Base description which applies to whole site

3 EMU-saldo

De collectieve uitgaven bestaan uit de begrotingsgefinancierde uitgaven van het Rijk, de premiegefinancierde uitgaven van de sociale fondsen7 en de uitgaven van de lokale overheden. Hetzelfde geldt voor de collectieve inkomsten. Omdat zowel de inkomsten als de uitgaven op de verschillende begrotingen op kasbasis worden gerapporteerd, moet gecorrigeerd worden voor kas-transverschillen (ktv’s), aangezien het EMU-saldo een begrip op transbasis is. Daarnaast tellen financiële transacties niet mee in het EMU-saldo, maar alleen in de EMU-schuld. De ramingen voor 2012 en 2013 zijn gebaseerd op de Macro Economische Verkenning 2013 van het CPB. De ramingen voor 2014 en 2015 zijn op basis van technische extrapolaties hiervan en de Juniraming 2012.

Om dubbeltellingen te voorkomen, moeten de onderlinge betalingen van het totaal worden afgetrokken (zowel bij de collectieve uitgaven als bij de collectieve inkomsten). Een voorbeeld van een onderlinge betaling van het Rijk aan de lokale overheden is de wet werk en bijstand (WWB). Het Rijk neemt dit op als een uitgave, terwijl de lokale overheden dit als inkomsten boeken, waarmee zij op hun beurt uitgaven bekostigen. Om uitgaven niet twee keer mee te nemen, wordt hiervoor gecorrigeerd in de vorm van een consolidatiepost.

Tabel 3.1 EMU-saldo collectieve sector (in miljoenen euro)
 

2011

2012

2013

2014

2015

bron

Inkomsten Rijk

159 363

160 052

165 108

166 237

173 647

 

w.v. belastingontvangsten

131 541

131 940

139 378

141 371

147 262

zie tabel 2.4.1

w.v. niet-belastingontvangsten

35 786

29 231

28 475

28 597

28 399

zie tabel 1.3

w.v. ktv's en financiële transacties1

– 7 965

– 1 118

– 2 745

– 3 731

– 2 014

zie tabel 1.4

Inkomsten sociale fondsen

103 907

108 752

111 465

115 225

116 947

zie tabel 3.4

Inkomsten lokale overheden

94 854

95 433

95 311

97 151

98 194

zie tabel 3.5

Consolidatie: Rijk aan sociale fondsen2

– 17 312

– 18 829

– 15 792

– 16 820

– 17 627

zie tabel 3.4

Consolidatie: Rijk aan lokale overheden

– 69 991

– 70 361

– 70 716

– 71 361

– 72 283

zie tabel 3.5

Inkomsten collectieve sector

270 820

275 046

285 376

290 432

298 878

 
             

Uitgaven Rijk

176 295

174 889

170 965

175 467

178 252

 

w.v. uitgaven

189 562

186 055

182 911

187 330

191 667

zie tabel 1.2

w.v. ktv's en financiële transacties

– 13 267

– 11 166

– 11 946

– 11 864

– 13 416

zie tabel 1.4

Uitgaven sociale fondsen

110 951

114 306

119 076

123 928

128 486

zie tabel 3.4

Uitgaven lokale overheden

97 885

98 364

98 512

99 402

100 025

zie tabel 3.5

Consolidatie: Rijk aan sociale fondsen2

– 17 312

– 18 829

– 15 792

– 16 820

– 17 627

zie tabel 3.4

Consolidatie: Rijk aan lokale overheden

– 69 991

– 70 361

– 70 716

– 71 361

– 72 283

zie tabel 3.5

Uitgaven collectieve sector

297 829

298 369

302 046

310 615

316 852

 
             

EMU-saldo collectieve sector

– 27 009

– 23 323

– 16 669

– 20 183

– 17 974

 

Bruto binnenlands product (in miljarden euro)

602

607

622

642

662

 

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

– 4,5%

– 3,8%

– 2,7%

– 3,1%

– 2,7%

 
1

Dit betreft de optelling van de ktv belastingen en ktv’s en financiële transacties niet-belastingontvangsten.

2

De onderlinge betalingen tussen Rijk en sociale fondsen bestaan uit de Rijksbijdragen, de rentebaten en rente-uitgaven (zie tabel 3.4)

Tabel 3.2 bevat de EMU-saldi van de drie samenstellende delen van de collectieve sector. Deze saldi kunnen ook worden berekend door in tabel 3.1 de uitgaven van de inkomsten af te trekken per overheidslaag.

Tabel 3.2 Opbouw EMU-saldo collectieve sector (in miljoenen euro)
 

2011

2012

2013

2014

2015

bron

EMU-saldo Rijk

– 16 934

– 14 838

– 5 857

– 9 229

– 4 604

zie tabel 3.3

EMU-saldo sociale fondsen

– 7 044

– 5 554

– 7 611

– 8 702

– 11 539

zie tabel 3.4

EMU-saldo lokale overheden

– 3 031

– 2 931

– 3 201

– 2 251

– 1 831

zie tabel 3.5

EMU-saldo collectieve sector

– 27 009

– 23 323

– 16 669

– 20 183

– 17 974

 

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

– 4,5%

– 3,8%

– 2,7%

– 3,1%

– 2,7%

 

In de tabellen 3.3 tot en met 3.5 wordt per overheidslaag een onderbouwing voor het betreffende EMU-saldo gegeven.

Tabel 3.3 EMU-saldo Rijk (in miljoenen euro)
 

2011

2012

2013

2014

2015

bron

Belastingontvangsten

131 541

131 940

139 378

141 371

147 262

zie tabel 2.4.1

Af: Netto Rijksuitgaven op kasbasis

153 776

156 824

154 436

158 734

163 268

zie tabel 1.1

Bij: Ktv's en financiële transacties

5 302

10 047

9 201

8 133

11 402

zie tabel 1.4

EMU-saldo Rijk

– 16 934

– 14 838

– 5 857

– 9 229

– 4 604

 
Tabel 3.4 EMU-saldo sociale fondsen (in miljoenen euro)
 

2011

2012

2013

2014

2015

bron

Premie-inkomsten

86 595

89 884

95 610

98 196

98 919

 

Rijksbijdragen

17 307

18 867

15 854

17 029

18 028

 

Rentebaten

4

0

0

0

0

 

Inkomsten sociale fondsen

103 907

108 752

111 465

115 225

116 947

 
             

Premiegefinancierde uitgaven SZA

49 431

51 067

53 214

54 434

55 522

zie tabel 1.7

Premiegefinancierde uitgaven Zorg

58 590

60 857

63 675

67 136

70 370

zie tabel 1.8

Rente-uitgaven

0

38

63

209

401

 

Bemiddelingskosten zorgverzekeraars

1 817

2 353

2 136

2 180

2 230

 

Overig

1 113

– 9

– 12

– 32

– 37

 

Uitgaven sociale fondsen

110 951

114 306

119 076

123 928

128 486

 
             

EMU-saldo sociale fondsen

– 7 044

– 5 554

– 7 611

– 8 702

– 11 539

 
Tabel 3.5 EMU-saldo lokale overheden (in miljoenen euro)1
 

2011

2012

2013

2014

2015

Belastinginkomsten

8 675

8 829

8 817

8 847

9 087

Rijksbijdragen2

69 991

70 361

70 716

71 361

72 283

Overige inkomsten3

16 188

16 242

15 778

16 943

16 824

Inkomsten lokale overheden

94 854

95 433

95 311

97 151

98 194

           

Uitgaven lokale overheden

97 885

98 364

98 512

99 402

100 025

           

EMU-saldo lokale overheden

– 3 031

– 2 931

– 3 201

– 2 251

– 1 831

1

De ramingen voor de belastinginkomsten en uitgaven van de lokale overheden zijn gebaseerd op de MEV 2013 voor 2012 en 2013 en MLT 2012-2017 voor 2014 en 2015.

2

Rijksbijdragen zijn bedoeld voor uitgaven die door de gemeente gedaan worden, maar bekostigd worden door het Rijk. Hierbij moet gedacht worden aan het GFPF, de WWB, WSW, BDU en het bijzonder onderwijs.

3

Overige inkomsten zijn de ontvangsten uit leges, eigen betalingen, rente, dividenden etc.

Tabel 3.6 Historisch overzicht EMU-saldo
 

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

EMU-saldo (in miljarden euro)

– 1,1

– 9,7

– 14,9

– 8,6

– 1,4

2,9

1,0

3,1

– 32,1

– 30,1

– 27,0

Bbp (in miljarden euro)

448

465

477

491

513

540

572

594

573

589

602

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

– 0,2%

– 2,1%

– 3,1%

– 1,7%

– 0,3%

0,5%

0,2%

0,5%

– 5,6%

– 5,1%

– 4,5%

Licence