Base description which applies to whole site

3.7 Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.

Het projectartikel is gerelateerd aan het beleidsartikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s (Externe veiligheid) van de begroting Hoofdstuk XII.

Tabel 64 Budgettaire gevolgen van uitvoering art. 18 Overige uitgaven en ontvangsten (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

34

3.453

21.491

    

Uitgaven

10

3.335

21.491

    

18.06 Externe veiligheid

10

3.335

     

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

  

21.491

    

18.08.03 Afroming Eigen Vermogen Rijkswaterstaat

  

21.491

    

Ontvangsten

245.271

310.546

     

18.09 Ontvangsten

4.311

19.308

     

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

240.960

291.238

     

Budgetflexibiliteit

De budgetten voor externe veiligheid zijn 2024 juridisch verplicht ­op de peildatum 1 januari 2024. De middelen afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat zijn beleidsmatig gereserveerd.

Tabel 65 Geschatte budgetflexibiliteit art. 18
 

2024

Juridisch verplicht

0%

Bestuurlijk gebonden

 

Beleidsmatig gereserveerd

100%

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 

18.06 Externe Veiligheid

Motivering

Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS) (Kamerstukken II 2005–2006, 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet.

18.08 Netwerkgebonden kosten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2022 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. De middelen worden in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.

Belangrijkste budgettaire aanpassing

Bij eerste suppletoire begroting 2023 is het afgeroomde eigen vermogen 2021 doorgeschoven naar 2023 (€ 2,5 miljoen). Bovendien is het surplus eigen vermogen 2022 toegevoegd aan artikel 18.08 (€ 19,3 miljoen). Het totaal van € 21,8 miljoen zal in 2023 niet tot besteding komen. Derhalve worden de middelen door geschoven naar 2024 in deze begroting.

18.09 Ontvangsten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2021 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Deze middelen zijn in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.

Licence