Base description which applies to whole site

3.2.2. Het Aanvullend beleidspakket

Tabel 3.2.1 bevat een overzicht van de maatregelen uit het aanvullend beleidspakket van 6 miljard euro. Per thema worden de maatregelen toegelicht.

Tabel 3.2.1 Aanvullend beleidspakket (bedragen in miljoenen euro)
 

Maatregel

2013

2014

2015

2016

2017

struc

 

Zorg1

 

– 1.475

– 760

– 1.010

– 1.260

– 1.260

1

Zorgraming/zorgakkoord

 

– 250

– 500

– 750

– 1.000

– 1.000

2

Terugdraaien maatregel lage ziektelast

   

1.200

1.200

1.200

1.200

3

Zorgtoeslag op basis van gemiddelde premie incl. collectieve contracten

 

– 320

– 320

– 320

– 320

– 320

4

Geneesmiddelen

 

– 750

– 900

– 900

– 900

– 900

5

Overig (o.a. grensoverschrijdende zorg)

 

– 155

– 240

– 240

– 240

– 240

               
 

Sociale zekerheid

 

165

– 654

– 1.147

– 1.139

– 1.145

6

Gefaseerde invoering huishoudentoeslag

 

279

– 489

– 989

– 989

– 1.000

7

AO-tegemoetkoming

 

– 114

– 165

– 158

– 150

– 145

               
 

Rijksbegroting

125

– 1.450

– 1.615

– 1.472

– 1.350

– 1.544

8

Extra bijdrage revolverend fonds energiebesparing

 

35

       

9

Pakket kredietverlening MKB

95

         

10

Verhoging kredietplafond Qredits

30

         

11

Korting loonruimte 2014 collectieve sector excl. zorg (loonsombenadering)

 

– 750

– 750

– 750

– 750

– 750

12

Prijsbijstellling 2013 (gecorrigeerd voor saldo generale mutaties)

 

– 579

– 709

– 566

– 444

– 638

13

Ramingsbijstellingen onderwijs (o.a. leerlingaantallen)

 

– 204

– 204

– 204

– 204

– 204

14

Investering kwaliteit onderwijs

 

204

204

204

204

204

15

Bijdrage departementale begrotingen (excl. SZW en VWS)

 

– 156

– 156

– 156

– 156

– 156

               
 

Belastingen en premies

1.574

– 2.700

– 2.236

– 2.211

– 2.161

– 1.666

16

Stamrechten

           
 

a. Fiscale stimulering vrijval stamrechten

 

– 1.235

– 10

– 10

– 10

– 20

 

b. Beëindigen fiscale faciliëring voor nieuwe gevallen

 

– 830

– 830

– 830

– 830

– 400

17

Bevriezen belastingschrijven en heffingskortingen

 

– 981

– 981

– 981

– 981

– 981

18

Inhouden lastenenveloppen bedrijfsleven

 

– 640

– 640

– 640

– 640

– 640

19

Verlengen werkgeversheffing hoge inkomens (crisisheffing)

 

– 500

       

20

Versnellen verhoging arbeidskorting

 

785

       

21

Verzachten versobering zelfstandigenaftrek (winstbox)

   

200

200

200

200

22

Begunstiging lokaal opgewekte duurzame energie

 

10

10

10

10

10

23

Afschaffen integratieheffing btw

 

95

95

95

95

95

24

Verruimen schenkbelasting

20

80

       

25

Verruimen willekeurige afschrijving investeringen

252

146

– 75

– 75

– 75

0

26

Koopkrachtpakket

 

250

295

295

295

295

27

Lastenverlichting bedrijven

1.302

150

200

225

275

275

28

Niet doorgaan inkomensafhankelijk eigen risico en afbouwen algemene heffingskorting

 

– 30

– 500

– 500

– 500

– 500

               
 

Energieakkoord

 

0

0

0

0

0

29

SDE+ subsidie

       

– 200

– 600 2

30

SDE+ heffing

       

200

6002

31

Innovatie, energiebesparing verhuurders, indicatieve labels

 

40

45

50

50

50

32

Afschaffen kolenbelasting, verhogen energiebelasting, verlagen EIA

 

– 40

– 45

– 50

– 50

– 50

               
 

Overig

25

– 548

– 755

– 170

– 108

– 554

33

Kasritme revolving fund OS

 

– 150

– 150

100

200

0

34

Kasritme intensivering natuur

 

– 100

– 100

100

100

0

35

Kasritme intensivering veiligheid

 

– 40

– 40

40

40

0

36

Ex ante doorwerking GF/PF

25

– 258

– 465

– 410

– 448

– 554

               
 

Totaal

 

– 6.008

– 6.020

– 6.010

– 6.018

– 6.169

 

wv uitgaven (incl. zorgtoeslag)

 

– 3.117

– 3.628

– 3.638

– 3.896

– 4.942

 

wv lasten

 

– 1.392

– 1.897

– 1.877

– 1.627

– 1.227

 

wv niet-lastenrelevante inkomsten

 

– 1.499

– 495

– 495

– 495

0

               
 

Verhouding in %

 

 

wv uitgaven (incl. zorgtoeslag)

 

52%

60%

61%

65%

80%

 

wv lasten

 

23%

32%

31%

27%

20%

 

wv niet-lastenrelevante inkomsten

 

25%

8%

8%

8%

0%

1

Lagere zorgpremies worden gecompenseerd door een verhoging van de belastingtarieven in de 1e schijf (burgers) en de Aof-premie (bedrijven).

2

Het in de kolom structureel opgenomen bedrag heeft betrekking op de benodigde middelen voor 16 procent duurzame energie in 2023. Na 2023 zijn de benodigde middelen afhankelijk van de reeds aangegane verplichtingen en de dan geldende doelstelling.

Toelichting per maatregel

Zorg

1. Zorgraming/Zorgakkoord

In het nieuw afgesloten akkoord van 16 juli 2013 is afgesproken dat het groeipercentage van de zorguitgaven verder wordt teruggebracht. Bij de huisartsen wordt een additionele groei beschikbaar gesteld voor substitutie en vernieuwing van 1 procent in 2014 en 1,5 procent vanaf 2015. Met de huisartsen is eveneens overeengekomen dat hun bekostiging per 2015 wordt aangepast om ervoor te zorgen dat deze beter aansluit bij de gezamenlijke ambities, namelijk meer zorg in de buurt. Om de verlaagde uitgavengroei te realiseren zet de zorgsector extra in op maatregelen die de doelmatigheid, informatievoorziening en de kwaliteit van de zorg verbeteren. Deze gezamenlijke inspanningen leiden tot een besparing van 250 miljoen euro in 2014 oplopend tot 1 miljard vanaf 2017.

2. Terugdraaien maatregel lage ziektelast

Dankzij de breed gedragen onderhandelingsresultaten met partijen in de curatieve zorg en de gerealiseerde uitgavenverlagingen bij de geneesmiddelen is de eerder voorgenomen beperking van het basispakket in verband met het schrappen van de behandeling van aandoeningen met een lage ziektelast van de baan. Tegelijkertijd is afgesproken dat er meer aandacht wordt besteed aan gepast gebruik van zorg, waarbij naast de arts ook de patiënt zelf een belangrijke rol speelt.

3. Zorgtoeslag op basis van gemiddelde premie incl. collectieve contracten

Vanaf 2014 wordt 320 miljoen euro bespaard op de zorgtoeslag.

4. Geneesmiddelen

Door een samenhangend geheel van maatregelen worden besparingen gerealiseerd op de uitgaven aan geneesmiddelen (structureel circa 900 miljoen euro). De maatregelen betreffen onder andere het afsluiten van convenanten met het veld, het geven van de bevoegdheid tot het voeren van preferentiebeleid, vrij onderhandelbare tarieven voor apotheekhoudenden en het doelmatiger inkoopbeleid van zorgverzekeraars.

5. Overig (o.a. grensoverschrijdende zorg)

Het betreft voornamelijk een structurele besparing op de uitgaven aan grensoverschrijdende zorg.

Sociale zekerheid

6. Gefaseerde invoering huishoudentoeslag

Het kabinet gaat de huidige toeslagen stroomlijnen en vereenvoudigen door de invoering van de huishoudentoeslag. In de huishoudentoeslag zullen de huidige zorgtoeslag, kindgebonden budget, huurtoeslag en een ouderencomponent worden geïntegreerd tot één toeslag per huishouden met één afbouwpercentage. Dit sluit beter aan bij de draagkracht van huishoudens, omdat het afbouwpercentage onafhankelijk is van het aantal toeslagen of het inkomen. Bij de huidige toeslagen heeft iedere toeslag afwijkende regels rond de afbouw. Dit is ingewikkeld, zeker bij mensen die verschillende toeslagen ontvangen waardoor het afbouwpercentage stapelt en de marginale druk hoog is. De huishoudentoeslag maakt dit eenvoudiger en transparanter.

De huishoudentoeslag wordt gefaseerd ingevoerd. In 2015 wordt de MKOB afgeschaft. In dat jaar wordt een ouderencomponent voor huishoudentoeslag geïntroduceerd waarin het budget van de fiscale ouderenkortingen wordt opgenomen. In 2017 wordt het kindgebonden budget toegevoegd aan de huishoudentoeslag. Daarna zal ook de huurtoeslag in vereenvoudigde vorm deel gaan uitmaken van de huishoudentoeslag. Voor de zomer van 2014 wordt de wetgeving van de huishoudentoeslag naar de Kamer gestuurd waarmee de budgettaire taakstelling wordt ingevuld en waarin de toevoeging van het kindgebonden budget aan de huishoudentoeslag wordt geregeld. De invoering van de huishoudentoeslag levert een besparing op van 1 miljard euro.

Door het kabinet worden extra maatregelen genomen om misbruik en fraude bij toeslagen tegen te gaan. Deze maatregelen zijn eerder aangekondigd in de brief van 10 mei84 en worden door de Belastingdienst en het Ministerie van BZK geïmplementeerd.

7. AO-tegemoetkoming

De tegemoetkoming arbeidsongeschikten op grond van de wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (AO-tegemoetkoming) wordt verlaagd. Dit levert een besparing op van 114 miljoen euro in 2014 en structureel 145 miljoen euro. In 2014 gaat de AO-tegemoetkoming van 342 euro netto per jaar naar 247 euro.

Rijksbegroting

8. Extra bijdrage Revolverend Fonds Energiebesparing

Ter stimulering van energiebesparing in de gebouwde omgeving wordt in 2014 eenmalig 35 miljoen euro in het Revolverend Fonds Energiebesparing (RFE) gestort als extra rijksbijdrage bovenop de 150 miljoen euro uit het Woonakkoord. Doel van het RFE is het verstrekken van goedkope leningen aan eigenaar/bewoners en verhuurders ten behoeve van investeringen in energiebesparing. Net als de eerste 150 miljoen euro moet deze 35 miljoen euro aangevuld worden met drie delen private middelen ofwel 105 miljoen euro. Over de verdeling van de 140 miljoen euro over eigenaars/bewoners en verhuurders dient nog nadere besluitvorming plaats te vinden.

9. Pakket kredietverlening MKB en 10. Verhoging kredietplafond Qredits

Overeengekomen is om eenmalig 125 miljoen euro in 2013 vrij te maken om de toegang tot financiering voor bedrijven te vergroten, zodat ondernemers kunnen blijven investeren in nieuwe activiteiten. De invulling van deze 125 miljoen euro wordt in onderstaande tabel samengevat en verder toegelicht. Daarbij is ook aandacht voor aanvullende maatregelen die niet staan opgenomen in onderstaande tabel, omdat het geen (directe) uitgave betreft.

Tabel 3.2.2 MKB Kredietpakket (bedragen in miljoenen euro)
 

Maatregel

2013

1.

Qredits (microkredieten)

30

2.

Vroege fase financiering en investeringsfonds informal investors inclusief aansluiting bij het MKB fonds van verzekeraars (bijv. 20 mln).

75

3.

Bijdrage aan de opstart van een Nederlandse Investeringsinstelling

10

4.

BMKB-verruiming

5

5.

Financiële en organisatorische ondersteuning alternatieve financieringsvormen en vergroten financieringskennis MKB

5

 

Totaal

125

Voor microkrediet komt 30 miljoen euro beschikbaar via Qredits. Het kredietplafond voor stichting Qredits kan zo worden verhoogd tot 150.000 euro, waarmee zo’n 3.000 kleine bedrijven financiering kunnen krijgen die zij anders niet zouden verwerven. Ook verzekeraars zullen 30 miljoen euro ter beschikking stellen aan Qredits. Er komt een nieuwe faciliteit voor informal investors en een nieuwe faciliteit gericht op startende innovatieve bedrijven en bestaand innovatief MKB (vroege fase financiering). Hiervoor wordt 75 miljoen euro vrijgemaakt. Hierbij wordt maximale aansluiting gezocht bij het MKB-investeringsfonds van verzekeraars van 140 miljoen euro (bijvoorbeeld door een financiële bijdrage van het Rijk van 20 miljoen euro). De Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) wordt tot uiterlijk 31 december 2014 verruimd door het borgstellingspercentage te verhogen van 45 procent naar 67,5 procent met een maximum borgstelling van 200.000 euro en door het maximum bedrag waarvoor de overheid borg staat te verhogen van 1 miljoen euro naar 1,5 miljoen euro. Tot slot zal er om het MKB minder afhankelijk te maken van bankkrediet 5 miljoen euro beschikbaar komen voor financiële en organisatorische ondersteuning van nieuwe financieringsvormen en activiteiten ter bevordering van het financieringsbewustzijn van het mkb en de bekendheid van de overheidsregelingen en alternatieve financieringsvormen.

Aanvullende maatregelen (zonder directe budgettaire gevolgen)

In aanvulling op de pilot van de openstelling van de BMKB voor niet-bancaire financiers wordt de GO nu ook in eerste instantie als pilot opengesteld voor niet-banken. Daarnaast wordt de maximumgarantie van de GO op individuele leningen tot eind 2014 verhoogd van 25 miljoen euro naar 75 miljoen euro. Het Kabinet onderzoekt bovendien of en zo ja, onder welke voorwaarden het verlenen van een funding-garantie onder de GO aan niet-bancaire partijen wenselijk is. Om de innovatie te stimuleren wordt het Innovatiekrediet tot uiterlijk 31 december 2014 verruimd door het kredietpercentage voor kleine bedrijven te verhogen van 35 procent naar 50 procent. Tot slot worden de financiële middelen van de Regionale Ontwikkelmaatschappijen (ROM’s) zodanig over de regio’s verdeeld, dat het risicokapitaal ter beschikking komt voor innovatieve starters op die plekken waar de behoefte het grootste is.

11. Korting loonruimte 2014 collectieve sector excl. zorg (loonsombenadering)

Naast de in het Zorgakkoord afgesproken loonmatiging voor 2014 tot en met 2017 wordt in 2014 tevens de loonbijstelling voor kabinets- en onderwijssectoren (exclusief zorg) ingehouden voor zover het contractloonontwikkeling betreft. Daarbij geldt de loonsombenadering. Dat wil zeggen dat als er loonruimte kan worden vrijgespeeld door bijvoorbeeld het versoberen van secundaire arbeidsvoorwaarden, deze kan worden ingezet voor stijging van het primair loon. Daarnaast zal het kabinet in 2015 de loonbijstelling wel uitkeren, in lijn met de normale referentiesystematiek.

12. Prijsbijstelling 2013 (gecorrigeerd voor saldo generale mutaties)

De meerjarige doorwerking van de tranche 2013 van de prijsbijstelling wordt ingehouden. De reeks is gecorrigeerd voor het saldo van de generale kaderrelevante mutaties sinds CEP, met uitzondering van de mutaties met een macro-economisch karakter sinds Voorjaarsnota.

13. Ramingsbijstellingen onderwijs (o.a. leerlingaantallen)

De referentieraming van leerlingen- en studentenaantallen 2013 en de raming voor studiefinanciering leiden tot lagere uitgaven voor de OCW-begroting. Daarnaast kennen de Regeerakkoordmaatregelen D20 «Afschaffen wettelijk verplichte maatschappelijke stages» en D21 «Afschaffen gratis schoolboeken» incidentele meeropbrengsten ten opzichte van de oorspronkelijk ingeboekte bedragen. De ramingsbijstelling onderwijs is ingezet ter dekking van de departementale bijdrage (zie maatregel 15). Het restant (204 miljoen euro), wordt gëinvesteerd in het onderwijs (zie maatregel 14).

14. Investering kwaliteit onderwijs

Er wordt 204 miljoen euro geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderwijs, onder meer door het toch kunnen uitkeren van de meerjarige doorwerking van de tranche 2013 van de prijsbijstelling voor de sectoren onderwijs en onderzoek (zie maatregel 12).

15. Bijdrage departementale begrotingen (excl. SZW en VWS)

De departementen leveren gezamenlijk 156 miljoen euro. De tabel hieronder geeft de uitsplitsing per departement.

Tabel 3.2.3 Verdeling departementale bijdrage (in miljoenen euro)

AZ

– 0,1

V&J

– 23,6

BZK (incl. KR)

– 1,4

OCW

– 66,2

FIN

– 7,1

DEF

– 15,0

I&M (incl. IF/DF)

– 18,3

EZ

– 9,4

W&R

– 6,6

HGIS

– 8,2

Totaal

– 156

Lasten

16. Stamrechten

a. Fiscale stimulering vrijval stamrechten

Vanaf 1 januari 2014 wordt het voor bestaande stamrechten mogelijk gemaakt om de volledige aanspraak bij banken, verzekeraars of bij een stamrecht BV in één keer op te nemen. Deze aanspraak wordt niet volledig, maar voor slechts 80 procent betrokken in de inkomstenbelasting.

b. Beëindigen fiscale faciliëring voor nieuwe gevallen

De stamrechtvrijstelling voor nieuwe ontslagvergoedingen wordt per 1 januari 2014 afgeschaft. Dit houdt in dat nieuwe ontslagvergoedingen in het jaar dat de belastingplichtige deze ontvangt van de werkgever volledig in de heffing wordt betrokken, tegen het reguliere tarief in de inkomstenbelasting.

17. Bevriezen belastingschijven en heffingskortingen

De belastingschijven en heffingskortingen worden bevroren door de inflatiecorrectie in de inkomsten- en loonbelasting voor het jaar 2014 achterwege te laten.

18. Inhouden lastenenveloppen bedrijfsleven

De in het Regeerakkoord beschikbare enveloppe voor lastenverlichting bij bedrijven ter compensatie van de SDE+ heffing wordt ingehouden. Ook de enveloppe uit het Begrotingsakkoord voor terugsluis aan het bedrijfsleven ter compensatie van een aantal vergroeningsmaatregelen wordt ingehouden. In totaal gaat het om een bedrag van 640 miljoen euro vanaf 2014.

19. Verlengen werkgeversheffing hoge inkomens (crisisheffing)

De pseudo-eindheffing voor hoog loon (ook wel de crisisheffing genoemd) is een heffing bij de werkgever van 16 procent over het loon van een werknemer voor zover dat loon een bedrag van 150.000 euro overstijgt. Deze heffing is voor het jaar 2013 ingevoerd. De pseudo-eindheffing voor hoog loon wordt eenmalig verlengd.

20. Versnellen verhoging arbeidskorting

In 2014 wordt de arbeidskorting met 127 euro verhoogd. Inclusief het Regeerakkoord komt de verhoging in 2014 uit op 254 euro. Hierdoor wordt het niveau van het maximum van de arbeidskorting dat beoogd was voor het jaar 2015 al in het jaar 2014 bereikt.

21. Verzachten versobering zelfstandigenaftrek (winstbox)

De versobering van de ondernemersfaciliteiten met 500 miljoen euro per 2015 wordt verzacht door de inperking met 200 miljoen euro te verlagen. Er resteert een versobering van de ondernemersfaciliteiten voor een bedrag van 300 miljoen euro per 2015. Dit wordt ingevuld door de zelfstandigenaftrek te beperken. Hierdoor komt er meer evenwicht in de belastingheffing tussen ondernemers en werknemers.

22. Begunstiging lokaal opgewekte duurzame energie

In het Regeerakkoord is opgenomen dat per 1 januari 2014 een verlaagd tarief in de eerste schijf in de energiebelasting op elektriciteit wordt ingevoerd ten behoeve van particuliere kleinverbruikers die in coöperatief verband lokaal duurzame elektriciteit opwekken. In het kader van het Energieakkoord is na overleg met de sector de korting vastgesteld op 7,5 cent per kWh (exclusief btw). Hiervoor wordt structureel 10 miljoen euro vrijgemaakt.

23. Afschaffen integratieheffing btw

De integratieheffing wordt door ondernemers als een drempel ervaren om te besluiten tot de ombouw van oude leegstaande kantoren in te verhuren nieuwe woningen en weerhoudt hen ook om voor de verkoop gebouwde nieuwbouwwoningen, in afwachting van de verkoop ervan, te verhuren. Om dit knelpunt op de woningmarkt weg te nemen, wordt de integratieheffing afgeschaft. Met de afschaffing van deze maatregel is een bedrag van 95 miljoen euro per jaar gemoeid.

24. Verruimen schenkbelasting

Er komt op twee onderdelen een tijdelijke uitbreiding (van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015) van de verhoogde vrijstelling in de schenkbelasting voor de eigen woning. Het huidige bedrag van de eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenking ouders aan kinderen van circa 50.000 euro wordt verhoogd naar 100.000 euro. Daarbij vervalt de beperking tot schenkingen van ouder aan kind. Dit betekent dat iemand van ieder willekeurige derde eenmalig belastingvrij een schenking mag krijgen van maximaal 100.000 euro ten behoeve van de eigen woning. In het pakket wordt uitgegaan van het cumulatieve bedrag voor verruiming van de schenkbelasting. In het lastenkader wordt deze maatregel op transactiebasis geboekt en kost 1 miljoen euro per jaar.

25. Verruimen willekeurige afschrijving investeringen

Vanaf juni 2013 tot en met 31 december 2013 wordt ondernemers de mogelijkheid van willekeurige afschrijving geboden. Hiermee wordt de liquiditeits- en financieringspositie verbeterd van bedrijven die voor vervanging- of uitbreidingsinvesteringen staan. In de tweede helft van 2013 geldt dat eenmalig maximaal 50 procent van de af te schrijven aanschaffings- of voortbrengingskosten willekeurig kan worden afgeschreven.

26. Koopkrachtpakket

De tegenvallers op de huurtoeslag van 111 miljoen euro per jaar worden gecompenseerd uit de beschikbare koopkrachtenveloppe.

In 2014 wordt 70 miljoen euro van de koopkrachtenveloppe ingezet voor een eenmalige uitkering voor mensen met een inkomen tot 110 procent sociaal minimum. Dit wordt uitgevoerd door de gemeentes. Het resterende bedrag wordt gereserveerd in een koopkrachtenveloppe.

27. Lastenverlichting bedrijven

Bedrijven worden in 2013 met 1,3 miljard gecompenseerd voor de inhaalpremie bij de sectorfondsen. Het gaat om een incidentele stijging van de premies voor de komende jaren, omdat het vermogenstekort van 1,3 miljard in de sectorfondsen moet worden ingelopen. De compensatie vindt plaats in het vierde kwartaal van 2013 via een korting op de afdracht van de aof-premie.

Daarnaast is er een gedeeltelijke compensatie voor de (structurele) stijging van de lastendekkende premie, die ontstaat als gevolg van stijgende uitgaven in het sectorfonds door de hogere werkloosheid. Het gaat om een compensatie door verlaging van de awf-premie van 150 miljoen euro in 2014 oplopend naar 275 miljoen euro in 2017 en verder.

28. Niet doorgaan inkomensafhankelijk eigen risico en afbouwen algemene heffingskorting

Het inkomensafhankelijk eigen risico (dat gepland stond voor 2015) zal niet doorgaan. Om de koopkrachteffecten hiervan te compenseren, gaat de zorgtoeslag omhoog en wordt de algemene heffingskorting verder afgebouwd. De verhoging van de zorgtoeslag is meegenomen in maatregel 6.

Energieakkoord

29. SDE+ subsidie en 30. SDE+ heffing

In het SER energieakkoord is afgesproken dat de doelstelling duurzame energie van 16 procent niet in 2020 zal worden gerealiseerd maar in 2023. Redenen voor het uitstel zijn het kostenefficiënter realiseren van de doelstelling en daarmee een gunstigere lastenontwikkeling. Het later realiseren van de doelstelling heeft tot gevolg dat vanaf 2017 de SDE+-uitgaven en SDE+ ontvangsten lager zijn dan geraamd. Dit scheelt naar verwachting cumulatief 2,25 miljard euro tot 2020.

31. Innovatie, energiebesparing verhuurders, indicatieve labels

Het Energieakkoord leidt tot aan aantal intensiveringen. Voor energie-innovatie komt structureel 50 miljoen euro beschikbaar. Voor een subsidieregeling voor energiebesparingsinvesteringen door verhuurders in de sociale huursector komt in 2018 en 2019 in totaal 400 miljoen euro beschikbaar. Voor indicatieve energielabels en voor betere handhaving en ondersteuning van de wet milieubeheer komt in totaal 30 miljoen euro beschikbaar in 2014–2016. Verder wordt binnen de EZ-begroting in totaal 40 miljoen euro vrijgemaakt voor ondermeer uitvoeringskosten, voor zover EZ daarvoor verantwoordelijk is.

32. Afschaffen kolenbelasting, verhogen energiebelasting, verlagen EIA

Het Energieakkoord leidt tot een aantal lastenmaatregelen. Samenhangend met de sluiting van jaren tachtig kolencentrales wordt de kolenbelasting vanaf 2016 afgeschaft. De afschaffing van de kolenbelasting leidt tot een budgettaire derving van 189 miljoen euro. Tegenover deze derving staat een verhoging van de energiebelasting van dezelfde omvang. Verder wordt het EIA budget verlaagd en komt er een verlaagd energiebelastingtarief voor lokaal opgewekte duurzame energie (zie maatregel 22).Tot slot wordt in 2018 en 2019 de energiebelasting verhoogd met in totaal 400 miljoen euro.

Overig uitgaven

33, 34 en 35 Kasritme revolving fund OS, natuur en veiligheid

De gereserveerde middelen ten behoeve van het revolving fund ontwikkelingssamenwerking, natuur en veiligheid worden gefaseerd. Binnen de begroting van BH&OS vindt in 2016 en 2017 een aanvullende kasschuif plaats, waarmee het kasritme van het revolving fund ontwikkelingssamenwerking (DGGF) in lijn wordt gebracht met de doelstellingen van het fonds. De middelen voor natuurbeheer (100 miljoen euro) blijven beschikbaar in 2014 en 2015.

36. Doorwerking GF/PF

Dit betreft de ex-ante doorwerking van het pakket op de accressen van het Gemeentefonds en Provinciefonds.

Licence