Base description which applies to whole site

1. Inleiding

Het kabinet heeft het afgelopen jaar een voortvarende start gemaakt met de hervormingsagenda voor de zorg. Een agenda die ertoe moet leiden dat de kwaliteit van de Nederlandse zorg op peil blijft, of zelfs daar waar nodig en mogelijk verbetert. Zorg die toegankelijk is en betaalbaar, ook op langere termijn. Dit kabinet werkt aan de toekomstbestendigheid van de zorg in Nederland. In januari 2011 hebben we onze strategische beleidsvisies neergelegd in de brieven «Zorg die werkt» en «Vertrouwen in de zorg» (TK 32 620, nr. 1 en 2). Deze brieven beschrijven de ambities en op hoofdlijnen de maatregelen die nodig zijn om in de komende jaren de zorg dichtbij in de buurt te organiseren, de kwaliteit en financiële houdbaarheid van de (gezondheids)zorg te garanderen en gericht ruimte te bieden aan burger, cliënt, zorgondernemer en medewerker in de zorg.

De collectieve zorguitgaven groeien harder dan de economie. Het is van belang dat de zorg betaalbaar blijft. Het kabinet heeft in 2011 stappen gezet om te komen tot betaalbare zorg die tegelijkertijd van hoge kwaliteit is. In de curatieve zorg is met het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord een stevige set aan afspraken voor de periode 2012–2015 gemaakt met ziekenhuizen en medisch specialisten, die een aanzienlijke bijdrage moet leveren aan het beheersen van zorguitgaven. Met dit akkoord zijn ook afspraken gemaakt over specialisatie als er hoogcomplexe ziekenhuiszorg (met weinig patiënten) aan de orde is en dat eenvoudige zorg (die ook in de eerste lijn kan worden genoten) wordt gedecentraliseerd.

Daarnaast is verder gewerkt aan de invoering van prestatiebekostiging per 1 januari 2012. Voor circa 70 procent van de zorgproducten gelden vanaf deze datum vrije prijzen. In 2011 is besloten de macronacalculatie per 1 januari 2012 af te schaffen, waardoor zorgverzekeraars geprikkeld worden zorg scherper in te kopen en te letten op volume.

Ook in de langdurige zorg is het kabinet middels een afgewogen pakket aan maatregelen begonnen aan een omslag. Het kabinet wil daarmee goede zorg voor de meest kwetsbare groep mensen nu en in de toekomst garanderen en tegelijkertijd de groei in dat domein ombuigen. De zorgbehoefte van de cliënt staat bij deze hervorming centraal: de cliënt ontvangt zorg in een instelling als de zorgbehoefte daar om vraagt en thuis als dat kan. De vertrouwensband tussen zorgverlener, netwerk en cliënt dient als basis.

Dit kabinet heeft in 2011 besloten om een aantal maatregelen te nemen rondom het persoonsgebonden budget (pgb). Het kabinet investeert deze kabinetsperiode € 500 miljoen extra in het pgb. Om de verwachte forse stijging van de pgb-uitgaven in lijn te brengen met de beschikbare AWBZ uitgaven en daarmee de groei van de uitgaven aan het pgb te beheersen, is afgelopen jaar daarnaast besloten het pgb vanaf 2012 alleen nog toe te kennen aan cliënten met een verblijfsindicatie.

In 2011 is voortgang geboekt om de uitvoering van de AWBZ door zorgverzekeraars nog deze kabinetsperiode door te kunnen voeren. In september 2011 sloten VWS en zorgaanbieders het convenant Kwaliteitsimpuls langdurige zorg, waarin de afspraken zijn uitgewerkt voor de jaarlijkse besteding van 852 miljoen euro voor extra personeel en opleiding.

Het kabinet heeft vertrouwen in medewerkers en organisaties die actief zijn in de zorg. Vanuit dit uitgangspunt werkt het kabinet aan het terugdringen van administratieve verantwoordingslasten. Verplegend en verzorgend personeel staat het dichtst bij de cliënt. Zij worden gestimuleerd om vanuit hun positie in de instelling of het ziekenhuis en hun professionele inzichten eigen kwaliteitsnormen en richtlijnen te ontwikkelen. Het kabinet vindt dat zij zo veel mogelijk ruimte moeten krijgen om naar inzicht te handelen en heeft in 2011 het Experiment regelarme zorginstellingen geïnitieerd. We hanteren het principe «high trust, high penalty», wanneer dit vertrouwen wordt geschaad.

Het kabinet heeft tegelijkertijd verder gewerkt aan het versterken van de positie van de patiënt en de cliënt. Begin 2011 is een begin gemaakt met de behandeling van de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz). Bovendien is in 2011 het voorstel voor de Beginselenwet AWBZ-zorg ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel regelt dat bewoners van instellingen concrete afspraken kunnen maken met de zorgverlener over de inrichting van het dagelijks leven en deze afspraken ook kunnen afdwingen.

Zorg en sport moeten dicht bij de burger worden georganiseerd. Het afgelopen jaar is langs verschillende lijnen gewerkt om dit onderdeel van de hervormingsagenda te realiseren. Er zijn maatregelen genomen om zorg in de zogenoemde nulde en eerste lijn te versterken. Ook is geld vrijgemaakt om sport en bewegen in de buurt te versterken. Er is een fundament gelegd voor de terugkeer van de basiszorg in de buurt. Zo is een start gemaakt met het decentraliseren van diverse taken naar gemeenten. De functie begeleiding (nu nog onderdeel van de AWBZ), de jeugdzorg en cliëntondersteuning voor mensen met een beperking worden op termijn uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Een gemeente kan beter de behoeften van haar burgers inschatten en kan deze taken bovendien efficiënter uitvoeren.

In dit beleidsverslag wordt teruggeblikt op 2011. Het verslag biedt geen compleet overzicht van de behaalde doelen in dat jaar, maar geeft een overzicht van de meest relevante ontwikkelingen en in gang gezette en gerealiseerde beleidsmaatregelen op het terrein van volksgezondheid, welzijn en sport. Wel is een volledig overzicht gegeven van de financiële verantwoording. Omdat de begroting 2011 en de daarmee samenhangende beleidsagenda 2011 een beleidsarm karakter hadden, is ervoor gekozen om de opzet van het beleidsverslag vanuit het oogpunt van herkenbaarheid en samenhang zo veel mogelijk te laten aansluiten bij de hierboven genoemde strategische brieven. In de teksten wordt ook teruggeblikt op de begroting en de beleidsagenda van 2011.

Licence