Base description which applies to whole site

3.7 Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.

Het projectartikel is gerelateerd aan het beleidsartikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s (Externe veiligheid) van de begroting Hoofdstuk XII.

Tabel 66 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Verplichtingen

98

950

1.137

900

450

  

Uitgaven

6

900

1.000

850

642

  

18.06 Externe veiligheid

6

900

1.000

850

642

  

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

       

18.08.03 Afroming Eigen Vermogen Rijkswaterstaat

       

Ontvangsten

0

238.733

     

18.09 Ontvangsten

0

4

     

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

0

238.729

     

Budgetflexibiliteit

De budgetten voor externe veiligheid zijn 2026 juridisch verplicht ­op de peildatum 1 januari 2026. De middelen afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat zijn beleidsmatig gereserveerd.

Tabel 67 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 18
 

2026

Juridisch verplicht

100%

Bestuurlijk gebonden

0%

Beleidsmatig gereserveerd

0%

Niet-juridisch verplicht / vrij te besteden

0%

18.06 Externe Veiligheid

Motivering

Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS) (Kamerstukken II 2005–2006, 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet.

18.08 Netwerkgebonden kosten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar.

Belangrijkste budgettaire aanpassing

Er heeft een budgetneutrale programma-schuif plaatsgevonden uit 2025 (€ 2,5 miljoen) naar 2026-2028 voor Externe veiligheid, omdat de verwachting is dat dit bedrag niet uitgeput wordt in 2025.

18.09 Ontvangsten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2023 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Deze middelen zijn in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.

Licence