Laatste vastgestelde begroting 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
- Baten als tegenprestatie voor de levering van producten en/of diensten | 1.379.517 | 1.290.117 | 1.256.509 | 1.252.262 | 1.246.111 | 1.241.354 |
Omzet Directe Uitvoeringskosten | 312.701 | 284.000 | 275.862 | 275.525 | 274.447 | 273.785 |
Omzet Gemeenschappelijke Informatievoorziening en Dienstverlening | 144.595 | 138.095 | 138.095 | 138.095 | 138.095 | 138.095 |
Omzet uren | 922.221 | 868.022 | 842.552 | 838.642 | 833.570 | 829.473 |
- Baten als tegenprestatie voor levering van input | 22.700 | 14.370 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | 13.500 |
Waarvan bijdrage WaU en POK/Woo | 22.700 | 14.370 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | 13.500 |
Rentebaten | 7.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 1.409.217 | 1.308.487 | 1.274.009 | 1.269.762 | 1.263.611 | 1.258.854 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 1.231.722 | 1.130.905 | 1.100.727 | 1.097.104 | 1.091.715 | 1.087.564 |
- Personele kosten | 820.235 | 788.277 | 767.243 | 764.717 | 760.961 | 758.068 |
waarvan eigen personeel | 598.772 | 591.208 | 590.777 | 604.127 | 616.378 | 629.196 |
waarvan inhuur externen | 196.856 | 173.421 | 153.449 | 137.649 | 121.754 | 106.129 |
waarvan overige personele kosten | 24.607 | 23.648 | 23.017 | 22.942 | 22.829 | 22.742 |
- Materiële kosten | 411.487 | 342.627 | 333.484 | 332.387 | 330.754 | 329.496 |
waarvan apparaat ICT | 5.939 | 7.207 | 7.015 | 6.992 | 6.958 | 6.931 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 326.680 | 267.289 | 260.157 | 259.301 | 258.027 | 257.046 |
waarvan overige materiële kosten | 78.868 | 68.130 | 66.312 | 66.094 | 65.770 | 65.519 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten | 163.761 | 146.229 | 142.376 | 141.901 | 141.214 | 140.682 |
Rentelasten | 1.134 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Afschrijvingskosten | 12.600 | 12.600 | 12.600 | 12.600 | 12.600 | 12.600 |
- Materieel | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
- Immaterieel | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 |
Overige lasten | 0 | 17.754 | 17.306 | 17.157 | 17.082 | 17.008 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 17.754 | 17.306 | 17.157 | 17.082 | 17.008 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 1.409.217 | 1.308.487 | 1.274.009 | 1.269.762 | 1.263.611 | 1.258.854 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Laatst vastgestelde begroting 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|
waarvan omzet moederdepartement | 206.838 | 190.072 | 185.889 | 184.370 | 180.705 | 179.744 |
waarvan omzet overige departementen | 1.134.065 | 1.068.520 | 1.041.577 | 1.040.391 | 1.039.917 | 1.039.917 |
waarvan omzet derden | 38.614 | 31.526 | 29.043 | 27.501 | 25.489 | 21.693 |
Totaal | 1.379.517 | 1.290.117 | 1.256.509 | 1.252.262 | 1.246.111 | 1.241.354 |
Laatst vastgestelde begroting 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|
waarvan omzet moederdepartement | 22.700 | 14.370 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | 13.500 |
waarvan omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan omzet derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 22.700 | 14.370 | 13.500 | 13.500 | 13.500 | 13.500 |
Vanaf 2026 dient de omzetsegmentatie van een agentschap aan te sluiten bij de resultaatsturing. Bij RVO wordt onderscheid gemaakt in omzet uit Uren, omzet uit Directe Uitvoeringskosten (DUKs) en omzet uit Gemeenschappelijke Informatievoorziening en Dienstverlening (GID). Omzet uit uren is omzet die gerelateerd is aan de directe kosten van inzet van personeel op basis van het uurtarief bij de opdrachtgever in rekening te brengen. Omzet uit DUKs is omzet die gerelateerd is aan de kosten die direct samenhangen met de uitvoering van een regeling of programma die specifiek bij de opdrachtgever in rekening gebracht kunnen worden. Omzet GID is omzet die gerelateerd is aan generieke kosten voor de dienstverlening van RVO. Daarnaast ontvangt RVO ook tijdelijke financiering vanuit het programma WaU en POK/Woo.
RVO voert opdrachten uit voor verschillende opdrachtgevers. De onderstaande toelichtingen bevatten een algemene beschrijving van opdrachten per opdrachtgever. De omzet fluctueert per jaar als gevolg van veranderingen in de opdrachtenpakketten.
Moederdepartement Economische Zaken (EZ)
Het opdrachtenpakket van EZ bestaat voornamelijk uit opdrachten vanuit Bedrijfsleven en Innovatie, en Economie en Digitalisering.
DG Bedrijfsleven en Innovatie (DG B&I)
In een wereld waar de onderlinge verhoudingen tussen landen snel aan het veranderen zijn, heeft Nederland een onverminderd hoge ambitie voor een toekomstbestendige en digitale economie. Speerpunten voor de komende tijd zijn: economische veiligheid en weerbaarheid, terugdringen van regeldruk en administratieve lasten en sectorenbeleid in verbinding met de Nationale Technologie Strategie en valorisatie van sectoren. Internationale samenwerking en pan-Europese investeringen en supply chains inclusief grondstoffen zijn van wezenlijk belang voor de positie van het Nederlandse bedrijfsleven. Vanwege de beoogde bezuinigingen van het Kabinet zullen scherpe keuzes gemaakt worden voor het opdrachtenpakket. RVO zal vanuit de opgaven hierover het gesprek aangaan.
DG Economie en Digitalisering (DG E&D)
Digitalisering is één van de belangrijkste drijvers van economische groei en biedt volop kansen voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Het Kabinet wil dat iedereen in Nederland van deze kansen kan profiteren. Het Kabinet zet daarom stevig in op versnelling van toepassing van digitale technologie in het bedrijfsleven. RVO voert taken uit in opdracht van de DG E&D. Dit werkpakket bestaat uit verschillende componenten. De grootste opdracht is het beheer en de doorontwikkeling van TenderNed, het elektronisch systeem voor aanbesteden. Daarnaast geeft RVO advies en voorlichting over met name de aanbestedingswet en door het delen van informatie via de website PIANOo.nl en door het beantwoorden van vragen hierover. Vanuit DG E&D worden ook werkzaamheden uitgevoerd voor Nationaal Groeifonds (NGF). Cybersecurity gaat ook een steeds belangrijkere rol spelen binnen het opdrachtenpakket van E&D.
Overig
Het Inkoopuitvoeringscentrum (IUC) EZ/KGG/LVVN is ondergebracht bij RVO en voert inkooptaken voor alle drie Ministeries en hun dienstonderdelen uit. Daarnaast zijn de Rijksbrede categorieën Internet Werkplek Rijk (IWR), ICT Professionals (ICT Profs), en Consumptieve Dienstverlening bij het IUC ondergebracht.
Omzet overige departementen
De omzet van RVO bestaat sinds de herverkaveling voor een groot deel uit de omzet overige departementen. Er is begroot dat in 2026 de totale omzet van RVO voor 81,7% bestaat uit omzet overige departementen.
Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN)
Vanuit een opgavegerichte houding voert RVO opdrachten uit voor LVVN in het kader van eerlijke en verantwoorde landbouw en visserij. Economisch perspectief, duurzaamheid en welzijn bij het produceren in verbondenheid door boeren, tuinders en vissers staan centraal. Belangrijk hierbij is het herstel en behoud van Nederlandse natuur. Een belangrijk doel is ook om de internationale koppositie van de agrarische sector te verstevigen met een nadruk op het benutten van kennis en innovatie. Daarmee draagt Nederland bij aan de aanpak van het wereldvoedselvraagstuk. Regelingen die worden uitgevoerd door RVO zijn onder andere het Europees Gemeenschappelijk Landbouw- en Visserijbeleid, de Mestwetgeving en het beleid met betrekking tot Visserij, Natuur en Dierenwelzijn & gezondheid. Samen met LVVN kijkt RVO dan ook vroegtijdig naar haalbaarheid, uitvoerbaarheid en doenbaarheid teneinde een zo groot mogelijk maatschappelijk effect te realiseren.
Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG)
In opdracht van KGG voert RVO opdrachten uit die bijdragen aan de ontwikkeling van een toekomstbestendig en robuust energiesysteem. Hierbij ligt de nadruk op betrouwbare energievoorziening, versterking van de energie-infrastructuur, bijdragen aan het oplossen van de netcongestie-problematiek, stimulering van energiebesparing, energie-innovatie en klimaatbeleid. De opgaven zijn complex door de verwevenheid van vraagstukken rondom energievoorziening, mobiliteit, gebouwde omgeving, industrie en regionale ontwikkeling. Goede communicatie en intensieve samenwerking met markt en samenleving zijn essentieel om tot gedragen oplossingen te komen. RVO voert in dit kader voor KGG verschillende financiële opdrachten uit, waaronder de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+), Investeringssubsidie Duurzame energie en Energiebesparing (ISDE), de regelingen die voortvloeien uit het missie gedreven innovatiebeleid (Topsector Energie (TSE), Missie gedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) en Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI)) en de Energie-investeringsaftrek (EIA).
Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ)
RVO voert activiteiten uit op de beleidsterreinen van BZ en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingshulp (BHO). Voor het DG Internationale Samenwerking (DGIS) is de expertise en inzet van RVO met name toegespitst op duurzame handel en investeringen, ontwikkeling van de private sector, duurzame productieketens, verbeterd waterbeheer, sanitatie en drinkwater, toegang tot duurzame energie en het tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden. RVO voert voor het DG Buitenlandse Economische Betrekkingen (DG BEB) opdrachten uit op het gebied van internationaal (maatschappelijk verantwoord) ondernemen. Uitgangspunt bij deze opdrachten is het bieden van een volledig pakket aan diensten (kennis & regelingen) aan ondernemers, hetgeen hen ondersteunt in alle opeenvolgende stappen die zij nemen bij het realiseren van omzet in dan wel met het buitenland.
Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO)
RVO voert voor VRO opdrachten uit op het gebied van verduurzaming van de gebouwde omgeving, realisatie woningbouw en ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast voert RVO een aantal opdrachten uit voor VRO gericht op specifieke doelgroepen in de gebouwde omgeving. Opdrachten op het gebied van Caribisch Nederland (Koninkrijksrelaties), CERV programma (Constitutionele Zaken en Wetgeving) en weerbaar bestuur (Democratie en Bestuur) worden in opdracht van het Ministerie van BZK uitgevoerd. Budgettaire overheveling naar BZK moet nog plaatsvinden.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
RVO werkt voor BZK aan opdrachten op het gebied van de digitale overheid en Groningen. Ook voert RVO opdrachten uit in het kader van de beleidsdoelstellingen openbaar bestuur en democratie en het Caribisch Gebied. In het kader van beleidsdoelstellingen op het gebied van informatievoorziening naar ondernemers, maatschappelijk verantwoord inkopen en e-overheidsvoorzieningen voert RVO ook opdrachten uit. De opdrachten richten zich met name op het beheer van systemen, zoals onder andere e-facturen en de centrale berichtenbox voor bedrijven en websites zoals het Digitaal Ondernemers Plein en diverse regelhulpen.
De werkzaamheden voor Groningen en Ondergrond dragen bij aan het bereiken van de energietransitie. De grootste opdrachten zijn Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG), Ondersteuning Mijnbouwprojecten (OMP), Commissie Mijnbouwschade en Secretariaat Adviesorganen Mijnbouwwet (SAM).
De aanvragen tot schadevergoedingen door bodembeweging in het Groningse gasveld worden vanaf 1 juli 2020 afgehandeld door het IMG. Het IMG neemt hiertoe ondersteunende diensten af bij RVO. Deze ondersteunende diensten betreffen o.a. het voeren van de financiële administratie en het inlenen van personeel ten behoeve van de uitvoeringsorganisatie van het IMG. De uitvoeringskosten voor RVO ten behoeve van de ondersteuning van het (Bureau) IMG worden door het IMG jaarlijks in de begroting van het IMG opgenomen. RVO ontvangt van BZK de benodigde middelen voor het uitvoeren van deze opdracht. Voor het jaar 2026 is dit een raming die is omgeven met de nodige onzekerheden, aangezien er veel onzekere variabelen aanwezig zijn zoals het aantal binnenkomende schademeldingen. In lijn met de meerjarenbegroting van IMG verwacht RVO in 2027 minder werk, maar dit is wel sterk afhankelijk van de ontwikkelingen in de afhandelingen van de komende jaren.
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
De opdrachten die RVO voor IenW uitvoert zijn samen te vatten in drie maatschappelijke opgaven: (i) transitie naar een circulaire economie, (ii) slimme en groene mobiliteit en (iii) klimaatadaptatie. Voor de transitie naar de circulaire economie (CE) ondersteunt RVO ondernemers die CE-innovaties en circulaire ketenprojecten uitvoeren met kennis, netwerken en middelen. Voor slimme en duurzame mobiliteit ondersteunt RVO IenW met kennis, instrumenten en netwerken op alle modaliteiten van fiets tot luchtvaart. Aan klimaatadaptatie werkt RVO via de programma’s Water as Leverage en Verbinding Topsector Water en Maritiem. Met het oog op de doelstellingen van het Schone Lucht Akkoord, de structurele stikstofaanpak, de strategie klimaatneutrale en circulaire infraprojecten en het klimaatakkoord stimuleert RVO ook de aanschaf van schone mobiele werktuigen en bouwvoertuigen.
Derden
De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor de Europese Unie, de provincies en een aantal kleinere opdrachtgevers. De opdracht voor de provincies bevat onder andere de omzet voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, de afronding van het Plattelands-ontwikkelingsprogramma 3 (POP3) en het Nationaal strategisch plan van provincies en het Ministerie van LVVN.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
Er is komend jaar geen CAO wijziging voorzien, wat resulteert in een relatief constant aandeel personele lasten. RVO zet actief in op verambtelijking van medewerkers. Daarnaast zal RVO bij een daling in de omvang van het opdrachtenpakket in eerste instantie streven naar een afname van inzet van externe inhuur.
Materiële kosten
In de materiele kosten is een modelwijziging verwerkt ten opzichte van de begroting 2025. De post ‘kosten uitbesteed werk en andere externe kosten’ is toegevoegd. De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte materiële kosten. De bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO’s) bestaan uit kosten voor producten en diensten van DICTU en het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvestingskosten. Daarnaast zijn automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) begroot onder apparaat ICT.
Stand Slotwet 2024 | 1e suppletoire begroting 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 151.076 | 264.465 | 256.585 | 239.153 | 218.921 | 195.649 | 169.017 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 1.220.098 | 1.409.217 | 1.308.487 | 1.274.009 | 1.269.762 | 1.263.611 | 1.258.854 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 1.087.449 | ‒ 1.396.617 | ‒ 1.295.887 | ‒ 1.261.409 | ‒ 1.257.162 | ‒ 1.251.011 | ‒ 1.246.254 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 132.649 | 12.600 | 12.600 | 12.600 | 12.600 | 12.600 | 12.600 |
-/- totaal investeringen | ‒ 20.671 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 20.671 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 | ‒ 39.500 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 11 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 36.760 | ‒ 20.480 | ‒ 30.032 | ‒ 32.832 | ‒ 35.872 | ‒ 39.232 | ‒ 39.500 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 38.160 | 39.500 | 39.500 | 39.500 | 39.500 | 39.500 | 39.500 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 1.411 | 19.020 | 9.468 | 6.668 | 3.628 | 268 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 264.465 | 256.585 | 239.153 | 218.921 | 195.649 | 169.017 | 142.117 |
De investeringen worden gefinancierd via de leenfaciliteit van Ministerie van Financiën. De aflossingen stijgen op termijn omdat RVO een hoger investeringsniveau verwacht in vergelijking met eerdere jaren. Onder eenmalige storting door moederdepartement vielen voorheen de ontvangsten uit het programma Werk aan Uitvoering (WaU), Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag (POK) en Parlementaire Enquête COVID. Dit is nu opgenomen onder de totaal ontvangsten operationele kasstroom.
Stand Slotwet 2024 | Vastgestelde begroting 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inputindicatoren | |||||||
Verhouding direct/indirect personeel | 88% | 87% | 88% | 88% | 88% | 88% | 88% |
Outputindicatoren | |||||||
Tariefindex in reële termen | 102,6% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 5.677 | 5.500 | 5.950 | 5.800 | 5.750 | 5.725 | 5.700 |
Saldo van baten en lasten (%) | 2,6% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | |||||||
Klanttevredenheid | 7,7 | 7,7 | 7,7 | 7,7 | 7,7 | 7,7 | 7,7 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 27% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% |
RVO maakt zijn overhead inzichtelijk met de indicator die het percentage geeft van de directe personele kosten als onderdeel van de totale personele kosten. Hoe hoger dit percentage van directe personele kosten, hoe lager de overhead. RVO streeft voor het totaal van de organisatie naar een percentage van 88% (overhead: 12%). De ambtelijke bezetting zal lichtelijk afnemen in de komende jaren. De verwachting is dat het opdrachtenpakket lichtelijk zal dalen, en de ambtelijke bezetting deze trend zal volgen. De tariefindex en het saldo van baten en lasten zijn indicatoren die aangeven dat RVO werkt met een kostendekkende begroting. De klanttevredenheid meet RVO per kwartaal, waarbij gestreefd wordt naar het realiseren van een hoge klanttevredenheid over de jaren heen. RVO streeft er naar maximaal 25% van de ontvangen bezwaarschiften te honoreren.