Base description which applies to whole site

2.3.2 Het effect van beleidsmaatregelen op de belasting- en premieontvangsten

In 2014 is het effect van beleidsmaatregelen op de belasting- en premieontvangsten 9,3 miljard euro. In tabel 2.3.1 wordt het effect van de beleidsmaatregelen (oftewel de autonome mutatie) op de ontvangsten in 2014 per belastingsoort getoond. Dit is zowel beleid van vorige kabinetten met in 2014 nog een op- of neerwaarts effect op de inkomsten ten opzichte van 2013 als beleid van het huidige kabinet.

Een belangrijke beleidsmatige mutatie bij de indirecte belastingen is de verhuurderheffing met 1,1 miljard euro. De beleidsmatige groei van de ontvangsten uit de bankbelasting in 2014 betreft de eenmalige resolutieheffing vanwege de nationalisatie van SNS REAAL. Hoewel de resolutieheffing een geheel andere grondslag kent dan de bankbelasting is de opbrengst van de resolutieheffing vanwege het eenmalige karakter ervan uit praktisch oogpunt in tabel 2.3.1 meegenomen in de opbrengsten van de bankbelasting van 2014. Diverse accijnsverhogingen leiden tot 0,4 miljard euro hogere ontvangsten in 2014. Ten slotte zorgen onder andere het aanpassen van de motorrijtuigenbelasting voor oldtimers en de verhoging van het tarief van de assurantiebelasting (onderdeel van de belastingen van rechtsverkeer) voor hogere ontvangsten bij de betreffende belastingsoorten.

De in omvang belangrijke autonome mutaties bij de directe belastingen vinden plaats bij de loon- en inkomensheffing en de vennootschapsbelasting. De autonome mutatie bij de loon- en inkomensheffing van in totaal 2,4 miljard euro is het resultaat van plussen en minnen. Maatregelen als het bevriezen van belastingschijven en heffingskortingen, de tijdelijke werkgeversheffing voor hoge inkomens en het aanpassen van de fiscale behandeling van stamrechten leiden tot hogere ontvangsten. Daar staan lagere ontvangsten tegenover, met name als gevolg van het verhogen van de arbeidskorting.

Bij de vennootschapsbelasting leiden beleidsmaatregelen tot 0,7 miljard euro hogere ontvangsten in 2014. Dit betreft grotendeels het aflopen van liquiditeitsverruimende crisismaatregelen voor bedrijven uit de jaren 2009, 2010 en 2011 (0,6 miljard euro).

Beleid met betrekking tot de premies werknemersverzekeringen (waaronder de zorgpremies) zorgt voor 2,6 miljard euro hogere ontvangsten in 2014. Dit is een saldo van lagere zorgpremies en hogere premies werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Een belangrijke maatregel betreft de verhoging van de WW-premie (1,3 miljard euro) in het kader van de hervorming van de WW en het ontslagrecht. Daarnaast nemen de sectorfondspremies toe, mede als gevolg van het inhalen van fondstekorten door de toegenomen WW-uitgaven.

Tabel 2.3.2 Budgettair effect van belasting- en premiemaatregelen 2014 (in miljoenen euro's)
 

Belastingen en premies kas

Belastingen en premies op transactiebasis

Totaal lasten

Zorgpremies

– 1.320

– 1.320

– 1.320

Zorgtoeslag

0

0

1.012

Inkomensbeleid

– 1.017

– 1.239

– 1.439

Sectorfondspremies en sociale premies

3.875

3.875

3.875

Liquiditeitsverruiming

751

665

57

Verhuurderheffing

1.115

1.115

1.115

Accijnzen

434

402

402

Afschaffen WVA en aftrek specifieke zorgkosten

413

859

859

Versterking toezicht belastingdienst

268

268

0

Resolutieheffing

1.000

1.000

0

Fiscale behandeling stamrechten

1.859

2.065

420

Heffing hoge inkomens en bevriezen belastingschijven en heffingskortingen

1.383

1.481

1.481

Afschaffen PBO's

0

0

– 215

SDE+

0

0

100

OPL

0

0

– 153

overig

514

485

694

Totaal

9.274

9.656

6.888

Tabel 2.3.2 geeft een overzicht van het budgettaire beslag van beleidsmaatregelen op zowel kas- als transactiebasis en tevens het effect daarvan op de lastenontwikkeling in 2014. Het verschil tussen het totale effect van het beleid op de ontvangsten en de lastenontwikkeling wordt veroorzaakt doordat sommige maatregelen wel gevolgen hebben voor de inkomsten maar niet relevant zijn voor de lastenontwikkeling. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de resolutieheffing vanwege de nationalisatie van SNS REAAL en de versterking van toezicht bij de Belastingdienst. Daar staat tegenover dat de zorgtoeslag vanwege de directe koppeling met de nominale premie wel relevant is voor de lastenontwikkeling, terwijl dit geen belasting- en premieontvangsten betreft. Hetzelfde geldt voor de SDE+ en de lasten voor de lokale overheden (OPL). Deze zijn wel relevant voor de lastenontwikkeling, maar niet voor de belasting- en premieontvangsten Rijk. Daarnaast zijn er ook verschillen tussen het transactiemoment van belasting- en premieontvangsten en het moment waarop de betreffende belasting of premie daadwerkelijk in kas wordt ontvangen.

Licence