2 miljoen) naar 2023 en verder. Verder worden middelen van Stroomlijning Ketenbeslag Derdenbeslag doorgeschoven van 2022 (- € 3,0 miljoen) naar 2023.

  • 4. Er zijn 4 overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie is de overboeking van het Nationaal Groeifonds voor Skills (uit te voeren door UWV) (€ 3,9 miljoen).

  • 5. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 6. Over 2021 zijn er diverse afrekeningen van uitvoeringskosten van regelingen die UWV uitvoert en die bevoorschot zijn aan UWV, de grootste afrekening zijn de uitvoeringskosten van de Wajong, deze was te laag bevoorschot (€ 37,6 miljoen).

  • 7. Van de in het coalitieakkoord opgenomen middelen voor arbeidsmarktinfrastructuur wordt in 2023 € 10,5 miljoen beschikbaar gesteld, aflopend naar € 5,1 miljoen in 2026.

  • 8. Van de in het coalitieakkoord opgenomen middelen voor scholing WW wordt vanaf 2023 € 0,9 miljoen structureel beschikbaar gesteld.

  • 9. Voor Werk Aan Uitvoering wordt aan de SVB in 2023 € 2,6 miljoen beschikbaar gesteld, oplopend naar € 4,7 miljoen structureel vanaf 2024.

  • 10. Er zijn diverse budgettair neutrale herschikkingen op artikel 11 tussen premie- en begrotingsgefinancierde budgetten.

  • 11. In 2022 zijn de kosten voor uitvoering STAP lager dan geraamd, het budget wordt met circa € 6 miljoen verlaagd.

  • 12. De uitvoeringskosten voor SVB zijn bijgesteld naar aanleiding van wijzigingen in de raming van bijdrage Basis Registratie Personen (BRP). Het uitvoeringsbudget daalt hierdoor licht vanaf 2023.

Tabel 165 Ontvangsten beleidsartikel 11 (bedragen x 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Terugontvangst 2021 UWV

44.991

0

0

0

0

 

2. Terugontvangsten 2021 SVB

36.881

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

81.872

0

0

0

0

0

  • 1. Over 2021 zijn er diverse afrekeningen van de uitvoeringskosten van regelingen die UWV uitvoert en die bevoorschot zijn aan UWV, de grootste afrekening zijn de uitvoeringskosten crisisdienstverlening, deze was te hoog bevoorschot (€ 17,8 miljoen).

  • 2. Over 2021 zijn er diverse afrekeningen van de uitvoeringskosten van regelingen die de SVB uitvoert en die bevoorschot zijn aan de SVB, deze waren in totaal te hoog bevoorschot (€ 36,9 miljoen).

Tabel 166 Uitgaven premiegefinancierd artikel 11 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022 reëel

2.017.799

2.052.368

2.086.140

2.109.761

2.117.403

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 29.672

‒ 6.493

‒ 47.858

‒ 65.112

‒ 55.733

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

69.267

74.732

74.455

74.689

75.310

 

2. Overboekingen met ander departementen

‒ 1.369

‒ 19.820

‒ 19.820

‒ 19.820

‒ 19.820

 

3. Kasschuif

‒ 1.710

1.710

0

0

0

 

4. Ramingsbijstelling

0

25.911

14.729

26.226

34.713

 

5. WAU middelen

0

25.450

37.557

39.557

39.557

 

6. Overboeking tussen premie en begroting

700

1.000

1.000

1.000

1.000

 

7. Vrijval uitvoeringskosten

0

‒ 22.472

‒ 15.172

‒ 15.172

‒ 15.172

 

8. Dekking SMB

‒ 62.700

‒ 7.600

‒ 7.600

‒ 17.600

‒ 18.800

 

Stand ontwerpbegroting 2023 reëel

1.992.315

2.124.786

2.123.431

2.133.529

2.158.458

 
       

Stand ontwerpbegroting 2022 nominaal

52.127

104.704

160.650

218.587

275.604

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

20.500

43.324

66.707

89.299

114.234

 
       

Nieuwe mutaties:

      

9. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentages

0

27.502

19.221

20.756

23.237

 

10. Overheveling loon- en prijsbijstelling 2022

‒ 72.627

‒ 74.732

‒ 74.455

‒ 74.689

‒ 75.310

 

Stand ontwerpbegroting 2023 nominaal

0

100.798

172.123

253.953

337.765

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

1.992.315

2.225.584

2.295.554

2.387.482

2.496.223

2.610.916

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Er zijn 6 overboekingen met andere departementen. De grootste overboeking is naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de bijdrage centrale financiering van Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) (- € 19,3 miljoen vanaf 2023 structureel).

  • 3. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen voor Stroomlijning Ketenbeslag Derden doorgeschoven van 2022 (- € 1,7 miljoen) naar 2023. De uitgaven worden pas in 2023 gedaan.

  • 4. De uitvoeringskosten voor UWV zijn bijgesteld naar aanleiding van wijzigingen in de ramingen door volumeontwikkelingen van onder andere de WW en de ZW. Het uitvoeringsbudget stijgt hierdoor vanaf 2023.

  • 5. Voor Werk Aan Uitvoering wordt in 2023 € 25,5 miljoen beschikbaar gesteld, oplopend naar € 39,6 miljoen structureel vanaf 2025.

  • 6. Er zijn diverse budgettair neutrale herschikkingen op artikel 11 tussen premie- en begrotingsgefinancierde budgetten, ook is er een herschikking tussen artikel 11 premiegefinancierd en artikel 99 begrotingsgefinancierd.

  • 7. De uitvoeringskosten voor UWV zijn bijgesteld naar aanleiding van wijzigingen in de raming van bijdrage Basis Registratie Personen (BRP), Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) en Wettelijke Minumum Loon (WML). Het uitvoeringsbudget daalt hierdoor in 2023 met ‒ € 22,5 miljoen.

  • 8. Betreft de dekking uit het budget van de uitvoeringskosten UWV van incidenteel € 135,0 miljoen, voor de tijdelijke maatregelen Sociaal Medisch Beoordelen (SMB) bij het UWV.

  • 9. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexcijfers.

  • 10. Zie mutatie nummer 1.

12. Rijksbijdragen

Tabel 167 Uitgaven beleidsartikel 12 (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2022

22.837.601

23.067.420

23.515.402

24.455.463

25.455.914

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

‒ 2.567.500

‒ 1.021.800

‒ 1.178.800

‒ 1.334.800

‒ 1.489.600

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Macromutaties

20.365

2.055.278

2.191.592

2.109.703

2.238.275

 

2. Afrekening UWV 2021

3.012

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

20.293.478

24.100.898

24.528.194

25.230.366

26.204.589

27.197.575

  • 1. De ramingen van de rijksbijdragen zijn op basis van uitvoeringsgegevens en van macro-economische gegevens van het CPB bijgesteld.

  • 2. Over 2021 zijn er diverse afrekeningen van regelingen die bevoorschot zijn door UWV, de grootste afrekening is van de programmakosten Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) regeling (€ 1,8 miljoen).

Tabel 168 Ontvangsten beleidsartikel 12 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Terugontvangsten UWV 2021

823

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

823

0

0

0

0

0

  • 1. Over 2021 zijn er diverse afrekeningen van regelingen die bevoorschot zijn door UWV, de grootste afrekening is van de uitvoeringskosten Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) regeling (€ 0,7 miljoen).

13. Integratie en maatschappelijke samenhang

Tabel 169 Uitgaven beleidsartikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

373.769

320.793

284.441

261.600

257.358

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

46.154

51.292

41.392

36.731

33.235

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

5.900

10.675

9.315

8.989

8.826

 

2. Overboekingen met ander departementen

‒ 36.634

1.186

2.626

1.845

1.845

 

3. Budgettair neutrale herschikkingen

525

0

0

0

0

 

4. Kasschuif

‒ 2.260

0

0

0

0

 

5. Middelen onderwijsroute

0

6.000

15.000

14.000

0

 

6. Bijstelling opdrachten

‒ 9.000

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

378.454

389.946

352.774

323.165

301.264

298.333

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Er zijn 11 overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie is de overboeking van het Gemeentefonds voor de decentralisatie-uitkering maatschappelijke begeleiding (€ 35,0 miljoen).

  • 3. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. Om beter aan te sluiten bij het kasritme worden middelen van Werk aan Uitvoering (WAU) voor DUO doorgeschoven van 2022 (- € 2,3 miljoen) naar 2027.

  • 5. Er wordt aanvullend budget beschikbaar gesteld voor de onderwijsroute om de periode te overbruggen tot de onderwijsroute structureel is uitgewerkt.

  • 6. Het bedrag van € 9,0 miljoen komt dit jaar niet tot besteding. Daarom wordt dit ingeleverd.

Tabel 170 Ontvangsten beleidsartikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Afrekening SVB 2021

383

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

1.383

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

  • 1. Deze mutatie volgt uit de afrekening met de SVB over 2021 betreffende de Remigratiewet (€ 0,4 miljoen).

96. Apparaat kerndepartement

Tabel 171 Uitgaven niet-beleidsartikel 96 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

473.679

458.227

452.386

447.761

444.002

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

3.300

0

0

0

0

 

Mutaties 1e Incidentele suppletoire begroting 2022

3.300

0

0

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

6.011

15.059

15.405

7.745

6.126

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2022

13.006

12.526

12.382

12.173

12.088

 

2. Overboekingen met andere departementen

669

‒ 3.567

‒ 3.567

‒ 3.819

‒ 3.973

 

3. Budgettair neutrale herschikkingen

10.327

2.215

1.632

1.122

947

 

4. Dienstverlening RSO

‒ 1.302

0

0

0

0

 

5. Middelen WAU

3.000

8.948

7.508

7.508

7.508

 

6. Middelen apparaat

0

5.000

5.000

4.973

4.520

 

7. Bestedingsplan

0

1.017

380

380

380

 

8. Herijking meerjarenbegroting uitvoering subsidies

‒ 3.700

‒ 900

0

0

2.200

 

9. Verwerking CAO RSO

0

3.079

4.279

4.279

4.279

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

508.290

501.604

495.405

482.122

478.077

476.563

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2022 is overgeheveld als compensatie voor het gestegen prijsniveau in 2022.

  • 2. Er zijn 14 overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie is de overboeking naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de bijdrage in de centrale financiering van Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) (- € 4,0 miljoen vanaf 2023 structureel).

  • 3. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. De RSO verwacht in 2022 lagere uitgaven, die aan de opdrachtgevers worden teruggegeven door aanpassing van de declaraties. Zie bij de ontvangsten mutatie nummer 1.  

  • 5. Voor Werk Aan Uitvoering wordt in 2022 € 3,0 miljoen beschikbaar gesteld, oplopend naar € 7,5 miljoen structureel vanaf 2024.

  • 6. Voor apparaat kerndepartement wordt in 2023 € 5,0 miljoen beschikbaar gesteld voor werkzaamheden gerelateerd aan het coalitieakkoord, aflopend naar € 4,5 miljoen structureel vanaf 2026.

  • 7. Voor het bestedingsplan arbeidsmarktinfrastructuur wordt in 2023 € 1,0 miljoen beschikbaar gesteld, aflopend naar € 0,4 miljoen structureel vanaf 2024.

  • 8. De meerjarenbegroting uitvoering subsidies van de directie UVB is herijkt. Dit leidt tot een verlaging van de uitgaven en ontvangsten in 2022 en 2023 en een verhoging van de uitgaven en ontvangsten in 2026 en 2027, zie ook bij ontvangsten mutatie nummer 3.

  • 9. De nieuwe CAO per 1 april 2022 leidt voor de RSO met veel medewerkers in de lage lonen tot een stijging van de loonkosten. Deze stijging zal zeer waarschijnlijk leiden tot een stijging van het tarief waardoor de ontvangsten ook zullen stijgen en in overeenstemming zullen zijn met de uitgaven, zie ook bij ontvangsten mutatie nummer 4.

Tabel 172 Ontvangsten niet-beleidsartikel 96 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

79.893

79.910

78.459

79.159

75.759

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

1.358

1.358

1.358

1.358

1.358

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Dienstverlening RSO

‒ 1.302

0

0

0

0

 

2. Herijking ontvangsten uitvoering subsidies

‒ 600

120

120

120

120

 

3. Herijking meerjarenbegroting uitvoering subsidies

‒ 3.700

‒ 900

0

0

2.200

 

4. Verwerking CAO RSO

0

3.079

4.279

4.279

4.279

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

75.649

83.567

84.216

84.916

83.716

83.916

  • 1. De RSO verwacht in 2022 lagere uitgaven, die aan de opdrachtgevers worden teruggegeven door aanpassing van de declaraties. Dit leidt tot een verlaging van de uitgaven en ontvangsten, zie bij de uitgaven mutatie nummer 5.  

  • 2. De meerjarenbegroting uitvoering subsidies van de directie UVB is herijkt. Dit leidt tot minder ontvangsten (- € 0,6 miljoen) in 2022 en meer ontvangsten in de jaren 2023 t/m 2027.

  • 3. De meerjarenbegroting uitvoering subsidies van de directie UVB is herijkt. Dit leidt tot een verlaging van de uitgaven en ontvangsten in 2022 en 2023 en een verhoging van de uitgaven en ontvangsten in 2026 en 2027, zie ook bij uitgaven mutatie nummer 9.

  • 4. De nieuwe CAO per 1 april 2022 leidt voor de RSO met veel medewerkers in de lage lonen tot een stijging van de loonkosten. Deze stijging zal zeer waarschijnlijk leiden tot een stijging van het tarief waardoor de ontvangsten ook zullen stijgen en in overeenstemming zullen zijn met de uitgaven, zie ook bij uitgaven mutatie nummer 9.

99. Nog onverdeeld

Tabel 173 Uitgaven niet-beleidsartikel 99 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

101.443

91.834

72.242

69.636

74.698

 

Mutaties Nota van Wijziging begroting 2022

40.000

0

0

0

0

 

Mutaties 1e Incidentele suppletoire begroting 2022

200.000

0

0

0

0

 

Mutaties 2e Incidentele suppletoire begroting 2022

‒ 195.600

0

0

0

0

 

Mutaties 1e suppletoire begroting 2022

15.344

76.138

105.124

101.404

122.108

 
       

Nieuwe mutaties:

      

1. Verdeling loon- en prijsbijstelling 2022

‒ 52.332

‒ 54.523

‒ 53.118

‒ 55.049

‒ 54.175

 

2. Budgettair neutrale herschikkingen

‒ 19.532

‒ 4.433

‒ 5.975

‒ 3.485

‒ 3.485

 

3. Diverse reserveringen/vrijval

‒ 25.140

154.102

133.916

60.572

75.905

 

4. Overboekingen met andere departementen

‒ 17.532

‒ 10.323

‒ 11.400

‒ 12.800

‒ 13.700

 

5. Overboeking tussen premie en begroting

‒ 250

0

0

0

0

 
       

Stand ontwerpbegroting 2023

46.401

252.795

240.789

160.278

201.351

189.749

  • 1. Toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2022 naar de begrotingsartikelen om de budgetten op prijspeil 2022 te brengen.

  • 2. Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Er is sprake van diverse reserveringen die later overgeboekt worden naar het desbetreffende artikel, de grootste reservering is voor het gemeentelijke deel van de aanpak van armoede en schulden uit het coalitieakkoord.

  • 4. Er zijn 8 overboekingen met andere departementen. De grootste mutatie betreft een overboeking naar het Gemeentefonds voor de decentrale uitkering dichterbij dan je denkt (- € 16,7 miljoen).

  • 5. Er is een budgettair neutrale herschikking tussen artikel 99 en artikel 11 tussen premie- en begrotingsgefinancierde budgetten.

Licence