Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat:

  • 1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en

  • 2. wanneer dit nodig is – thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg geboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

De minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit of thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen. Gemeenten dragen zorg voor de ondersteuning via de Wmo 2015. Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wlz beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren:

  • en aanjagen van een adequate uitvoering van betreffende wetten en vernieuwing in de maatschappelijk ondersteuning en de langdurige zorg. Vernieuwing wordt hoofdzakelijk door burgers, cliëntenorganisaties, gemeenten, zorg- en welzijnsaanbieders en zorgverzekeraars vormgegeven.

  • van de ontwikkeling en verspreiding van kennis, waaronder goede voorbeelden en innovaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg en initiatieven om de kwaliteit en het innoverend vermogen van de ondersteuning en zorg te versterken.

Financieren:

  • van de Wmo 2015 en de Wlz.

  • van partijen die een belangrijke rol vervullen binnen het stelsel.

Regisseren:

  • vaststellen van de wettelijke kaders van de Wmo 2015 en de Wlz en sturen door het maken van bestuurlijke afspraken en door gebruik te maken van de bevoegdheid van interbestuurlijk toezicht.

  • monitoren en evalueren van de werking van de Wmo 2015 en de Wlz.

EU Richtlijn geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld

Op 7 mei 2024 is Richtlijn (EU) 2024/1385 inzake de bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze richtlijn stelt minimumnormen vast voor de strafbaarstelling van specifieke vormen van gender gerelateerd geweld en huiselijk geweld, de bescherming van slachtoffers en de coördinatie van preventieve maatregelen. De lidstaten moeten deze richtlijn op 14 juni 2027 hebben geïmplementeerd. De ministeries JenV, VWS, OCW en SZW werken samen aan de implementatie van deze richtlijn. De richtlijn raakt alle onderdelen van de inzet op huiselijk geweld, geweld tegen vrouwen en ook kindermishandeling.

European Disability Card (EDC)

Op 14 oktober 2024 heeft het Europees Parlement de richtlijn voor de European Disability Card (EDC) aanvaard, evenals de uitbreidingsrichtlijn voor derdelanders. Het beoogde doel is de realisatie van een gehandicaptenkaart in Nederland en de bijbehorende procedures. De kaart moet erkend worden door de gehele EU en het makkelijker maken voor personen met een beperking om door de EU te reizen en gebruik te maken van faciliteiten voor mensen met een beperking in andere EU-lidstaten. De richtlijn heeft betrekking op allerlei diensten, activiteiten en faciliteiten op uiteenlopende terreinen, zoals cultuur, vrije tijd, toerisme, sport, openbaarvervoer, particulier vervoer en onderwijs. Faciliteiten omtrent sociale zekerheid vallen hier niet onder (dit omdat het binnen de EU lastig is regels rondom sociale zekerheid te harmoniseren). Er wordt nu gewerkt aan een zorgvuldige implementatie van de EDC; een keuze voor een uitvoeringsorganisatie en inclusief toezicht, communicatie, voorlichting en benodigde wet -en regelgeving. Dit doen we in samenwerking met ervaringsdeskundigen en hun vertegenwoordigende organisaties.

Toekomst Wmo en Inkomens- en Vermogensafhankelijke Eigen Bijdrage (IVB)

Aan het einde van 2025 wordt het houdbaarheidsonderzoek Wmo 2015 opgeleverd.

Dit onderzoek is een gezamenlijk traject van gemeenten (VNG) en het Rijk om een beeld te schetsen hoe de Wmo 2015 nu functioneert en wat er in nabije toekomst moet gebeuren om de Wmo 2015 houdbaar te houden.

In de eindrapportage worden enkele scenario’s geschetst die uiteindelijk ook bestuurlijke en politieke besluitvorming vergen. Het is noodzakelijk om hier nadrukkelijk aandacht voor te hebben; omdat o.a. de demografische groei, zeker ook binnen de Wmo 2015, nu al leidt tot schaarste (personeel en financiën) en daarmee ook leidt tot druk op de toegankelijkheid van ondersteuning.

Vooruitlopend op de mogelijke maatregelen uit dit onderzoekstraject wordt gewerkt aan de invoering van een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo 2015. De beoogde inwerkingtreding van dit wetsvoorstel is 1 januari 2027. Deze maatregel leidt tot een structurele besparing van € 225 miljoen in het gemeentefonds vanaf 2027.

Nationale dementiestrategie

Begin 2025 is de tussentijdse evaluatie van de Nationale Dementiestrategie21gepubliceerd. Daarin wordt geconcludeerd dat mede door de Nationale Dementiestrategie grote stappen zijn gezet als het gaat om onderzoek naar, zorg voor en de positie van mensen met dementie. Het borgen van deze resultaten is dan ook nodig, zodat goede voorbeelden in aanpak ook in de reguliere zorg en ondersteuning een plek krijgen. Dit wordt samen met de betrokken partijen uitgewerkt. In het HLO en AZWA zijn hiervoor middelen beschikbaar gekomen, die zowel moeten bijdragen aan het bestendigen van onderzoek naar beleid en initiatieven vanuit gemeenten laten doorontwikkelen. In het Hoofdlijnenakkoord ouderenzorg is hiervoor € 7 miljoen beschikbaar in 2026.

Tabel 30 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Langdurige Zorg en ondersteuning (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

23.066.078

793.355

528.124

1.062.049

1.099.670

1.021.436

936.810

         
 

Uitgaven

21.617.993

950.319

1.027.441

1.093.670

1.106.539

1.026.017

941.391

         

3.10

Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen

334.752

433.896

486.851

498.841

555.538

633.343

551.700

 

Subsidies (regelingen)

70.417

106.292

109.331

106.797

88.712

78.665

75.756

 

Toegang tot zorg en ondersteuning

7.939

24.546

20.167

16.410

14.398

11.817

11.817

 

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

14.422

0

0

0

0

0

0

 

Inclusieve samenleving

26.104

51.339

41.973

33.747

21.902

14.595

11.686

 

Kennis en informatiebeleid

17.780

30.407

47.191

56.640

52.412

52.253

52.253

 

Overige

4.172

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

82.025

85.107

81.012

75.609

73.899

73.803

73.803

 

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

69.646

69.381

71.879

68.911

68.950

68.950

68.950

 

Toegang tot zorg en ondersteuning

113

0

0

0

0

0

0

 

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

3.229

0

0

0

0

0

0

 

Inclusiviteit

7.639

0

0

0

0

0

0

 

Kennis, informatie en innovatiebeleid

98

0

0

0

0

0

0

 

Overige

1.300

15.726

9.133

6.698

4.949

4.853

4.853

 

Bijdrage aan agentschappen

9.016

11.793

10.235

9.726

14.031

12.603

9.928

 

Overige

9.016

11.793

10.235

9.726

14.031

12.603

9.928

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

18.299

25.014

30.334

26.820

26.496

26.646

26.646

 

Doventolkvoorzieningen

18.299

19.624

18.672

18.672

18.672

18.674

18.674

 

Participatie en zelfredzaamheid kwetsbare groepen

0

5.390

11.662

8.148

7.824

7.972

7.972

 

Bijdrage aan medeoverheden

154.235

205.690

255.939

279.889

352.400

441.626

365.567

 

Oekraïne

0

35.228

37.641

9.410

0

0

0

 

Overige

154.235

170.462

218.298

270.479

352.400

441.626

365.567

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

760

0

0

0

0

0

0

 

Stimuleringsregeling wonen en zorg

760

0

0

0

0

0

0

3.21

Langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

21.283.241

516.423

540.590

594.829

551.001

392.674

389.691

 

Subsidies (regelingen)

214.022

258.042

291.225

337.116

303.270

145.905

141.628

 

Zorg merkbaar beter maken

112.749

148.033

177.316

240.666

205.176

57.133

52.856

 

Kennis, informatie en innovatiebeleid

26.794

30.737

33.273

25.625

25.269

23.412

23.412

 

Palliatieve zorg en ondersteuning

74.479

79.272

80.636

70.825

72.825

65.360

65.360

 

Bekostiging

20.852.200

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

5.302.200

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage Wlz

15.550.000

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

15.401

26.677

29.963

24.289

15.281

15.307

15.307

 

Zorgdragen voor langdurige zorg

15.401

26.677

29.963

24.289

15.281

15.307

15.307

 

Bijdrage aan agentschappen

811

745

511

510

507

505

505

 

Algemeen

811

745

511

510

507

505

505

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

183.954

205.265

213.891

222.914

221.943

220.957

222.251

 

Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank

45.146

55.089

59.520

63.811

59.254

55.883

55.883

 

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

138.808

150.176

154.371

159.103

162.689

165.074

166.368

 

Bijdrage aan medeoverheden

16.853

25.694

5.000

10.000

10.000

10.000

10.000

 

Overige

16.853

25.694

5.000

10.000

10.000

10.000

10.000

         
 

Ontvangsten

31.330

8.376

9.898

9.829

9.539

9.562

9.562

         

Budgetflexibiliteit

Tabel 31 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 3
 

2026

juridisch verplicht

86,6%

bestuurlijk gebonden

12,3%

beleidsmatig gereserveerd

1,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Subsidies

Van het beschikbare budget van € 401,8 miljoen is 83,9% juridisch verplicht en 14,1% bestuurlijk verplicht. Daarnaast is 1,9% beleidsmatig gereserveerd. Het betreft onder meer verplichtingen voor instellingssubsidies en (meerjarige) projectsubsidies. Waaronder de instellingssubsidies aan Stichting MIND, Mantelzorg NL, Landelijke luisterlijn, NL Rode Kruis en regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging. Bij de projectsubsidies betreft het onder meer Stichting Werk en Manterlzorg en voor de gehandicaptenzorg gespecialiseerde clientondersteuning en de regelingen zorggeschikte woningen en aardbevingsbestendige zorg Groningen. 0,1% is vrij te besteden.

Bekostiging

De Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) en de rijksbijdrage Wlz aan het Fonds langdurige zorg (Flz) zijn met ingang van 2025 overgeheveld naar artikel 8 en worden op dat artikel toegelicht.

Opdrachten

Van het beschikbare budget voor 2026 van € 110,0 miljoen is 96,7% juridisch verplicht en 1,8% bestuurlijk verplicht. Daarnaast is 1,5% beleidsmatig gereserveerd. Dit betreft onder meer de opdracht Valys voor het bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer.

Bijdragen aan agentschappen

Van het beschikbare budget van € 10,8 miljoen is 85,1% juridisch verplicht en 4,8% bestuurlijk verplicht. Daarnaast is 10,1% beleidsmatig gereserveerd. Dit betreft bijdragen aan bijvoorbeeld RVO voor het uitvoeren van de stimuleringsregelingen E-health en wonen en zorg.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Van het beschikbare budget van € 244,2 miljoen is 100% juridisch verplicht. Dit betreft de uitvoeringskosten van de ZBO’s SVB, UWV en CIZ.

Bijdragen aan medeoverheden

Van het beschikbare budget van € 260,9 miljoen is 74,1 % juridisch verplicht en 25,9% bestuurlijk verplicht. Het betreft hier de regelingen specifieke uitkering domein-overstijgend samenwerken en vrouwenopvang huiselijk geweld. Een meerderheid van de middelen is bestemd voor de aanpak dakloosheid.

De budgettaire wijzigingen voor de Wlz uitgaven en ontvangsten en de meerjarenontwikkkeling van de Wlz uitgaven en ontvangsten zijn te vinden in paragraaf 6.3 en 6.4 van hoofdstuk 6 premiegefinancierde zorguitgaven. Dit zijn de uitgaven en ontvangsten die onder de Wet langdurige zorg (Wlz) vallen.

Bij de overgang van 2024 naar 2025 zijn voor de komende jaren, technische wijzigingen gedaan in de begroting om de juiste instrumenten te gebruiken voor de juiste uitgaven en waarbij de verantwoording beter te traceren is.

1. Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen

Figuur 3 De participatie van mensen met een lichamelijke beperking, lichte of matige verstandelijke beperking en de algemene bevolking in 2023 (percentages)

Subsidies

Toegang tot zorg en ondersteuning

Onder toegang tot zorg en ondersteuning vallen onder andere de thema’s; mensenhandel, meerjarenagenda Landelijk netwerk Veilig Thuis, femicide, seksueel geweld, Nationaal Actieplan Dakloosheid Ethos in de regio, gratis VOG, huiselijk geweld en respijtzorg.

Inclusieve samenleving

Onder inclusieve samenleving vallen Doe onbeperkt mee, Een tegen eenzaamheid, respijtzorg, sociale basis en wonen met zorg. Het programma Eén tegen eenzaamheid richt zich op het verminderen van eenzaamheid onder andere door het verstrekken van maatschappelijke initiatieven om eenzaamheid te voorkomen dan wel te verminderen.

In het kader van respijtzorg, het beter ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers wordt budget beschikbaar gesteld. Doe onbeperkt mee coördineert de kabinetsbrede werkagenda voor de implementatie van het VN-verdrag Handicap. Deze werkagenda bevat de stappen die de overheid zet om toe te werken naar een toegankelijke samenleving voor iedereen.

In 2026 worden beleidsgelden beschikbaar gesteld voor de Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg (STOZ) Tranche 2024 en 2025.Verder  wordt het overige budget gebruikt voor de Wet versterking regie op de volkshuisvestingen een beperking bij VN-verdrag Handicap.

Kennis en informatiebeleid

In 2026 wordt € 47 miljoen ingezet voor diverse instellingsubsidies aan de organisaties; MantelzorgNL, Nederlandse Rode Kruis, Movisie en stichting Mind.

Opdrachten

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

Mensen met een mobiliteitsbeperking kunnen gebruik maken van het bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer (ook bekend als Valys) per (deel)taxi (€ 72 miljoen in 2026). Het BRV-gehandicapten is vraag afhankelijk vervoer. Dit betekent dat factoren zoals de toegankelijkheid van het lokale openbaar vervoer, het weer of de gezondheid van de pashouders invloed kunnen hebben op het aantal verreden kilometers.

Figuur 4 Kengetal: Over het geheel genomen geven de pashouders het reizen met het BRV een hoog waarderingscijfer.

Bron: Klantervaringsonderzoek Valys

pkb = persoonlijk kilometer budget

Het BRV is vraagafhankelijk vervoer, dit betekent dat factoren zoals de toegankelijkheid van het lokale openbaar vervoer, het weer of de gezondheid van de pashouders invloed kunnen hebben op het aantal verreden kilometers.

Overige

De overige middelen worden ingezet voor activiteiten zoals; publieks- campagne en communicatietraject, Week een tegen eenzaamheid, doorontwikkeling regiobeeld psychische problematiek, meerjarenagenda WMO, WMO monitor en coördinatie NCTE.

Tabel 32 (Zeer sterke) eenzaamheid naar leeftijd (%)1
 

202023

2022

2024

Leeftijd:18 ‒ 34 jaar eenzaam

46

49,4

47

Leeftijd:18 ‒ 34 jaar sterk eenzaam

10,7

15,4

14,1

Leeftijd: 35 ‒ 49 jaar eenzaam

45

47,7

46,7

Leeftijd: 35 ‒ 49 jaar sterk eenzaam

11,3

15,4

15,2

Leeftijd: 50 ‒ 64 jaar eenzaam

46

47,7

44,6

Leeftijd: 50 ‒ 64 jaar sterk eenzaam

11,5

14,5

13,1

Leeftijd: 65 ‒ 74 jaar eenzaam

44,6

46

42,7

Leeftijd: 65 ‒ 74 jaar sterk eenzaam

8,2

10,7

9,7

Leeftijd: 75 ‒ 84 jaar eenzaam

53,6

52,3

49,2

Leeftijd: 75 ‒ 84 jaar sterk eenzaam

11,2

11,9

10,7

Leeftijd: > 85 jaar eenzaam

65,9

62,6

60,2

Leeftijd: > 85 jaar sterk eenzaam

14,3

15,6

14,2

1

2

In 2020 brak de coronapandemie uit. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het interpreteren van de trends.

3

De Gezondheidsmonitor Volwassenen meet vanaf 2020 vanaf 18 jaar i.p.v. 19 jaar en ouder.

Bijdragen aan agentschappen

Overige

In 2026 is er € 6,1 miljoen beschikbaar op dit budget. Dit betreffen middelen voor de uitvoering van de Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET) en de Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg (STOZ). De STOZ-regeling heeft, als opvolger op de SET-regeling, als doel het stimuleren van activiteiten voor het transformeren en anders organiseren van zorg- en ondersteuningsprocessen, met behulp van digitale of hybride processen. Daarnaast is er in 2026 € 3,3 miljoen beschikbaar voor de invoering van de European Disability Card, Europese toegankelijkheidsrichtlijn en regeling gratis VOG.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Doventolkvoorzieningen

De tolkvoorziening voor mensen met een auditieve beperking wordt in het leefdomein geregeld door Tolkcontact. Het UWV is aangewezen als uitvoerder van de voorziening. In 2026 is voor de doventolkvoorziening € 18,7 miljoen beschikbaar.

Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen

Met de invoering van de ivb zijn incidentele implementatiekosten en structurele uitvoeringskosten gemoeid van het CAK, gemeenten, de Raad voor de Rechtspraak en de Raad voor Rechtsbijstand en op de kosten die VWS voor deze partijen maakt (inzet programmamanager voor de coördinatie van de landelijke implementatie) om de maatregel tijdig en adequaat te kunnen implementeren en uit te kunnen voeren. In 2026 bedraagt dit € 11,7 miljoen.

Bijdrage aan medeoverheden

Oekraine

Er is een budget van € 37,6 miljoen in 2026 voor toestroom van Oekraïense ontheemden gereserveerd.

Overige

Op dit budget zijn onder andere de middelen ten behoeve van specifieke uitkeringen aan gemeenten (SPUK) geboekt. Tevens is in 2026 een budget van € 5 miljoen beschikbaar gesteld in het kader van de aanpak dakloosheid van dakloze EU-burgers. De afgelopen jaren zijn deze middelen via een decentralisatie uitkering beschikbaar gesteld aan 6 pilot gemeenten.

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

Subsidies

De Wlz regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een beperking en mensen met een psychische aandoening. Ter ondersteuning aan de Wlz worden vanuit de begroting beleidsartikel 3 verschillende subsidie-initiatieven ondersteund. Hiervoor is in totaal € 482 miljoen beschikbaar.

Tabel 33 % Aandeel mensen met indicatie naar gebruik Wlz-zorg; indicatie; leveringsvorm; zzp

Leveringsvorm zorg

2021

2022

2023

Totaal leveringsvorm zorg

1,95

2,01

2,07

Zin verblijf

1,23

1,23

1,24

Zin volledig pakket thuis (vpt)

0,1

0,12

0,14

Zin modulair pakket thuis (mpt)

0,3

0,33

0,35

Zin leveringsvorm onbekend

0

0

0

Uitsluitend zin

1,54

1,59

1,63

Uitsluitend pgb

0,23

0,24

0,24

Totaal combinatie zin/pgb

0,09

0,1

0,11

Geen Wlz-zorg

0,09

0,09

0,09

Zorg merkbaar beter maken

Om de beweging naar toekomstbestendige gehandicaptenzorg te ondersteunen, is de ‘Toekomstagenda Zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking 2023-2026’ opgesteld. De uitvoering van de toekomstagenda wordt gecontinueerd in 2026. Ook wordt via de Toekomstagenda de gespecialiseerde clientondersteuning geborgd, zodat voor specifieke doelgroepen deskundige cliëntondersteuning beschikbaar is. Daarnaast is er budget gereserveerd voor kleinere subsidie-initiatieven, zoals de branche-erkende opleiding tot ervaringsdeskundige of de pilot beroepsregistratie.

Het Groninger Zorgakkoord stelt de zorginstellingen in staat om een deel van de huisvesting te vernieuwen in plaats van de beschadigde gebouwen te versterken. Bij de 10 nieuwbouwlocaties is aandacht voor de integratie met de wijk en de (personele) samenwerking tussen de Wlz aanbieders onderling en de samenwerking met de 1e lijn.  In een expertisecentrum bundelen de zorginstellingen kennis. Zorginstellingen willen zij zo duurzaam de zorg op peil houden en anticiperen op de veranderende demografie, zorgvraag en de beschikbaarheid van personeel. Hiervoor is in de periode 2026-2030 € 80 miljoen beschikbaar. 

Er is € 45 miljoen beschikbaar in 2026 voor het uitvoeren van de subsidieregeling zorggeschikte woningen en het waarborgen van de continuïteit van zorg in de gehandicaptensector

Kennis, informatie en innovatiebeleid

Kennis, informatie en innovatiebeleid dragen bij aan juiste, passende en efficiënte zorg. In 2026 is hiervoor € 33,3 miljoen beschikbaar. Het doel is om de kwaliteit van de geboden zorg te verbeteren door continu het kennisniveau bij zorgverleners en cliënten te vergroten almede het uitvoeren van de werkagenda passende zorg. De uitgaven betreffen o.a.:

  • De exploitatiesubsidie van € 16,1 miljoen die Vilans jaarlijks ontvangt. Daarmee kan Vilans o.a. de in de langdurige zorg beschikbare kennis ontsluiten via haar kennispleinen die jaarlijks miljoenen keren worden bezocht..

  • Ten behoeve van data beschikbaarheid waarmee onderzoek mogelijk wordt, wordt € 3,7 miljoen besteed. Naast onderzoeksmogelijkheden draagt dit ook bij aan monitoring van bijvoorbeeld infectieziekten in zowel de ouderen- als de gehandicaptenzorg.

  • Ten behoeve van ontwikkeling van richtlijnen wordt € 3,6 miljoen ter beschikking gesteld aan de Stichting Kwaliteitsimpuls langdurige zorg (SKILZ) en de richtlijnen artsen langdurige zorg (RAILZ).

  • Door Trimbos is een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden om een of meer Academische Werkplaatsen  GGZ vorm te geven. Hiervoor is € 1,5 miljoen in 2026 beschikbaar en 1,8 miljoen in de jaren daarna.

  • Voor diverse langer lopende projecten om de kennisinfrastructuur in de langdurige zorg te versterken wordt € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld.

Palliatieve (terminale) zorg en geestelijke verzorging thuis

Voor palliatieve zorg en geestelijke verzorging thuis is in 2026 € 80,6 miljoen beschikbaar. De kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de palliatieve zorg wordt verder verbeterd door de activiteiten in het kader van het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II (NPPZ II). Daarnaast zijn stimuleringsgelden beschikbaar via de Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis. De subsidie is bedoeld om:

  • meer vrijwilligers op te leiden, in te zetten en te coördineren binnen de palliatieve terminale zorg – het gaat daarbij om vrijwilligers bij mensen thuis of vrijwilligers in een hospice of zorginstelling;

  • regionale netwerken te ondersteunen die palliatieve zorg en integrale kindzorg regelen -  hiermee wordt een samenhangend aanbod van palliatieve zorg in een regio gecreëerd;

  • geestelijke verzorging aan huis te kunnen geven aan mensen van 50 jaar en ouder. En aan mensen in de palliatieve fase en hun naasten;

  • ernstig zieke kinderen en hun familie (en kinderen met een ernstig zieke ouder) te ondersteunen met geestelijke verzorging thuis en rouw- en verliesbegeleiding;

Tot slot worden een aantal instellingssubsidies verstrekt en onderzoeksprogramma’s via ZonMw (begrotingsartikel 1).

Opdrachten

Zorgdragen voor langdurige zorg

Voor opdrachten is in 2026 € 30,0 miljoen beschikbaar. Hieronder vallen onder meer kosten voor de beleidsonderdelen: verpleeghuiszorg, toekomstagenda "Zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking", dementie, elektronische gegevensuitwisseling en het beheer en de doorontwikkeling van het PGB 2.0-systeem.

Binnen de Toekomstagenda zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking wordt in 2026 volop ingezet op het Ontwikkelprogramma Complexe zorg (OPCZ). Dit programma helpt zorgaanbieders om, met behulp van deskundige begeleiding, hun manier van werken blijvend te verbeteren zodat mensen met een complexe zorgvraag goede en passende zorg krijgen. Dit is noodzakelijk om de huidige urgente problemen het hoofd te kunnen bieden. Het OPCZ wordt uitgevoerd door Deloitte, Institute for Positive Health, CCE en CAOP. Ook zetten we binnen de Toekomstagenda volop in op zorgtechnologie en (sociale) innovatie door o.a. het door ontwikkelen van de reeds gelanceerde Innovatieroute. Met deze tool ondersteunen én stimuleren we de GHZ- sector om zo goed mogelijk met technologie om te gaan. Greenberry is de opdrachtnemervan de Innovatieroute.

Bijdrage ZBO’s/RWT’s

Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank

De SVB verzorgt de uitvoering van het trekkingsrecht persoonsgebonden budget en een aantal projecten in het kader van het PGB 2.0-systeem. Hiervoor is in 2026 € 59,5 miljoen beschikbaar.

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

De toegang tot de zorg moet goed en onafhankelijk georganiseerd zijn. Het CIZ heeft de wettelijke taak om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor zorg op grond van de Wlz via onafhankelijke indicatiestelling. Er is in 2026 € 154,4 miljoen beschikbaar voor deze taakuitvoering.

21

Tussentijdse evaluatie van de Nationale Dementiestrategie | Rapport | Rijksoverheid.nl

Licence