Base description which applies to whole site

Bijlage 1: Coronamaatregelen

Gezien de plotselinge en uitzonderlijke situatie heeft het kabinet besloten tot noodmaatregelen om de economische gevolgen van het coronavirus het hoofd te bieden. Gegeven deze uitzonderlijke situatie heeft het kabinet besloten dat het reguliere uitgavenplafond niet geldt voor de uitgaven aan noodmaatregelen. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste gaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgen voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld.

De raming van het budgettair beslag van veel noodmaatregelen is met onzekerheid omgeven en hangt sterk af van het uiteindelijke beroep op bepaalde regelingen. Op basis van realisaties en uitvoeringsinformatie zijn een aantal regelingen bijgesteld. Omdat de noodmaatregelen in de praktijk buiten het uitgavenplafond vallen, leiden lagere uitgaven niet tot ruimte voor nieuwe maatregelen. Omgekeerd leidt een hoger dan verwacht gebruik van deze regelingen niet tot problematiek.

Tabellen 1.1 en 1.2 geven een actueel overzicht van de corona-gerelateerde uitgavenmaatregelen waarvoor het reguliere uitgavenplafond niet geldt. Dit overzicht is ook opgenomen op: https://www.rijksfinancien.nl/overheidsfinancien-coronatijd

Tabel 1.1 Uitgaven relevant voor EMU-saldo

(in miljoenen euro, + is hogere uitgaven)

2020

2021

Totaal uitgaven relevant voor EMU-saldo

29.270

16.713

   

Koninkrijksrelaties en BES fonds

57

 

Voedselpakketten Landen en Openbare Lichamen

42

 

Inkomstenderving Openbare Lichamen

8

 

Wisselkoerseffecten Liquiditeitsleningen

7

 

Buitenlandse Zaken

7

 

Consulaire bijstand (noodhulpfonds coronacrisis)

7

 

Justitie en Veiligheid

146

56

Verlopen rijbewijzen en APK's

3

 

Inhalen achterstanden strafrechtketen

 

40

Coronagerelateerde kosten

60

 

Noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen

69

 

DG Covid-19

14

16

Binnenlandse Zaken

46

122

Doorbouwen tijdens coronacrisis en ventilatie op scholen

30

100

Lagere terugontvangsten huurtoeslag door verlaging invorderingsrente

8

7

Lokale culturele voorzieningen provincies

8

 

Verduurzaming woningen

 

15

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

727

665

Steunpakketten cultuur

300

249

Steunpakket onderwijs

339

181

Continuïteit en extra hulp voor de klas

 

210

Steunfonds voor lokale informatievoorziening (media)

24

 

Aanpak jeugdwerkeloosheid

5

19

Programmakosten landelijke publieke omroep

19

 

Tel mee met taal

 

6

Ondersteuning vrije theaterproducenten

40

 

Financiën en Nationale Schuld

400

528

Belasting- en invorderingsrente 1.0

88

114

Belasting- en invorderingsrente 2.0

66

16

Belasting- en invorderingsrente 3.0

20

119

Boetes en schikkingen en bekostiging 1.0

59

 

Boetes en schikkingen en bekostiging 2.0

158

105

Herverzekering leverancierskredieten

31

250

Garantieophoging Europese Investeringsbank

  

Premieontvangsten garantie en rentebaten lening KLM

‒ 22

‒ 76

Defensie

60

 

Covid middelen

60

 

Infrastructuur en Waterstaat

824

503

Caribisch Nederland (ferry en subsidie drinkwater)

3

3

Beschikbaarheidsvergoeding OV

821

500

Economische Zaken en Klimaat

2.774

1.761

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

180

250

Borgstelling MKB

203

 

Qredits

31

 

TOGS (Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19)

877

 

Telecom en netbeheer Caribisch Nederland

7

11

TVL 1.0 (Tegemoetkoming vaste lasten) (inclusief uitvoeringskosten)

592

4

TVL 1.0 - Caribisch Nederland

4

 

TVL 2.0

459

1.372

Uitbreiding TVL 2.0 en horecacompensatie

180

 

TVL 2.0 - Caribisch Nederland

3

6

Garantieregeling Kleine Kredieten Corona

164

5

Fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

75

75

Omscholing naar tekortsectoren

 

38

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

357

3

Borgstelling MKB-landbouw

29

 

Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19

263

 

Ruimingkosten en stoppersregeling nertsen

66

3

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

17.066

7.382

NOW 1.0 (Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid)

7.887

779

NOW 1.0 - Caribisch Nederland

13

 

NOW 2.0

4.320

970

NOW 2.0 - Caribisch Nederland

16

 

Uitvoeringskosten NOW 1 en 2

28

108

Uitvoeringskosten UWV als gevolg van corona

105

 

NOW 3.0 (inclusief uitvoeringskosten)

983

4.425

Caribisch Nederland 3.0

8

18

TOZO 1.0 (Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers)

2.150

 

Subsidie voor Voedselbanken Nederland

4

 

TOZO 2.0

729

 

TOZO 3.0

349

449

Compensatie eigen bijdrage kinderopvang

311

2

TOFA (Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten) (inclusief uitvoeringskosten)

23

0

NL leert door

26

24

Verlaging invorderingsrente terugbetalingen KOT en WKB

5

4

Noodopvang kinderopvang

23

 

Vergoeding voor burgers die geen kinderopvangstoeslag ontvangen

 

9

Van werk(loosheid) naar werk en dienstverlening gemeenten

54

351

Jeugdwerkloosheid

9

51

Scholing en leven lang ontwikkelen (LLO)

 

144

Aanpak armoede en schulden

23

48

Flankerend beleid arbeidsbemiddeling Caribisch Nederland

0

1

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

5.960

3.778

Aanschaf en distributie medische beschermingsmiddelen

1.810

‒ 146

GGD'en en veiligheidsregio's

477

467

IC-capaciteit

118

174

Ondersteuning sportsector

73

60

Ondersteuning zorgpersoneel

5

22

Onderzoek inzake Covid-19

52

40

Testcapaciteit RIVM en GGD

929

1.375

Vaccin ontwikkeling en medicatie

123

635

Zorgbonus

2.001

970

Zorgkosten en bijstand Caribisch Nederland (plafond Zorg)

78

13

Overige maatregelen (plafond Rijksbegroting)

88

123

Meerkosten Corona Wlz (plafond Zorg)

190

 

Overige maatregelen (plafond Zorg)

16

45

Gemeentefonds

848

160

Bijdrage SW bedrijven

90

 

Verlenging compensatie SW bedrijven

50

 

Continuïteit zorg, uitstel noodzakelijke zorg en meerkosten Jeugdwet en Wmo 2015

170

 

Lokale cultuur

60

 

Tegemoetkoming decentrale overheden - Toeristen- en parkeerbelasting

225

 

Verkiezingen

29

 

Buurt- en dorpshuizen

17

 

Toezicht en handhaving

50

 

Inkomstenderving tot 1 juni

20

 

Cultuur (huur) gemeenten

60

 

Vrijwilligersorganisaties

7

 

Incidenteel schrappen opschalingskorting COVID-19

70

160

Reserveringen Aanvullende post

1.755

Reservering Stoppersregeling nertsen

 

130

Reservering OV-beschikbaarheidsvergoeding

 

740

Reservering Solvabiliteitsfonds

 

300

Reservering Cultuurpakket

 

165

Reservering Flankerend beleid jeugdwerkloosheid

 

33

Reservering Regeling tegemoetkoming dierentuinen

 

39

Reservering Inkomstenderving na 1 juni (indicatief)

 

250

Reservering Garantiefonds (fonds voor hulp bij schulden)

 

30

Reservering Compensatie energielasten

 

25

Reservering Regionale podiumkunsten

 

15

Reservering compensatie vuurwerk

 

28

Tabel 1.2 Uitgaven niet relevant voor EMU-saldo

(in miljoenen euro, + is hogere uitgaven)

2020

2021

Totaal uitgaven niet relevant voor EMU-saldo

2.375

181

   

Koninkrijksrelaties en BES fonds

633

 

1e Tranche Aruba, Curaçao en Sint Maarten

170

 

2e Tranche liquiditeitssteun Aruba, Curaçao, Sint Maarten

185

 

3e Tranche liquiditeitssteun Aruba

105

 

3e Tranche liquiditeitssteun Curaçao

143

 

Reservering 3e Tranche liquiditeitssteun Sint Maarten

31

 

Financiën en Nationale Schuld

1.000

 

Lening KLM

1.000

 

Economische Zaken en Klimaat

300

160

Lening Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR)

 

150

Lening kleine garantiefondsen/regelingen

 

10

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen

300

 

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

442

21

Tozo 1.0 - Lening

350

 

Tozo 2.0 - Lening

71

 

Tozo 3.0 - Lening

21

21

Voedselpakketten Landen en Openbare Lichamen  Het kabinet stelt in totaal twee subsidies van respectievelijk maximaal 16,5 miljoen euro (16 miljoen euro voor Aruba, Sint Maarten en Curaçao en 0,5 miljoen euro voor de Openbare Lichamen) en 25,2 miljoen euro (voor Aruba, Sint Maarten en Curaçao) beschikbaar om de kwetsbare groepen te kunnen voorzien van voedselpakketten en hygiëneproducten tot en met het einde van 2020.

Inkomstenderving Openbare Lichamen  Ten gevolge van de COVID-19 crisis lopen de openbare lichamen geraamde inkomsten uit lokale belastingen mis, terwijl de uitgaven op sommige gebieden stijgen. De openbare lichamen ontvangen compensatie voor de gederfde inkomsten in 2020.

Wisselkoerseffecten LiquiditeitsleningenDe wisselkoerseffecten over de 1e en 2e tranche liquiditeitssteun aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten worden gecompenseerd uit generale middelen.

Consulaire bijstand (noodhulpfonds coronacrisis) De Rijksoverheid levert een bijdrage aan het convenant Bijzondere Bijstand Buitenland, voor het waarborgen van een veilige terugkeer van Nederlandse reizigers naar Nederland of - waar niet mogelijk - in urgente gevallen tijdelijk te voorzien in voortgezet veilig verblijf in het land in kwestie.

Verlopen rijbewijzen en APK’s Het kabinet biedt coulance voor rijbewijzen en APK-keuringen die verlopen in de periode van 16 maart tot 1 juli 2020. De handhaving op APK-keuringen is op 1 juli hervat. De maatregel voor rijbewijzen is verlengd tot 1 juni 2021. Dit leidt tot een derving van naar verwachting ongeveer 2,5 miljoen euro op de generale ontvangsten uit Boeten en Transacties op de begroting van Justitie en Veiligheid.

Inhalen achterstanden strafrechtketen  Ook in 2021 zal het ministerie van Justitie en Veiligheid achterstanden in de strafrechtketen, die zijn ontstaan door de corona-uitbraak, moeten inhalen. De reclasseringsorganisaties, DJI, de Raad van de Rechtspraak, het OM en slachtofferhulp Nederland moeten hiervoor extra kosten maken. Hiertoe wordt 40 miljoen euro toegevoegd aan de begroting van Justitie en Veiligheid.

Corona-gerelateerde kosten Als gevolg van de coronacrisis zijn er in 2020 extra uitgaven door Justitie en Veiligheid, onder andere voor personele bescherming, om primaire processen coronaproof te maken en om achterstanden binnen de strafrechtketen in te halen. Ook worden lagere ontvangsten voor de griffierechten en de administratiekostenvergoeding voor het CJIB verwacht. Voor het opvangen van deze tegenvallers is 60 miljoen euro toegevoegd aan de JenV-begroting.

Noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelenHet kabinet heeft besloten tot de aanleg van een noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voor 45 dagen ten bedrage van 69,3 miljoen euro. Vitale sectoren en essentiële beroepen kunnen een beroep doen op deze noodvoorraad wanneer er (structurele) problemen op de markt zijn bij de levering van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het gaat om een eenmalige uitgave voor PBM inclusief de projectkosten om deze PBM eenmalig aan te schaffen.

DG COVID-19 In juli 2020 is een interdepartementaal programma DG opgericht, welke wordt gehuisvest bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit DG zal interdepartementaal alle nodige actie verrichten om regie en samenhang te bereiken met betrekking tot beleid en uitvoering.

Doorbouwen tijdens coronacrisis en ventilatie scholenIn 2020 is 70 miljoen euro beschikbaar gesteld voor doorbouwen tijdens de coronacrisis. Dit betreft 20 miljoen euro voor flexpools en 50 miljoen euro voor maatschappelijk vastgoed. Van de 50 miljoen euro is 40 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het verbeteren van het binnenklimaat van schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs. Op 1 oktober is het eindrapport van het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op scholen uitgekomen. Het kabinet heeft naar aanleiding van dit rapport besloten de 40 miljoen euro voor het verbeteren van het binnenklimaat, vermeerderd met 60 miljoen euro in te zetten in 2021 om deze problematiek aan te pakken. De reeds beschikbaar gestelde 40 miljoen euro schuift daarmee door naar 2021. In totaal komt er via de regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen (SUVIS) van BZK in 2021 100 miljoen euro beschikbaar.

Lagere terugontvangsten huurtoeslag door verlaging invorderingsrente Het kabinet heeft de invorderingsrente tijdelijk van 4 procent naar 0,01 procent verlaagd. Dit leidt bij op de begroting van BZK tot lagere ontvangsten op de huurtoeslag. De generale compensatie voor deze lagere ontvangsten is aan de begroting van BZK toegevoegd. De verlenging van de verlaging van de in rekening te brengen invorderingsrente leidt tot een derving van 15 miljoen euro in 2020 en 2021 vanwege de doorwerking op de huurtoeslag.

Lokale culturele voorzieningen provincies Het kabinet heeft een tweede pakket aan maatregelen getroffen ter compensatie van de medeoverheden voor de gevolgen van de coronacrisis. De provincies krijgen voor de periode van medio maart tot en met 1 juni 2020, 8 miljoen euro beschikbaar voor de borging van de lokale en regionale culturele infrastructuur. Dit bedrag zal worden uitgekeerd via een specifieke uitkering.

Verduurzaming woningen Voor de verduurzaming van woningen stelt het kabinet 15 miljoen euro beschikbaar in de jaren 2021 tot en met 2023 (in totaal 45 miljoen euro). De middelen staan, tot nadere uitwerking, op de subsidieregeling energiebesparing eigen huis ten behoeve van het Nationaal isolatieprogramma.

Steunpakketten cultuurHet kabinet stelt 300 miljoen euro in 2020 en 249 miljoen euro in 2021 ter beschikking om cruciale instellingen, makers en ondernemers in de culturele en creatieve sector door de financieel zware maanden heen te helpen en in staat te stellen om te investeren voor het volgende seizoen.

Steunpakket onderwijs In dit onderwijspakket zijn verschillende maatregelen opgenomen: • Compensatie voor laatstejaarsstudenten in het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs (bedrag is inclusief uitvoeringskosten) die door coronamaatregelen vertraging oplopen; • Ondersteuning om extra onderwijstijd te organiseren voor leerlingen in een kwetsbare positie, zodat zij leer- en ontwikkelachterstanden door de coronacrisis kunnen inhalen en het voorkomen van studievertraging in funderend onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs; • Inzet tot behoud van stages en leerwerkbanen in het middelbaar beroepsonderwijs; • Uitbreiding aanvullende bekostiging nieuwkomers funderend onderwijs met een kwartaal, om een stevige start, met intensief onderwijs, te faciliteren. De ouders spreken in veel gevallen de Nederlandse taal niet en het afstandsonderwijs is daarmee minder effectief vormgegeven.

Continuïteit en extra hulp voor de klas Met deze subsidieregeling worden regio’s ondersteund in de behoefte aan extra capaciteit als gevolg van de coronacrisis. Het gaat met dit aanvullende steunpakket zowel om banen die er pre-corona nog niet waren (extra schoonmaak, toezicht, inzet digitalisering) als ook om de inzet van studenten van opleidingen, bekwaam personeel en bevoegd personeel. Zo draagt dit steunpakket bij aan de continuïteit van het onderwijs.

Steunfonds voor lokale informatievoorziening (media) Het steunfonds voor lokale informatievoorziening door huis-aanhuiskranten en lokale publieke omroepen wordt met zes maanden verlengd, hiervoor wordt 24 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Aanpak jeugdwerkeloosheid De laatste tijd is de jeugdwerkloosheid snel opgelopen. Voortijdig schoolverlaters hebben een bovengemiddelde kans om de komende tijd werkloos te worden. Ook jongeren die al eerder voortijdig schoolverlater zijn geworden, maar wel werken, lopen een bovengemiddelde kans om werkloos te worden. Deze middelen zijn bedoeld voor de RMC-regio’s en mbo-instellingen om deze groepen jongeren naar school of naar werk te begeleiden.

Programmakosten landelijke publieke omroep In 2020 wordt 19 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de publieke omroep. De omroepen hebben extra kosten moeten maken om de programmering aan te passen, omdat evenementen zijn weggevallen en omdat geplande programma’s op een aangepaste manier moesten worden opgenomen.

Tel mee met taal De Subsidieregeling Tel mee met Taal wordt in 2021 met 6 miljoen euro verhoogd. Het doel is werknemers weerbaarder te maken voor veranderingen in hun werk (zoals digitalisering) en voor te bereiden op eventueel toekomstige beroepsgerichte scholing waarvoor voldoende basisvaardigheden een randvoorwaarde zijn.

Ondersteuning vrije theaterproducentenHet kabinet heeft vanwege de aangescherpte maatregelen 40 miljoen euro vrijgemaakt om vrije theaterproducenten te ondersteunen door de kosten die zij gemaakt hebben deels te compenseren.

Belasting en invorderingsrente Het kabinet heeft tijdelijk de belasting- en invorderingsrente van 4 procent naar 0,01 procent verlaagd. De verlaging is per 23 maart 2020 ingegaan en gold oorspronkelijk voor drie maanden. Vervolgens heeft het kabinet in het Noodpakket 2.0 besloten de verlaging van de belasting- en invorderingsrente te verlengen tot 1 oktober 2020. Met het Steun- en herstelpakket wordt de verlaagde in rekening te brengen invorderingsrente van 0,01 procent per 1 oktober 2020 verlengd tot en met 31 december 2021. Invorderingsrente is verschuldigd op openstaande belastingschulden. Deze verlenging zorgt ervoor dat ondernemers de komende tijd vrijwel geen extra rentekosten hebben op belastingschulden.

De belastingrente wordt per 1 oktober 2020 weer verhoogd tot het niveau van 4 procent. Belastingrente wordt in rekening gebracht als een aanslag door toedoen van de ondernemer te laat kan worden vastgesteld of als in de aanslag wordt afgeweken van de aangifte. Belastingrente geeft hierdoor een prikkel om op tijd en juist aangifte te doen en/of een voorlopige aanslag aan te vragen. Als ondernemers dit doen hoeven zij geen belastingrente te betalen. Voor alle belastingsoorten met uitzondering van de vennootschapsbelasting komt deze 4 procent overeen met het percentage zoals dat oorspronkelijk, voorafgaand aan de coronacrisis, gold. Het percentage voor de vennootschapsbelasting bedroeg oorspronkelijk 8 procent, maar zal vanaf 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2021 op het lagere niveau van 4 procent (gelijk aan de andere belastingsoorten) liggen. De reeks voor de belastingen invorderingsrente betreft een gesaldeerde reeks waarbij de gevolgen voor de uitgaven en inkomsten zijn verrekend.

Boetes en schikkingen en bekostiging Het kabinet komt ondernemers tegemoet door het tijdelijk achterwege laten of terugdraaien van betaalverzuimboetes. Deze verzuimboete brengt de Belastingdienst normaliter in rekening als een belastingplichtige niet (tijdig) betaalt. Deze maatregel wordt verlengd tot het moment dat het bijzondere uitstel vervalt en ondernemers weer aan hun lopende fiscale verplichtingen moeten voldoen.

Herverzekering leverancierskredieten De herverzekering leverancierskredieten betreft een coronamaatregel waarbij de Staat voorkomt dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector stilvalt. Tot op heden hebben de geraamde schades en de restituties zich nog niet geconcretiseerd. Hiervoor is de raming voor de schades in 2020 met 1,25 miljard euro verlaagd en zijn de geraamde restituties in 2020 met 290 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Een deel van de schades en de restituties wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2021. Binnenkort zullen de nieuwe ramingen voor de begroting 2021 verwerkt worden in een Nota van Wijziging (NvW). Naar alle verwachting wordt de NvW eind november met de Kamer gedeeld.

Garantieophoging Europese Investeringsbank De Europese Investeringsbank (EIB) heeft een pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Het fonds is een onderdeel van het pakket aan maatregelen dat op 9 april 2020 door de Eurogroep (in inclusieve samenstelling) werd afgesproken. Zoals aangekondigd in de vijfde incidentele suppletoire begroting bestond er ten tijde van de oprichting van dit fonds nog veel onduidelijkheid over het betaalschema. Inmiddels is duidelijk dat er in 2020 geen verliezen worden voorzien voor het EGF en daarmee voor Nederland. Het totale Nederlandse aandeel in de verwachte verliezen (ca. 260 miljoen euro) wordt derhalve afgeboekt in 2020. In de eerste suppletoire begroting 2021, als er meer duidelijkheid is over het betaalschema, zal het verwachtte verlies voor Nederland de komende jaren worden geraamd.

Premieontvangsten garantie en rentebaten lening KLM De Nederlandse Staat ontvangt rente voor de verstrekte lening en premie voor de afgegeven garantie aan KLM.

COVID middelenDefensie heeft 60 miljoen t.b.v. COVID maatregelen ontvangen welke vanuit de Aanvullende Post zijn overgeboekt. Deze middelen zijn gebruikt voor o.a. de dekking van de Karel Doorman, het Nationaal Crisis Centrum, lagere ontvangsten van zorgkosten en het aanschaffen van beschermingsmiddelen.

Caribisch Nederland (ferry en subsidie drinkwater) Het kabinet stelt 2 miljoen euro beschikbaar voor een ferryverbinding voor twee jaar tegen gereduceerd tarief tussen Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. Het kabinet stelt daarnaast in totaal 0,7 miljoen euro beschikbaar voor een tijdelijke verlaging van kosten voor drinkwater in Caribisch Nederland voor de periode van 1 mei t/m 31 december 2020. De coronamaatregel van 2020 voor tijdelijke verlaging van het tarief voor drinkwater wordt verlengd met een kalenderjaar tot 1 januari 2022.

Beschikbaarheidsvergoeding OV Deze zomer heeft het kabinet besloten tot een beschikbaarheidsvergoeding OV met een geraamde omvang van 1,488 miljard euro. Hiervan is in 2020 een voorschot uitgekeerd van 988 miljoen euro. De beschikbaarheidsvergoeding geldt voor de treinen van de NS, de trams, bussen en metro van de stadsvervoerders HTM, GVB en RET, de bussen en treinen van de regionale vervoerders zoals Arriva en Connexxion en de veerdiensten naar de Friese Waddeneilanden.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) Binnen de GO wordt een extra corona-module toegevoegd voor garanties op bankleningen, 80 procent voor het grootbedrijf en 90 procent voor het kleinbedrijf. Het garantieplafond van de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) wordt verhoogd van 400 miljoen euro naar 10 miljard euro. Hierdoor kunnen meer bedrijven aanspraak maken op deze regeling. Dit leidt naar verwachting tot hogere kosten voor de overheid om toekomstige verliesdeclaraties op te vangen.

Borgstelling MKB Het garantiebudget van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) wordt verhoogd tot 1,5 miljard euro. Onder het coronaluik binnen de BMKB wordt tijdelijk het borgstellingskrediet verhoogd van 50 naar 75 procent (BMKB-c). De overheid staat voor 90 procent borg op het borgstellingskrediet. Daarnaast is de premie voor het coronaluik binnen de BMKB verlaagd van 3,9 procent naar 2 procent voor looptijden tot en met twee jaar. Voor looptijden van vanaf twee jaar tot en met vier jaar is de premie 3 procent. Financiers kunnen daardoor gemakkelijker en sneller krediet verruimen waardoor meer MKB-bedrijven eerder meer geld kunnen lenen. Dit leidt naar verwachting tot hogere kosten voor de overheid om toekomstige verliesdeclaraties op te vangen.

Qredits Qredits, verstrekker van kleine kredieten, wordt gecompenseerd voor minder opbrengsten door het uitstel van de aflossingsverplichting en een rentekorting op leningen voor geraakte ondernemingen in de kredietportefeuille. Daarnaast is er nog 25 miljoen euro beschikbaar gesteld voor overbruggingskredieten met rentekorting.

Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) Er is een noodloket ingericht voor een tegemoetkoming van eenmalig 4.000 euro als noodvoorziening naast de overige regelingen, voor ondernemers die direct zijn getroffen door overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronacrisis en die hun omzet daardoor geheel of grotendeels zien verdwijnen. In lijn met de beleidsregel Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS, voorheen Noodloket) is er een beleidsregel gepubliceerd voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius. De voorwaarden zijn enigszins aangepast aan de specifieke omstandigheden op deze eilanden.

Telecom en netbeheer Caribisch Nederland Voor Caribisch Nederland wordt 25 US-dollar per aansluiting per maand beschikbaar gesteld tot eind 2020 om de kosten van een vaste internetverbinding te verlagen. Daarnaast wordt budget beschikbaar gesteld aan de energiebedrijven, zodat het netbeheertarief voor elektriciteit in de periode 1 mei tot en met 31 december 2020 naar nul verlaagd kan worden. De coronamaatregel van 2020 voor tijdelijke verlaging van de tarieven voor energie en telecom wordt verlengd met een kalenderjaar tot 1 januari 2022.

Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB (TVL) De TVL biedt bedrijven in sectoren die hard geraakt zijn door de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus een tegemoetkoming voor de vaste lasten. Het kabinet biedt deze bedrijven ook na 1 oktober ondersteuning, om ze in staat te stellen de noodzakelijke aanpassingen in hun bedrijfsvoering te doen.

De TVL wordt verlengd voor een periode van negen maanden, waarbij het maximale subsidiebedrag wordt verhoogd naar 90.000 euro per drie maanden. Zo kan de TVL beter tegemoetkomen aan de behoeften van het (midden)grote mkb, voor wie de huidige cap van 50.000 euro voor vier maanden te laag is om een wezenlijke bijdrage aan de vaste kosten te leveren. Voor de tranche tot en met 31 december wordt de TVL verlengd onder de huidige voorwaarden, dat wil zeggen dat bedrijven met een omzetverlies van meer dan 30 procent in aanmerking komen. Vanaf 1 januari worden de voorwaarden voor de TVL aangescherpt door deze omzetdervingsgrens te verhogen naar 40 procent. Voor de periode 1 april tot en met 30 juni wordt de grens op 45 procent gesteld. De overige voorwaarden voor de TVL blijven ongewijzigd: zo blijft het percentage van de vaste kosten dat de TVL vergoedt 50 procent. Het budgettair beslag voor deze negen maanden bedraagt (inclusief Caribisch Nederland) 1.820 miljoen euro.

Garantieregeling Kleine Kredieten Corona Om in het kader van de coronaproblematiek ook ondernemers te helpen die geen bestaande kredietrelatie hebben met een bank of maar een kleine kredietbehoefte hebben, wordt in samenwerking met de banken een garantieregeling in uitvoering genomen voor kredieten tot 50.000 euro.

Fondsvermogen Regionale Ontwikkel Maatschappijen Er wordt 150 miljoen euro (75 miljoen euro in 2020 en 75 miljoen euro in 2021) beschikbaar gesteld ter versterking van het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkel Maatschappijen (ROMs). Met de Corona-Overbruggingslening heeft het kabinet via de ROM’s straks circa 800 mkb-ondernemingen met overbruggingskredieten geholpen. Door het fondsvermogen van ROM’s te versterken, kunnen de ROM’s in nieuwe financieringsrondes ook het eigen vermogen van deze veelal innovatieve mkb-ondernemingen versterken. Daarmee wordt de solvabiliteitspositie van deze bedrijven verstevigd. Voorwaarde is wel dat de regio’s zelf cofinanciering verschaffen.

Omscholing naar tekortsectoren In 2021 wordt 37,5 miljoen beschikbaar gesteld voor intersectorale scholing naar tekortberoepen in het mkb. Hiermee kunnen 10.000 trajecten met een gemiddeld subsidiebedrag van 3.750 euro per stuk worden gesubsidieerd.

Borgstelling MKB-landbouw De regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL) wordt opgehoogd, verruimd en uitgebreid om liquiditeitsproblemen van land- en tuinbouwbedrijven te verlichten zodat bedrijven met een gezond toekomstperspectief gefinancierd kunnen blijven. Voor uitvoeringskosten en verwachte verliesdeclaraties is 29 miljoen euro gereserveerd.

Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19 Voor ondernemers in de sierteeltsector en delen van de voedingstuinbouw is een compensatieregeling opengesteld van maximaal 600 miljoen euro. Ook telers van fritesaardappelen kunnen gebruik maken van een compensatieregeling van maximaal 50 miljoen euro. Bij sluiting van de inschrijving bleek het budget voor de sierteeltsector niet volledig te worden uitgeput. Dit was aanleiding om de raming met 386,5 miljoen euro naar beneden bij te stellen.

Ruimingskosten en stoppersregeling nertsen Er is 75 miljoen euro toegevoegd aan de begroting van LNV voor de kosten die samenhangen met de ruiming van de met COVID-19 besmette nertsenfokkerijen. LNV voegt hier een eigen bijdrage van 3 miljoen euro aan toe uit het diergezondheidsfonds. Daarnaast is er middels een kasschuif 9,5 miljoen naar latere jaren geschoven. Deze middelen zijn op de LNV begroting gereserveerd voor de uitvoeringskosten van de verplichte stoppersregeling nertsenhouderijen.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW1.0 en 2.0) Middels de NOW ontvangen werkgevers maximaal 90 procent van hun loonkosten als subsidie. Het vergoedingspercentage is gerelateerd aan het omzetverlies dat werkgevers verwachten door het coronavirus. Werkgevers committeren zich eraan om de lonen van de betrokken werknemers voor 100 procent door te betalen. De initiële subsidieperiode duurde drie maanden (maart, april, mei). Met het tweede noodpakket is de subsidieperiode verlengd met vier maanden tot en met september. Vanuit de middelen voor de NOW zijn de kosten van de tijdelijke subsidie compensatie loonkosten en inkomensvoorziening ten behoeve van Caribisch Nederland bekostigd, in de tabel staan deze apart vermeld. Ook de uitvoeringskosten van de NOW regeling t/m september staan apart in de tabel vermeld.

Verlenging NOW (NOW 3.0) De NOW-3 gaat in per 1 oktober, en bestaat uit drie tranches van drie maanden. De NOW duurt dus tot 1 juli 2021. Dat betekent langdurige steun voor banen en bedrijven. Bedrijven moeten zich kunnen aanpassen aan de nieuwe economische situatie. Vandaar dat ook in toenemende mate ruimte wordt geboden om de loonsom te laten dalen, zonder dat dit leidt tot een subsidieverlaging. Een loonsomdaling is geen criterium om subsidie aan te kunnen vragen. Verder wordt het subsidiepercentage stapsgewijs verlaagd (80 procent tot 1 januari, 70 procent tot 1 april, en 60 procent tot 1 juli) ), gaat het minimale omzetverlies om in aanmerking te komen omhoog (naar 30 procent per 1 januari 2021), en vervalt de korting (bovenop de verrekening van de subsidie) op de subsidie bij bedrijfseconomisch ontslag. De bedragen in de tabel zijn inclusief de geraamde uitvoeringskosten vanaf oktober.

Uitvoeringskosten UWV als gevolg van coronaDe grote stijging van de WW als gevolg van de coronacrisis heeft geleid tot veel extra werkzaamheden bij het UWV waar UWV volgens de reguliere systematiek niet voor gecompenseerd wordt. Om UWV tegemoet te komen in de gemaakte kosten in 2020 voor extra werkzaamheden en frictiekosten als gevolg van corona wordt budget beschikbaar gesteld.

Caribisch Nederland 3.0 De subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies voor Caribisch Nederland wordt met 9 maanden verlengd en geleidelijk afgebouwd. Verder wordt net als in Europees Nederland via flankerend beleid de dienstverlening met betrekking tot arbeidsbemiddeling tijdelijk geïntensiveerd.

Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo) De Tozo is een tijdelijke voorziening voor zelfstandige ondernemers (waaronder zzp’ers) met financiële problemen als gevolg van het coronavirus. De Tozo is een aangepaste variant op de reeds bestaande regeling Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). De ondersteuning kent twee vormen, (1) een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum is gedaald en/of (2) een lening voor bedrijfskapitaal. De uitkering voor levensonderhoud vult het inkomen aan tot het sociaal minimum. De lening is gericht op het oplossen van liquiditeitsproblemen. Leningen die zijn verstrekt in het kader van de TOZO zijn niet-relevant voor het EMU-saldo, de verwachte schade en de rente op de leningen zijn dit wel. Uit de middelen van de Tozo-1 hebben de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een eenmalige subsidie van 4 miljoen euro beschikbaar gesteld als vangnet voor het calamiteitenfonds Voedselbanken. Gemeenten voeren de Tozo uit en krijgen hiervoor een vergoeding.

Verlenging Tozo (Tozo 2)Bij de verlenging van de Tozo (4 maanden) in het tweede noodpakket is een partnertoets ingevoerd als voorwaarde.

Verlenging Tozo (Tozo 3)De Tozo wordt verlengd met 9 maanden tot 1 juli 2021, en gaandeweg afgebouwd. Zo krijgen zelfstandigen de tijd om zich aan te passen. Vanaf 1 januari 2021 krijgen ondernemers heroriëntatiegesprekken met gemeenten om zich voor te bereiden op een nieuwe toekomst. Per 1 april 2021 wordt een beperkte vermogenstoets ingevoerd. Die ziet op direct beschikbare geldmiddelen en niet op ander vermogen (bijv. woning, afgeschermd pensioen, bedrijfspand of voorraden). Vanaf 1 juli 2021 stopt de TOZO en blijft de Bbz als vangnet dienen voor de groep zelfstandigen.

Compensatie eigen bijdrage kinderopvang Omdat ouders wordt gevraagd de factuur van de kinderopvangorganisaties door te betalen, terwijl de kinderopvang en de BSO (gedeeltelijk) gesloten waren, compenseert het kabinet de eigen bijdrage aan de kinderopvang. Het bedrag van 311 miljoen euro heeft betrekking op de periode van 16 maart tot en met 7 juni. Dit is de periode dat de kinderopvang en de BSO (gedeeltelijk) gesloten waren. De compensatieregeling stopte na 7 juni en is niet verder verlengd.

Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) De TOFA had als doel om flexwerkers die door de coronacrisis substantieel inkomensverlies hebben geleden, maar geen aanspraak kunnen maken op een uitkering, tegemoet te komen in de kosten voor hun levensonderhoud. Deze tegemoetkoming bedroeg 550 euro bruto per maand en is door het UWV verstrekt over de maanden maart, april en mei 2020.

NL leert door NL leert door is een flankerend crisispakket dat tezamen met noodpakket 2.0 is aangekondigd, met als doel degenen die door de crisis hard en onverwacht zijn getroffen tijdig de transitie naar ander werk te laten maken, door zich te oriënteren op actuele loopbaankansen en eventueel daarvoor benodigde (online) scholing. Met de subsidie worden ontwikkeladviezen en cursussen gericht op om- en bijscholing gratis toegankelijk gemaakt.

Verlaging invorderingsrente terugbetalingen KOT en WKB Het kabinet heeft de invorderingsrente tijdelijk van 4 procent naar 0,01 procent verlaagd. Dit leidt op de begroting van SZW tot lagere ontvangsten op de kinderopvangtoeslag (KOT) en het kindgebonden budget (WKB). De generale compensatie voor deze lagere ontvangsten is aan de begroting van SZW toegevoegd.

Noodopvang kinderopvang Het kabinet heeft ten tijde van de sluiting van scholen en kinderopvang besloten om noodopvang te organiseren voor kinderen van wie één of beide ouders een cruciaal beroep hebben. Gemeenten coördineren de noodopvang, in overleg met kinderopvangorganisaties en scholen. Het bedrag van 23 miljoen euro heeft betrekking op de periode 16 maart tot 1 juli 2020 en is met een overboeking van SZW overgeheveld naar het Gemeentefonds. Deze middelen worden vervolgens als decentralisatie-uitkering uitgekeerd aan gemeenten.

Vergoeding voor burgers die geen kinderopvangtoeslag ontvangen De eigen bijdrage van ouders die geen kinderopvangtoeslag ontvangen en niet onder de gemeentelijke doelgroep vallen, wordt gecompenseerd. Het gaat om de eigen bijdrage die betaald is gedurende de periode dat de kinderopvang gesloten was. Inmiddels is duidelijk dat de uitgaven plaatsvinden in 2021, omdat de totstandkoming van de regeling en het in gereedheid brengen van de uitvoering meer tijd in beslag neemt. Hierdoor ontstaat een kasschuif van 8,5 miljoen euro tussen 2020 en 2021.

Van werk(loosheid) naar werk en dienstverlening gemeenten De tijdelijke nieuwe crisisdienstverlening van werk(loosheid) naar werk is bedoeld om met werkloosheid bedreigde werknemers, de mensen die al werkloos zijn geworden, schoolverlaters en ex-ZZP’ers zo snel mogelijk naar werk te begeleiden, en zo langdurige werkloosheid te voorkomen. Het kabinet stelt middelen beschikbaar zodat werkgevers, sociale partners, beroepsonderwijs, UWV en gemeenten in de arbeidsregio’s gezamenlijk mensen kunnen helpen bij het vinden van nieuw werk en (om)scholing. Hiervoor komen er regionale mobiliteitsteams om deze crisisdienstverlening in de regio’s en met sectoren aan te bieden. Aanvullend worden middelen vrijgemaakt voor werkgeversdienstverlening bij het UWV, ondersteuningstrajecten voor zelfstandigen en voor praktijkleren in het MBO. Daarnaast wordt het re-integratiebudget bij gemeenten tijdelijk verhoogd in lijn met de verwachte verhoogde instroom van de bijstand en worden incidenteel aanvullende middelen vrijgemaakt voor de dienstverlening aan de nieuwe instroom in de bijstand. Tot slot wordt een impuls gegeven om mensen uit de banenafspraak betrokken te houden bij de arbeidsmarkt.

Jeugdwerkloosheid Om jeugdwerkloosheid onder jongeren tegen te gaan worden middelen vrijgemaakt voor de begeleiding van jongeren naar werk of een vervolgopleiding. De maatregelen richten zich op schoolverlaters uit het praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs, voortijdig schoolverlaters en kwetsbare schoolverlaters uit het mbo.

Scholing en leven lang ontwikkelen (LLO) Er worden middelen vrijgemaakt voor extra inzet op verschillende vormen van scholing. De subsidie voor online scholing en ontwikkeladvies uit het crisispakket ‘NL leert door’ wordt verlengd en er wordt een regeling toegevoegd voor scholing via samenwerkingsverbanden. Daarnaast wordt het scholingsbudget WW bij het UWV verhoogd.

Aanpak armoede en schulden Ten behoeve van het terugdringen van armoede en problematische schulden worden aanvullende middelen gereserveerd voor het gemeentelijk schuldenbeleid en de oprichting van een Waarborgfonds, de bijzondere bijstand en wordt een deel van de maatregelen in de brede schuldenaanpak versneld ingevoerd.

Flankerend beleid arbeidsbemiddeling Caribisch Nederland Net als in Europees Nederland wordt via flankerend beleid tijdelijk geïntensiveerd in arbeidsmarktbeleid om werklozen naar een nieuwe baan te begeleiden/om te scholen. Wat betreft de duur van flankerend beleid wordt aangesloten bij het besluit voor Europees Nederland.

Aanschaf en distributie medische beschermingsmiddelenDe totale uitgaven aan medische beschermingsmiddelen worden tot nu toe op 1,9 miljard euro geraamd in 2020 en 2021. Dit zijn zowel uitgaven die door VWS zijn gedaan voor persoonlijke beschermingsmaterialen als de verleende bevoorschotting aan het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH). De ontvangsten in 2021 en 2022 betreffen gedeelte teruggave van deze voorschotten aan VWS door het LCH. Daarnaast ontvangt het LCH middelen van het RIVM voor de inkoop van sneltesten die het RIVM gebruikt, en wordt de aanschaf van geneesmiddel Remdesivir door het LCH terugbetaalt door ziekenhuizen.

GGD'en en veiligheidsregio'sDe GGD’en en veiligheidsregio’s vervullen een belangrijke rol tijdens de coronacrisis. De extra middelen zijn benodigd, zodat deze partijen hun rol blijven vervullen. Zo maken GGD’en kosten voor het opzetten, bemensen en uitvoeren van het bron- en contactonderzoek en het opzetten van teststraten. Daarnaast zijn er middelen nodig voor bemonstering en dienstverlening. Voor de veiligheidsregio’s zijn middelen beschikbaar gesteld voor de extra kosten die gemaakt worden voor onder andere de coronacentra, distributie van beschermingsmiddelen en crisiscommunicatie. In totaal gaat het om 477 miljoen euro in 2020 en 467 miljoen euro in 2021.

IC-capaciteitOp basis van het opschalingplan van het Landelijk Netwerk Acute Zorg worden voor de opschaling naar 1.350 IC-bedden en de flexibele verdere opschaling naar 1.700 IC-bedden en de daarmee corresponderende uitbreiding van het aantal klinische bedden middelen gereserveerd. Hiervoor is 377 miljoen euro beschikbaar in 2020-2022 (circa 108 miljoen euro in 2020 en circa 134 miljoen euro in 2021 en 2022). Daarnaast worden er middelen beschikbaar gesteld voor kosten van opleidingen die samenhangen met het opschalen van de IC-capaciteit. Hiervoor is 70 miljoen euro beschikbaar in 2020-2022 (circa 10 miljoen euro in 2020, 40 miljoen euro in 2021 en 20 miljoen euro in 2022).

Ondersteuning sportsectorVoor de sportsector (sportbonden, sportverenigingen en sportaanbieders) is 133 miljoen euro beschikbaar in 2020-2021 als aanvullende compensatie voor het waarborgen van de continuïteit van de sportinfrastructuur (via de Tegemoetkoming en amateursportorganisaties (TASO) en Tegemoetkoming verhuurders sportaccommodaties. Voor de periode 1 oktober t/m 31 december is 60 miljoen euro beschikbaar; de daadwerkelijke uitbetaling vindt plaats in 2021.

Ondersteuning zorgpersoneelNaast de zorgbonus zijn er ook ondersteunende maatregelen genomen, zodat personeel dat beschikbaar wilde zijn tijdens de coronacrisis geregistreerd kon worden en een aangepaste opleiding kon volgen. (Her)Registratie is ook in 2021 nog mogelijk. In totaal is er 5 miljoen euro in 2020 beschikbaar en 22 miljoen euro in 2021.

Onderzoek inzake COVID-19In 2020 en 2021 zijn er middelen beschikbaar gesteld om noodzakelijk onderzoek te doen naar COVID-19, waaronder rioolonderzoek. De onderzoeken worden uitgevoerd door ZonMw, RIVM, GGD en derden. Hiervoor is 52 miljoen euro in 2020 en 40 miljoen euro in 2021 beschikbaar.

Testcapaciteit RIVM en GGDVanaf 1 juni kan iedereen met (milde) klachten getest worden op corona. Voor de uitbreiding van de testcapaciteit en het opzetten van teststraten is circa 1.370 miljoen euro beschikbaar in 2020 en 2021. Daarnaast is voor de aanschaf van sneltesten budget beschikbaar gesteld (877 miljoen euro in 2020-2021). Tenslotte is voor het COVID-19 programma van het RIVM 54 miljoen euro in 2021 beschikbaar gesteld.

Vaccinontwikkeling en medicatieDoor de EU worden overeenkomsten gesloten om de beschikbaarheid van vaccins veilig te stellen. Hieruit volgen ook financiële verplichtingen voor de lidstaten om vaccins af te nemen. Het kan daarbij gaan om aanschaf-, productie- en ontwikkelkosten. Hiervoor is circa 65 miljoen euro in 2020 en 635 miljoen euro in 2021 beschikbaar gesteld. Tevens is 50 miljoen euro in 2020 beschikbaar gesteld voor onderzoek aan de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI). Tenslotte is voor het BCG-vaccin 4,5 miljoen euro in 2020 beschikbaar en 3,2 miljoen euro in 2020 voor de implementatie van het vaccin.

ZorgbonusNaar aanleiding van de motie Van Kooten-Arissen heeft het kabinet een bonusregeling voor zorgprofessionals uitgewerkt, van € 1.000,- (netto) per betrokken zorgprofessional in 2020. De oorspronkelijk verwachte uitgaven voor de bonus waren 1.440 miljoen euro in 2020, waardoor ca. 800.000 zorgprofessionals een bonus kunnen ontvangen en het bedrag wordt aangevuld met de eindheffing loonbelasting. Dit budget is bij Najaarsnota op basis van de aanvragen omhoog bijgesteld met 800 miljoen euro. Daarnaast is het budget voor de uitbetaling van de zorgbonus aan zorgmedewerkers die uitbetaald krijgen via een persoonsgebonden budget van 2020 naar 2021 verplaatst (126 miljoen euro). Om de noodzakelijke inzet van mensen voor de uitvoering van de zorgbonus, die normaal voor de uitvoering van het stagefonds worden ingezet, mogelijk te maken moet het laatste deel uit het proces van de jaarlijkse uitvoering van het stagefonds naar begin 2021 worden verplaatst. De uitgaven voor het stagefonds vinden daarom pas plaats in 2021 (113 miljoen euro). Tot slot is voor de zorgbonus 2021 720 miljoen euro beschikbaar. De uitvoeringskosten van de bonusregeling betreffen ca. 10 miljoen euro in 2021.

Zorgkosten en bijstand Caribisch Nederland (plafond Zorg)Het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt op basis van het Koninkrijkstatuut ondersteund in de coronacrisis. Conform adviezen van het Outbreak Management Team (OMT) wordt de zorgcapaciteit op deze eilanden opgebouwd. VWS helpt bij de tijdelijke uitbreiding van IC-capaciteit, het versterken van de publieke gezondheid, extra capaciteit bij medische evacuaties en voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen. Hiervoor is 78 miljoen euro in 2020 beschikbaar en 13 miljoen euro in 2021.

Overige maatregelen (plafond Rijksbegroting)Deze post betreft diversen kleine maatregelen waaronder middelen voor de campagne samen sterk, bijdragen aan het landelijk coördinatiecentrum patiënten spreiding. Ook zijn kosten gemaakt voor het opzetten van de app, een nieuw digitaal registratiesysteem voor de testen en een klantencontactcentrum om digitale gegevensuitwisseling mogelijk te maken. Verder zijn er middelen beschikbaar gesteld voor het programma ‘innovatieve behandeling’.

Meerkosten Corona Wlz (plafond Zorg)Zorgaanbieders maken extra personele en materiële kosten in verband met COVID-19. In de beleidsregel SARS-CoV-2 virus van de NZa is geregeld dat deze kosten buiten de contracteerruimte vergoed worden. Het financiële effect hiervan wordt ingeschat op 150 miljoen euro over de periode maart tot en met mei 2020. Er zijn nog geen recentere cijfers beschikbaar. Daarnaast bevat deze post 40 miljoen euro voor pgb-budgethouders als gevolg van extra kosten voor aanvullende zorg of vervangende zorg door COVID-19.

Overige maatregelen (plafond Zorg)Dit betreft geraamde kosten in het kader van de opschaling van de IC- en ELV-capaciteit, alsmede een pakketmaatregel over paramedische zorg voor ex-COVID-19-patiënten.

Bijdrage SW bedrijven en verlenging compensatie SW bedrijvenAls gevolg van het coronavirus zijn de sociale werkbedrijven geheel of gedeeltelijk gesloten. Daardoor vallen bedrijfsopbrengsten weg waarmee (deels) de loonkosten van medewerkers die werkzaam zijn voor een sociale werkbedrijf worden gefinancierd. Tekorten in de exploitatie worden in de reguliere systematiek opgevangen door een hogere gemeentelijke bijdrage. Deze financieringsbron staat onder druk omdat gemeenten meer financiële gevolgen hebben van de coronacrisis. Het kabinet heeft daarom besloten om de Rijksbijdrage Wet sociale werkvoorziening (Wsw) te verhogen met 90 miljoen euro voor de periode 1 maart 2020 tot 1 juni 2020 ter compensatie van een deel van de loonkosten. Dit bedrag is toegevoegd aan de integratieuitkering Participatie. Deze bijdrage wordt verlengd middels een additionele bijdrage van 50 miljoen euro.

Continuïteit zorg, uitstel noodzakelijke zorg en meerkosten Jeugdwet en Wmo 2015 De medeoverheden spannen zich in om te zorgen dat de dienstverlening aan burgers en ondernemers zo goed mogelijk doorgaat. Denk daarbij aan de continuïteit van de zorgverlening en ondersteuning in het sociaal domein. Omwille van de continuïteit van zorg voor cliënten tijdens coronamaatregelen én voor continuïteit van het stelsel nadien zijn maatregelen genomen, om cliënten op grond van de Jeugdwet en de Wmo 2015 hulp en ondersteuning te kunnen blijven bieden. Er is besloten een bijdrage te verlenen van 170 miljoen euro voor de meerkosten en inhaalzorg. Dit wordt uitgekeerd via de algemene uitkering van het Gemeentefonds (66,4 miljoen euro), de decentralisatie-uitkeringen Maatschappelijke opvang (91 miljoen euro) en Vrouwenopvang (7 miljoen euro) en de integratie-uitkering Beschermd wonen (5,6 miljoen euro), eveneens in het Gemeentefonds.

Lokale cultuur Het kabinet heeft besloten om een bevoorschotting op de compensatie aan medeoverheden te verstrekken van 60 miljoen euro voor de lokale culturele infrastructuur voor de periode van medio maart 2020 tot en met 1 juni 2020.

Tegemoetkoming decentrale overheden – Toeristen- en parkeerbelasting Gemeenten worden op dit moment geconfronteerd met dalende inkomsten uit toeristen- en parkeerbelasting als gevolg van de coronamaatregelen. Het is de vraag of de geleden derving van de afgelopen maanden dit jaar nog geheel wordt ingehaald. Het kan wel zijn dat de inkomsten uit deze heffingen de tweede helft van het jaar weer stijgen richting het gebruikelijk niveau. Het kabinet heeft besloten de gemeenten voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 1 juni 2020 te compenseren. Hiermee is een bedrag van 225 miljoen euro gemoeid, waarvan 100 miljoen euro voor de toeristenbelasting en 125 miljoen euro voor gederfde parkeerinkomsten op grond van de geraamde gederfde inkomsten in deze periode.

Verkiezingen Het kabinet stelt 29 miljoen euro beschikbaar om gemeenten te compenseren voor de extra kosten bij de herindelingsverkiezingen in november 2020 en de Tweede Kamer-verkiezing in 2021 als gevolg van de corona-maatregelen. De extra kosten hangen onder meer samen met aanvullende kosten voor de inrichting van stemlokalen, voor het mogelijk moeten huren van alternatieve locaties die in de coronacrisis beter geschikt zijn om als stemlokaal in te richten, voor toegankelijkheid van die locaties en voor de aanvullende werkzaamheden die gemeenten moeten doen ter voorbereiding van de verkiezingen. Dit bedrag wordt uitgekeerd in de vorm van een decentralisatie-uitkering.

Buurt- en dorpshuizen Het kabinet stelt 17 miljoen euro voor 2020 beschikbaar om gemeenten te compenseren voor de extra uitgaven voor de dorps- en buurthuizen. De extra uitgaven bestaan onder andere uit het kwijtschelden van huur en het compenseren van tegenvallende inkomsten uit bijvoorbeeld horeca en zaalverhuur van buurt- en dorpshuizen. Dit bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene uitkering.

Toezicht en handhaving Het kabinet stelt 50 miljoen euro voor 2020 beschikbaar om gemeenten te compenseren voor de extra toezicht- en handhavingskosten als gevolg van onder andere de extra inzet van boa’s en de extra verkeersmaatregelen. Ook dit bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene uitkering.

Inkomstenderving tot 1 juni Door de corona-maatregelen waren er in de periode van 1 maart tot 1 juni geen terrassen opgesteld en zijn er geen markten- en evenementen geweest. Gemeenten zijn daardoor geconfronteerd met een terugval van inkomsten uit terrasprecario en uit markt- en evenementenleges. Het kabinet heeft besloten de gemeenten voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 1 juni 2020 voor dit doel te compenseren voor een bedrag van 20 miljoen euro. Dit bedrag wordt uitgekeerd in de vorm van een decentralisatie-uitkering.

Cultuur (huur) gemeenten Eerder heeft het kabinet de gemeenten, voor de periode van medio maart tot en met 1 juni 2020, 60 miljoen euro verstrekt voor de borging van de lokale en regionale culturele infrastructuur. Deze organisaties missen onder andere inkomsten uit kaartverkoop en horeca, terwijl de vaste lasten zoals huisvesting en beveiliging doorlopen. Het kabinet stelt aan gemeenten nogmaals 60 miljoen euro beschikbaar voor de periode van 1 juni tot en met 31 december 2020. Dit bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene uitkering.

Vrijwilligersorganisaties Het kabinet stelt 7,3 miljoen euro beschikbaar om lokale vrijwilligersorganisaties, zoals de scouting en speeltuinen, te compenseren. Hiermee wordt opvolging gegeven aan de motie van het lid Peters c.s.. Dit bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene uitkering.

Incidenteel schrappen opschalingskorting COVID-19 Gezien de toegenomen financiële druk bij gemeenten door corona heeft het kabinet besloten de oploop in de opschalingskorting voor gemeenten in de jaren 2020 en 2021 incidenteel te schrappen. Dit leidt tot een verhoging van de algemene uitkering van het gemeentefonds van 70 miljoen euro in 2020 en 160 miljoen euro in 2021.

Reservering Stoppersregeling nertsen Op de aanvullende post is 140 miljoen euro gereserveerd voor een nog nader uit te werken verplichte stoppersregeling voor nertsenfokkerijen. Inclusief de 10 miljoen euro die op de LNV-begroting is gereserveerd komt het totaal bedrag voor de verplichte stoppersregeling op 150 miljoen euro.

Reservering OV-beschikbaarheidsvergoeding De beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer wordt verlengd tot 1 juli 2021. In afwachting van uitwerking van de afspraken is de reservering op de aanvullende post geplaatst.

Reservering Solvabiliteitsfonds VNO-NCW heeft het initiatief genomen om samen met institutionele beleggers een investeringsfonds op te richten dat Nederlandse (middel)grote bedrijven zou kunnen herkapitaliseren. De initiatiefnemers zien graag een bijdrage van de Staat in het fonds om het volume van het fonds te vergroten en als bevestiging dat met het fonds bijgedragen wordt aan het economische herstel van Nederland. Het kabinet vindt het belangrijk dat in de kern gezonde bedrijven voor Nederland worden behouden. In het voorstel van de private initiatiefnemers wordt beoogd dat de staat op gelijke voet participeert qua materiële voorwaarden zoals rendement, voorwaarden en duur van de investering. Het fonds zelf zal niet door de Staat, maar door een fondsmanager worden beheerd op basis van marktconforme parameters. De Staat zal zich hier opstellen als een stille investeerder op gelijke voet met de andere private investeerders, zodat geen sprake zal zijn van staatssteun. Het kabinet vindt het positief dat private partijen met dit initiatief zijn gekomen. Omwille van de budgettaire systematiek reserveert het Kabinet nu alvast 300 miljoen euro voor een overheidsbijdrage in het fondskapitaal. Definitieve besluitvorming vindt plaats later dit najaar, waarbij zal worden getoetst of dit fonds een probleem oplost en of er voldoende interesse is bij institutionele beleggers zoals bijvoorbeeld pensioenfondsen. Ook is een nadere uitwerking van het investeringsfonds door de private initiatiefnemers van belang.

Reservering Cultuurpakket Voor aanvullende steun aan de culturele en creatieve sector wordt in 2021 414 miljoen euro beschikbaar gesteld. Hiervan is 249 miljoen euro ondertussen overgeheveld naar de OCW begroting. Van dit bedrag is 200 miljoen euro bedoeld voor verlenging van het eerdere steunpakket cultuur tot de eerste helft van 2021. Daarnaast wordt 64 miljoen euro beschikbaar gesteld voor diverse doeleinden, zoals het behoud van private collecties, het opstarten van pilots om wendbaarheid en weerbaarheid van de sector te vergroten en voor een regeling voor historisch erfgoed. Voor lokale culturele infrastructuur wordt 150 miljoen euro beschikbaar gesteld. Hierdoor worden gemeenten in staat gesteld om de cruciale lokale culturele infrastructuur te ondersteunen.

Reservering Armoede en schulden Ten behoeve van het terugdringen van armoede en problematische schulden worden aanvullende middelen gereserveerd voor het gemeentelijk schuldenbeleid en bijzondere bijstand. In 2021 worden middelen vrijgemaakt voor een garantiefonds schulden dat de inzet van het saneringskrediet bevordert. Zie ook ‘Aanpak armoede en schulden’ bij SZW.

Reservering van werk(loosheid) naar werk, dienstverlening gemeenten Het kabinet reserveert middelen voor werkgevers, sociale partners, beroepsonderwijs, UWV en gemeenten die met elkaar samenwerken in regionale mobilitietsteams om crisisdienstverlening aan te bieden. Daarnaast worden middelen gereserveerd voor het re-integratiebudget bij gemeenten (dienstverlening aan bijstandsgerechtigden). Zie ook ‘Van werk(loosheid) naar werk en dienstverlening gemeenten’ bij SZW.

Reservering flankerend beleid jeugdwerkloosheid In verband met de maatregelen – als onderdeel van het flankerend beleid SZW – waarmee kwetsbare leerlingen en studenten te maken kunnen krijgen, is de verwachting dat een deel van de kwetsbare leerlingen en studenten die laag- of niet gekwalificeerd het onderwijs zouden verlaten en naar de arbeidsmarkt uit zouden stromen, door deze nazorg en begeleiding langer zullen doorleren. In verband hiermee ontstaan extra uitgaven voor bekostiging van het mbo/pro/vso (186 miljoen euro), de regeling praktijkleren (29 miljoen euro) en extra studiefinanciering (49 miljoen euro). Deze uitgaven zijn op de AP gereserveerd en worden voor zover nodig in het voorjaar van 2021 en 2022 op basis van de meest actuele ramingen van de leerlingen- en studentenaantallen overgeheveld.

Reservering Regeling tegemoetkoming dierentuinenDierentuinen zijn zwaar geraakt door de coronacrisis en leiden als gevolg daarvan grote verliezen. Naar verwachting loopt het omzetverlies in 2020 op tot 132 miljoen euro, terwijl de vaste hoge kosten voor specialistische zorg, huisvesting en noodzakelijk onderhoud voor de dieren doorlopen. Faillissement dreigt daardoor voor veel dierentuinen. Het kabinet stelt in totaal maximaal 39 miljoen euro beschikbaar om faillissement voor dierentuinen af te wenden. In afwachting van een nadere uitwerking worden de middelen op de Aanvullende Post bij het ministerie van Financiën gereserveerd.

Reservering Inkomstenderving na 1 juni (indicatief)In aanvulling op de reeds genomen compensatiemaatregelen voor inkomstenderving is 250 miljoen euro gereserveerd voor nadere compensatie van gemeenten in 2020. Zodra meer bekend is over de financiële impact van de inkomstenderving op gemeentelijk niveau zal de uitkering verder worden uitgewerkt.

Reservering Garantiefonds (fonds voor hulp bij schulden) Voor het jaar 2021 worden er middelen gereserveerd op de Aanvullende Post voor een garantiefonds schulden dat de inzet van saneringskrediet bevordert. Dit fonds wordt momenteel verder uitgewerkt.

Reservering Compensatie energielasten Het kabinet stelt 25 miljoen euro beschikbaar in de jaren 2021 en 2022 ten behoeve van een regeling aan de uitgavenkant van de begroting om tegemoet te komen in de energiekosten van specifieke sectoren, namelijk de glastuinbouw, de chemie en de papier- en voedselindustrie. Deze middelen worden in afwachting van nadere uitwerking gereserveerd op de aanvullende post.

Reservering Regionale podiumkunsten Op de aanvullende post is 15 miljoen euro voor vier jaar (2021-2024) gereserveerd voor het fonds podiumkunsten.

Compensatie vuurwerkverbodHet kabinet heeft in relatie tot COVID-19 en het beslag op de zorgcapaciteit besloten om te komen tot een eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod voor eindejaarsvuurwerk tijdens de komende jaarwisseling. Om individuele ondernemers en verkopers die door dit besluit benadeeld worden te compenseren trekt dit Kabinet maximaal 40 miljoen euro uit. Voor de omzetdaling waar ondernemers mee te maken krijgen kunnen zij aanspraak maken op de algemene steunmaatregelen in het kader van COVID-19, primair de TVL en de NOW. Voor een tegemoetkoming in de kosten die voortkomen uit dit verbod, zoals (extra) kosten voor veilige opslag en transport, en voor toezicht stelt het Kabinet maximaal 28 miljoen euro beschikbaar. In afwachting van verdere uitwerking van de regeling wordt het budget op de aanvullende post geplaatst.

Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint Maarten Aruba, Sint Maarten en Curaçao ontvangen een eerste en een tweede tranche liquiditeitssteun in de vorm van een lening voor de periode april tot en met juni voor een pakket aan noodmaatregelen om de effecten van Covid-19 te mitigeren. De lening heeft een looptijd van twee jaar en een rentepercentage van 0 procent.

Liquiditeitssteun Aruba en Curaçao derde trancheIn de Rijksminsterraad van 30 oktober 2020 en 13 november 2020 is besloten om, na ondertekening van de overeenkomst Landspakket met Aruba en met Curaçao, een derde tranche liquiditeitssteun voor de periode juli t/m december onder voorwaarden te verstrekken om de gevolgen van de coronacrisis te beperken. De lening loopt af op hetzelfde moment als de overige liquiditeitsleningen. De lening heeft een rentepercentage van 0 procent. Conform het advies van het Collega Aruba financieel toezicht (CAft) en het College financieel toezicht (Cft) bestaat de mogelijkheid om in april 2022 de lening te herfinancieren.

Reservering liquiditeitssteun Sint Maarten derde trancheOp 13 november zijn gesprekken met Sint Maarten gestart over het aanbod zoals dat tijdens de Rijksministerraad van 10 juli is gedaan voor een derde tranche liquiditeitssteun inclusief daaraan verbonden voorwaarden. In het geval dat deze gesprekken nog in 2020 leiden tot een akkoord met Sint Maarten over dit aanbod, is het wenselijk de derde tranche liquiditeitssteun zo spoedig mogelijk aan Sint Maarten te kunnen overmaken. Zoals blijkt uit adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) is de liquiditeitspositie van Sint Maarten in 2020 inmiddels immers zeer kwetsbaar. Om bij een akkoord direct te kunnen overgaan tot het overmaken van deze middelen wordt daarom reeds 30,6 miljoen euro gereserveerd hiervoor. Indien er wordt overgegaan tot verstrekking van een liquiditeitslening, zullen dezelfde voorwaarden gelden als bij de eerste en tweede tranche van de liquiditeitslening. Mocht een akkoord met Sint Maarten dit jaar niet bereikt worden, dan zullen deze middelen vrijvallen.

Lening KLM De Nederlandse Staat verstrekt een directe lening aan KLM met een omvang van 1 miljard euro. De lening is een achtergestelde lening. Dit betekent dat wanneer KLM haar crediteuren niet kan terugbetalen, deze lening (en daarmee de Nederlandse Staat) pas als laatste wordt terugbetaald. Daarmee neemt de Nederlandse Staat relatief veel risico op zich via deze lening, hetgeen weerspiegeld wordt door de eveneens relatief hoge rente die KLM op deze lening betaalt. De verwachting is dat de trekkingen van de directe lening verspreid in tranches zullen zijn over de looptijd, zij het met een concentratie in het eerste jaar wanneer de behoefte aan additionele liquiditeit het grootste is.

Lening Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) Als steunmaatregel wordt een lening van 150 miljoen euro verstrekt aan Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR). Door deze lening kan SGR consumenten schadeloos blijven stellen bij faillissement van aangesloten reisorganisaties. Ook kan door deze steun het vouchersysteem voor pakketreizen na 1 juni 2020 in stand blijven. Het vouchersysteem voorkomt dat consumenten massaal hun reisgelden terugvragen bij geannuleerde pakketreizen, met mogelijke faillissementen van reisorganisaties tot gevolg.

Lening kleine garantiefondsen/regelingen Er wordt 10 miljoen euro gereserveerd voor leningen aan kleine garantiefondsen/regelingen in de reisbranche.

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen De corona overbruggingslening (COL) draagt bij aan de verbetering van de liquiditeitspositie van innovatieve bedrijven. Er wordt hiervoor 100 miljoen euro beschikbaar gesteld aan regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s). Vanwege het grote aantal ingediende aanvragen en de inschatting van de ROM’s dat dit aantal de komende maanden verder stijgt, heeft het kabinet besloten om een tweede tranche van 200 miljoen euro aan leningen voor de COL beschikbaar te stellen.

Licence