Base description which applies to whole site

Niet-beleidsartikel 11 Algemeen

Regeerakkoord Rutte–Verhagen

Als onderdeel van de taakstelling op het Rijk van de regering Rutte–Verhagen dient Buitenlandse Zaken structureel EUR 85 miljoen te bezuinigen op apparaatsuitgaven. Als gevolg van het Begrotingsakkoord 2013 is dat een structurele bezuiniging van EUR 90,5 miljoen geworden. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de bezuinigingen vormgegeven door het project hervormingen en bezuinigingen via diverse projecten, die verdeeld zijn over vier clusters: Den Haag, postennet, bedrijfsvoering en consulaire zaken, en OS-beleid. De invulling en uitvoering van deze taakstelling verloopt grotendeels conform planning, met een aantal uitzonderingen in de modernisering- en digitaliseringsagenda.

Postennet

De taakstelling wordt grotendeels verhaald op het postennet. Hiermee nemen de uitgaven voor het postennetwerk af. Doelstelling is om het postennet slanker en sterker te maken met als doel een flexibele en moderne inzet. Conform de kamerbrief Modernisering Diplomatie zijn vijf posten gesloten: Montevideo, Quito, Yaoundé, Asmara en het Consulaat-Generaal Barcelona. Dit zal worden gevolgd door de sluiting van Guatemala, Managua, La Paz, Ouagadougou en Lusaka in 2013. Daar tegenover staat de opening van twee posten Juba en Panama en binnenkort een Consulaat-Generaal in West-China. Doordat het aantal OS-partnerlanden is teruggebracht naar 15 landen neemt het aantal medewerkers op dit terrein af. Daarnaast neemt het aantal uitgezonden medewerkers af ten gevolgen van focus en flexibilisering op de posten. Op het gebied van economische diplomatie en specifieke OS-thema’s is sprake van lichte intensivering. Tot slot worden bezuinigingen ingeboekt door versobering van de arbeidsvoorwaarden en efficiencymaatregelen op de posten. Het slankere postennet wordt mede mogelijk gemaakt door de regionalisering van back office taken door regionale service organisaties (RSO’s). Twee RSO’s waren in 2012 operationeel en vier RSO’s bevonden zich in de implementatiefase. Uiteindelijk dienen acht RSO’s operationeel te zijn.

Kerndepartement

Op het kerndepartement wordt de bezuiniging ingevuld door krimp en een ander inrichting van de beleidskern, centralisatie van de bedrijfsvoering en versobering- en efficiencymaatregelen. Versobering is onder anderen ingevuld op dienstreizen en representatie.

Ten gevolgen van de taakstelling regering Rutte–Verhagen wordt er tot 2015 13 procent gekort op formatieplaatsen op het ministerie (inclusief postennet). Daarnaast zullen lokale formatieplaatsen wegvallen.

Budgettaire gevolgen

Niet-beleidsartikel 11 algemeen (x EUR 1.000)
   

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Vastgestelde begroting 2012

Verschil 2012

Verplichtingen:

769.094

695.730

817.218

730.691

86.527

             

Uitgaven:

788.802

695.617

818.372

739.203

79.169

             

11.1

Apparaatsuitgaven

788.802

695.617

818.372

739.203

79.169

             

Ontvangsten

75.007

152.939

50.400

58.626

– 8.226

             

11.10

Diversen ontvangsten

75.007

64.193

50.400

58.626

– 8.226

             

11.20

Koersverschillen

0

88.746

0

0

0

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen hangt samen met de verhoging van de uitgaven zoals hieronder beschreven, inclusief de gevolgen van de koersontwikkeling van de euro ten opzichte van andere valuta. Een klein deel van het verplichtingenbudget voor materiele uitgaven was al in 2011 aangegaan waardoor de uiteindelijke realisatie voor de verplichtingen lager is.

Uitgaven

Om de apparaatsuitgaven toe te lichten, wordt onderscheid gemaakt tussen personele- en materiële kosten en de koersontwikkeling. De personele uitgaven laten een daling zien van EUR 23,7 miljoen. Als gevolg van een afname van het aantal uitgezonden medewerkers dalen de loonkosten van uitgezonden personeel. Dat geldt ook voor personeel dat werkzaam is op het departement. Daar tegenover staan hogere loonkosten voor lokaal personeel, mede als gevolg van de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling. De materiële uitgaven vallen ruim EUR 2,3 miljoen hoger uit. Een deel van de stijging ontstaat als gevolg van hogere realisaties op onderdelen ten behoeve van huisvesting buitenland. Ook is in 2012 geïnvesteerd in digitalisering en zijn er extra kosten gemaakt vanwege de verhuizing van een aantal dienstonderdelen naar het hoofdpand en de overgang van het Directoraat Buitenlandse Economische Betrekkingen vanuit het ministerie van Economische Zaken naar Buitenlandse Zaken. Daarnaast zijn de uitgaven voor huur- en beveiligingskosten lager dan was voorzien. Ten slotte wordt de stijging veroorzaakt door koersverschillen. Deze ontstaan doordat alle betalingen in buitenlandse valuta om administratieve redenen het gehele jaar worden verwerkt tegen een vaste wisselkoers. Voor de USD was deze vaste koers in 2012 USD 1,43 per EUR.

Ontvangsten

De diverse ontvangsten laten per saldo een lagere realisatie zien. Er is een meevaller op de post compensabele ontvangsten. Dat komt vooral door opbrengsten uit verkochte roerende goederen door de posten en restituties door andere departementen voor lokaal personeel. De diverse ontvangsten OS zijn lager uitgevallen dan het bedrag dat voor deze post was opgenomen. Ook de niet compensabele ontvangsten vallen lager uit omdat minder onroerend goed is afgestoten dan oorspronkelijk voorzien.

Bijdrage aan Shared Service Organisatie (SSO) in miljoen EURO

SSO

Raming 2012

Realisatie 2012

P-direct

0,3

0,3

FMHaaglanden

11,0

11,9

Doc-direct

2,8

2,8

Werkmaatschappij

4,0

6,4

RGD

12,0

12,5

Totaal

30,1

34,1

Kengetallen personeel en materieel

 

begroting

realisatie

Personeel

2012

2012

Loonkosten departement

   

Gemiddelde bezetting

1.701

1.661

Gemiddelde prijs

76.000

76.914

Toegelicht begrotingsbedrag

129.288

127.792

     

Loonkosten posten

   

Gemiddelde bezetting

1.076

985

Gemiddelde prijs

95.500

93.202

Toegelicht begrotingsbedrag

102.799

91.776

     

Totaal loonkosten ambtelijk personeel

   

Gemiddelde bezetting

2.778

2.646

Gemiddelde prijs

83.557

82.975

Toegelicht begrotingsbedrag

232.087

219.568

     

Vergoedingen

   

Gemiddelde bezetting

1.076

985

Gemiddelde kosten

71.282

75.946

Toegelicht begrotingsbedrag

76.730

74.784

     

Lokaal personeel

   

Gemiddelde bezetting

2.264

2.262

Gemiddelde prijs

41.000

43.431

Toegelicht begrotingsbedrag

92.844

98.261

     

Attachés

   

Gemiddelde bezetting

365

336

     

Materieel

   

Gemiddelde bezetting

5.407

5.245

Gem. Kosten

43.373

40.910

Toegelicht

234.523

214.558

     

Totaal toegelicht begrotingsbedrag

636.184

607.171

     

Overige apparaatskosten

103.019

95.919

koersverschillen

PM

115.282

     

Totaal artikel 11 apparaatsuitgaven

739.203

818.372

Licence