Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 5: Infrastructuur en Vastgoed

Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van alle infrastructuur en vastgoed van Defensie. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. De instandhouding is gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten, zoals beschreven in beleidsartikel 8 (Defensie Ondersteuningscommando) van de Begroting Hoofdstuk X. Ook vallen over-/ onderprogrammering en de ontvangsten van infrastructuur en vastgoed onder dit artikel. Naast de infrastructuur en vastgoed van Defensie wordt ook NAVO-vastgoed in Nederland begroot binnen dit artikel.

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en instandhouding van infrastructuur en vastgoed van Defensie en de afstoting van overtollige infrastructuur en vastgoed. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is de opdrachtnemer voor het uitvoeren van de door Defensie uitgegeven opdrachten.

De gewijzigde geopolitieke situatie maakt dat het tijdig concentreren, verduurzamen en vernieuwen van het vastgoed nog belangrijker is geworden. Immers de huidige behoefte aan meer militairen, meer materieel en meer activiteiten betekent dat het vastgoed, één van de randvoorwaarden, op orde moet zijn. Echter bovengenoemde geopolitieke situatie en de huidige staat van het vastgoed van Defensie zorgen ervoor dat de vastgoedbehoefte de komende jaren groter is dan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) op dit moment kan realiseren. Om de benodigde versnelling te realiseren, werken Defensie en het RVB daarom met marktpartijen aan een nieuwe vorm van (langdurige) samenwerking. Deze is gericht op het vroegtijdiger inschakelen van de expertise en de capaciteit van de markt voor de opgave als geheel in plaats van per project. Op deze wijze pakt Defensie de belangrijkste vastgoedprojecten voor een versnelde inzetbaarheid van de krijgsmacht met voorrang op. Hierbij wordt ingezet op zoveel mogelijk gestandaardiseerde oplossingen, waarbij als eerste concrete toepassing de standaardisatie van legeringsgebouwen is uitgewerkt. Bij deze ontwikkeling hoort industrieel bouwen van gebouwen, wat zorgt voor snellere realisatie op locatie omdat de productie in de fabriek en de voorbereiding op locatie kunnen worden losgekoppeld. De ingebruikname van de eerste nieuwe legeringsgebouwen die op basis hiervan worden gerealiseerd, is voorzien in het najaar van 2026. Uw Kamer is hierover eerder geïnformeerd (Kamerstuk 36 592, nr. 13).

Over het concentreren, het verduurzamen en het vernieuwen van het vastgoed van Defensie, de uitvoering van bovengenoemde opgaven en de voortgang van lopende vastgoedprojecten wordt uw Kamer geïnformeerd via de Stand van Defensie en/of via een verzamelbrief. Uw Kamer is reeds geïnformeerd over het project ‘Revitaliseren Johannes Postkazerne in Havelte’ (Kamerstuk 36 124, nr. 37 ) en het project ‘Revitalisering vliegbasis Woensdrecht’ (Kamerstuk 27 830, nr. 421). Op dit moment wordt gewerkt aan de voorbereidingen voor een nieuwe, moderne en duurzame kazerne voor het Korps Commandotroepen in Roosendaal. Daarnaast zijn de voorbereidingen in volle gang voor het landelijk vernieuwen van onderkomens voor legering en de nieuwbouw voor het Air Mobility Command op vliegbasis Eindhoven.

Artikel 5 Infrastructuur en vastgoed (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

1.152.387

979.035

1.851.029

2.254.525

2.597.573

2.244.082

1.556.255

         
 

Uitgaven

1.075.384

1.373.217

1.527.840

1.771.435

1.977.403

1.727.603

1.283.605

         

5.11

Verwerving

476.359

983.417

1.401.019

1.851.325

2.097.763

1.686.412

1.080.487

 

Opdrachten

476.359

983.417

1.401.019

1.851.325

2.097.763

1.686.412

1.080.487

 

Verwerving: voorbereidingsfase

0

97.868

154.542

400.189

693.826

527.119

400.364

 

Verwerving: realisatie

476.359

885.549

1.246.477

1.451.136

1.403.937

1.159.293

680.123

5.12

Instandhouding

599.025

638.556

552.871

553.346

561.573

565.273

562.989

 

Opdrachten

599.025

638.556

552.871

553.346

561.573

565.273

562.989

 

Instandhouding Infrastructuur

599.025

638.556

552.871

553.346

561.573

565.273

562.989

5.16

Over-/ onderprogrammering

0

‒ 248.756

‒ 426.050

‒ 633.236

‒ 681.933

‒ 524.082

‒ 359.871

 

Fonds

0

‒ 248.756

‒ 426.050

‒ 633.236

‒ 681.933

‒ 524.082

‒ 359.871

 

Fonds

0

‒ 248.756

‒ 426.050

‒ 633.236

‒ 681.933

‒ 524.082

‒ 359.871

         
 

Ontvangsten

24.578

23.770

20.270

20.270

20.270

20.270

20.270

         
Artikel 5 Infrastructuur en vastgoed (bedragen x € 1.000)
  

2031

2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2039

2040

Art.

Verplichtingen

1.732.332

1.213.341

1.167.175

1.102.500

986.912

1.224.404

1.043.355

1.067.136

1.055.695

1.586.162

            
 

Uitgaven

1.648.486

1.416.613

1.520.488

1.528.344

1.344.387

1.575.735

1.313.585

1.355.174

1.426.270

1.427.894

            

5.11

Verwerving

1.252.296

713.313

658.534

596.994

483.432

689.297

508.398

495.231

480.146

525.976

 

Opdrachten

1.252.296

713.313

658.534

596.994

483.432

689.297

508.398

495.231

480.146

525.976

 

Verwerving: realisatie

685.567

497.279

450.740

443.066

406.922

439.451

309.874

329.203

316.073

310.402

 

Verwerving: voorbereidingsfase

566.729

216.034

207.794

153.928

76.510

249.846

198.524

166.028

164.073

215.574

            

5.12

Instandhouding

560.549

563.995

564.454

546.658

546.786

543.591

543.350

542.946

535.002

534.801

 

Opdrachten

560.549

563.995

564.454

546.658

546.786

543.591

543.350

542.946

535.002

534.801

 

Instandhouding Infrastructuur

560.549

563.995

564.454

546.658

546.786

543.591

543.350

542.946

535.002

534.801

            

5.16

Over-/ onderprogrammering

‒ 144.089

159.575

317.770

404.962

334.439

363.117

282.107

337.267

431.392

387.387

 

Fonds

‒ 144.089

159.575

317.770

404.962

334.439

363.117

282.107

337.267

431.392

387.387

 

Fonds

‒ 144.089

159.575

317.770

404.962

334.439

363.117

282.107

337.267

431.392

387.387

            
 

Ontvangsten

‒ 20.270

‒ 20.270

‒ 20.270

‒ 20.270

‒ 20.270

‒ 20.270

‒ 20.270

‒ 20.270

‒ 20.270

‒ 20.270

Tabel 7 Geschatte budgetflexibiliteit
  

juridisch verplicht

32,9%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

67,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Verplichtingen

De geraamde verplichtingen op artikel 5 betreffen verplichtingen voor alle instrumenten met uitzondering van de ontvangsten. De raming van de verplichtingen is gebaseerd op het verwachte moment dat in het kader van een DMF-gerelateerde activiteit een overeenkomst wordt getekend. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend of als een juridisch bindende overeenkomst wordt aangegaan, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan bij de begroting is voorzien.

Uitgaven

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasuitgaven. Voor 2026 gaat het naar verwachting om 28,4% van het uitgavenbudget. Het resterende deel, 71,6% van dit artikel is beleidsmatig gereserveerd voor verwerving en instandhouding, waarvan het aangaan van de juridische verplichting wordt voorbereid.

Verwerving infrastructuur en vastgoed

Dit instrument heeft betrekking op de geraamde uitgaven voor de verwerving en afstoting van Infrastructuur en vastgoed. Voor projecten in voorbereidingsfase wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Hierna wordt gerelateerd projectbudget overgeheveld naar de (vervolg)onderzoeksfase of realisatiefase.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van een aantal infrastructuur en vastgoed projecten boven de € 50 miljoen dat zich in de realisatiefase bevindt. Dit betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt ook weergegeven wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie is.

Figuur 6 Vastgoed

De toelichtingen op de reeds bestaande projecten zijn te lezen in de Stand van Defensie en/of verzamelbrieven die met uw Kamer zijn gedeeld. Het kasritme van de middelen die voor 2025 aan de begroting zijn toegevoegd, past echter niet bij het absorptievermogen van onder andere het Rijksvastgoedbedrijf. Een deel van dit budget zal daarom worden doorgeschoven naar 2026 of latere jaren.

Instandhouding infrastructuur en vastgoed

De geraamde uitgaven dienen voor de instandhouding van het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. De omvang van de vastgoedportefeuille van Defensie is bijna 6 miljoen m2 bebouwd vloeroppervlak verdeeld circa 447 locaties in binnen- en buitenland. De portefeuille omvat circa 11.000 gebouwen. Daarnaast bezit Defensie circa 342 miljoen m2 terrein, waarvan circa 260 miljoen m2 aan oefen- en schietterreinen. Defensie gebruikt bovendien ook indirect ruimte: geluidsruimte om te kunnen vliegen en veiligheidszones rondom bijvoorbeeld munitieopslag.

Over-/onderprogrammering infrastructuur en vastgoed

In het DMF wordt gewerkt met het instrument overprogrammering. Op de begroting kan zich dit uiten in negatieve standen op het artikelonderdeelniveau. Er vindt geen realisatie plaats op dit instrument. Gedurende het jaar zullen onstane vertragingen/versnellingen op individuele projecten worden verwerkt op dit instrument.

In de materieelagenda wordt inhoudelijk ingegaan op de over-/onderprogrammering in het DMF.

Ontvangsten

De verkoopopbrengsten infrastructuur en vastgoed hebben betrekking op de opbrengsten van de af te stoten objecten. Het overtollig vastgoed wordt in vrijwel alle gevallen eerst op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) door het RVB ingekocht. Incidenteel vinden nog verkopen onder de oude werkwijze plaats.

Licence