Base description which applies to whole site

Artikel 1. Stimuleren krachtige steden, vitale wijken en voldoende woningbouw

1.1. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 1. Stimuleren krachtige steden, vitale wijken en voldoende woningbouw (x € 1 000)
    

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil 2010

Verplichtingen:

66 451

770 111

161 875

454 457

1 322 496

328 326

994 170

Uitgaven:

300 883

913 698

1 144 423

1 406 985

490 441

443 693

46 748

Programma:

300 883

913 698

1 144 423

1 406 987

490 441

443 693

46 748

 

Stimuleren krachtige steden

300 883

911 192

1 032 389

1 034 756

302 229

307 050

– 4 821

  

Investeringen Stedelijke vernieuwing

       
  

BDU-Fysiek Investeringen Stedelijke vernieuwing 1

296 479

266 085

360 907

320 424

302 041

287 406

14 635

  

Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing

4 404

6 386

10 128

5 806

0

15 051

– 15 051

  

BDU-Sociaal, Integratie en Veiligheid

0

537 293

612 539

657 194

0

0

0

  

Veiligheidsmiddelen

0

85 628

47 269

50 610

0

2 000

– 2 000

  

Faciliteren grotestedenbeleid

0

1 100

1 096

322

188

1 656

– 1 468

  

Sittard Geleen

0

400

400

400

0

937

– 937

  

Sociale herovering

0

14 300

50

0

0

0

0

  

Programma Sociale Veiligheid

0

0

0

0

0

0

0

           
 

Vitale wijken tot stand brengen

0

0

0

904

613

4 274

– 3 661

  

FES Maatschappelijke sectoren & ICT

0

0

0

904

613

0

613

  

Preventiebudget

0

0

0

0

0

0

0

  

Stimuleren wijkaanpak/Wijkverpleegkundigen

0

0

0

0

0

2 389

– 2 389

  

40+ Wijkenbudget

0

0

0

0

0

1 185

– 1 185

  

Bewonersinitiatieven

0

0

0

0

0

700

– 700

           
 

Voldoende woningproductie:

0

0

108 321

365 586

176 937

126 004

50 933

  

Budget BLS

0

0

108 321

103 758

36 092

126 004

– 89 912

  

Bijdragen stimuleren woningproductie

0

0

0

261 828

140 845

0

140 845

           
 

Overige programmabudgetten:

0

2 506

3 713

5 741

10 662

6 365

4 297

  

Onderzoek

0

0

479

858

1 182

1 382

– 200

  

Kennisoverdracht

0

0

1 219

2 582

1 868

1 345

523

  

FES NICIS

0

2 222

2 015

2 301

7 017

3 638

3 379

  

Kenniscentum

0

284

0

0

0

0

0

  

Bijdrage aan Sophiatunnel Drechtsteden

0

0

0

0

595

0

595

Ontvangsten:

0

539 710

615 787

660 398

70 421

3 638

66 783

1

BDU= Bijzondere Doeluitkeringen

Toelichting

Verplichtingen

De totale verplichtingen over 2010 vallen € 994,2 mln hoger uit dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd. De belangrijkste verschillen betreffen:

  • In 2010 zijn in het kader van de wet ISV voor stedelijke vernieuwing (ISV 3) meerjarige verplichtingen (voor de periode 2010 tot en met 2014) met gemeenten en provincies aangegaan. Om die meerjarige verplichtingen te dekken zijn bij 1e suppletoire begroting 2010 de volgende middelen aan dit artikel toegevoegd:

    • € 242,0 mln voor bodemsanering van het begrotingshoofdstuk Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) naar het instrument «BDU-Fysiek Investeringen Stedelijke vernieuwing»;

    • € 671,9 mln door middel van een verplichtingschuif van 2011–2014 naar 2010 binnen het instrument «BDU-Fysiek Investering Stedelijke vernieuwing»;

  • In 2010 is voor de derde (en tevens laatste) tranche van de Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten € 100,0 mln vanuit het stimuleringsbudget aan het instrument «Bijdragen stimulering woningproductie» toegevoegd. Aan dit budget is tevens toegevoegd de door de gemeenten terugbetaalde middelen eerste, tweede en derde tranche omdat niet tijdig met de bouw kon worden gestart. Deze middelen zijn ingezet om als gevolg van de crisis stilgevallen of niet gestarte woningbouwprojecten te ondersteunen. In 2010 is uiteindelijk op dit instrument € 140,9 mln verplicht.

Tegenover deze toevoegingen staat een overheveling van € 31,0 mln vanuit het budget «Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS)» naar het Gemeente- en Provinciefonds voor de rijksbijdrage voor het interbestuurlijke actieplan «Krimpen met kwaliteit» en de vrijval van een deel van het resterende budget BLS. Deze vrijval komt doordat een deel van de beschikbare BLS middelen (€ 24,7 mln) niet aan de budgethouders is uitgekeerd omdat niet voldaan is aan de afgesproken woningbouwopgave dan wel aantallen eigenbouw.

Zoals ook vermeld in de ontwerpbegroting 2011 van WWI (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500, nr. 2, pagina 20) zal in het kader van de decentralisatie de Wet stedelijke vernieuwing in 2011 worden ingetrokken. Het verstrekken van financiële middelen voor stedelijke vernieuwing door het rijk aan gemeenten vindt met ingang van 1 januari 2011 voor het tijdvak tot en met 2014 plaats via een decentralisatie-uitkering op basis van de Financiële verhoudingswet.

In samenhang hiermee wordt het in 2010 verstrekte voorschot in 2011 definitief vastgesteld en vervallen de ISV 3-toezeggingen voor het restant van de budgetperiode (2011–2014).

Uitgaven

BDU Fysiek Investeringen Stedelijke vernieuwing

De realisatie is hoger (€ 14,6 mln) dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd, dit komt met name door de verstrekte voorschotten voor bodemsanering.

Innovatiebudget Stedelijke vernieuwing

Het bij de ontwerpbegroting 2010 vastgestelde uitgavenbudget van € 15,1 mln is bij 1e suppletoire begroting 2010 verlaagd naar nihil. Dit was mogelijk omdat:

  • De voor de afwikkeling van het Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing beschikbare uitgavenbudgetten voortaan onderdeel uitmaken van de verzameluitkering WWI. Verantwoording hiervan vindt plaats op artikel 95 «Algemeen»;

  • In 2009 enkele projecten van het Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing versneld tot uitvoering zijn gekomen. Als gevolg hiervan is het uitgavenbudget 2010 aangepast.

Budget BLS

De realisatie is lager (€ 89,9 mln) dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd, dit komt met name door:

  • De overheveling van € 31,0 mln bij 2e suppletoire begroting 2010 als rijksbijdrage voor het interbestuurlijke actieplan «Krimpen met kwaliteit» naar het Gemeentefonds (€ 16,3 mln – voor Parkstad Limburg en Zeeuws Vlaanderen) en naar het Provinciefonds (€ 14,7 mln – voor Noord-Oost Groningen),

  • Het niet uitkeren van een deel van de beschikbare BLS middelen aan de budgethouders. In niet alle gevallen is aan de afgesproken woningbouwopgave dan wel aantallen eigenbouw voldaan.

Bijdragen stimuleren woningbouwproductie

In 2010 is voor de derde (en tevens laatste) tranche van de Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten € 100,0 mln vanuit het stimuleringsbudget aan het instrument «Bijdragen stimulering woningproductie» toegevoegd. Aan dit budget is tevens toegevoegd de door de gemeenten terugbetaalde middelen eerste, tweede en derde tranche omdat niet tijdig met de bouw kon worden gestart. Deze middelen zijn ingezet om als gevolg van de crisis stilgevallen of niet gestarte woningbouwprojecten te ondersteunen.

FES NICIS

Als gevolg van een wijziging in het tempo van de aan het NICIS toe te kennen bijdragen is de realisatie € 3,4 mln hoger uitgekomen dan bij de vastgestelde begroting is geraamd.

Ontvangsten

De totale ontvangsten over 2010 vallen € 66,8 mln hoger uit dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd. De belangrijkste verschillen betreffen:

  • de terugontvangen bijdragen aan gemeenten vanwege het niet (tijdig) kunnen starten van projecten en daarmee niet kunnen voldoen aan de Regeling bijdrage stimulering woningproductie;

  • In samenhang met de hogere uitgaven voor de aan het NICIS toegekende bijdragen zijn ook de hieraan gerelateerde ontvangsten uit het FES verhoogd.

1.2 Overzicht afgeronde onderzoeken

Type

Onderwerp

Algemeen Doel of Operationeel Doel

Start

Afgerond

Vindplaats

Beleidsdoorlichting

Wijkenaanpak

OD 1.2.2

2010

2011

1

      

Effecten (ex post)

Eindrapportage betreffende woningbouwafspraken 2005 tot en met 2009

OD 1.2.3

2010

2010

2

 

Monitor particulier opdrachtgeverschap

OD 1.2.3

2010

2010

Medio 2011 volgt rapportage

      

Overig evaluatie

Evaluatie/eindmeting GSB III (inclusief ISV II)

OD 1.2.3

2010

2010

Kamerstukken II, 2010–2011, 30 995, nr. 87

1

Het eindverslag van de Visitatie Wijken wordt in mei 2011 opgeleverd.

2

In de ontwerpbegroting 2011 van WWI (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500, nr. 2, pagina 31) is vermeld dat een beleidsdoorlichting inzake de woningbouwproductie in 2010 zou worden gestart en in 2011 afgerond. Deze beleidsdoorlichting zou tegelijk met het jaarverslag 2010 naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Omdat in het Regeerakkoord is besloten het Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) te beëindigen en gezien de overlap met de heroverweging Wonen, waarin dit onderwerp ook is geadresseerd, wordt afgezien van het maken van een afzonderlijke beleidsdoorlichting inzake de woningbouwafspraken.

1.3 Slotwet
Artikel 1. Stimuleren krachtige steden, vitale wijken en voldoende woningbouw (Bedragen x € 1 000)
 

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Stand 2e suppletoire begroting 2010

1 311 648

453 818

17 545

Mutaties Slotwet 2010

10 848

36 623

52 876

Stand Slotwet 2010 (realisatie)

1 322 496

490 441

70 421

Toelichting

Verplichtingen

De overschrijding van de verplichtingen is onder andere het gevolg van:

  • De terugontvangen middelen eerste, tweede en derde tranche Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten. Gemeenten hebben deze middelen (€ 47,2 mln) terugbetaald omdat niet tijdig met de bouw kon worden gestart. Van deze middelen is uiteindelijk op grond van artikel 8 van deze regeling € 38,0 mln opnieuw ingezet om als gevolg van de crisis stilgevallen of niet gestarte woningbouwprojecten voor het einde van het begrotingsjaar te ondersteunen;

  • Een deel van de beschikbare BLS middelen (€ 24,7 mln) is niet aan de budgethouders uitgekeerd omdat niet voldaan is aan de afgesproken woningbouwopgave dan wel aantallen eigenbouw, daarmee is de verplichting lager vastgesteld.

Uitgaven

De overschrijding van de uitgaven is met name het gevolg van het herinzetten van de hiervoor genoemde terugontvangen middelen eerste, tweede en derde tranche Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten en die heringezet zijn in de nadien opengestelde tranche. Deze herinzet is aangekondigd en goedgekeurd met de 2e suppletoire begroting 2010.

Ontvangsten

De hogere ontvangsten worden eveneens verklaard door de terugontvangen middelen eerste, tweede en derde tranche Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten.

Licence