Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

A. Algemene doelstelling

Nederland heeft zich in 2012 onverkort ingezet voor de bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit, zowel in bilateraal als multilateraal verband. Daarnaast heeft Nederland effectieve humanitaire hulp kunnen verlenen zowel aan chronische crisislanden als acute crisislanden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Regiefunctie

Nederland – en BZ in zijn rol als coördinerend ministerie en «hoeder» van de artikel 100 procedure – heeft de krijgsmacht, politie, justitiële experts en andere civiele overheidsdeskundigen actief ingezet voor internationale crisisbestrijding, zo veel mogelijk als onderdeel van een geïntegreerde benadering.

Faciliterende

De vroegtijdige financieringen aan het VN-noodhulpfonds CERF en ICRC bleken essentieel in het leveren van snelle en flexibele humanitaire hulp. Bij acute crises in Syrië en de Sahel ontving Nederland internationaal lof voor haar tijdige en substantiële bijdragen.

De krijgsmacht, politie, justitiële experts en andere civiele deskundigen zijn actief ingezet voor internationale crisisbeheersing, zoveel mogelijk als onderdeel van een geïntegreerde benadering. In het geval van Afghanistan heeft de Nederlandse politiemissie een groot aantal agenten getraind. Met hulp van de Nederlandse missie is de Afghaanse politie in Kunduz steeds meer gericht op de belangen van de bevolking en wordt er professioneler gewerkt. Speciale aandacht is in 2012, mede in het kader van VNVR-resolutie 1325, besteed aan de empowerment van vrouwen binnen de Afghaanse politie- en justitiesector. Voorts droeg Nederland bij aan piraterijbestrijding op zee door de inzet van drie schepen in de NAVO operatie Ocean Shield en één schip in de EU operatie Atalanta. Daarnaast heeft Nederland getracht deze inspanningen te verduurzamen, door enerzijds het ondersteunen van (beperkte) economische initiatieven en het helpen opbouwen van geloofwaardige democratische instituties in Somalië en, anderzijds, het versterken van capaciteit in de regio om piraten te berechten en op humane wijze in detentie te houden.

Met betrekking tot de crisis in Syrië, heeft Nederland besloten om tegemoet te komen aan het verzoek van NAVO-bondgenoot Turkije om Patriot raketsystemen bij de Turks-Syrische grens te plaatsen, ter verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied. Verder heeft Nederland aangedrongen op een strategic review van de rule of law missie EULEX in Kosovo, die in 2012 ook heeft plaatsgevonden. De missie is op basis van deze review omgevormd en verkleind. De geïntegreerde benadering van crisisbeheersing stond het afgelopen jaar hoog in het vaandel. Nederland droeg actief bij aan beleidsvorming in EU- en NAVO-verband, o.a. door de politietrainingsmissie in Afghanistan als «best practice» voor het voetlicht te brengen en inhoudelijke inbreng te leveren voor de geplande mededeling van de EDEO en Europese Commissie. Verder heeft de regering haar visie op beleid en praktijk van het Toetsingskader uiteengezet, waarbij ook is ingegaan op de (deels nieuwe) systematiek voor monitoring en evaluatie van bijdragen aan missies.

BZ en Defensie werkten in 2012 samen aan de uitvoering van het bilaterale Security Sector Reform programma in Burundi. Dit programma verkleint de kloof en het wantrouwen tussen Burundees leger en politie enerzijds en de bevolking anderzijds. De eerste resultaten hiervan zijn zichtbaar in meer waardering voor leger en politie bij de bevolking. De activiteiten van Nederland in de Grote Merenregio zijn gericht op het wegnemen van de oorzaken van conflict, zoals illegale exploitatie van grondstoffen, geweld tegen vrouwen, en de slechte situatie van ontheemden. Ook werkte BZ verder aan het versterken van economische banden in de regio door grensoverschrijdende water- en energieprogramma’s, ook al trad hierbij door het oplaaiende conflict soms vertraging op.

In Zuid Soedan draagt Nederland bij aan de vrede en veiligheid via de VN missie UNMISS en via bijdragen aan wederopbouw o.a. via IOM en South Sudan Recovery Fund. Daarnaast helpt Nederland bij het oplossen van langdurige vluchtelingenproblematiek in Oost-Soedan via het Transition Solutions Initiative van UNHCR en UNDP/BCPR. Ook internationale NGOs werken met Nederlandse financiering aan bemiddeling en ontwikkeling in Zuid-Sudan, die langzaam toeneemt.

In Afghanistan heeft Nederland met middelen en know-how bijgedragen aan de politietrainingsmissie, en wordt in Kunduz in het verlengde daarvan met succes gewerkt aan kwaliteitsverbetering van de gehele justitieketen. (Rule of Law programma).

In de Palestijnse Gebieden beoogt Nederland de effectiviteit van justitie- en veiligheidsdiensten te verbeteren, zodat deze beter functioneren en aan de behoeften van de Palestijnse bevolking voldoen. Nederland, als medevoorzitter van de Justice Sector Working Group in de Palestijnse Gebieden, hanteert hiervoor de volgende strategie:

  • Capaciteitsopbouw in de justitie- en veiligheidssector, inclusief stimuleren van de Palestijnse Autoriteit tot meer efficiënte en effectieve samenwerking tussen beide sectoren;

  • Verbeterde toegang creëren tot rechtspraak voor burgers, jongeren en vrouwen in alle delen van de Westelijke Jordaanoever;

  • Het bij gebrek aan een goed functionerend parlement versterken van het maatschappelijk middenveld om de controlerende taak t.a.v. lokale en nationale overheden uit te voeren;

  • Het ondersteunen van initiatieven gericht op corruptiebestrijding.

  • Aandacht voor de positie van vrouwen is een dwarsdoorsnijdend thema in het Nederlandse rechtsorde-programma in de Palestijnse Gebieden.

In EU-verband hebben BZ en Defensie gezamenlijk bepleit ten aanzien van zowel Somalië als Mali voor een geïntegreerde benadering, door steeds aan te dringen op nauwe afstemming met civiele actoren en de lokale overheid in beide landen; dit lijkt kansrijk met name nu er in Somalië een regering is aangetreden die kansen biedt op structurele verbetering.

Teneinde de effectiviteit en transparantie van inzet van middelen te vergroten heeft BZ in 2012 een omvangrijke tender van wederopbouwfondsen afgerond, met als doel verbetering van menselijke veiligheid, inclusief een legitiem bestuur, en opbouwen van vredesdividend. Hiermee worden 27 nationale en internationale NGOs in staat gesteld in de periode 2012–2015 wederopbouwactiviteiten te ontplooien in prioritaire landen en regio’s.

In VN verband heeft Nederland zich ingezet voor verdere implementatie van de New Deal on Engagement in Fragile States, overeengekomen in het Busan High Level Forum in 2011 waardoor het draagvlak voor vredesopbouw- en staatsopbouwdoelen binnen WB en VN is toegenomen. Daarnaast heeft Nederland via de VN bijgedragen aan het verbeteren van lokale en internationale conflictbemiddelingscapaciteit. Met het VN Department for Peacekeeping Operations (DPKO) en het Bureau of Crisis Prevention and Recovery (BCPR) zijn afspraken gemaakt over verbetering van hun onderlinge samenwerking, om de VN effectiever te laten optreden in conflictgebieden.

Nederland heeft zich actief ingezet om een hernieuwd VN actieprogramma voor kleine wapens tot stand te brengen, en ook VN Resolutie 1325 (gender in conflictgebieden) te implementeren, onder andere door een genderexpert aan de EU delegatie in Kabul uit te lenen.

Nederland heeft ruim 40 civiele experts (van buiten BZ) uitgezonden naar diverse crisisgebieden om zo meer Nederlandse inbreng in de EU- en VN-structuren te verzekeren.

Tot slot heeft BZ is samenwerking met de betrokken instellingen een Kennisplatform Veiligheid en Rechtsorde opgericht dat beoogt de samenwerking met kennisinstituten en gespecialiseerde organisaties op dit gebied te vergroten. Daarnaast zijn de relaties met een aantal strategische partners op het gebied van Veiligheid en Rechtsorde vernieuwd. Dit leidt tot meer uitwisseling over beleidskwesties.

Tijdens de NAVO-top in Chicago zijn belangrijke afspraken gemaakt over de capaciteitenontwikkeling binnen het Bondgenootschap in deze moeilijke financiële tijden. Conform de Nederlandse inzet is het concept van Smart Defence omgezet in een concrete lijst van samenwerkingsprojecten tussen bondgenoten, zodat op korte termijn belangrijke militaire capaciteiten kunnen worden behouden en gerealiseerd. Verder is afgesproken dat de NAVO-staten meer aan gezamenlijke capaciteitsontwikkeling op de langere termijn zullen doen en gezamenlijke doelen zullen stellen voor de benodigde capaciteiten in 2020. Ook werd de Defence and Deterrence Posture Review aangenomen. Geconcludeerd is dat de huidige mix van nucleaire en conventionele militaire capaciteiten adequaat is voor de verdediging van het grondgebied van het Bondgenootschap. Tot slot herbevestigden Bondgenoten het belang van nauwere samenwerking met partnerlanden, met onder meer aandacht voor het verbeteren van de interoperabiliteit en politieke consultaties met partners, ook in een vroeg stadium van een crisis.

In 2012 namen de zorgen over het nucleaire programma van Iran verder toe. Verschillende onderhandelingsrondes tussen de E3+3 en Iran leverden vooralsnog weinig op. In september nam de IAEA-bestuursraad een resolutie aan waarin Iran wordt opgeroepen opheldering te geven over de mogelijke militaire dimensie van zijn nucleaire programma. Nederland heeft deze resolutie medeondertekend. Nederland heeft gepleit voor het maximaal opvoeren van de druk op Iran om het land te laten voldoen aan zijn internationale verplichtingen. Nederland heeft in dat verband ingezet op het opstellen van een stevig nieuw sanctiepakket in de Europese Unie dat op 15 oktober jl. is aangenomen.

Nederland organiseerde en marge van de voorbereidende bijeenkomst van de 2015 Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) enkele zogenaamde «side-events» op het gebied van non-proliferatie en nucleaire ontwapening. Zo organiseerde Nederland een bijeenkomst waarbij het belang dat Nederland hecht aan de totstandkoming van het Fissile Material Cut-off Treaty (FMCT) werd benadrukt. Daarnaast deed Nederland met partnerlanden van het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI) verschillende aanbevelingen tijdens een presentatie die bedoeld was om de bekendheid van het NPDI binnen de NPV te vergroten. Deze aanbevelingen gaven een impuls aan de internationale discussie over het versterken van het waarborgensysteem en het vergroten van transparantie over nucleaire arsenalen. Het voorstel van Nederland om de eerste NPDI ministeriële bijeenkomst in 2013 in Den Haag te houden, werd aangenomen. Nederland nam daarnaast deel aan de Nuclear Security Summit (NSS-top) in Seoel, en begon met de voorbereidingen van de NSS-top in 2014 in Den Haag.

Nederland betreurt het dat de conferentie over een massavernietigingswapens-vrije zone in het Midden-Oosten in 2012 niet is doorgegaan. Volgens de organisatoren van de conferentie was er nog onvoldoende draagvlak onder landen in de regio. Nederland heeft de Finse facilitator Laajava toegezegd het proces actief te blijven steunen en heeft in NPDI-verband landen in de regio opgeroepen constructief samen te werken om de conferentie zo spoedig mogelijk alsnog te kunnen organiseren.

In 2012 werden vergunningaanvragen voor wapenexport naar Bahrein en Jemen aangehouden vanwege de interne ontwikkelingen in deze landen. Toetsing van exportvergunningen volgens de criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexportbeleid voor Egypte, Saoedi-Arabië en Tunesië werd in de loop van 2012 hervat.

In juli 2012 vond de conferentie plaats over het VN-wapenhandelsverdrag. Nederland heeft, als voorzitter van onderhandelingscomité 2, actief deelgenomen aan de onderhandelingen. De behaalde concepttekst is een goede basis voor verdere onderhandelingen in 2013.

De bestrijding van terrorisme heeft onverkort hoog op de agenda gestaan. Daarbij is uitvoering gegeven aan de Sanctieregeling Terrorisme-2007, betreffende de totstandkoming en beëindiging van bevriezingsmaatregelen terrorisme. In 2012 is de basis gelegd voor een aanpassing van het protocol dat de nationale procedures vastlegt ten aanzien van de totstandkoming en beëindiging van bevriezingsmaatregelen terrorisme. De aanpassing behelst onder meer de introductie van een vergewisplicht.

Nederland participeerde actief binnen het Global Counter-Terrorism Forum (GCTF), waarin wordt gestreefd naar coördinatie t.a.v. capaciteitsopbouw van terrorismebestrijding in derde landen en terugdringing van radicalisering. Nederland is binnen GCTF met name actief op het gebied van de bevordering van de Rule of Law en Countering Violent Extremism.

In VN-verband heeft Nederland zich ingespannen voor verdere versterking van het mandaat van de Ombudspersoon ter begeleiding van delisting-verzoeken in het kader van het Al Qaida-sanctieregime. Nederland heeft afspraken gemaakt met de Ombudspersoon over toegang tot (vertrouwelijke) informatie in het kader van haar beoordeling van een verzoek tot delisting. Om de uitvoering van de Wereldwijde VN-contraterrorismestrategie te bevorderen, heeft Nederland, in samenwerking met het Global Centre for Counter-Terrorism Cooperation en het ICCT-The Hague, ingezet op versterkte samenwerking tussen VN-organisaties en de betrokkenheid van civil society gefaciliteerd.

In EU-verband is bijgedragen aan de uitvoering van het EU-actieplan ter bestrijding van terrorisme en het EU-actieplan om radicalisering en rekrutering tegen te gaan. De EU werkte onder meer aan een Actieplan voor de Hoorn van Afrika en aan actieplannen op het gebied van Rule of Law en Countering Violent Extremism onder de EU Counter-Terrorism en veiligheidsstrategie voor Pakistan. Nederland bevorderde en steunde deze aanpak.

Voorts werden projecten gesteund in Afrika en Azië (Sahel/Magreb, Hoorn van Afrika, Pakistan, Indonesië, Jemen) gericht op het tegengaan van radicalisering en de versterking van capaciteit ter bestrijding van terrorisme. Daarbij is specifiek aandacht besteed aan de rechten van de mens en de rechtsstaat.

Op het gebied van cyber security heeft Nederland zich, als onderdeel van een kopgroep van 5 EU-landen, hard gemaakt voor een integrale EU-cyber strategie, die begin 2013 zal verschijnen.

C. Beleidsconclusies

Het UNICEF-programma Peacebuilding, Education and Advocacy in Conflict-Affected Contexts is in 2012 in 13 (post)conflict landen gestart met conflictanalyses waarbij speciale aandacht is besteed aan de inbreng van vrouwen en kinderen. UNICEF verwacht dat in het eerste kwartaal van 2013 alle conflict analyses zijn uitgevoerd. Hiermee is een basis gelegd voor conflict sensitieve onderwijsprogramma’s die bijdragen aan vredesopbouw. In het kader van VN-VR-resolutie 1325 ging het tweede Nationaal Actie Plan in uitvoering, o.a. met de uitwerking van projecten in zes pilotlanden en in de MENA-regio.

In 2012 rondde IOB het onderzoek af naar de Nederlandse inzet bij de totstandkoming van het Strategisch Concept van de NAVO in 2010. IOB concludeerde dat Nederland op diverse onderdelen van het Strategisch Concept daadwerkelijk invloed heeft kunnen uitoefenen. Tevens besteedde het ministerie in 2012 bijzondere aandacht aan het bevorderen van de maatschappelijke discussie over het Nederlands veiligheidsbeleid. Zo zijn rond de NAVO-top enkele publieke bijeenkomsten georganiseerd om aandacht te genereren en is via de sociale media het publiek actief geïnformeerd over de Nederlandse bijdragen aan de inspanningen ter bevordering van de internationale veiligheid. Dit zal het komend jaar worden voortgezet.

Nederland heeft zich in 2012 via onder meer de IAEA, het NSS, de NPV-PrepCom en het NPDI actief ingezet voor het versterken van het internationale non-proliferatie systeem, het bevorderen van de ontwapeningsagenda en het tegengaan van nucleair terrorisme. Met name via de organisatie van de NSS in 2014 en door een actieve rol binnen het NPDI kan Nederland goed bijdragen aan de realisatie van deze doelen.

Nederland heeft in 2012 een restrictief en transparant wapenexportbeleid gevoerd, waarbij onder meer is ingezet op verdere harmonisering van de toepassing van het EU Gemeenschappelijk Standpunt en een gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven. De review van dit Gemeenschappelijk Standpunt die in 2012 begon is nog gaande, maar heeft al geleid tot de herbevestiging van de gehanteerde acht toetsingscriteria, die voldoen als basis voor een gezamenlijk Europees wapenexportbeleid.

Het humanitaire hulp beleid werd uitgevoerd langs de lijnen van de op 28 maart door de Tweede Kamer geaccordeerde beleidsnota «Hulp aan Mensen in Nood». In 2012 werd de basis gelegd voor meer duidelijkheid en transparantie naar humanitaire NGO’s toe bij subsidieverlening voor door hen voorgestelde activiteiten op het terrein van chronische crisis/early recovery. Nederland streeft naar effectieve en efficiente humanitaire rampenrespons door de EU. In dat verband zette Nederland zich bij de onderhandelingen over de opzet van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulp in voor een bescheiden maar effectieve en kostenefficiënte structuur.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur (x EUR 1.000)
   

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Vastgestelde begroting 2012

Verschil 2012

Verplichtingen:

761 844

596 457

983 155

868 804

114 351

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

847 606

790 134

765 382

785 001

– 19 619

             

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering

         
 

van de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

12 187

12 630

15 945

17 779

– 1 834

             

2.2

Bestrijding en terugdringing van het internationaal terrorisme

         
 

en andere vormen van internationale criminaliteit

500

500

500

500

0

             

2.3

Bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, bevordering van ontwapening, wapenbeheersing en het voeren van een restrictief en transparant wapenexportbeleid

9 575

13 855

17 628

9 613

8 015

             

2.4

Het bevorderen van energievoorzienings- en grondstoffenzekerheid

0

0

0

0

0

             

2.5

Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden

559 032

497 894

473 116

527 157

– 54 041

             

2.6

Effectieve humanitaire hulp

266 312

265 255

258 193

229 952

28 241

             

Ontvangsten

1 084

1 347

1 183

1 165

18

             

2.10

Doorberekening Defensie diversen

162

0

165

165

0

             

2.50

Restituties contributies

922

1 347

1 018

1 000

18

E. Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen op dit artikel is een saldo. Er zijn hogere verplichtingen vanwege de tenders wederopbouw (EUR 96 miljoen waarvan EUR 16 miljoen ten behoeve van Zuid-Soedan) en ontmijning (EUR 40 miljoen). Vanwege vertraging bij de start van de tender ontmijning, zijn enkele lopende tenders van het stabiliteitsfonds verlengd. Er is ook een verhoging vanwege de start van het Midden-Amerika Programma (EUR 35 miljoen). Daarnaast was er geen verplichtingenruimte nodig ten behoeve van de NIMD, aangezien deze verplichting al eind 2011 is aangegaan (EUR 32 miljoen). Tot slot vielen de verplichtingen in de landenprogramma’s wederopbouw lager uit, in het bijzonder in Afghanistan en Soedan.

Uitgaven

Artikel 2.3

Voor artikel 2.3 zijn de uitgaven gestegen met EUR 8 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Voor een toelichting op de mutatie wordt verwezen naar de 2e Suppletoire Begroting.

Artikel 2.5

De uitgaven voor veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden zijn EUR 54 miljoen lager uitgevallen dan in de begroting voorzien. Een deel van de mutaties is eerder toegelicht in de 1e en de 2e Suppletoire Begroting en de Decemberbrief. Daarnaast is er een aantal verlagingen en een verhoging. De verlagingen worden veroorzaakt door lagere uitgaven aan het wederopbouwprogramma in Afghanistan (EUR 5 miljoen) en een lager Nederlands aandeel (EUR 5 miljoen) in de bijdrage aan de VN-contributies voor crisisbeheersingsoperaties op basis van het betaalverzoek vanuit de VN. Daarnaast kent een aantal landenprogramma’s binnen het thema goed bestuur lagere realisaties dan bij 2de suppletoire begroting was voorzien. Dit betreft voornamelijk Tanzania, waar de Tanzaniaanse overheid een groter aandeel in het Local Government Development Grant heeft genomen, hierdoor hoefden de donoren waaronder Nederland minder bij te dragen. De verhoging wordt met name veroorzaakt door een voortvarende uitvoering van het centrale wederopbouwprogramma, waarbij de bijdrage aan het ARTF tegen de verwachting in nog dit jaar werd betaald. Tot slot zijn de uitgaven voor Kunduz lager uitgevallen vanwege vertraging in de betalingen ten behoeve van EUPOL. Ook zijn er lagere uitgaven vanwege vertraging bij de Rule of Law activiteiten in Kunduz.

Artikel 2.6

De uitgaven voor effectieve humanitaire hulp zijn gestegen ten opzichte van de ontwerpbegroting. In de Decemberbrief en 2de Suppletoire Begroting is eerder al een stijging van EUR 30,5 miljoen toegelicht. Daarnaast vindt er een verlaging van EUR 2,2 miljoen plaats aangezien de reservering voor noodhulp in niet-DAC-landen amper is aangesproken.

Licence