Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Met het artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte wordt invulling gegeven aan een meer flexibele planning van infrastructuur zoals toegezegd in de kabinetsreactie op IBO Flexibiliteit in infrastructurele planning (Kamerstukken II 2016-2017, 34 550 A, nr. 5).

Het artikel bevat alle (pla­n)flexibele budgetten die gereserveerd zijn voor het verbeteren van de bereikbaarheid en gerelateerd aan de beleidsdoel­ stellingen zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII, Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 2050 en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). De planflexibele budgetten zijn de budgetten die naar mening van het kabinet flexibel zijn om bij (nieuwe) planvorming te betrekken. Het gaat om de (beschikbare) investeringsruimte, reserveringen die worden aangehouden en om budgetten voor projecten in de verken­ningsfase. Over deze budgetten zijn nog geen (definitieve) bestuurlijke afspraken gemaakt en ze zijn niet-juridisch verplicht. Door deze budgetten te plaatsen op één artikel zijn alle flexibele budgetten overzichtelijk gepresenteerd. Na besluitvorming, zoals een voorkeursbe­slissing, wordt budget overgeheveld naar het desbetreffende productartikel. Het gaat om algemene reser­veringen, de investeringsruimte, verkenningen naar bereikbaarheidsopgaven en reserveringen voor korte termijn mobiliteitsmaatregelen. De budgetten op artikel 11 zijn de basis voor het berekenen van de flexnorm in de uitvoeringsagenda mobiliteit.

In dit artikel staan ook de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan deze verkenningen is dat ze – indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking, maar dat een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. Dit is vastgelegd in de MIRT- werkwijze. In deze werkwijze staat het opgavengericht werken voorop. Samen met bestuurlijke partners wordt steeds bezien welke maatregel op welk schaalniveau, op de korte en op de lange termijn het meest bijdraagt aan de opgave bereikbaarheid. Zo ontstaat een mix van maatregelen die samen met andere partners over een langere periode worden uitgevoerd.

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van uitvoering art.11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

 

238.397

787.927

1.010.308

758.636

1.320.036

1.700.354

Uitgaven

 

156.165

501.419

770.361

951.187

1.027.833

1.130.609

11.01 Verkenningen

 

4.000

23.594

167.267

181.429

214.962

412.146

11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

       

11.03 Reserveringen

 

142.183

172.915

296.480

390.838

323.408

381.586

11.03.01 Programma's

 

5.001

22.874

40.874

209.493

123.807

135.000

11.03.02 Overige reserveringen

 

126.515

145.892

114.606

142.776

129.280

155.063

11.03.03 Reserveringen Coalitieakkoord

 

10.667

4.149

141.000

38.569

70.321

91.523

11.04 Generieke investeringsruimte

 

9.982

304.910

306.614

378.920

489.463

336.877

Ontvangsten

       

11.09 Ontvangsten

       

Geschatte Budgetflexibiliteit

De budgetten zijn in 2024 niet juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2024. De verkenningen zijn bestuurlijk gebonden, de reserveringen en de risicoreserveringen binnen de generieke investeringsruimte zijn in 2024 beleidsmatig gereserveerd.

Tabel 11 Geschatte budgetflexibiliteit art. 11
 

2024

Juridisch verplicht

 

Bestuurlijk gebonden

5%

Beleidsmatig gereserveerd

95%

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 

11.01 Verkenningen

Motivering

In dit artikel staan de brede verkenningen nieuwe stijl. Kenmerkend aan de verkenningen nieuwe stijl is dat ze - indien mogelijk - modaliteitsneutraal zijn, een niet-infrastructurele oplossing wordt meegenomen en dat ze niet automatisch doorgaan naar de planuitwerking maar een expliciete afweging (tussen verkenningen) plaatsvindt. De verkenningen op dit artikel dragen bij aan de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de Hoofdlijnennotitie Mobiliteitsvisie 2050 en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).

Producten

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. A9 Rottepolderplein: In het kader van de herprioritering Mobiliteitsfonds is dit project gepauzeerd en zijn de middelen alternatief ingezet;

  • 2. OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer: In het kader van de herprioritering is er vanuit het gereserveerde budget OV Amsterdam – Haarlemmermeer € 313 miljoen overgeheveld naar de opgave aanleg spoor. Tevens is een deel van de taakstelling voor € 1,35 miljard ten laste gebracht van dit project. De totale verlaging van de reservering voor dit project betreft zodoende € 1,663 miljoen;

  • 3. Verkenning Oude Lijn: In het BO MIRT 2022 is de startbeslissing Oude Lijn genomen. Het budget is vanuit het Nationaal Groeifonds (11.03) overgeboekt naar Verkenning Oude Lijn (11.01);

  • 4. A27 Zeewolde-Eemnes: In het kader van de herprioritering Mobiliteitsfonds is dit project gepauzeerd en zijn de middelen alternatief ingezet;

  • 5. A15 Papendrecht-Gorinchem:In het kader van de herprioritering Mobiliteitsfonds is dit project gepauzeerd en zijn de middelen alternatief ingezet;

  • 6. A2 Deil-Den Bosch/Vught: In het kader van de herprioritering Mobiliteitsfonds is dit project gepauzeerd en zijn de middelen alternatief ingezet;

  • 7. A58 Breda-Tilburg: In het kader van de herprioritering Mobiliteitsfonds is dit project gepauzeerd en zijn de middelen alternatief ingezet;

  • 8. N35 Wijthmen-Nijverdal: In het kader van de herprioritering Mobiliteitsfonds is dit project gepauzeerd en zijn de middelen alternatief ingezet;

De aanlegprojecten in de verkenningenfase zijn geïndexeerd naar prijspeil 2023.

Tabel 12 Projectoverzicht behorende bij 11.01: Verkenningen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

Voorkeursbeslissing

 

Projecten Noordwest-Nederland

    

A9 Rottepolderplein

5

34

2021

1

Amsterdam Zuid 3e perron

390

372

  

OV en Wonen in en rond Utrecht

809

765

  

OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer

902

2439

 

2

Verkenning Oude Lijn

1789

0

 

3

A27 Zeewolde-Eemnes

3

23

nnb

4

Projecten Zuidwest-Nederland

    

A15 Papendrecht-Gorinchem

134

778

2021

5

Oeververbinding Rotterdam

282

268

Regio

 

Projecten Zuid-Nederland

    

A2 Deil-Den Bosch/Vught

122

891

2021

6

A58 Tilburg-Breda

24

59

2021

7

Verkenning HUB Den Bosch

138

130

  

Projecten Oost-Nederland

    

A50 Bankhoef-Paalgraven

78

75

nnb

 

N35 Wijthmen-Nijverdal

15

109

nnb

8

Totaal verkenningsprogramma

    

Begroting (MF 11.01)

4.691

5.943

  

11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor korte termijn mobiliteitsmaatregelen. Met het programma Beter Benutten is de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan door met kleine en/of slimme maatregelen mobiliteitsvraagstukken aan te pakken. De gereserveerde middelen op dit artikel zijn nog niet specifiek toegewezen aan decentrale overheden of specifieke uitvoeringsmaatregelen. Daarmee zijn deze budgetten planflexibel.

Producten

Er zijn geen middelen gereserveerd voor aanvullende mobiliteitsmaatregelen na het programma Beter Benutten.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Het beperkte restbudget is overgeboekt naar Planning en Studies van artikel 12.03.02 om in te zetten voor file-aanpak.

Tabel 13 Projectoverzicht behorende bij 11.02: Korte termijn maatregelen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

Projectomschrijving

huidig

vorig

Voorkeursbeslissing

Projecten Nationaal

   

Kortetermijnaanpak files

0

1

 

Totaal kortetermijnmaatregelen

0

1

 

Begroting (MF 11.02)

0

1

 

11.03 Reserveringen

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn middelen gereserveerd voor beleidsprioriteiten of voorziene omstandigheden waarbij nog geen sprake is van een formele verkenning of gedragen uitwerking. Deze middelen zijn bestemd voor specifieke toekomstige opgaven. Dit zijn bijvoorbeeld de gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s. In deze gebiedsgerichte bereikbaarheidsprogramma’s wordt de bereikbaarheidsopgave in deze gebieden adaptief en integraal opgepakt. Daarbij wordt samengewerkt met de verschillende decentrale overheden. Wanneer duidelijk is hoe en wanneer de opgaven worden aangepakt, bijvoorbeeld met een verkenning of ander soortige (korte termijn) maatregelen worden de gereserveerde middelen overgeboekt naar het betreffende productartikel of artikelonderdeel op artikel 11.

De middelen die vanuit het Coalitieakkoord Rutte IV aan het Mobiliteitsfonds zijn toegevoegd zijn gereserveerd op artikel 11.03. Zodra tot het aangaan van verplichtingen of uitgaven wordt overgegaan, worden de middelen naar het betreffende productartikel overgeheveld. De stand van zaken rond de CA-middelen is toegelicht in onderdeel 2.3 van deze begroting.

Producten

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Reservering Westerscheldetunnel: De Kamer vraagt met de motie van het lid Van der Staaij c.s. (Kamerstuk 36 200, nr. 42) om de Westerscheldetunnel uiterlijk per 2025 tolvrij te maken voor personenauto’s en motoren. Voor dekking van de gederfde tolgelden zijn middelen beschikbaar gesteld vanuit het Nationaal Groeifonds;

  • 2. N33 en Nedersaksenlijn: In het kader van PEGA (Parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen) is € 480 miljoen euro toegekend aan N33 en Nedersaksenlijn, hiervan wordt er € 250 miljoen apart gereserveerd voor de N33 Noord inclusief oeververbinding, € 145 miljoen voor N33 Midden en € 85 miljoen voor de Nedersaksenlijn;

  • 3. BenO infrastructuur Caribisch Nederland: Het extrapolatiejaar 2037 is toegevoegd aan de reservering en betreft ook de toebedeling van de loon-prijsbijstelling 2023;

  • 4. Reservering ERTMS: Het programmabudget is verhoogd met € 127,2 miljoen vanuit de gereserveerde middelen voor de landelijke uitrol (11.03) ten behoeve van het beproeven en testen van ERTMS op het proefbaanvak Hanzelijn. Per abuis is bij 1e suppletoire begroting de onjuiste omvang van de reservering ERTMS opgenomen. Deze bedroeg bij eerste suppletoire begroting € 583 miljoen.

  • 5. Strategisch Plan Verkeersveiligheid: Ten behoeve van de derde tranche van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid wordt € 78 miljoen beschikbaar gesteld, waardoor er € 119 miloen budget resteert;

  • 6. Schoon Emissieloos Bouwen: Van de initiële € 135 miljoen is nog € 100 miljoen beschikbaar om de rijksdiensten Rijkswaterstaat en ProRail in staat te stellen om als aanbestedende dienst de transitie naar schoon emissieloos bouwen te faciliteren;

  • 7. Reservering Stikstof: Dit budget is opgesplitst in twee componenten, namelijk Schoon Emissieloos Bouwen (zie hierboven) en reservering stikstof MIRT-projecten uit de vrijval van de subsidieregeling sanering varkenshouders (€ 13 miljoen);

  • 8. Modaliteitspecifieke reservering: Om specifieke afwegingen binnen modaliteiten te kunnen maken is € 47 miljoen beschikbaar, evenredig verdeeld over de modaliteiten;

  • 9. Ontsluiting Woningbouw: Er wordt € 41 miljoen van de Woningbouwmiddelen overgeboekt van artikel 12 naar artikel 14, ten behoeve van de specifieke uitkering mobiliteitspakketten, bovenplanse infrastructuur en risicobeheersingskosten;

  • 10. Reservering instandhouding: Per abuis is de stand vorig niet correct. Bij eerste suppletoire bedroeg de reservering instandhouding € 10.961 miljoen. Bij deze begroting is er € 4.379 miljoen vanuit de reservering toegevoegd aan de budgetten instandhouding van Rijkswaterstaat t/m 2030. Hierover wordt in bijlage 4 Instandhouding nader op ingegaan. Bovendien is het extrapolatiejaar toegevoegd aan de reservering in 2037.

Voorzover hierboven niet toegelicht zijn de getroffen reserveringen geïndexeerd naar prijspeil 2023.

Tabel 14 Projectoverzicht behorende bij 11.03: Reserveringen (bedragen x € 1 miljoen)
 

Budget

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

Voorkeursbeslissing

 

Projecten Noordwest-Nederland

    

Gebiedsprogramma Amsterdam

  

nnb

 

Programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid

8

7

nnb

 

Projecten Zuidwest-Nederland

    

Stedelijk Openbaar Vervoer Den Haag-Rotterdam

336

313

  

Reservering Westerscheldetunnel

147

  

1

Reserveringen

    

N33 en Nedersaksenlijn

480

  

2

Onderhoud en Exploitatie infrastructuur Caribisch Nederland

73

64

nvt

3

Spoorgoederenvervoer

7

6

  

ERTMS

591

695

 

4

Slimme en duurzame mobiliteit

146

140

nvt

 

Schone Lucht Akkoord

 

6

nvt

 

Strategisch Plan Verkeersveiligheid

119

196

nvt

5

Klimaatneutrale netwerken

    

Pakket Zeeland

55

59

  

Schoon Emissieloos Bouwen (rijksdiensten)

174

  

6

Reservering Bereikbaarheid WoMo HWN

376

355

  

Knooppuntontwikkeling OV

44

47

  

Robuuste Hoofdvaarwegen

    

Goederenvervoercorridors

 

40

  

Reservering Stikstof

13

134

 

7

Modaliteitspecifieke reservering

47

22

 

8

Reservering SCM

3

   

Overige reserveringen

    

Reserveringen Coalitieakkoord

    

Lelylijn

5

6

  

RegioExpress

85

80

  

EurregioRail

32

30

  

Oostflank Rotterdam

672

625

  

Station Groningen Suiker

94

89

  

Brainport Eindhoven

497

469

  

Projecten Nationaal Groeifonds

    

Ontsluiting woningbouw

41

88

 

9

Reservering Instandhouding

7.767

988

 

10

Totaal reserveringen

11.812

4.459

  

Begroting (MF 11.03)

11.812

4.459

  

11.04 Generieke investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel is de generieke investeringsruimte tot en met 2037 begroot. Dit betreft de investeringsruimte waarvoor nog geen bestemming is aangegeven, en ook niet specifiek is toebedeeld aan een beleidsreservering, (gebieds)programma, verkenning of een modaliteit.

Deze generieke investeringsruimte is onder meer beschikbaar voor het kunnen opvangen van (toekomstige) risico’s en nieuwe beleidswensen onder andere op basis van de NOVI, toekomstb­eelden en de IMA (Integrale Mobiliteitsanalyse). Deze investeringsruimte wordt jaarlijks gevoed door de verlenging van het fonds. Na bestuurlijke overleggen MIRT informeert het kabinet de Tweede Kamer over de voorstellen om de voor het huidig kabinet beschikbare investeringsruimte in te zetten.

De beschikbare investeringsruimte in de ontwerpbegroting 2023 bedroeg € 5,7 miljard, waarvan € 3,5 miljard gereserveerd voor risicoreserveringen. Door de aanpassingen doorgevoerd bij de 1e suppletoire begroting 2023 en de aanpassingen zoals hieronder vermeld bedraagt de omvang van de investeringsruimte in de begroting 2024 € 6,1 miljard tot en met 2037. De investeringsruimte is volledig voor risicoreserveringen en tegenvallers gereserveerd. Naar aanleiding van een toezegging aan de Tweede Kamer zijn de risicoreserveringen nader gespecificeerd in onderstaand meerjarig beeld.

Producten

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Invulling rijksbrede dekkingsopgave: Om de Rijksfinanciën weer te beheersen heeft het Kabinet dit voorjaar besloten tot een Rijksbrede dekkingsopgave. Het Mobiliteitsfonds draagt t/m 2036 voor een bedrag van € 2 miljard euro bij aan de invulling van deze Rijksbrede dekkingsopgave. Er is besloten tot een verlaging van de reservering voor het project OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer (doortrekken NZ-lijn) (€ 1.350 miljoen), de schuif van aanleg naar instandhouding is aangepast tot het bedrag dat nodig is voor het Basiskwaliteitsniveau RWS en daarbovenop is de beoogde doelmatigheidswinst van het BKN RWS ingezet (€ 237,4 miljoen) voor invulling van de rijksbrede opgave. Tot slot is een deel van de extrapolatie die IenW voor het jaar 2037 ontvangt reeds ingezet (€ 400 miljoen) ter dekking. Vanaf 2037 en verder wordt € 150 miljoen structureel ingepast in de generieke investeringsruimte (11.04);

  • Herprioritering aanleg voor aanleg: Om de risico’s en tegenvallers op het aanlegprogramma op het MF van € 2.679 miljoen op te vangen - die naar verwachting deze kabinetsperiode een besluit vragen - wordt geherprioriteerd. De tekorten op aanlegprojecten worden gedekt door de gepauzeerde projecten op het aanlegprogramma wegen (€ 2.236 miljoen). Bij spoor wordt de dekking voor aanlegprojecten gevonden in de OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer (doortrekken NZ-lijn) (€ 313 miljoen). Bij vaarwegen wordt de dekking gevonden in het pauzeren van planflexibele projecten (€ 129 miljoen). Een deel van de opgave van € 2,7 miljard wordt binnen 11.04 gereserveerd in een risicoreservering;

  • De loon- en prijsbijstelling is toegevoegd aan 11.04 en verdeeld over de verschillende projecten en reserveringen op het MF;

  • Voor excessieve prijsstijgingen op een aantal projecten zijn middelen uit 11.04 toegevoegd aan de projecten. Het gaat om een tekort op 13.04 Infraspeed (€ 102,1 miljoen), diverse DBFM-projecten (€ 108 miljoen), A24 Blankenburgverbinding (€ 18 miljoen), A16 Rotterdam (€ 6 miljoen), A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (€ 6 miljoen);

  • Voor de vervroegde terugsluis naar de sector voor de verduurzaming van de vervoersector (vrachtwagenheffing) is € 110 miljoen overgeboekt naar Hoofdstuk XII;

  • De minregel voor vrachtwagenheffing is met € 300 miljoen toegenomen tot € 700 miljoen om de verplichtingen op de contracten in de exploitatiefase vast te leggen begin 2024. Zodra de vrachtwagenheffing binnenkomt, zullen deze middelen gecompenseerd worden.

Tabel 15 11.04 Generieke investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Vrije investeringsruimte

        

Risicoreserveringen

9.982

304.910

306.614

378.920

489.463

336.877

1.020.433

708.406

Voorfinanciering vrachtwagenheffing

       

‒ 175.000

Totaal

9.982

304.910

306.614

378.920

489.463

336.877

1.020.433

533.406

Tabel 16 (vervolg) 11.04 Generieke investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2023-2037

Vrije investeringsruimte

       

0

Risicoreserveringen

592.401

413.839

166.010

123.441

584.667

337.557

1.023.057

6.796.577

Voorfinanciering vrachtwagenheffing

‒ 175.000

‒ 175.000

‒ 175.000

    

‒ 700.000

Totaal

417.401

238.839

‒ 8.990

123.441

584.667

337.557

1.023.057

6.096.577

Licence