Algemene doelstelling
Internationaal samenwerken om klimaatweerbaarheid, circulaire economie en slimme en duurzame mobiliteit te realiseren.
De IenW-ambities kunnen door hun grensoverschrijdend karakter en de hoge mate van verwevenheid met de internationale ontwikkelingen vaak alleen of effectiever worden gerealiseerd in internationaal verband. IenW zet zich daarom in het internationale domein in voor het realiseren van een weerbare wereld die effectief verbonden is en een hoge mate van milieukwaliteit heeft. Het opnemen van kwantitatieve meetbare indicatoren gerelateerd aan het te realiseren doel is met name opgenomen bij de diverse beleidsartikelen die specifiek zien op de beleidsterreinen van IenW. Omdat dit beleidsartikel uitgaat van een meer kwalitatieve beleidsaanpak zijn voor dit artikel enkele algemene indicatoren opgenomen.
Verder valt onder dit artikel ook de beleidsontwikkeling rondom (beveiligd) gebruik van satellietnavigatie – en data en het stimuleren van het gebruik van data uit aardobservatie.
Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid
In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 9.588 | 36.598 | 10.102 | 10.587 | 10.291 | 10.040 | 10.082 |
Uitgaven | 10.501 | 11.667 | 11.030 | 11.289 | 10.993 | 10.743 | 10.785 |
Uitgaven onderverdeeld per artikelonderdeel | |||||||
2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking | 10.501 | 11.667 | 11.030 | 11.289 | 10.993 | 10.743 | 10.785 |
Ontvangsten | 236 | 1.256 | 802 | 802 | 1.061 | 802 | 802 |
Rol en verantwoordelijkheid
In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij dit artikel. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.
Rol | Toelichting |
Stimuleren | De Minister van IenW ontplooit diverse activiteiten om de nationale doelen te bereiken door verbinding met internationale activiteiten. Het onderhouden van een netwerk met landen, EU-instellingen en mondiale organisaties, denktanks en non-gouvernementele organisaties. Ter ondersteuning van beleidsontwikkeling neemt IenW deel aan diverse bilaterale en multilaterale overleggen (formeel en informeel) gericht op de totstandkoming van coalities met gelijkgezinde landen. Samen met andere staten en actoren bevorderen van concrete internationale samenwerking en activiteiten in internationale multi-stakeholderpartnerschappen. |
Regisseren | De Minister van IenW bepaalt de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale transport- en milieubeleid. De uitvoering van de relevante SDG's uit de 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling. De regie op de internationale aspecten van het IenW-beleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Het opstellen en uitdragen van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving. De nationale en Europese beleidscoördinatie op het gebied van satellietnavigatie en de IenW-inzet op het gebruik van satellietdata en satellietnavigatie. Het internationale IenW-beleid vindt niet alleen zijn grondslag in dit beleidsartikel. Specifieke rollen en verantwoordelijkheden van de Minister op de verschillende beleidsterreinen van IenW zijn bij de betreffende artikelen vermeld. |
(Doen) uitvoeren | IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat hier om een aantal uitvoerende taken in het kader van de Europese programma’s Horizon Europe, Connecting Europe Facility (CEF), Trans European Transport Network (TENT), Interreg en LIFE. |
Beleidsinformatie
Samenhang doelstelling en meetbare gegevens
De IenW-ambities kunnen door de hoge mate van verwevenheid met grensoverschrijdende arena’s alleen maar effectief worden gerealiseerd in Europees, bilateraal en mondiaal verband. Dit is niet alleen afhankelijk van de Nederlandse inzet, maar ook van de inbreng van partners en andere partijen. Het opnemen van kwantitatieve meetbare indicatoren gerelateerd aan het te realiseren doel is in dit verband zelden relevant of toepasselijk. Waar mogelijk zijn deze opgenomen bij de diverse beleidsartikelen.
Voor het artikel Internationaal Beleid is 1 specifieke doelstelling geformuleerd. Deze specifieke doelstelling levert een bijdrage aan het bereiken van de algemene doelstelling. Voor de specifieke doelstelling zijn tevens 3 subdoelstellingen geformuleerd. De beleidsinformatie heeft betrekking op alle subdoelstellingen.
Algemene doelstelling | ||
---|---|---|
Internationaal samenwerken om weerbaarheid, connectiviteit en milieu kwaliteit realiseren. | ||
Specifieke doelstelling 1 | ||
Internationaal samenwerken om klimaatweerbaarheid, circulaire economie en slimme en duurzame mobiliteit te realiseren. | ||
Subdoelstelling 1 | Subdoelstelling 2 | Subdoelstelling 3 |
1. Het agenderen van de Nederlandse beleidsprioriteiten in Europees en internationaal verband. | 2. De uitwisseling van kennis en expertise en het versterken van marktkansen voor de Nederlandse IenW-sectoren. | 3. Inzetten van Europese en internationale fondsen voor het realiseren van de nationale beleidsprioriteiten. |
Beleidsinformatie | ||
1. BNC-fiches | ||
2. Jaarrapportages RVO |
SPECIFIEKE DOELSTELLING 1: Internationaal samenwerken om weerbaarheid, connectiviteit en milieukwaliteit te realiseren.
Met de internationale inzet draagt IenW bij aan het realiseren van de specifieke (nationale) beleidsprioriteiten die ook inzet op het internationale toneel vragen. Het internationale IenW-beleid vindt daarom niet alleen zijn grondslag in dit beleidsartikel, maar komt ook terug in de overige beleidsartikelen. Vaak kennen de beleidsthema’s van IenW een intrinsiek grensoverschrijdend karakter zoals de inzet in relatie tot internationale spoorverbindingen en vergroot een internationale inzet het effect bij de realisatie van de beleidsprioriteiten. Dat vraagt een actieve ambtelijke en politieke inzet en vertegenwoordiging in de internationale gremia waaronder de Transport- en Milieuraad van de EU, de UNECE, de OESO, OESO-ITF en UN Environment. Het onderhouden van een netwerk met landen, EU-instellingen en mondiale organisaties, denktanks en non-gouvernementele organisaties is in dit verband van belang. Dit netwerk is cruciaal om tijdig (nieuwe) internationale ontwikkelingen te signaleren die van invloed (kunnen) zijn op de IenW-terreinen en het ontwikkelen van een visie en strategie voor de (inter)nationale beleidsinzet. Daartoe behoort ook gerichte financiële ondersteuning van het werk van (inter)nationale organisaties die zich inzetten voor de bevordering van internationale samenwerking en overdracht/uitwisseling van kennis.
Subdoelstelling 1: Het agenderen van de Nederlandse beleidsprioriteiten in Europees, bilateraal en internationaal verband.
De nationale belangen die in Nederlands beleid geformuleerd staan vormen de basis voor internationale en Europese beleidsontwikkeling. Dit vergt agendering in de juiste internationale gremia waar besluitvorming plaatsvindt over de beleidsontwikkeling.
Subdoelstelling 2: De uitwisseling van kennis en expertise en het versterken van marktkansen voor de Nederlandse IenW-sectoren.
Door internationale samenwerking met overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen zet IenW zich in om de klimaatweerbaarheid, duurzaam waterbeheer, slimme en groene mobiliteit en circulaire economie in binnen- en buitenland te versterken. Dit vindt onder andere plaats via de voorbereiding, uitvoering en follow-up van handelsmissies vaak ook in combinatie met initiëren, onderhouden en intensiveren van contacten met ministeries in andere landen. Deze worden georganiseerd op verzoek van de sector o.b.v. marktscans. Daarnaast heeft IenW een sterke aanpak voor duurzame economische diplomatie, waarin maatschappelijke en economische doelstellingen gecombineerd worden. IenW werkt hierbij met een selectie prioriteitslanden om de impact te vergroten, zowel vanuit het oogpunt van verdienvermogen als impact van de transities.
Subdoelstelling 3: Inzetten van Europese en internationale fondsen voor het realiseren van de nationale beleidsprioriteiten.
IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat hier om een aantal uitvoerende taken in het kader van de Europese programma’s Horizon Europe, Connecting Europe Facility (CEF), Trans-European Transport Network (TENT), Interreg en LIFE. Met de inzet van RVO beoogt IenW het optimaal benutten van de Europese fondsen te versterken.
Meetbare gegevens Internationaal beleid
Door de hoge mate van verwevenheid met internationale inzet is het realiseren van de doelstellingen niet alleen afhankelijk van de Nederlandse inzet. Het opnemen van kwantitatieve meetbare indicatoren gerelateerd aan het te realiseren doel is in dit verband zelden relevant of toepasselijk. Wel is er relevante beleidsmatige informatie beschikbaar waarmee de voortgang van het beleid kan worden gemonitord, en waarover zo nodig bij het Jaarverlag kan worden gerapporteerd. Dit betreft:
– De Tweede Kamer wordt onder meer aan de hand van BNC-fiches (geïnformeerd over de Nederlandse inzet t.a.v. nieuwe voorstellen van de Europese Commissie en in het verslag van de Milieu- en Transportraden over de uitkomst van deze besprekingen.
– In de jaarrapportages van het RvO wordt inzicht gegeven in de implementatie van het Nederlands handelsinstrumentarium, naast de rapportage die door het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Tweede kamer stuurt.
– In de jaarrapportages van het RvO wordt ook inzicht gegeven in de deelname van Nederlandse partijen aan de Europese subsidieprogramma’s CEF Transport, Horizon Europe, INTERREG en LIFE en de behaalde resultaten in het betreffende jaar.
Beleidsmatige ontwikkelingen
De internationale taken van IenW zijn bij verschillende dienstonderdelen belegd en worden op diverse begrotingsartikelen gepresenteerd en verantwoord. Hiernaast zijn er geen relevante beleidsontwikkelingen te benoemen.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 9.588 | 36.598 | 10.102 | 10.587 | 10.291 | 10.040 | 10.082 |
Uitgaven | 10.501 | 11.667 | 11.030 | 11.289 | 10.993 | 10.743 | 10.785 | |
19.2 | Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking | 10.501 | 11.667 | 11.030 | 11.289 | 10.993 | 10.743 | 10.785 |
Opdrachten | 2.658 | 5.686 | 6.239 | 6.503 | 6.595 | 6.345 | 6.387 | |
Uitvoering internationaal HGIS | 485 | 1.367 | 1.702 | 2.163 | 2.072 | 2.104 | 2.104 | |
Uitvoering niet-HGIS | 1.230 | 2.693 | 2.758 | 2.719 | 3.108 | 2.846 | 2.846 | |
Overige opdrachten | 943 | 1.626 | 1.779 | 1.621 | 1.415 | 1.395 | 1.437 | |
Subsidies (regelingen) | 997 | 576 | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Interreg | 657 | 236 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige subsidies | 340 | 340 | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 3.139 | 2.936 | 2.942 | 2.942 | 2.754 | 2.754 | 2.754 | |
Bijdrage aan RWS | 533 | 487 | 469 | 569 | 381 | 381 | 381 | |
Bijdrage aan RVO | 2.309 | 2.319 | 2.473 | 2.373 | 2.373 | 2.373 | 2.373 | |
Bijdrage aan RIVM | 297 | 130 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 3.707 | 2.469 | 1.844 | 1.844 | 1.644 | 1.644 | 1.644 | |
Bijdrage HGIS | 3.032 | 2.144 | 1.844 | 1.844 | 1.644 | 1.644 | 1.644 | |
Bijdrage niet-HGIS | 675 | 325 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 236 | 1.256 | 802 | 802 | 1.061 | 802 | 802 | |
Toelichting op de financiële instrumenten
Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor het jaar 2026, een toelichting gegeven waarvoor de financiële instrumenten worden ingezet en wie de middelen ontvangt. Alle genoemde uitgaven dragen bij aan de realisatie van specifieke doelstelling 1.
2. Internationaal beleid coördinatie en samenwerking (€ 11,0 miljoen)
De volgende financiële instrumenten worden ingezet:
Opdrachten (€ 6,2 miljoen)
– Uitvoering internationaal HGIS (€ 1,7 miljoen). Het ministerie van IenW is beleidsverantwoordelijk voor het satellietnavigatiebeleid en daarmee voor het Europese mondiale satellietnavigatie systeem Galileo. In dat kader draagt IenW bij aan de exploitatiekosten (gebruiksvergoeding aan het Rijksvastgoedbedrijf) van het Galileo Reference Center (GRC) dat gevestigd is in Noordwijk en het Galileo Sensor Station (GSS) op Bonaire. IenW verstrekt tevens opdrachten aan diverse organisaties voor activiteiten in het kader van internationale diplomatie, waaronder het uitvoeren van missies voor het bedrijfsleven en het ondersteunen en faciliteren van delegaties en internationale bijeenkomsten.
– Uitvoering niet-HGIS (€ 2,8 miljoen).
• Voor het benutten van de innovatiecapaciteit van data afkomstig van satellietinstrumenten is samen met het Netherlands Space Office (NSO) een programma opgezet waarin onderzoeksvragen worden uitgewerkt en diverse ruimtevaartprojecten worden uitgevoerd. Hiernaast wordt samen met NSO en kennis- en uitvoeringsorganisaties gewerkt aan de ontwikkeling van de Europese infrastructuur op het terrein van satellietnavigatie.
• Daarnaast zijn de middelen bedoeld voor een opdracht aan de Rijksdienst Caribisch Nederland ( RCN) voor het beheer en onderhoud van het Galileo Sensor Station (GSS) op Bonaire. Tevens wordt gewerkt aan de oprichting van een Bevoegde Public Regulated Service Autoriteit en het toekomstige beheer van deze overheidsdienst van Galileo.
– Overige opdrachten (€ 1,8 miljoen). Voor het Nationaal Milieu Programma (NMP) is € 0,7 miljoen gereserveerd voor opdrachten aan verschillende partijen. In 2026 wordt er verder gewerkt aan de opzet en uitvoering van het eerste NMP Uitvoeringsprogramma, de monitoring en het opzetten van het samenwerkingsproces. Verder is € 0,3 miljoen gererveerd voor opdrachten aan diverse partijen ter ondersteuning van het internationaal beleid.
Daarnaast is € 0,4 miljoen gereserveerd voor de jaarlijkse opdrachten aan RWS en RVO inzake diverse Europese programma's. Tevens is € 0,3 miljoen gereserveerd ten behoeve van een 3- tal Europese secretariaten voor de te leveren technische bijstand in het kader van het programma Interreg.
Subsidies (€ 0,005 miljoen).
– Overige subsidies (€ 0,005 miljoen). De middelen zijn bestemd voor een incidentele subsidie aan de Jongeren Milieuraad voor de Nudge Global Impact Challenge.
Bijdragen aan agentschappen (€ 2,9 miljoen).
– Bijdrage aan RWS (€ 0,5 miljoen). Dit betreft de bijdrage aan Rijkswaterstaat (RWS) voor de capaciteitsinzet voor de uitvoering van de Antarctica regelgeving en ondersteunende activiteiten in het kader van economische diplomatie en overige Europese programma's zoals Horizon.
– Bijdrage aan RVO (€ 2,4 miljoen). IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en betreft de uitvoering van subsidieregelingen en ander beleidsondersteunende werkzaamheden. De middelen zijn bestemd voor de capaciteitsinzet voor de uitvoering van Europese programma's zoals Horizon Europe, Interreg, Connecting Europe Facility (CEF), Trans European Transport Network (TENT) en LIFE.
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties (€ 1,8 miljoen).
– Bijdrage HGIS (€ 1,8 miljoen). Het ministerie van IenW kent op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken financiële bijdragen toe aan (inter)nationale organisaties. Dat is nodig om de kosten te dekken van de doorlopende ontwikkeling van het desbetreffende verdrag of de organisatie. In onderstaande tabel zijn de (verwachte) bijdragen en contributies vanuit dit artikel voor 2026 vermeld.
Bedragen x € 1.000 | |
---|---|
United Nations Environment Programme (UNEP) | 615 |
International Transport Forum (ontwikkelingen op vervoersgebied) | 162 |
UNECE CLRTAP-verdrag (grensoverschrijdende luchtverontreiniging) | 84 |
UNECE CLRTAP Coordination Centre for Effects | 87 |
UNECE PRTR-verdrag (emissieregisters) | 20 |
Verdrag van Rotterdam (melding vooraf export chemicaliën) | 55 |
Verdrag van Stockholm (persistente organische stoffen) | 86 |
Verdrag van Bazel (overbrenging gevaarlijk afval) | 86 |
Cartagenaprotocol (verdrag over veiligheid van grensoverschrijdend vervoer van levende ggo's) | 56 |
UNECE Aarhus-verdrag (toegang tot informatie, besluitvorming en rechter) | 50 |
UNECE Helsinki-verdrag (bescherming tegen industriële ongevallen) | 30 |
UNEP. Minamata Convention General Trust. | 56 |
China Council (adviesraad voor duurzame ontwikkeling) | 100 |
Control of Chemicals (OESO) (veiligheid van chemische producten) | 20 |
International Resource Panel (informatie over gebruik natuurlijke hulpbronnen) | 100 |
Totaal | 1.607 |
De resterende middelen worden ingezet voor het verstrekken van incidentele en vrijwillige bijdragen aan (inter)nationale organisaties voor activiteiten die het internationaal beleid van het ministerie van IenW ondersteunen.
Ontvangsten (€ 0,8 miljoen)
Dit betreft de bijdrage van het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma (Euspa) voor het beheer en onderhoud van het Galileo Sensor Station (GSS) op Bonaire.
Geschatte budgetflexibiliteit
In onderstaande tabel is van het totaal van de geraamde programma uitgaven inzicht gegeven in het geschatte aandeel juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden, beleidsmatig gereserveerd en nog niet ingevuld/vrij te besteden. In lijn met de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften is voor de juridisch verplichte uitgaven op het niveau van een Financieel Instrument als geheel van het totale artikel een kwalitatieve toelichting opgenomen.
2026 | |
---|---|
juridisch verplicht | 74% |
bestuurlijk gebonden | 5% |
beleidsmatig gereserveerd | 21% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Toelichting
Van de totale in 2026 beschikbare programma uitgaven (€ 11,0 miljoen) is 74% juridisch verplicht. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.
1. Opdrachten. Van het opdrachtenbudget is circa 58% juridisch verplicht op grond van (meerjarige) verplichtingen. Het gaat hierbij onder meer om de verplichtingen op basis van internationale afspraken aan het Rijksvastgoedbedrijf voor de exploitatie kosten van het Galileo Reference Center (einddatum april 2047) te Noordwijk en het Galileo Sensor Station op Bonaire (einddatum april 2043) en de opdracht aan de Rijksdienst Caribisch Nederland voor het onderhoud en beheer van het GSS. Ook de opdrachten inzake de door de Europese secretariaten te leveren technische bijstand in het kader van het INTERREG VI programma zijn juridisch verplicht voor de totale looptijd van het programma (einddatum 2027). Dit geldt eveneens voor de jaarlijkse opdracht aan het Nederlands Space Office voor de dienstverlening in het kader van het programma ruimtevaart.
2. Subsidies. Het subsidiebudget is op grond van een incidentele subsidie aan de Jongerenmilieuraad 100% juridisch verplicht. Voor het volledige subsidieoverzicht wordt verwezen naar bijlage 5 bij deze begroting.
3. Bijdrage aan agentschappen. De uitgaven voor de agentschaps-bijdragen RIVM, RWS en RVO zijn voor 100% juridisch verplicht. De bijdrage aan RIVM betreft de capaciteitsinzet voor het Nationaal Milieu Programma. De bijdrage aan RWS betreft de capaciteitsinzet voor onder andere de uitvoering van de Antarcticaregelgeving. De bijdrage aan de RVO is bestemd voor de afwikkeling van de subsidieregelingen Interreg en de capaciteitsinzet voor de uitvoering van enkele Europese programma's.
4. Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties. De bijdrage aan internationale organisaties is voor 87% juridisch verplicht. Het betreft hier uitgaven op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken (zie tabel 77 Bijdragen (inter)nationale organisaties voor detailinformatie).