Base description which applies to whole site

1 Perspectief op duurzaam herstel

De langdurige recessie, en de naar verwachting bescheiden economische groei op de korte en middellange termijn vraagt veel van burgers en bedrijven. Het risico op werkloosheid is toegenomen, terwijl het voor bedrijven in een laagconjunctuur moeilijk ondernemen is. Ondanks deze moeilijke economische omstandigheden blijft Nederland een rijk en welvarend land. Internationaal scoort ons land hoog als het gaat om inkomen, productiviteit, export, internationale investeringen maar ook op voorzieningen als onderwijs en zorg, ons pensioenstelsel en inkomensverdeling. De kwaliteit van werknemers, de fysieke infrastructuur en de levensomstandigheden zijn hoog. Nederland heeft sterke instituties: de kwaliteit van het openbaar bestuur en de wetgeving, de beginselen van de rechtstaat, rechtszekerheid en veiligheid – de «harde» instituties. En goede «zachte» instituties: we zijn solidair, zijn oplossingsgericht en stellen orde op zaken wanneer dat nodig is. Dankzij deze combinatie van «hard» en «zacht» scoort Nederland nog steeds hoog op ranglijsten van «geluk» en landen van waar het prettig is om te leven, maar ook hoog op ranglijsten die iets zeggen over het investeringsklimaat.

De financiële crisis heeft evenwel forse kwetsbaarheden in onze economie blootgelegd. Internationale kwetsbaarheden in de financiële sector, Europese kwetsbaarheden in vormgeving van de muntunie, en specifieke problemen in de nationale economie. De hoge economische groei in de decennia voor de financiële crisis ging samen met een sterke opbouw van schulden van met name huishoudens en banken. Ook in ons pensioenstelsel werden kwetsbaarheden blootgelegd. En in korte tijd zijn overheidstekort en de staatsschuld sterk opgelopen. Balansen zijn verstoord. Het op orde brengen van balansen kost tijd en gaat niet zonder slag of stoot. Dit onvermijdelijke aanpassingsproces biedt Nederland – vanuit sterke fundamenten – perspectief op duurzaam herstel.

Deze Miljoenennota presenteert de eerste begroting van het kabinet Rutte-Asscher. Het financieel en sociaal-economisch beleid van dit kabinet kent drie onlosmakelijk met elkaar verbonden pijlers: werken aan duurzame groei, de schatkist op orde brengen, en een evenwichtige inkomensverdeling. Samen dragen ze onze welvaart en ons welzijn.

Met een omvangrijk pakket hervormingen op het gebied van de financiële sector, de woningmarkt, arbeidsmarkt, zorg en in de sfeer van pensioenen wordt gewerkt aan toekomstbestendige groei voor de Nederlandse economie. Deze hervormingen zijn op basis van het Regeerakkoord verder uitgewerkt in een reeks van afspraken met fracties en maatschappelijke organisaties, zoals het Woonakkoord, het Sociaal Akkoord, het Zorgakkoord en het Energieakkoord. Die afspraken staan.

Het werken aan duurzame economische groei is onlosmakelijk verbonden met het werken aan herstel van de overheidsfinanciën met een scherp oog voor economisch herstel en een evenwichtige inkomensverdeling. Ook bij de overheid moet de balans worden hersteld en het kabinet zet daartoe opnieuw een belangrijke stap. Onderstaande tabel 1.1. presenteert het pakket met een totale omvang van structureel 6 miljard aan besparingen (Paragraaf 3.2 in Hoofdstuk 3 van deze Miljoenennota bevat een uitgebreidere tabel inclusief een technische toelichting).

Tabel 1.1 Aanvullend beleidspakket

Maatregel

2013

2014

2015

2016

2017

struc

In miljoenen euro; – = saldoverbeterend

           
             

Zorg

 

– 1.475

– 760

– 1.010

– 1.260

– 1.260

Zorgraming/zorgakkoord

 

– 250

– 500

– 750

– 1.000

– 1.000

Terugdraaien maatregel lage ziektelast

 

1.200

1.200

1.200

1.200

Zorgtoeslag op basis van gemiddelde premie incl. collectieve contracten

 

– 320

– 320

– 320

– 320

– 320

Geneesmiddelen

 

– 750

– 900

– 900

– 900

– 900

Overig (o.a. grensoverschrijdende zorg)

 

– 155

– 240

– 240

– 240

– 240

             

Sociale zekerheid

 

165

– 654

– 1.147

– 1.139

– 1.145

Gefaseerde invoering huishoudentoeslag

 

279

– 489

– 989

– 989

– 1.000

AO-tegemoetkoming

 

– 114

– 165

– 158

– 150

– 145

             

Rijksbegroting

125

– 1.450

– 1.615

– 1.472

– 1.350

– 1.544

Extra bijdrage revolverend fonds energiebesparing

 

35

       

Pakket kredietverlening MKB

95

         

Verhoging kredietplafond Qredits

30

         

Korting loonruimte 2014 collectieve sector excl. zorg (loonsombenadering)

 

– 750

– 750

– 750

– 750

– 750

Prijsbijstellling 2013 (gecorrigeerd voor saldo generale mutaties)

 

– 579

– 709

– 566

– 444

– 638

Ramingsbijstellingen onderwijs (o.a. leerlingaantallen)

 

– 204

– 204

– 204

– 204

– 204

Investering kwaliteit onderwijs

 

204

204

204

204

204

Bijdrage departementale begrotingen (excl. SZW en VWS)

 

– 156

– 156

– 156

– 156

– 156

             

Belastingen en premies

1.574

– 2.700

– 2.236

– 2.211

– 2.161

– 1.666

wv niet lastenrelevante in komsten

195

– 1.499

– 495

– 495

– 495

0

Fiscale behandeling stamrechten

 

– 2.065

– 840

– 840

– 840

– 420

Bevriezen belastingschrijven en heffingskortingen

 

– 981

– 981

– 981

– 981

– 981

Inhouden lastenenveloppen bedrijfsleven

 

– 640

– 640

– 640

– 640

– 640

Verlengen werkgeversheffing hoge inkomens (crisisheffing)

 

– 500

       

Versnellen verhoging arbeidskorting

 

785

       

Verzachten versobering zelfstandigenaftrek (winstbox)

   

200

200

200

200

Begunstiging lokaal opgewekte duurzame energie

 

10

10

10

10

10

Afschaffen integratieheffing BTW

 

95

95

95

95

95

Verruimen schenkbelasting

20

80

Verruimen willekeurige afschrijving investeringen

252

146

– 75

– 75

– 75

0

Koopkrachtpakket

 

250

295

295

295

295

Lastenverlichting bedrijven

1.302

150

200

225

275

275

Niet doorgaan inkomensafhankelijk eigen risico en afbouwen algemene heffingskorting

 

– 30

– 500

– 500

– 500

– 500

             

Overig

25

– 548

– 755

– 170

– 108

– 554

Kasritme revolving fund OS, intensiveringen natuur en veiligheid

 

– 290

– 290

240

340

0

Ex ante doorwerking Gemeentefonds / Provinciefonds

25

– 258

– 465

– 410

– 448

– 554

Totaal

 

– 6.008

– 6.020

– 6.010

– 6.018

– 6.169

Bij de samenstelling van het pakket worden de gevolgen voor ondernemerschap en werkgelegenheid zo veel mogelijk beperkt, wordt het onderwijs ontzien en is ruimte gemaakt voor een aantal stimulerende maatregelen. Deze maatregelen zijn gericht op het beter benutten van bestaande vermogens om schulden te verminderen en nieuwe investeringen mogelijk te maken. Zo wordt vermogen, dat zich nu (deels) buiten de actieve economie bevindt, gemobiliseerd. Hoofdstuk 3 beschrijft het resulterende budgettaire beeld en het volledige aanvullend beleidspakket in meer detail.

Deze besparingen richten zich in eerste instantie op de zorg, de sociale zekerheid en de collectieve sector. Via het Zorgakkoord wordt de trend van stijgende zorguitgaven verder omgebogen. In de sociale zekerheid wordt gefaseerd een huishoudentoeslag ingevoerd, waarin de huidige zorgtoeslag, kindgebondenbudget, huurtoeslag en een-ouderencomponent worden geïntegreerd. Dit maakt het stelsel eenvoudiger, transparanter en vergroot de doelmatigheid van inkomensondersteuning. De uitgaven aan salarissen in de collectieve sector worden beperkt door werk boven inkomen te stellen, terwijl de soberheid van het overheidsapparaat verder wordt vergroot. Samen met een aantal belasting en premiemaatregelen zoals het niet indexeren van belastingschijven en een verlenging van de crisisheffing wordt de overheidsbegroting structureel weer meer in lijn gebracht met de nieuwe economische realiteit.

BOX 1.1 Hoofdpunten stimuleringsmaatregelen

Kapitaal voor balansherstel en de economie.

  • Verruimen willekeurige afschrijving investeringen (400 miljoen euro). Vanaf juni 2013 tot en met 31 december 2013 wordt ondernemers de mogelijkheid van willekeurige afschrijving geboden (voor ten hoogste 50 procent van de af te schrijven aanschaffings- of voortbrengingskosten). Hiermee wordt de liquiditeits- en financieringspositie verbeterd van bedrijven die voor vervangings- of uitbreidingsinvesteringen staan.

  • Een Nederlandse investeringsinstelling (NII). Samen met pensioenfondsen, verzekeraars en banken wordt de Nederlandse Investeringsinstelling (NII) opgericht: een intermediair die door bundeling van kennis en expertise, de vorming van benodigde standaardisatie en schaalgrootte vraag naar en aanbod van (lange termijn) financiering bijeenbrengt. Het doel is verbreding van de financieringsmogelijkheden voor rendabele investeringen en ontwikkeling van proposities die door marktfalen niet uit zichzelf tot stand komen. De NII richt zich op de maatschappelijke opgaven van Nederland, onder andere op het gebied van de zorg, energie, infrastructuur, schoolgebouwen, wonen en duurzaamheid en regionale initiatieven. Op korte termijn wordt in gezamenlijk overleg een kwartiermaker aangesteld die vorm geeft aan een instelling die na een paar jaren op eigen benen kan staan. In dit kader beziet het kabinet tevens de mogelijkheden om de Nationale Hypotheekinstelling (NHI) op te richten, die op termijn in de NII geplaatst zou kunnen worden. Het idee hierbij is dat hypotheekverstrekkers hun NHG-hypotheken via de NHI stabieler kunnen laten financieren door (internationale) institutionele beleggers. Dit kan de concurrentie op de hypotheekmarkt bevorderen en de hypotheekrente voor consumenten drukken. De praktische uitwerking van een NHI is een delicaat proces dat vraagt om een zorgvuldige aanpak. Daarbij is het van belang dat het NHI niet wordt gekwalificeerd als ongeoorloofde staatssteun en dat de materiële risico’s voor het Rijk niet toenemen.

  • Uitbreiding bedrijfsfinanciering (125 miljoen euro in 2013). Om ervoor te zorgen dat in de kern gezonde bedrijven kunnen blijven investeren neemt het kabinet verschillende (aanvullende) maatregelen om de kredietverlening aan (innovatieve) bedrijven te ondersteunen, onder meer via een verruiming van het innovatiekrediet, de BMKB en de GO. Het plafond van Qredits (voor microfinanciering) wordt verhoogd. Verzekeraars zijn overeengekomen om 140 miljoen euro te investeren in een MKB-investeringsfonds en 30 miljoen euro bij te dragen aan Qredits. Ook pensioenfondsen overwegen bij te dragen. Het kabinet maakt geld vrij voor het stimuleren van informal investors en innovatieve bedrijven (vroege fase financiering), waarbij maximale aansluiting wordt gezocht bij het MKB-investeringsfonds van verzekeraars. Ook wordt op de begroting van EZ geld vrij gemaakt om alternatieve financieringsvormen, zoals crowdfunding en kredietunies, te ondersteunen. Tot slot is het kabinet, mede naar aanleiding van de adviezen van de topsector water, in gesprek met banken en exporteurs om te bezien of het aanbod van exportfinanciering kan worden verbeterd via een aanpassing van de exportkredietgarantie. Het idee hierbij is dat de bestaande exportkredietgarantie geschikt wordt gemaakt voor een grotere groep van investeerders en ook toepasbaar wordt voor kleinere exporttransacties. Het kabinet erkent aldus het belang van een goede concurrentiepositie voor Nederlandse exporteurs in een globaliserende wereld.

  • Verruimen schenkbelasting (100 miljoen euro). Er komt een tijdelijke uitbreiding (van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2015) van de verhoogde vrijstelling in de schenkbelasting voor de eigen woning. Het huidige bedrag van de eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenking ouders aan kinderen van circa 50.000 euro wordt verhoogd naar 100.000 euro en de beperking tot schenkingen van ouder aan kind vervalt. Dit betekent dat iemand van ieder willekeurige derde eenmalig een onbelaste schenking mag krijgen van maximaal 100.000 euro ten behoeve van de eigen woning.

  • Vrijval stamrechten. Vanaf 1 januari 2014 wordt het voor bestaande stamrechten mogelijk gemaakt om de volledige aanspraak bij banken, verzekeraars of bij een stamrecht BV fiscaal vriendelijk in één keer op te nemen. De stamrechtvrijstelling voor nieuwe ontslagvergoedingen wordt per 1 januari 2014 afgeschaft.

  • Ondersteuning bouwactiviteiten en doorstroming woningmarkt. De afschaffing van de integratieheffing maakt het aantrekkelijker het voor ondernemers om oude leegstaande kantoren om te bouwen en te verhuren als woningen en voor verkoop bestemde nieuwbouwwoningen in afwachting van de verkoop tussentijds te verhuren. Om de woningmarkt te stimuleren zijn in het Woonakkoord belangrijke afspraken gemaakt,onder meer door ruimte te bieden aan koopstarters en huiseigenaren met restschulden. Ook zijn extra middelen vrijgemaakt voor energiebesparing. In aanvulling hierop kunnen restschulden onder strikte voorwaarden worden meegefinancierd onder de beter gerichte en beter vormgegeven NHG-regeling.

Impuls voor energiebesparing en duurzaamheid.

Het kabinet heeft samen met werkgevers-, werknemers-, milieuorganisaties overeenstemming bereikt over een breed gedragen Energieakkoord dat bijdraagt aan duurzame economische groei. Zo is afgesproken om 14 procent duurzame energie te realiseren in 2020 en 16 procent in 2023, passend binnen het kabinetsstreven naar een volledig duurzame energievoorziening. Een onderdeel hiervan is dat het voor burgers fiscaal aantrekkelijker wordt om lokaal in coöperatief verband duurzame energie op te wekken. Ook zijn afspraken gemaakt over de sluiting van oude kolencentrales en beperking van de bijstook van biomassa, en komt structureel 50 miljoen euro extra beschikbaar voor energie-innovatie. Een andere belangrijke pijler van het akkoord is een ambitieus energiebesparingsprogramma. Nog dit jaar wordt een revolverend fonds voor energiebesparing opgericht. Doel van het fonds is het verstrekken van leningen aan eigenaar-bewoners en verhuurders ten behoeve van energiebesparing. De totale bijdrage aan het fonds door de overheid bedraagt nu 185 miljoen euro, waaraan marktpartijen het drievoudige zullen toevoegen, waardoor het totale fonds een omvang kan hebben van driekwart miljard. Voor een subsidieregeling voor energiebesparing bij verhuurders van sociale huurwoningen komt daarnaast 400 miljoen euro beschikbaar. Tot slot reserveert het kabinet in deze kabinetsperiode circa 70 miljoen euro voor diverse ondersteunende maatregelen, zoals het oprichten van een expertisecentrum voor energiebesparing en een betere handhaving van de Wet milieubeheer. Deze en alle andere afspraken uit het akkoord zullen de komende jaren zekerheid bieden aan investeerders, werkgelegenheid creëren (o.a. in de bouw) en innovaties uitlokken die bijdragen aan versterking van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven.

Een beter werkende arbeidsmarkt

Veel van bovenstaande maatregelen zullen de economie en de werkgelegenheid ondersteunen. In het Sociaal Akkoord is voor 2014 en 2015 ook jaarlijks 300 miljoen euro beschikbaar gesteld voor van-werk-naar-werk en intersectorale scholing. In aanvulling hierop wordt in dit aanvullende beleidspakket ingezet op het aantrekkelijker maken van werk door in 2014 al bijna 800 miljoen euro extra vrij te maken voor het verhogen van de arbeidskorting met 250 euro. Verder worden de arbeidskosten voor bedrijven gedrukt via een omvangrijke lastenverlichting van 1,3 miljard euro in 2013. Dit betreft een compensatie van de inhaalpremie bij de sectorfondsen voor de Werkloosheidswet (WW). De hogere lastendekkende premie die ontstaat als gevolg van stijgende uitgaven in het sectorfonds door de hogere werkloosheid wordt ook gedeeltelijk gecompenseerd.

Bij het op orde brengen van de overheidsfinanciën hoort een evenwichtige verdeling van de rekening. Makkelijke oplossingen zijn hierbij niet voorhanden. De offers die de komende jaren worden gevraagd zijn groot en komen bovenop eerder beleid. Wanneer met een ingrijpend pakket aan maatregelen het verder uit balans raken van de begroting wordt voorkomen, is altijd sprake van forse inkomenseffecten. De gevolgen voor de koopkracht aan de onderkant van het inkomensgebouw vergen extra aandacht. Het pakket bevat daarom een aantal gerichte maatregelen om een evenwichtig koopkrachtpakket te bewerkstelligen, zoals een eenmalige uitkering voor sociale minima. Als onderdeel hiervan wordt in deze Miljoenennota 250 miljoen euro ingezet voor ondersteuning van de koopkracht in 2014 en bijna 300 miljoen euro in de jaren daarna.

Werken aan duurzaam herstel van de economie, de begroting in een verstandig tempo op orde brengen en steeds het belang van een evenwichtige inkomensverdeling scherp voor ogen houden. Op die drie pijlers is deze Miljoenennota gebouwd. In de wetenschap dat het herstel nog een forse inspanning van eenieder zal vragen, werkt het kabinet aan een nieuw perspectief. Gegeven de omvang van de opdracht waar we voor staan, blijft het kabinet inzetten op brede steun. In het belang van Nederland.

Licence