Base description which applies to whole site

Artikel 6. Rijkshuisvesting

6.1 Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 6. Rijkshuisvesting (x € 1 000)
 

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil 2010

Verplichtingen:

122 047

102 274

88 176

74 050

65 118

102 842

– 37 724

Uitgaven:

122 047

102 274

88 176

74 050

65 118

102 842

– 37 724

Programma:

122 047

102 274

88 176

74 050

65 118

102 842

– 37 724

 

Vanuit de rijkshuisvesting bijdragen aan rijksdoelen:

5 460

5 066

6 513

3 080

7 504

10 804

– 3 300

  

Beleidsondersteuning (mede) van toepassing op de rijkshuisvesting en de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel

2 843

2 859

4 179

2 004

3 051

3 051

0

  

Onderzoek Rgd

612

261

590

180

599

599

0

  

Coördinatie rijksopdrachtgeverschap in de bouw

1 232

1 939

637

0

1 212

1 212

0

  

Energiebesparing rijkshuisvesting

773

7

1 107

896

2 642

5 942

– 3 300

  

Duurzaam bouwen rijkshuisvesting

0

0

0

0

0

0

0

        

 

  
 

Monumenten beheren:

17 301

16 962

8 212

7 426

15 259

15 259

0

  

Stimuleren architectonische kwaliteit

4 966

3 511

0

0

0

0

0

  

Beheer monumenten in rijksbezit

12 335

13 451

8 212

7 426

15 259

15 259

0

        

 

  
 

Huisvesten van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken:

99 286

80 246

73 451

63 544

42 355

76 779

– 34 424

  

Onderhoud HCvS/AZ

5 436

6 507

4 413

6 590

32 977

3 627

29 350

  

Investeringen HCvS/AZ

45 439

33 342

17 930

33 619

0

41 356

– 41 356

  

Huren HCvS/AZ

2 647

3 449

3 108

3 639

0

5 474

– 5 474

  

Asbestsanering

0

0

0

0

0

0

0

  

Paleizen

37 148

29 973

43 126

11 346

9 378

26 322

– 16 944

  

Functionele kosten Koninklijk Huis

 

8 616

6 975

4 874

8 350

0

0

0

Ontvangsten:

0

0

0

0

14 881

357

14 524

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Energiebesparing rijkshuisvesting

Vergeleken met de vastgestelde begroting komen de uitgaven lager uit, omdat € 3,3 mln is doorgeschoven van 2010 naar 2013 teneinde uitvoering te geven aan een programma van energiebesparende maatregelen in de rijkshuisvesting.

Instrument: Huisvesten van het Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken

Binnen dit operationeel doel is een systeemwijziging toegepast bij de financiering van de objecten van de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken en de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat. Bij de huisvesting van het Koninklijk Huis gaat het om de 3 staatspaleizen: Paleis Noordeinde, Huis ten Bosch en het Koninklijk Paleis te Amsterdam.

De objecten van deze diensten en het Koninklijk Huis zijn met ingang van 2010 op een analoge wijze als in het rijkshuisvestingstelsel behandeld. Voor investeringen voor deze objecten wordt gebruik gemaakt van de leenfaciliteit. Naar analogie van het rijkshuisvestingstelsel is voor de investeringen een gebruiksvergoeding bepaald. De vergoedingen over 2010 zijn verantwoord bij de posten «Huisvestingskosten HCvS/AZ» en «Huisvestingskosten Paleizen».

Afdracht Agentschap

In de afgelopen jaren (voor 2010) zijn uitgaven voor investeringen in en onderhoud en beheer aan huisvesting van Hoge Colleges van Staat, het ministerie van AZ en het Koninklijk Huis rechtstreeks ten laste van de begrotingen van VROM en WWI geboekt. Vanaf 2010 wordt gebruik gemaakt van de systematiek die gangbaar is binnen het huisvestingstelsel: voor investeringen en onderhoud wordt door de Rgd een beroep gedaan op de leenfaciliteit van het ministerie van Financiën en ten laste van de begroting voor WWI worden gebruiksvergoedingen geboekt die aan de Rgd worden betaald ter dekking van rente en aflossing van de lening en apparaatskosten van de Rgd.

Om te zorgen dat huisvestingsprojecten die in 2009 of eerder al in uitvoering waren genomen, maar nog niet volledig afgerond voor 1 januari 2010, voor de volledige waarde geactiveerd zouden worden en niet alleen het deel dat na 1 januari 2010 is uitgevoerd, is een conversielening afgesloten met het ministerie van Financiën. De Rijksgebouwendienst heeft op die manier eenmalig € 157,0 mln via de leenfaciliteit ontvangen.

Volgens de gangbare procedure van het ministerie van Financiën bij dergelijke conversieleningen wordt met het bedrag van de lening betaald voor de waarde van de onderliggende activa aan het ministerie van Financiën. De afdracht door de batenlastendienst verloopt via het moederdepartement aan het ministerie van Financiën. In dit geval is het bedrag teruggestort naar het moederdepartement (VROM) en daar in zijn geheel verantwoord bij artikel 91 van de VROM begroting op het daartoe bestemde instrument «Afdracht agentschap». De lening en terugbetaling is bij de 2e suppletoire begroting 2010 geregeld.

6.2 Overzicht afgeronde onderzoeken

Geen nadere toelichting.

6.3 Slotwet
Artikel 6. Rijkshuisvesting (Bedragen x € 1 000)
 

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Stand 2e suppletoire begroting 2010

50 237

50 237

2 626

Mutaties Slotwet 2010

14 881

14 881

12 255

Stand Slotwet 2010 (realisatie)

65 118

65 118

14 881

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Als gevolg van een desaldering van ontvangsten die ten onrechte in mindering van bezwaar waren geboekt bij de definitieve vaststellingen van de jaren 2007, 2008 en 2009, zijn de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten verhoogd met een bedrag van € 14,9 mln.

Licence