Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 5 Jeugd

Kinderen in Nederland groeien gezond en veilig op, ontwikkelen hun talenten en doen mee aan de samenleving.

Ouders/verzorgers zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. Als ouders of het ondersteunende sociale netwerk hun rol niet kunnen vervullen, is er een taak weggelegd voor de overheid om jeugdigen met hulp op maat naar een zelfstandige toekomst te leiden. Kinderen wiens veiligheid in het geding is of die in hun ontwik­keling worden bedreigd, moeten passende hulp krijgen en indien nodig in bescherming worden genomen.

Met de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor de ondersteuning, hulp en zorg van jeugdigen (jeugdhulp). De ministers van VWS en JenV zijn systeemverantwoordelijk voor het gedecentraliseerde stelsel van jeugdhulp, waaronder het wettelijk kader (de Jeugdwet).

De minister is verantwoordelijk voor:

Regisseren: van het wettelijk kader. De Jeugdwet bevat regels voor de inrichting van het jeugdstelsel waaraan gemeenten, jeugdhulpaanbieders en andere partijen moeten voldoen. Onder andere is dit op het gebied van toegang, kwaliteit en beleidsinformatie. De minister voert bestuurlijk overleg met de relevante actoren gericht op het realiseren van de maatschappelijke doelen van het jeugdstelsel. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie van Justitie en Veiligheid (JenV) zijn verantwoordelijk voor onafhankelijk toezicht op de aanbieders van jeugdhulp. De Jeugdautoriteit heeft de taak om risico's met betrekking tot de continuïteit van cruciale zorg voor jeugdigen te signaleren, te voorkomen en op te kunnen vangen. De minister is bovendien verantwoordelijk voor het monitoren en evalueren van de werking van het jeugdstelsel.

Financieren: van de gemeenten via het gemeentefonds en uitkeringen om hun verantwoordelijkheid voor jeugdhulp op grond van de Jeugdwet waar te kunnen maken. Daarnaast ook het uitvoeren van de Subsidieregeling schippersinternaten en subsidiëren van vertrouwenswerken als de kindertelefoon.

Stimuleren: de minister bevordert dat de actoren in het jeugdstelsel de jeugdhulp merkbaar en meetbaar beter maken voor de cliënt, de kwaliteit van de jeugdhulp borgen en waar nodig is verbeteren. Daarnaast zorgt de minsiter voor verbetering van de samenhang tussen beleid en uitvoering op de terreinen van zorg, school en werk. Als laatste zorgt hij voor een landelijke kennisinfrastructuur voor beleidsontwikkeling en -implementatie en zorgvernieuwing.

Hervormingen jeugdzorg

In juni 2023 is de Hervormingsagenda Jeugd definitief vastgesteld (Voortgang Jeugd). In april 2023 maakten Rijk en VNG afspraken over het financieel kader van de Hervormingsagenda t/m 2028. De inhoudelijke richting van de Hervormingsagenda is in samenspraak met de betrokken partijen (Rijk, VNG, aanbieders, clientorganisaties en zorgprofessionals) tot stand gekomen. De Hervormingsagenda jeugd beschrijft de aanpak van een grote transitie die we de komende jaren met elkaar moeten maken. Ondanks de demissionaire status van het kabinet wil het kabinet betekenisvolle stappen zetten in deze transitie en de implementatie van de Hervormingsagenda. De agenda bestaat uit een groot pakket inhoudelijke maatregelen die moeten leiden tot beter passende zorg voor (met name kwetsbare) jeugdigen en gezinnen binnen een stelsel dat houdbaar is voor de toekomst (zowel financieel als in menskracht). De structurele besparingsopgave is € 1 miljard met een ingroeipad. De eerste stappen van de implementatie van de Hervormingsagenda zijn reeds in 2023 gezet en zullen in 2024 worden vervolgd.

Met de definitieve vaststelling van de Hervormingsagenda is ook een meerjarig financieel kader vastgesteld (zie bijlage 1 van de Hervormingsagenda). In totaal wordt in 2024 € 1,45 miljard extra beschikbaar gesteld voor jeugdzorg. Een deel van de investeringen (€ 82 miljoen) en uitvoeringskosten (€ 9 miljoen) van de Hervormingsagenda worden ingezet vanaf de begroting van het ministerie van VWS (zie verder onder randvoorwaarden). Het resterende, overgrote deel van deze middelen zijn belegd in het gemeentefonds. De € 1,45 miljard is gebaseerd op het advies van de Commissie van Wijzen. Deze is o.a. gecorrigeerd met een verzachting van het ingroeipad. Het demissionaire kabinet heeft in de Hervormingsagenda met de betrokken partijen afspraken gemaakt over maatregelen, die in 2024 dienen te leiden tot een verlaging van de jeugdzorguitgaven van € 374 miljoen.

De aanvullende besparing uit het coalitieakkoord op de Hervormingsagenda voor 2024 (€ 100 miljoen) is komen te vervallen.

Kinderen en gezinnen goed beschermd

Kinderen moeten veilig kunnen opgroeien. Als er onveiligheid is in een gezin of sprake van een ontwikkelingsbedreiging is het nodig bescherming te bieden en te werken aan duurzame oplossingen met een brede blik voor de problemen in een gezin. Professionals, gemeenten, organisaties, gezinnen en hun netwerk hebben hier een rol.

In opdracht van de ministeries JenV en VWS en de VNG is het programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming begin 2023 gestart. In 2024 worden de regio’s ondersteund bij het verder verbeteren van de steun, hulp en bescherming van gezinnen die te maken hebben met geweld of waar ontwikkelingsbedreiging van een kind aan de orde is. Versterking van de lokale teams en het samenbrengen van deskundigheid bij onveiligheid vormt de kern. Vanuit de praktijk wordt het scenario getoetst in elf proeftuinen en worden kaders voor werkwijzen opgesteld.

Het ministerie van VWS werkt in 2024 aan de doorontwikkeling van specifieke onderdelen om kindermishandeling te bestrijden, zoals aandacht voor het gebruik van de meldcode, de informatiepositie van kinderen en ouders op het grensvlak van het vrijwillig en gedwongen kader als onderdeel van het verbeteren van de rechtsbescherming, het versterken van de samenhang tussen kind- en volwassenenproblematiek, het versterken van een laagdrempelige hulp- en adviesstructuur en aandacht voor het betrekken van kinderen.

In 2024 verschijnt het onderzoek in dertien regio’s naar hoe het gaat met gezinnen na een melding bij Veilig Thuis. Deze gegevens worden verwerkt in de impactmonitor huiselijk geweld en kindermishandeling die twee keer per jaar als dashboard door het CBS wordt gepubliceerd.

Daarnaast wordt in 2024 bijgedragen aan het Nationaal actieplan seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, het programma Samen tegen mensenhandel en worden activiteiten in samenhang met de aanpak van huiselijk geweld uitgevoerd.

Tabel 47 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

105.723

181.057

162.286

197.001

101.747

101.823

102.048

         
 

Uitgaven

101.156

150.674

192.669

197.001

101.747

101.823

102.048

         

5.30

Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

101.156

150.674

192.669

197.001

101.747

101.823

102.048

 

Subsidies (regelingen)

59.526

101.652

148.038

152.373

57.054

57.042

57.342

 

Kennis en informatiebeleid

13.937

14.194

13.778

13.778

13.781

13.778

13.778

 

Jeugdbeleid

14.831

48.312

104.161

108.571

13.353

13.350

13.650

 

Jeugdstelsel

30.758

39.146

30.099

30.024

29.920

29.914

29.914

 

Opdrachten

11.484

15.085

10.697

10.695

10.755

10.848

10.773

 

Kennis en informatiebeleid

1.484

2.510

2.462

2.461

2.461

2.461

2.461

 

Jeugdbeleid

9.507

11.960

7.620

7.619

7.679

7.772

7.697

 

Jeugdstelsel

493

615

615

615

615

615

615

 

Bijdrage aan agentschappen

1.721

1.527

1.526

1.525

1.525

1.525

1.525

 

Overige

1.721

1.527

1.526

1.525

1.525

1.525

1.525

 

Bijdrage aan medeoverheden

28.425

32.155

32.153

32.153

32.158

32.153

32.153

 

Overige

28.425

32.155

32.153

32.153

32.158

32.153

32.153

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

255

255

255

255

255

255

 

Overige

0

255

255

255

255

255

255

         
 

Ontvangsten

3.244

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

         

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget 2024 van € 148 miljoen is circa € 99,6% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden in verband met de aangegane verplichtingen voor instellingssubsidies en (meerjarige) projectsubsidies. Het betreft hier o.a. financiering van de schippersinternaten, het Nederlands jeugdinstituut, de Nationale jeugdraad, LOC, de Nederlandse vereniging pleeggezinnen, Kinderrechtencollectief, GGD GHOR, het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (LECK), Kindertelefoon en het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). Daarnaast worden er ook een aantal projectsubsidies gefinancierd rondom de thema's kindermishandeling en huiselijk geweld, gepaste zorg, zorg voor de jeugd, jeugdzorg plus, pleegzorg, professionalisering en de hervormingsagenda. De overige middelen zijn beleidsmatig gereserveerd voor subsidies Zorg voor de Jeugd en voor de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld.

Opdrachten

Van het beschikbare budget in 2024 van € 10,7 miljoen, is 85,1% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden. De overige middelen zijn beleidsmatig gereserveerd voor de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld, professionalisering, vakmanschap, gepaste zorg, kinderrechten en kennis- en informatiebeleid.

Bijdrage aan agentschappenVan het beschikbare bedrag van € 1,5 miljoen is 100% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden. Het betreft een bijdrage aan het CIBG voor de uitvoeringskosten, het jaardocument Jeugd en het beheer van de Verwijsindex risicojongeren.

Bijdrage aan medeoverheden (BMO)

Van het beschikbare bedrag van € 32,2 miljoen is 100% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden. Het betreft hier budget ten behoeve van de specifieke uitkeringen voor randvoorwaardelijke functies jeugdhulp. Zie nadere toelichting onder onderdeel E toelichting op financiële instrumenten.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Van het beschikbare bedrag van € 0,3 miljoen is 100% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden.

Tabel 48 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

45,5%

bestuurlijk gebonden

47,8%

beleidsmatig gereserveerd

6,7%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

3. Effectief en efficiënt werkend jeugdstelsel

Subsidies en opdrachten

Kennis en informatiebeleidVoor ‘Kennis en informatiebeleid’ is een bedrag van circa € 16,2 miljoen beschikbaar voor opdrachten en subsidies. De middelen zijn onder andere beschikbaar voor het verzamelen van gegevens ten behoeve van beleidsinformatie jeugd door het CBS. Het CBS publiceert twee keer per jaar statistieken en rapportages over het jeugdhulpgebruik per gemeente. Op basis van de halfjaarlijkse rapportages wordt jaarlijks een viertal nadere onderzoeken uitgezet, om verschillende scores op het jeugdhulpgebruik bij gelijksoortige gemeenten te verklaren. De Jeugdmonitor wordt eenmaal per jaar gepubliceerd om de situatie te laten zien van de jeugd aan de hand van maatschappelijke indicatoren die het brede jeugdveld bestrijken. De indicatoren zijn: wonen, school, werken, middelengebruik, politiecontacten en kindermishandeling.

Het Nederlands Jeugdinstituut heeft een publieke kennistaak voor het jeugdveld en ontvangt voor de uitvoering daarvan een instellingssubsidie van circa € 11,5 miljoen om actuele en betrouwbare kennis over jeugd, vakmanschap en de organisatie van het jeugdveld aan eenieder en om niet aan te kunnen bieden.

Jeugdbeleid

Aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld

Kinderen en gezinnen goed beschermdVoor de verschillende onderdelen in de aanpak van kindermishandeling en het beschermen van kinderen en gezinnen is circa € 4,1 miljoen beschikbaar. Dit wordt ingezet middels subsidies en opdrachten.

Tabel 49 Jongeren met jeugdhulp1, jeugdhulptrajecten23
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Jongeren met jeugdhulp

       

Totaal jeugdhulp gebruik

443620

n.n.b.

Totaal Jeugdhulp zonder verblijf

392035

405710

397680

424300

n.n.b.

Totaal jeugdhulp met verblijf

42770

43345

42470

43900

n.n.b.

        

Jeugdhulptrajecten

       

Totaal jeugdhulp

  

335695

281810

269020

287870

n.n.b.

% Jeugdhulptrajecten zonder verblijf

  

93,3

93,1

93,1

93,9

n.n.b.

% Jeugdhulptrajecten met verblijf

  

6,7

6,9

6,9

6,1

n.n.b.

        

Kunt u verder zonder hulp?

PM

PM

PM

PM

        

% Herhaald beroep bij start traject

25,1

23,4

28,5

23

Passende jeugdhulp (% traject eenzijdig door cliënt beëindigd)

3,4

3,8

3,5

3,4

1

2

3

Herhaald beroep start traject wil zeggen dat jongeren die in bijvoorbeeld 2021 een jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder jeugdhulp hadden

Zorg voor de jeugdIn 2024 is op het budget ‘Zorg voor de Jeugd’ circa € 100,5 miljoen gereserveerd voor subsidies en € 7,1 miljoen voor opdrachten. Onder dit budget wordt een aantal deelactiviteiten onderscheiden die o.a. bijdragen aan de principes van de Hervormingsagenda:

Passende zorg

Regionale samenwerkingPassende zorg dient beschikbaar te zijn voor de meest kwetsbare kinderen en jongeren. Zorg die regionaal of landelijk slechts voor een aantal kinderen nodig is moet ingekocht worden op de schaal waar deze zo simpel en effectief mogelijk georganiseerd kan worden. De regionale inkoop van vormen van specialistische zorg wordt daarom verplicht. Een beperkt aantal zorgvormen vraagt om organisatie op landelijke schaal, omdat deze zorg hoogspecialistisch is en weinig voorkomt. Tevens wordt vastgelegd welke gemeenten samenwerken in welke jeugdregio. Eind 2023 wordt het wetsvoorstel ‘Wet verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen’ hiertoe ingediend bij de Tweede Kamer. In 2024 wordt ook de bijbehorende lagere regelgeving voorbereid. VWS ondersteunt gemeenten en aanbieders bij het verbeteren van hun opdrachtgever- en opdrachtnemerschap in de regio en bij de voorbereidingen en implementatie van het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel. VWS ondersteunt ook de (door)ontwikkeling van de wijze waarop specifieke vormen van hoog specialistische zorg op landelijk niveau worden georganiseerd. Hiertoe zullen in 2024 verschillende opdrachten verleend worden. In het kader van de Hervormingsagenda Jeugd – dit wordt nader toegelicht onder randvoorwaarden verbeteren – is € 2 miljoen beschikbaar voor regionalisering en standaardisatie uitvoering in 2024.

Investeren in gezinsgericht opgroeien Het komend jaar wordt de positie van gezinshuizen in het stelsel van jeugdhulp verder ontwikkeld met als prioriteit de kwaliteitscriteria. De bestuurlijke akkoorden over gezinshuizen en (verlengde) pleegzorg gaat VWS samen met gemeenten en aanbieders evalueren, conform motie Raemakers en Ceder (Kamerstukken II 2021/2022 35833, nr. 22). Pleegzorg heeft een cruciale plek binnen de jeugdzorg. In samenwerking met aanbieders en gemeenten worden zoals in eerdere jaren, campagnes ingezet om nieuwe pleegouders te werven en wordt samen met de sector geïnvesteerd in de begeleiding en ondersteuning van pleegouders zodat zij pleegouder willen en kunnen blijven.

Het terugdringen van het gebruik van residentiële jeugdhulp (open driemilieus en gesloten jeugdhulp) en de residentiële jeugdhulp transformeren naar kleinschalige voorzieningen zijn onderdeel van de Hervormingsagenda. Samen met aanbieders en gemeenten geeft VWS in 2024 verder uitvoering aan het reeds gestarte plan Af- en ombouw gesloten jeugdhulp en opbouw alternatieven (Van groot naar klein, van gesloten naar open en van uit huis naar thuis). Bij de uitvoering daarvan blijven ervaringsdeskundigen nauw betrokken. VWS ondersteunt de aanbieders van (gesloten) residentiële jeugdhulp met de reeds gestarte subsidiëring van het meerjarige programma kleinschaligheid en het project terugdringen vrijheidsbeperkende maatregelen voor een totaal bedrag van circa € 0,4 miljoen in 2024.

Aanpak wachttijdenIn april 2021 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen Rijk en VNG over het aanpakken van wachttijden. De Aanpak Wachttijden is uitgewerkt in een plan van aanpak en loopt t/m 2025. Er is jaarlijks een bedrag van € 3 miljoen nodig voor de uitvoering van de Aanpak door het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd. Voor 2024 betekent het dat een bedrag van € 3 miljoen als subsidie wordt verleend. 

Oplossen en leren van complexe casuïstiekElke jeugdhulpregio heeft een regionaal expertteam. De belangrijkste taken van dit team zijn:

1. Voor iedere jeugdige en het gezin uit de regio een passende oplossing met perspectief, ongeacht de complexiteit van de zorgvraag;

2. Een bijdrage leveren aan een lerend jeugdstelsel door te leren van casuïstiek.

In 2024 wordt wettelijk vastgelegd dat elke jeugdhulpregio een dergelijk team moet organiseren (voor zover dit nog niet het geval is).

Om regionale expertteams te ondersteunen in hun taak zijn er acht bovenregionale expertisenetwerken. Via het amendement Klaver en Westerveld is vanaf 2021 structureel € 26 miljoen beschikbaar voor de bovenregionale expertisenetwerken jeugdhulp (Kamerstukken II 2019/20, 35300- XVI, nr. 7). Hiervan wordt € 25 miljoen direct uitgekeerd aan acht coördinerende gemeenten via de specifieke uitkering randvoorwaardelijke functies jeugdhulp en is € 1 miljoen beschikbaar voor de ondersteuning van de expertisenetwerken en de landelijke kennis- en leerfunctie. De middelen voor de specifieke uitkering zijn budgettair opgenomen onder het budget Bijdrage aan medeoverheden, en worden daar ook kort benoemd.

Elk expertisenetwerk voorziet in drie functies:

1) consultatie en advies,2) organiseren van hulp,3) kennis en leren.

In 2024 geven deze bovenregionale gremia vanuit een onafhankelijke 'positie ondersteuning aan jeugdhulpregio’s, regionale expertteams en zorgaanbieders om jeugdigen met meervoudige en complexe hulpvragen beter en sneller te ondersteunen. Door met elkaar te leren waar precies de knelpunten zitten en dit op de juiste plekken te agenderen, dragen de expertisenetwerken op (boven)regionaal en landelijk niveau bij aan een lerend jeugdstelsel voor complexe casuïstiek.

Het gewone leven versterken

Versterken van de veerkracht en bevorderen van participatie van kinderen en jongerenHet is belangrijk dat kinderen en gezinnen veerkrachtig zijn en samen met hun sociale netwerk en leefomgeving problemen het hoofd kunnen bieden. In 2024 vervolgt VWS de in 2023 gestarte maatschappelijke dialoog over normaal opgroeien en opvoeden met als doel dat op steeds meer plekken het gesprek hierover gevoerd wordt. VWS zet via het GALA extra in op het programma Kansrijke Start, de aanpak «Opgroeien in een Kansrijke Omgeving» (OKO) en het versterken van de sociale en pedagogische basis. Onderwijs en kinderopvang zijn onderdeel van de sociale en pedagogische basis waarin kinderen opgroeien. In de ‘Verbindingsroute opvang, onderwijs en zorg’ worden hierover met partijen afspraken gemaakt. Daarbij wordt aangesloten bij het experiment OZA wat meer ruimte biedt voor maatwerk in onderwijs en zorg. Dit experiment duurt vijf jaar en wordt gedurende de looptijd gemonitord. Voor dit experiment wordt voor de periode 2023-2028, jaarlijks € 0,3 miljoen gereserveerd.  Voor «Zorg in Onderwijstijd» wordt in 2024 gewerkt aan het collectief en beschikkingsvrij organiseren van Zorg in Onderwijstijd op cluster 3 en 4 scholen.  De subsidie aan de onderwijszorgconsulenten voor de ondersteuning van ouders en kinderen bij een passend aanbod voor onderwijs en zorg is in 2023 geëvalueerd.

VWS werkt in de aanpak «Mentale gezondheid van ons allemaal», aan het versterken van de mentale gezondheid van jongeren op school, online, in de buurt en op het werk. Voor jongeren wordt onder meer extra ingezet op zichtbaar en vindbaarheid van professionele laagdrempelige ondersteuning en het welbevinden van jongeren op school waarvoor een bedrag van € 1,1 miljoen aan subsidie wordt verleend in 2024.

Het is belangrijk dat kinderen, jongeren en ouders kunnen meepraten en – beslissen. Dit is een kinderrecht (VN Verdrag). Bovendien draagt het bij aan reflectie van professionals op hun handelen. Voor het bevorderen van jongerenparticipatie en ervaringsdeskundigheid werkt VWS samen met onder andere de NJR (Nationale Jeugdraad) die hiervoor van VWS instellingssubsidie ontvangt. Daarnaast worden jongeren bij verschillende beleidsdossiers betrokken. Ook wordt verkend of het ontwikkelen van een nationale jeugdstrategie meerwaarde heeft.

Verbeteren van de toegang tot jeugdhulp voor kinderen en gezinnen   Om passende jeugdhulp te kunnen bieden, het gewone leven te versterken en grip te krijgen op de uitgaven in de jeugdhulp, is het van belang dat lokale teams worden doorontwikkeld. We versterken de lokale toegang met stevige lokale teams, waarin goed opgeleide professionals werken die in verbinding staan met specialisten. Dit is een belangrijk onderdeel van de Hervormingsagenda Jeugd. De VNG richt hiervoor, samen met VWS en andere partijen een ondersteuningsstructuur in, gericht op gemeenten en lokale teams. Met subsidies (o.a. via de hervormingsagenda) aan VNG, kennisinstituten en andere veldpartijen wordt het collectief leren van lokale teams gefaciliteerd en worden gemeenten en lokale teams gestimuleerd de toegang te versterken. In de doorontwikkeling van stevige lokale teams is er ook specifiek aandacht voor de doelgroep jeugdigen met een levenslange, levensloop en levensbrede beperking/aandoening (triple l). Ook wordt de komende jaren ingezet op versterken van de samenwerking met informele steun(figuren). Onder meer door het vergroten van de vakbekwaamheid van professionals en door een plan te ondersteunen van zeven grote zorgaanbieders van residentiële jeugdhulp om met de inzet van het informele steunfiguur het aantal uithuisplaatsingen substantieel terug te dringen. Op het thema lokale teams en informele steun is circa € 0,7 miljoen aan subsidiemiddelen gereserveerd in 2024.

Minder marktwerking, meer samenwerking en betere inkoop van zorg   Ook in 2024 stelt VWS middelen beschikbaar om te komen tot eenvoudigere uitvoering en inkoop, minder administratieve lasten en de aanpak van doorgeschoten marktwerking. In het verlengde van de afspraken over regionale samenwerking bevat de Hervormingsagenda voorstellen om de inkoop, administratie, uitvoering en verantwoording verdergaand te harmoniseren en te standaardiseren met als sluitstuk het vaststellen van landelijke tarieven voor de specialistische zorg. Als startpunt gaan we met gemeenten en aanbieders de uitvoering van de regionale en landelijke inkoop optimaliseren door het harmoniseren van alle administratieve processen in de regio voor tenminste regionaal in te kopen jeugdzorgvormen. Wij zijn voornemens om dit onderdeel te maken van het wetsvoorstel 'Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg'. In 2024 bekijken we samen met gemeenten en aanbieders wat aanvullend nog nodig is om de inkoop, contractering, administratieve afhandeling en verantwoording van jeugdzorg te vereenvoudigen voor de zorgvormen die op regionaal en landelijk niveau zullen moeten worden ingekocht. Daarnaast wordt vanuit de Hervormingsagenda ingezet op de aanpak van doorgeschoten marktwerking. Voor deze aanpak is het van groot belang om de inkooprol van gemeenten te versterken. Gedurende de looptijd van de Hervormingsagenda zal het Ketenbureau gemeenten (en aanbieders) daarom ondersteunen via het delen van kennis, expertise en waar nodig bemiddeling. Meer specifiek bevat de Hervormingsagenda diverse maatregelen om doorgeschoten marktwerking in de jeugdhulp aan te pakken, zoals de AMvB ‘Reële prijzen Jeugdwet’ die in mei 2023 is voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer. Daarnaast versterken we de financiële bedrijfsvoering van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen door in het wetsvoorstel ‘Wet Verbeteringen beschikbaarheid zorg voor jeugdigen’ verplichtingen op te nemen ten aanzien van de bestuursstructuur en financiële bedrijfsvoering. Tot slot voorziet het wetsvoorstel ‘Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (wibz)’ in normen voor een integere bedrijfsvoering. Ook wordt er een grondslag opgenomen om voorwaarden te kunnen stellen aan het uitkeren van winst door jeugdhulpaanbieders. Hevoornemen is om het wetsvoorstel in de tweede helft van dit jaar voor advies aan te bieden aan de Raad van State.

Verbetering kwaliteit en effectiviteit van jeugdzorgVerbeteren van kwaliteit en effectiviteit is één van de leidende principes bij de hervormingen van de jeugdzorg. Er is in 2023 door een kwartiermaker advies uitgebracht over het organiseren van een duurzame structuur die kwaliteitsontwikkeling en blijvend leren borgt met en voor het veld (Kwaliteit en blijvend leren in de jeugdhulp: Van praten naar doen | Rapport | voor Jeugd & Gezin (voordejeugdenhetgezin.nl)). De eerste stappen voor het realiseren van deze structuur zijn reeds gezet en worden voortgezet. De werkorganisatie gaat na oprichting aan de slag met  een voorstel voor een gezamenlijke set gedragen kwaliteitskaders en ze maakt een meerjarige implementatie- en onderzoeksagenda. Ook doet de werkorganisatie voorstellen voor aanpassingen in de praktijk die bijdragen aan het blijvend leren van professionals. Deze afspraken zijn geborgd in de Hervormingsagenda Jeugd. Hiervoor is € 6,7 miljoen in 2024 beschikbaar gesteld (Hervormingsagenda Jeugd - Concept | Publicatie | voor Jeugd & Gezin (voordejeugdenhetgezin.nl)).

Randvoorwaarden verbeteren 

Het versterken van vakmanschap jeugd- en gezinsprofessionals           Vanuit de instellingssubsidie aan het Nederlands Jeugdinstituut wordt in 2024 het richtlijnenprogramma jeugdhulp en jeugdbescherming en het platform Vakmanschap gefinancierd. De middelen worden ingezet voor het ontwikkelen, onderhouden en implementeren van richtlijnen en het faciliteren van kennisuitwisseling en -toepassing met en door jeugdprofessionals.

Verder wordt in 2024 een projectsubsidie verleend aan het arbeidsmarktfonds FCB voor het uitvoeren van een arbeidsmarktagenda, waarvoor circa € 1 miljoen is gereserveerd.

Uitvoering Hervormingsagenda Voor een deel van de investeringen en uitvoeringskosten van de Hervormingsagenda is € 91 miljoen uit de extra middelen voor jeugdzorg in 2024 overgeheveld naar de VWS-begroting 2024. Deze € 91 miljoen is enerzijds bestemd voor de uitvoering van de Hervormingsagenda in 2024 (€ 9 miljoen) en anderzijds voor de inzet van benodigde investeringen: € 3 miljoen voor aanpak wachttijden, € 2 miljoen voor regionalisering/standaardisatie uitvoering, € 7 miljoen voor kwaliteit en € 70 miljoen voor frictie- en coördinatiekosten voor de af- en ombouw van de huidige grootschalige (gesloten) residentiële jeugdhulp. Besteding vindt plaats in samenspraak met de VNG.                  

Jeugdstelsel

Voor het budget ‘Jeugdstelsel’ is een bedrag van circa € 30,1 miljoen beschikbaar voor subsidies en € 0,6 miljoen voor opdrachten. Middels het beschikbare budget worden diverse activiteiten gefinancierd.

Voor de opvang en verzorging van minderjarige kinderen van binnen schippers, kermisexploitanten en circusartiesten ontvangen internaten subsidie waarvoor circa € 15,5 miljoen jaarlijks beschikbaar is. Voor de wettelijke gecentraliseerde taak van de luisterlijn en het vertrouwenswerk, de Kindertelefoon en het Advies- en klachtenbureau jeugdzorg, is in de begroting een bedrag van circa € 14,4 miljoen aan subsidiemiddelen beschikbaar.

In 2024 wordt € 3,6 miljoen beschikbaar gesteld voor de Jeugdautoriteit. Hiervan is € 0,6 miljoen geserveerd voor het uitzetten van diverse opdrachten. De Jeugdautoriteit is op 1 januari 2019 opgericht om bij te dragen aan de borging van continuïteit van jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering, door te signaleren, te voorkomen en op te vangen. De positie en taken van de Jeugdautoriteit zijn vastgelegd in het Instellingsbesluit Jeugdautoriteit. Daarbij adviseert de Jeugdautoriteit het Rijk over de 'Subsidieregeling Continuïteit Cruciale Jeugdzorg'. Een aantal inzicht- en toezichttaken - op het terrein van zorg voor jeugdigen - die nu deels bij de Jeugdautoriteit zijn belegd wordt wettelijk vastgelegd. Ter voorbereiding hierop is voor 2024 € 0,4 miljoen beschikbaar gesteld voor de Nederlandse Zorgautoriteit.

Bijdragen aan mede overhedenVoor ‘Bijdragen aan mede overheden’ (BMO) is een bedrag van circa € 32,2 miljoen beschikbaar voor de specifieke uitkering aan gemeenten t.b.v. drie randvoorwaardelijke functies jeugdhulp, namelijk de expertisenetwerken jeugdhulp, de academisch centrum kinder- en jeugdpsychiatrie (ACKJP) en de plaatsingscoördinatie gesloten jeugdhulp.

Ontvangsten

OverigeDe ontvangsten in 2024 betreffen voornamelijk middelen vanuit niet volledig uitgeputte subsidies. Deze ontvangsten worden voor 2024 geraamd op € 2,4 miljoen.

Licence