Het primair onderwijs (po) zorgt dat leerlingen in de eerste fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. De minister zorgt voor kwalitatief, toegankelijk en betaalbaar primair onderwijs. Het legt bovendien de basis voor de huidige en toekomstige deelname van deze leerlingen aan de samenleving.
De minister is verantwoordelijk voor een stelsel van primair onderwijs dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.
Financieren
De minister is verantwoordelijk voor de financiering van het primair onderwijs door bekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.
Stimuleren
De minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van (aanvullende) bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, (prestatie)afspraken en wet- en regelgeving.
Regisseren
De minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.
Kengetallen
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Leerlingen basisonderwijs | 1.415,9 | 1.409,1 | 1.412,4 | 1.409,0 | 1.399,5 | 1.389,0 | 1380,0 |
Leerlingen trekkende bevolking | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
Leerlingen in het speciaal basisonderwijs | 35,7 | 34,9 | 34,6 | 34,3 | 34,1 | 33,9 | 33,9 |
Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs | 76,5 | 77,3 | 78,8 | 79,9 | 80,6 | 81,0 | 81,2 |
Totaal primair onderwijs | 1.528,5 | 1.521,6 | 1.526,1 | 1.523,6 | 1.514,5 | 1.504,3 | 1.495,4 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Primair onderwijs | 10,4 | 11,1 | 10,9 | 11,1 | 11,1 | 11,1 | 11,1 |
Bekostiging | 9,7 | 10,2 | 10,1 | 10,3 | 10,3 | 10,4 | 10,4 |
Exclusief ondersteuningsmiddelen | 8,0 | 8,5 | 8,4 | 8,6 | 8,7 | 8,7 | 8,7 |
In het onderdeel beleidsprioriteiten (paragraaf 2.1) staan de belangrijkste wijzigingen op het terrein van primair onderwijs beschreven.
Realisatie | Begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
Verplichtingen | 16.469.177 | 18.092.211 | 16.620.696 | 16.647.072 | 16.661.770 | 16.808.930 | 16.728.416 |
Uitgaven | 16.026.365 | 17.023.882 | 16.665.482 | 16.917.964 | 16.808.600 | 16.817.408 | 16.727.607 |
Bekostiging | 14.769.211 | 15.479.146 | 15.353.231 | 15.647.843 | 15.664.539 | 15.595.900 | 15.519.664 |
Bekostiging po-instellingen | 14.521.700 | 15.325.300 | 15.318.907 | 15.297.613 | 15.302.245 | 15.232.660 | 15.156.267 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 32.251 | 34.107 | 34.324 | 34.528 | 34.908 | 35.105 | 35.262 |
Aanvullende bekostiging | 181.745 | 104.624 | 0 | 12.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
Aanpak lerarentekort G5 | 33.515 | 15.115 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Basisvaardigheden | 0 | 0 | 0 | 303.702 | 302.386 | 303.135 | 303.135 |
Subsidies (regelingen) | 564.292 | 796.121 | 626.400 | 595.816 | 474.707 | 513.330 | 504.640 |
Onderwijsvoorziening Jonggehandicapten | 32.716 | 35.204 | 35.627 | 35.802 | 35.802 | 35.802 | 35.802 |
Nederlands onderwijs buitenland | 12.582 | 15.328 | 14.328 | 14.328 | 14.328 | 14.328 | 14.328 |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 15.293 | 19.049 | 18.049 | 17.549 | 17.549 | 17.549 | 17.549 |
School en omgeving | 39.408 | 120.895 | 166.690 | 168.963 | 172.899 | 209.984 | 209.984 |
Basisvaardigheden | 283.035 | 376.450 | 164.292 | 132.244 | 21.350 | 21.350 | 21.350 |
NGF Open Leermateriaal | 1.347 | 2.214 | 1.875 | 791 | 0 | 0 | 0 |
NGF Digitaal Onderwijs | 4.150 | 6.634 | 3.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 | 2.750 |
Schoolmaaltijden | 65.955 | 81.117 | 81.617 | 82.117 | 82.117 | 82.117 | 82.117 |
Brugfunctionaris po | 41.440 | 41.909 | 41.909 | 42.467 | 42.467 | 42.467 | 42.467 |
Overige subsidies | 68.366 | 97.321 | 98.263 | 98.805 | 85.445 | 86.983 | 78.293 |
Opdrachten | 9.086 | 26.905 | 17.027 | 17.732 | 17.756 | 19.424 | 20.031 |
Opdrachten | 8.333 | 26.905 | 17.027 | 17.732 | 17.756 | 19.424 | 20.031 |
Opdrachten Caribisch Nederland | 753 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 47.061 | 48.034 | 53.321 | 54.480 | 53.774 | 53.403 | 53.837 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 47.061 | 48.034 | 53.321 | 54.480 | 53.774 | 53.403 | 53.837 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 13.697 | 10.629 | 10.649 | 8.668 | 8.369 | 8.344 | 8.344 |
Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds | 11.174 | 7.599 | 7.619 | 5.638 | 5.339 | 5.314 | 5.314 |
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen | 2.523 | 3.030 | 3.030 | 3.030 | 3.030 | 3.030 | 3.030 |
Bijdrage aan medeoverheden | 623.018 | 663.047 | 604.854 | 578.481 | 574.511 | 612.063 | 606.147 |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid | 607.073 | 638.352 | 579.600 | 571.774 | 567.804 | 605.181 | 599.265 |
Caribisch Nederland | 12.945 | 21.695 | 20.769 | 2.222 | 2.222 | 2.397 | 2.397 |
Scholenprogramma Groningen | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
Overig | 0 | 0 | 1.485 | 1.485 | 1.485 | 1.485 | 1.485 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 14.944 | 14.944 | 14.944 | 14.944 |
Brede scholen | 0 | 0 | 0 | 14.944 | 14.944 | 14.944 | 14.944 |
Ontvangsten | 98.375 | 35.208 | 9.208 | 9.208 | 9.208 | 9.208 | 9.208 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 16.469.177 | 18.092.211 | 16.620.696 | 16.647.072 | 16.661.770 | 16.808.930 | 16.728.416 |
Waarvan garantieverplichtingen | 11.038 | 1.913 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan overige verplichtingen | 16.458.139 | 18.090.298 | 16.620.696 | 16.647.072 | 16.661.770 | 16.808.930 | 16.728.416 |
De garantieverplichtingen hebben betrekking op leningen/rekening-courantkredieten aan onderwijsinstellingen. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.
Budgetflexibiliteit
2026 | |
---|---|
Juridisch verplicht | 99,07% |
Bestuurlijk gebonden | 0,66% |
Beleidsmatig gereserveerd | 0,27% |
Nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,00% |
Van het totale budget voor artikel 1 (primair onderwijs) is voor 2026 99,1 procent juridisch verplicht.
Bekostiging
Het budget in 2026 is voor 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben onder meer betrekking op de betalingen aan schoolbesturen en samenwerkingsverbanden. Hieraan ten grondslag liggen de Wet op het primair onderwijs, de Wet op expertisecentra, de Wet primair onderwijs Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES), onderliggende besluiten en uitvoeringsregelingen. Het moment waarop de juridische verplichting wordt aangegaan, vindt plaats voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
Subsidies
Het budget in 2026 is voor 80,2 procent juridisch verplicht. Dit verplichte deel betreft de subsidies die voorafgaand aan het jaar van verstrekking worden vastgelegd. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar het resterende deel van het budget ook juridisch wordt verplicht. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de subsidiebijlage.
Opdrachten
Het budget in 2026 is voor 49,4 procent juridisch verplicht. Ervaringsgegevens laten zien dat in de loop van het jaar het resterende deel van het budget ook juridisch wordt verplicht.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget in 2026 is voor 100 procent juridisch verplicht. Op basis van managementafspraken tussen het bestuursdepartement en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) zijn afspraken vastgelegd voor het komende jaar.
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s
Het budget in 2026 is voor 100 procent juridisch verplicht. Dit betreft de bijdragen aan het Vervangings- en Participatiefonds en het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Het moment waarop de juridische verplichting wordt aangegaan, vindt plaats voorafgaand aan het jaar waarop de bijdragen betrekking hebben.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget in 2026 is voor 96,3 procent juridisch verplicht. Het overgrote deel van de middelen wordt beschikbaar gesteld via een specifieke uitkering (SPUK) naar gemeenten in het kader van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOAB).
Bekostiging
Bekostiging instellingen voor primair onderwijs
Het Rijk verstrekt schoolbesturen bekostiging om (onderwijs)personeel aan te stellen en overige arbeidsvoorwaarden te vervullen en ten behoeve van de materiële instandhouding van scholen. De basisbekostiging is gebaseerd op het aantal vestigingen en het aantal leerlingen.
Daarnaast wordt via de kleinescholentoeslag rekening gehouden met de grootte van de school. Met de kleinescholentoeslag is circa € 190,3 miljoen gemoeid. Ook wordt in de bekostiging rekening gehouden met een aantal specifieke kenmerken van leerlingen in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid waar circa € 533,9 miljoen mee is gemoeid. Voor de aanpak van werkdruk is in kalenderjaar 2026 circa € 546,3 miljoen beschikbaar. Daarnaast wordt vanaf 2028 € 14,0 miljoen toegevoegd aan het nieuw-komersbudget als onderdeel van aanpassingen in de regelgeving die tot doel hebben om de onrechtmatigheid op dit budget weg te nemen.
De kasuitgaven onder de aanvullende bekostiging in 2026 zijn € 0. Dit komt onder andere door het toevoegen van het budget van € 23,3 miljoen per jaar voor de subsidie voor (hoog)begaafde leerlingen vanaf 2026 aan de ondersteuningsbekostiging aan samenwerkingsverbanden. Ook het budget voor verdere professionalisering van het personeel en de begeleiding van startende leraren en schoolleiders (PBSS) is per 2026 toegevoegd aan de reguliere bekostiging instellingen voor primair onderwijs.
In de volgende tabel is het verloop van de ondersteuningsmiddelen opgenomen, die naast de basisbekostiging beschikbaar zijn voor de lichte en zware ondersteuning. Lichte ondersteuning betreft grotendeels middelen die naar de samenwerkingsverbanden primair onderwijs gaan en waar vanuit middelen rechtstreeks naar het speciaal basisonderwijs (sbao) gaan. Bijdragen voor de zware ondersteuning zijn voor de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so), waaronder de clusters 1 en 2. Sinds de invoering van passend onderwijs besluiten de samenwerkingsverbanden (clusters 3 en 4) over de plaatsing van leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so).
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Lichte ondersteuning - Samenwerkingsverbanden primair onderwijs | 560 | 560 | 560 | 560 | 560 | 560 |
Zware ondersteuning - cluster 1 en 2 | 390 | 390 | 390 | 390 | 390 | 390 |
Zware ondersteuning - samenwerkingsverbanden primair onderwijs | 790 | 790 | 790 | 790 | 790 | 790 |
Zware ondersteuning - samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs | 810 | 810 | 810 | 810 | 810 | 810 |
Lichte en zware ondersteuning - Totaal artikel 1 | 2.550,0 | 2.550,0 | 2.550,0 | 2.550,0 | 2.550,0 | 2.550,0 |
Bekostiging Caribisch Nederland
Het Rijk verstrekt bekostiging aan de schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het betreft de schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba.
Aanpak tekorten G5
Vanaf 2026 worden de middelen voor de aanpak van het lerarentekort in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere toegevoegd aan het budget voor onderwijsregio’s op artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid).
Basisvaardigheden
Scholen ontvangen nu middelen via subsidies. Vanaf 2027 ontvangen schoolbesturen (gerichte) bekostiging voor het verbeteren van basisvaardigheden. In het kader van de duurzame verankering van de middelen voor leesbevordering is structureel € 15,3 miljoen toegevoegd aan deze (gerichte) bekostiging.
Subsidies
Voor het stimuleren en realiseren van diverse beleidsdoelstellingen worden subsidies verstrekt (zie voor het totaaloverzicht de bijlage subsidies).
Verbetering basisvaardigheden
Te veel leerlingen verlaten het funderend onderwijs zonder goede beheersing van de basisvaardigheden: taal, rekenen, digitale geletterdheid en burgerschap. Voor 2026 is € 164,3 miljoen beschikbaar voor het verbeteren van de basisvaardigheden van leerlingen in het primair onderwijs. De kasuitgave voor de subsidieregeling basisvaardigheden ligt in 2026 lager vanwege het betaalritme van de subsidieregelingen van 2024 en 2025. Vanaf 2027 zullen scholen (gerichte) bekostiging ontvangen voor het verbeteren van basisvaardigheden. Een deel van de middelen blijft op het subsidie instrument beschikbaar voor een subsidieregeling. Scholen die dit het hardste nodig hebben ontvangen dan naast (gerichte) bekostiging ook een subsidie.
School en Omgeving
Elke leerling verdient het om zijn talenten en vaardigheden in de volle breedte te ontwikkelen. Om voor zoveel mogelijk leerlingen een zo kwalitatief goed programma van activiteiten rond de school te bieden, is er een subsidieregeling waarbij scholen middelen ontvangen voor het opzetten van een buitenschools aanbod. In 2025 is de nieuwe subsidieregeling School en Omgeving 2025-2028 gepubliceerd. In 2026 is er voor dit programma in totaal € 166,7 miljoen beschikbaar op artikel 1.
Hiernaast loopt het programma School en Omgeving ook mee in de brede specifieke uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk. De uitvoering van deze SPUK is bij het Ministerie van VRO belegd. De door het Ministerie van OCW beschikbaar gestelde middelen zijn tot en met 2028 overgeboekt naar het Ministerie van VRO.
SchoolmaaltijdenVia het programma Schoolmaaltijden worden maaltijden op scholen in het primair en voortgezet onderwijs verstrekt aan de kinderen die dit het hardst nodig hebben, zodat meer leerlingen met een volle maag les kunnen volgen. Voor dit doel is voor het primair onderwijs in 2026 € 81,6 miljoen beschikbaar op artikel 1.
Brugfunctionaris
Voor het versterken van de verbinding tussen school, kind en gezin en de ondersteuningsstructuur op school zijn middelen beschikbaar gesteld. In 2026 is voor het primair onderwijs € 41,9 miljoen beschikbaar.
Nationaal Groeifonds (NGF) ProjectenHet Ministerie van OCW heeft vanuit het Nationaal Groeifonds voor meerdere projecten middelen ontvangen. Op artikel 1 staan middelen voor de projecten Impuls Open Leermateriaal en Digitaal Onderwijs Goed Geregeld.
Het programma Impuls Open Leermateriaal (€ 40,0 miljoen toegekend en € 38,0 miljoen voorwaardelijk) heeft als doel de onderwijskwaliteit van het funderend onderwijs te verbeteren door te investeren in goed gebruik van hoogwaardig open leermateriaal. Voor 2026 is op het subsidiebudget van Impuls Open Leermateriaal € 1,9 miljoen beschikbaar en op het subsidiebudget van Kennisnet op artikel 3 (Voortgezet onderwijs) € 9,9 miljoen.
Voor Digitaal Onderwijs Goed Geregeld werkt Stichting Edu-V aan een keurmerk voor eenvoudige, veilige en betrouwbare digitale gegevensuitwisseling in het primair, voortgezet, speciaal en middelbaar beroepsonderwijs in Nederland. Voor dit keurmerk richt Edu-V zich op afspraken rond digitale gegevensuitwisseling tussen scholen en leveranciers zodat leermiddelen voldoen aan belangrijke eisen op het gebied van informatiebeveiliging en privacy. Voor 2026 is hier een subsidiebudget van € 3,8 miljoen voor beschikbaar.
Andere subsidiesOmvangrijke subsidies zijn verder de onderwijsvoorziening jonggehandicapten (€ 35,6 miljoen), de instellingssubsidie Nederlands onderwijs in het buitenland (€ 14,3 miljoen) en de instellingssubsidie voor godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs (€ 18,0 miljoen).Overige subsidiesVia dit financieel instrument worden onder andere subsidies verstrekt voor onderwijs aan zieke leerlingen (€ 10,2 miljoen), Ondersteuning en preventie thuiszittende jeugdigen (OPTJ; € 8,7 miljoen), Intensivering en verbreding regionale samenwerking kansengelijkheid in het onderwijs (€ 7,3 miljoen), Digitale school instrument (€ 6,0 miljoen), Af- en ombouw gesloten jeugdhulp (OAGJ; € 5,8 miljoen) en het stimuleren van leraren om meer uren te werken in het primair onderwijs (€ 5,0 miljoen).
Opdrachten
Dit betreft de middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken, onder andere voor passend onderwijs, versterking zeggenschap en uitvoeringskosten van subsidieregelingen.
Bijdrage aan agentschappen
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
DUO is een uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van de bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft hier het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor artikel 1.
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s
De stichtingen Vervangingsfonds (VF) en Participatiefonds (PF) ontvangen als privaatrechtelijke ZBO’s middelen voor het beheren en verevenen van respectievelijk de vervangings- en werkloosheidsuitgaven van schoolbesturen in het primair onderwijs. De kosten die het VF en PF vergoeden worden nagenoeg geheel gedekt uit de premies die schoolbesturen afdragen. Het Ministerie van OCW verstrekt een (vaste) bijdrage in de kosten van het ondersteunende bureau van de fondsen.
Het UWV ontvangt middelen voor de uitvoering van de Regeling onderwijsvoorziening jonggehandicapten.
De bijdragen van artikel 1 (primair onderwijs) en artikel 4 (beroepsonderwijs en volwasseneducatie) voor het CvTE worden zoals gebruikelijk bij de Voorjaarsnota naar artikel 3 (voortgezet onderwijs) overgeboekt.
Bijdrage aan medeoverheden
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOAB)
Gemeenten ontvangen middelen voor onderwijsachterstandenbeleid. GOAB bestaat uit meerdere instrumenten, waaronder voor- en voorschoolse educatie (vve), schakelklassen en zomerscholen. Het overgrote deel van het budget bestaat uit middelen voor de SPUK GOAB. Bij de eerste suppletoire begroting is vanaf 2026 een fluctuerende reeks van minimaal € 0,4 miljoen tot maximaal € 12,2 miljoen omgebogen op de in 2025 ontvangen loonbijstelling om de prijsbijstelling op de bekostiging in het voortgezet onderwijs te kunnen uitkeren.
Hiernaast loopt het programma Ontwikkeling Jonge Kind ook mee in de brede SPUK Kansrijke Wijk. De uitvoering van deze SPUK is bij het Ministerie van VRO belegd. De door het Ministerie van OCW beschikbaar gestelde middelen van € 31 miljoen per jaar zijn tot en met 2028 overgeboekt naar het Ministerie van VRO.
Caribisch Nederland
Naast de GOAB-middelen voor gemeenten bevat dit financiële instrument middelen die worden ingezet voor het OCW-beleid in Caribisch Nederland. Dat behelst onder meer middelen voor het verder verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs in Caribisch Nederland tot een naar Nederlandse maatstaven aanvaardbaar niveau. Een groot gedeelte van het budget is incidenteel en is bestemd voor de verbetering van de onderwijshuisvesting. In 2026 gaat het in totaal om een bedrag van circa € 20,8 miljoen en vanaf 2027 is het budget circa € 2,2 miljoen per jaar.
Scholenprogramma Groningen
Voor het scholenprogramma Groningen is er tot en met 2034 vanuit het Ministerie van OCW jaarlijks een bedrag van € 3,0 miljoen beschikbaar om 101 scholen aardbevings- en toekomstbestendig te maken.
Overig
Op de post overig is in 2026 € 1,5 miljoen beschikbaar naar aanleiding van het aangenomen amendement Van der Molen c.s. (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VIII, nr. 60) ter ondersteuning van leraren Friese taal in het primair en voortgezet onderwijs.
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Brede scholen
Er worden structurele middelen ter beschikking gesteld ten behoeve van de Brede impuls combinatie-functies via een specifieke uitkering bij het Ministerie van VWS. Het doel van deze impuls is om onder andere sport-, beweeg- en cultuuronderwijs op en rond scholen te versterken. In 2023 is voor de periode 2023 tot en met 2026 circa € 12,7 miljoen per jaar overgeboekt naar het Ministerie van VWS.