Base description which applies to whole site

ARTIKEL 5. TECHNOCENTRA

5.1 Algemene doelstelling: het ondersteunen van technocentra om de kennisinfrastructuur in de regio te versterken. De aansluiting tussen het technisch beroepsonderwijs en het bedrijfsleven wordt hierdoor verbeterd.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Platform Bèta Techniek (PBT) heeft evenals in voorgaande jaren op verzoek van het ministerie van OCW de jaarverslagen over 2010 van de technocentra geëvalueerd. Net als in de voorgaande jaren is daarbij nadrukkelijk gekeken naar de resultaten van de afzonderlijke activiteiten, de relatie met de doelstellingen van de Kaderregeling en de werking en de effectiviteit van de Kaderregeling. Omdat het verslagjaar het laatste jaar van de Kaderregeling betreft, is in het bijzonder gekeken of het aannemelijk is dat de geplande activiteiten ook zijn uitgevoerd. Uit de evaluatie blijkt dat de basissubsidie doelmatig is aangewend. Naar aanleiding van het laatste verslagjaar geeft ongeveer tweederde van de technocentra een terugblik op de ontwikkelingen en/of de resultaten van het technocentrum in de afgelopen 10 jaar. Het materiaal biedt echter geen basis om generaliserende uitspraken te doen over de effectiviteit van de Kaderregeling in de afgelopen vijf c.q. tien jaar.

De technocentra kijken vooral naar de toegevoegde waarde van het technocentrum zelf. Het gaat dan om de rol die men bij het initiëren, structureren en verbeteren van het activiteitenprogramma heeft gehad. Een belangrijke bijdrage daarbij is het bewerkstelligen van samenhang en synergie, toegankelijkheid en het hergebruik van eerder of elders ontwikkelde concepten. Enkele technocentra onderbouwen hun succes met de omvang van het gerealiseerde activiteitenbudget. Naarmate men er beter in is geslaagd om de basissubsidie te verveelvoudigen, geeft dat ook een indicatie voor het draagvlak in de regio. Tenslotte wordt de betrokkenheid van het relatieve aandeel van de onderwijsinstellingen als indicator voor succes aangemerkt.

Doelstelling I: bevordering van de circulatie en de toepassing van kennis tussen instellingen, tussen instellingen en ondernemingen of tussen instellingen, ondernemingen en derden. Technocentra hebben ervoor gezorgd dat betekenisvolle, liefst duurzame samenwerkingsverbanden zijn ontstaan die dan vervolgens een basis bieden om inhoudelijke kennis met elkaar te delen en productief te maken. Deze samenwerkingsverbanden, in subregionale en/of sectorale vorm, bepalen met elkaar de nodige activiteiten en zijn ook eigenaar van de uitvoering. Door dit eigenaarschap wordt tevens de basis gelegd voor de duurzaamheid en zelfredzaamheid van de samenwerkingsverbanden na afloop van de Kaderregeling. Kennisuitwisseling wordt door de samenwerkingsverbanden vaak zelf georganiseerd, wel of niet met agendering door het technocentrum. Daarnaast is uitvoering gegeven aan projecten waarin overdracht van specifieke kennis en het bevorderen van innovatie meer expliciet aan de orde is gekomen. Een aandachtspunt hierbij was de integratie van branchespecifieke ontwikkelingen en innovaties in het curriculum van beroepsopleidingen. Voorbeelden zijn het Nucleair Opleidingsstelsel in Zeeland en het project Mobiele Energie in Brabant.

Doelstelling II: gezamenlijke benutting door verschillende instellingen van hoogwaardige en moderne apparatuur ten behoeve van technisch beroepsonderwijs. Een beperkt aantal technocentra heeft, meestal in meerjarige programma’s, fors geïnvesteerd in de totstandkoming van up to date praktijkfaciliteiten. Voorbeelden zijn de Opleidingsbedrijven Metaal (OBM), en Mechanisatie (OBMech), de Centers of Excellence (Rotterdam en Dordrecht), de Technocampus (Flevoland), diverse gezamenlijke praktijkcentra en initiatieven die er toe leiden dat bestaande praktijkfaciliteiten beter worden benut en worden verbeterd.

Doelstelling III: bevordering van een goede aansluiting van technisch beroepsonderwijs op de opleidingsbehoeften van de arbeidsmarkt. In de loop der jaren is een steeds groter accent komen te liggen op de hele onderwijksketen (van basisonderwijs tot hoger beroepsonderwijs en bijscholing van werknemers), de aansluiting tussen onderwijssectoren en doorlopende leerlijnen. In de laatste jaren is er ook steeds meer aandacht gekomen voor de zij-instroom en aantrekkelijke carrières in de techniek en voor niet traditionele doelgroepen. De economische recessie heeft dergelijke inspanningen tijdelijk bemoeilijkt. Toch hebben verschillende technocentra een bijdrage geleverd aan de beperking van de effecten van de economische recessie voor jongeren in technische opleidingen. Voorbeelden zijn (speerpunt)projecten onder de noemer van Technisch Talent Centraal. Alle technocenta hebben verder een bijdrage geleverd aan de uitrol van de programma’s van het Platform Bèta Techniek in de regio. In het afgelopen jaar lag daarbij het accent op de realisatie van TechNet kringen. Tot slot is in toenemende aandacht besteed aan de toerusting van docenten en leermeesters. Voorbeelden zijn de inspanningen rond docentstages en het speerpuntproject Leermeester Centraal.

5.2 Budgettaire gevolgen van beleid

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

Tabel 5.1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (bedragen x € 1 000)
           

Realisatie

Vastgestelde begroting, incl. stand ISB (+/–) dep. herindeling

Verschil

   

2007

2008

2009

2010

2011

2011

2011

Verplichtingen

9 025

8 988

10 189

9 992

0

20

– 20

Waarvan garantieverplichtingen

           

Totale uitgaven (programma+apparaat)

9 025

8 988

10 189

9 992

0

20

– 20

                 

Programma-uitgaven

9 025

8 988

10 189

9 992

0

20

– 20

Basissubsidie

7 000

7 000

7 000

7 000

0

0

0

Speerpuntsubsidie

1 700

1 688

2 889

2 692

0

20

– 20

Overig

325

300

300

300

0

0

0

                 

Apparaatsuitgaven

             

Ontvangsten

9 084

9 017

9 801

9 590

238

0

238

Licence