Base description which applies to whole site

14: CULTUUR

Artikel

Algemene doelstelling

Het bevorderen van een sterke, pluriforme, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige cultuursector en het zorgen voor het erfgoed.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister heeft een wettelijke verantwoordelijkheid voor het cultuurbeleid. Dit is aanvullend op het cultuuraanbod dat zonder betrokkenheid van de overheid tot stand komt. De Minister is verantwoordelijk voor het scheppen van voorwaarden voor het in stand houden, ontwikkelen en sociaal en geografisch spreiden van cultuuruitingen. Overwegingen van kwaliteit en verscheidenheid zijn daarbij leidend.

Financieren: De Minister heeft een financierende rol door het bekostigen van de basisinfrastructuur cultuur en subsidiëring van specifieke (wettelijke) programma's en regelingen op de terreinen Erfgoed, Kunsten, Letteren en Bibliotheken.

Stimuleren: De Minister heeft een stimulerende rol bij het versterken van de cultuursector door programma’s als ondernemerschap en internationaal cultuurbeleid.

Regisseren: De Minister heeft een regisserende rol bij de uitvoering van en toezicht op het behoud en beheer van het erfgoed, op grond van de Monumentenwet, Archeologiewet en de Archiefwet. Toezicht op naleving van deze wetten ligt bij de Erfgoedinspectie. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed is onder andere belast met de uitvoering van de Monumentenwet. Het Nationaal Archief geeft uitvoering aan de Archiefwet.

Indicatoren en kengetallen

In het rapport Cultuur in Beeld 2013 en de publicatie Kerncijfers worden het bereik, de resultaten en ontwikkelingen van het cultuurstelsel in woord, beeld en cijfers gepresenteerd.

Beleidsconclusies

Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals vermeld in de begroting. Er zijn geen majeure afwijkingen of een noodzaak tot bijstelling aan het licht gekomen.

Daarnaast is in 2013 in de brieven Cultuur Beweegt en de Museumbrief de toekomstvisie voor het cultuurbeleid en het museale stelsel geschetst.

In de visiebrief Cultuur beweegt zijn de artistieke, maatschappelijke en economische waarden belicht. De onderwerpen cultuuronderwijs, talentontwikkeling, creatieve industrie en digitalisering staan op de agenda voor het toekomstig cultuurbeleid. Zo is voor de cultuurkaart in het voortgezet onderwijs langjarige financiering geregeld.

De Museumbrief gaat in op het toekomstige beleid ten aanzien van het museale stelsel. Kernpunten in de brief zijn het stimuleren van de samenwerking tussen musea, behoud van kwaliteit en toegankelijkheid van de collectie. Ter bevordering van de samenwerking tussen musea onderling en andere maatschappelijke partners is aan het Mondriaan Fonds een budget voor vier jaar ter beschikking gesteld.

In het beleidsverslag zijn de activiteiten en stand van zaken naar aanleiding van bovenstaande brieven beschreven.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 14.1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (bedragen x € 1.000)
             

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

     

20091

20101

2011

2012

2013

2013

2013

Verplichtingen

918.594

1.130.082

846.543

2.945.919

819.023

983.643

– 164.620

Waarvan garantieverplichtingen

432.305

767.539

513.001

608.000

621.806

629.000

– 7.194

Uitgaven2

934.749

991.219

931.207

943.170

704.732

789.155

– 84.423

                   

Bekostiging

0

0

738.672

697.313

582.720

591.637

– 8.917

 

Culturele basisinfrastructuur

   

573.119

565.053

465.339

459.177

6.162

   

Vierjaarlijkse instellingen

   

403.749

398.754

330.253

326.002

4.251

   

Vierjaarlijkse fondsen

   

169.370

166.299

135.086

133.175

1.911

 

Monumentenzorg

   

111.353

89.627

82.392

84.145

– 1.753

 

Archieven incl. Regionale Historische Centra

   

27.649

24.652

23.580

24.023

– 443

 

Investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea

   

26.376

16.164

1.362

12.330

– 10.968

 

Cultuureducatie met Kwaliteit

   

0

0

10.000

10.000

0

 

Archeologie

   

175

1.817

47

1.962

– 1.915

                   

Subsidies

0

0

106.819

117.187

87.592

168.277

– 80.685

 

Verbreden inzet cultuur

   

21.481

17.059

4.859

3.802

1.057

 

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

   

8.373

8.686

6.282

6.464

– 182

 

Programma bibliotheekvernieuwing

   

16.094

18.182

17.963

17.836

127

 

Programma leesbevordering

   

2.950

2.934

2.850

2.850

0

 

Programma CRISP

   

0

2.445

2.375

2.375

0

 

Programma erfgoed en ruimte

   

0

427

0

8.000

– 8.000

 

Programma ondernemerschap

   

0

4.337

2.692

4.337

– 1.645

 

Specifiek cultuurbeleid

   

57.921

63.117

21.319

22.613

– 1.294

 

Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur 2009–2012

   

0

0

29.252

100.000

– 70.748

                   

Opdrachten

0

0

0

2.424

1.708

2.351

– 643

 

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

   

0

2.424

1.708

2.351

– 643

                   

Bijdrage aan agentschappen

22.704

22.292

21.481

28.862

29.527

23.148

6.379

 

Nationaal Archief

22.704

22.292

21.481

28.862

29.527

23.148

6.379

                   

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

3.817

3.185

3.742

– 557

 

Uitvoering internationale verdragen

   

0

2.513

1.737

2.664

– 927

 

Uitvoering internationale contributies

   

0

1.048

1.405

1.028

377

 

Europese samenwerking

   

0

256

43

50

– 7

Ontvangsten

35.794

36.217

34.961

17.072

9.613

1.945

7.668

1

Door de presentatie van verantwoord begroten zijn de uitgaven voor de jaren 2009 en 2010, met uitzondering van de bijdrage Nationaal Archief, niet meer te reconstrueren (zie hiervoor leeswijzer).

2

De vergelijkende cijfers 2009 tot en met 2012 zijn inclusief de apparaatskosten RCE. Vanaf 2013 zijn deze opgenomen in Artikel 95 Apparaatskosten.

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen is € 164,5 miljoen lager dan geraamd. Het verschil met de uitgaven wordt onder meer veroorzaakt door de volgende mutaties. Een neerwaartse bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een correctie voor de culturele basisinfrastructuur (– € 21,9 miljoen), een correctie op de raming monumentenzorg (– € 30 miljoen) en een aanpassing van de verplichtingenruimte van het SIOB, leesbevordering en Creatieve Industrie (– € 23,1 miljoen).

Garanties

Op de garanties voor achterborgstellingen / indemniteit zijn per saldo € 7,194 miljoen minder garanties verleend.

Uitgaven

De realisatie van de uitgaven is € 84,4 miljoen lager dan oorspronkelijk geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt door een mutatie van ruim € 70 miljoen op de regeling frictiekosten. De realisatie op de ontvangsten is € 7,7 miljoen hoger dan geraamd. De verschillen worden verder verduidelijkt bij de toelichting op de instrumenten.

Bekostiging

Toelichting op de instrumenten

Culturele basisinfrastructuur

De culturele basisinfrastructuur wordt voor een periode van vier jaar bekostigd. Het nieuwe cultuurstelsel voor de periode 2013–2016 is beschreven in de brief besluiten over de culturele basisinfrastructuur van 18 september 2012.

De culturele basisinfrastructuur bestaat uit vierjaarlijkse instellingen op het gebied van de podiumkunsten (toneel, dans, opera en orkesten), de beeldende kunsten, film, musea, letteren en bibliotheken, architectuur, vormgeving, nieuwe media, cultuureducatie en een aantal bovensectorale instellingen. Daarnaast zijn er de cultuurfondsen die sectoraal zijn georganiseerd.

Het budget van de Culturele basisinfrastructuur is bij Najaarsnota per saldo met € 6,1 miljoen verhoogd. Dit betreft de loon- en prijsbijstelling 2013 op de huisvesting musea van € 3,1 miljoen en compensatie naar aanleiding van bezwaar en beroep van € 0,7 miljoen. Het budget van de vierjaarlijkse fondsen is bij Najaarsnota verhoogd met € 1,9 miljoen.

Monumentenzorg

In 2013 is uitvoering gegeven aan het beleid opgenomen in de begroting. Het stelsel van de monumentenzorg is gemoderniseerd met de wetswijziging van de Monumentenwet in 2011. De brief van 16 september 2011 geeft informatie over de wijze waarop subsidie voor instandhouding en restauratie van rijksmonumenten vanaf 2012 ingezet zal worden. Voor de verdeling van de reguliere restauratiemiddelen zijn de provincies verantwoordelijk, zoals vastgelegd in het convenant met het Interprovinciaal Overleg (IPO). Verdere ondersteuning van instandhouding van monumenten vindt plaats langs de weg van de fiscale aftrek, het vernieuwde Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten (BRIM), de herbestemmingsregelingen, het revolving Fund voor woonhuismonumenten en de Restauratiefonds-hypotheek-plus. Via dit fonds kunnen eigenaren van andere monumenten dan woonhuizen voor restauratie een laagrentende lening krijgen uit het Revolving Fund Plus van het Nationaal Restauratiefonds (NRF).

Archieven inclusief Regionaal Historische Centra

In 2013 is in samenwerking met vertegenwoordigers uit de archiefsector uitvoeringgegeven aan het Archiefconvenant. Hiermee wordt beoogd overheidsinformatie duurzaam te beheren en een eigentijdse invulling te geven aan het begrip openbaarheid. De coördinatie voor het uitvoeringsprogramma ligt bij het Nationaal Archief.

Investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea

Deze middelen zijn voor huisvesting van collecties van rijksgesubsidieerde musea. Het doel van deze middelen is huisvesting voor deze collecties geschikt en toegankelijk te maken voor het publiek. De post bestemd voor investeringen voor huisvesting van collecties van rijksgesubsidieerde musea is bij Najaarsnota verlaagd. Deze middelen worden bij Voorjaarsnota middels een kasschuif aan de meerjarenraming toegevoegd.

Cultuureducatie met kwaliteit

In 2013 is uitvoering gegeven aan het programma Cultuureducatie met Kwaliteit zoals opgenomen in de begroting. Scholen in het primair onderwijs ontvangen via de prestatiebox een bedrag van in totaal € 18 miljoen (dit is € 10,90 per leerling). Binnen de matchingsregeling Cultuureducatie met Kwaliteit van het Fonds voor Cultuurparticipatie is per 1 maart 2013 de uitvoering van lokale projecten en programma’s gestart. Het gaat hierbij om een totaalbudget van € 10 miljoen per jaar van het rijk, dat door gemeenten en provincies met een zelfde bedrag wordt verhoogd. Ten slotte is in 2013 de regeling flankerend beleid Cultuureducatie met Kwaliteit van het Fonds voor Cultuurparticipatie begonnen.

Archeologie

Naar aanleiding van de evaluatie van de archeologiewetgeving wordt het archeologiebestel vanaf 2012 versterkt door het ontwikkelen van een nieuwe archeologische kenniskaart. Hiermee wordt alle landelijke informatie over archeologie verzameld, gebundeld en toegankelijk gemaakt voor gemeenten en andere belanghebbenden. Tevens is in 2013 ingezet op de prioriteiten die in de beleidsreactie op de evaluatie zijn genoemd. De rijksoverheid heeft daarnaast middelen besteed aan het beheer en onderhoud van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie. Het budget is in 2013 naar de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed overgeboekt.

Subsidies

Verbreden inzet cultuur

Deze middelen zijn met name bedoeld voor digitaliseringprojecten in de cultuursector en monitoring van educatiebeleid. De verhoging van het budget betreft de verrekening van uitgaven met Agentschap.nl voor digitaliseringsprojecten.

Voor behoud van de Cultuurkaart zijn, conform de visiebrief Cultuur beweegt, in 2013 extra middelen vrijgemaakt. In 2013 is aan de stichting CJP voor de tegoeden op de Cultuurkaart voor het schooljaar 2013–2014 subsidie toegekend.

Internationaal Cultuurbeleid

In een gezamenlijke brief hebben de bewindspersonen van OCW en BZ in 2012 hun visie op internationaal cultuurbeleid naar de Tweede Kamer gezonden. De doelen voor het internationaal cultuurbeleid zijn het bijdragen aan het internationaal niveau van Nederlandse topinstellingen, het bevorderen van een vooraanstaande internationale marktpositie van kunstenaars, cultuur als bijdrage aan de versterking van het Nederlands economisch belang en van de culturele diplomatie. In de subsidiëring van de BIS-instellingen en door de cultuurfondsen wordt hier nadrukkelijk aandacht aan besteed.

Voor creatieve industrie, één van de negen topsectoren, is het versterken van de internationale marktpositie prioriteit. In opdracht van de Ministeries van OCW en BZ voert het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, in samenwerking met het Nieuwe Instituut, hiervoor het Programma Internationalisering Creatieve Industrie 2013–2016 uit. Dit programma richt zich op het versterken van de internationale reputatie van de Nederlandse creatieve industrie (architectuur, vormgeving, mode, gaming en e-cultuur) en het opbouwen van duurzame netwerken en marktverruiming.

2013 was tevens het bilaterale jaar met Rusland. DutchCulture (voorheen SICA) coördineerde het culturele programma.

Programma bibliotheekvernieuwing

Dit budget is besteed ten behoeve van het beheer, de verdere opbouw en de doorontwikkeling van de landelijke digitale bibliotheek. Deze taak werd in 2013 uitgevoerd door het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken.

Programma leesbevordering

Dit budget is besteed aan de uitvoering van het Actieplan Kunst van lezen 2012–2015. Kunst van lezen vormt de culturele pendant van het Actieplan Laaggeletterdheid.

Programma CRISP

Naast de prioriteiten die onder internationaal cultuurbeleid zijn genoemd voor creatieve industrie, is er ook een afzonderlijk onderzoeksprogramma Creative Industry Scientific Programme (CRISP). De middelen zijn in 2013 ingezet voor het behalen van het doel: het ontwikkelen van een kennisbasis, methoden en instrumenten bij hogescholen, universiteiten en bij bedrijven met het oog op het ontwerpen van innovatieve fysieke en digitale producten en diensten voor de markt.

Programma erfgoed en ruimte

Deze middelen zijn besteed aan de uitvoering van het programma Visie Erfgoed en Ruimte vanaf 2013. Hierin geeft het rijk aan welke cultuurhistorische gebieden en opgaven hij van (inter)nationaal belang vindt en waar het rijk een rol ziet in het gebiedsgerichte erfgoedmanagement. Het budget ad € 8 miljoen is in 2013 naar de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed overgeboekt.

Programma ondernemerschap

Het programma ondernemerschap Cultuur heeft als doel het versterken van ondernemerschap in de culturele sector. Zowel bij instellingen als bij makers. Het programma bestaat uit vier onderdelen: het leiderschapsprogramma cultuur dat in de zomer 2013 is gestart; de communicatiestrategie «Cultuur, Daar Geef Je Om» gelanceerd in augustus 2012; de coachingstrajecten die eind 2013 zijn begonnen en als laatste onderdeel ondersteuning van individuele makers bij het opbouwen van de beroepspraktijk. De branche is betrokken bij ondersteuning van ondernemerschap.

Specifiek Cultuurbeleid

De Actieagenda architectuur en ruimtelijk ontwerp 2013–2016 is een interdepartementaal werkprogramma. De middelen voor architectuur en ruimtelijk ontwerp worden gebruikt om de positie van het ontwerp en de ontwerpers te versterken.

Onder deze post vallen tevens het budget voor de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen Tweede Wereldoorlog en de subsidie ten behoeve van het Jheronimus Boschjaar.

Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur

Op basis van de Regeling frictie- en transitiekosten konden instellingen waarvan de subsidie vanaf 2013 is beëindigd of substantieel verlaagd onder omstandigheden aanspraak maken op compensatie van het rijk voor frictie- en transitiekosten. Het verschil tussen begroting en realisatie 2013 wordt veroorzaakt door de versnelde betalingen die reeds in 2012 aan culturele instellingen zijn gedaan. Daarnaast betreft het verschil reallocatie van middelen conform de brief Cultuur beweegt.

Opdrachten

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

Dit budget is besteed voor opdrachten die bestaan uit het inhuren van bureaus voor beleidsonderzoek, evaluaties, visitatie/monitoring en versterking van de kennisbasis in de cultuursector.

Bijdragen aan agentschappen

Nationaal Archief

Deze middelen betreffen de rijksbijdrage aan het Nationaal Archief. De baten en lasten van deze dienst worden apart in het jaarverslag opgenomen. Het budget voor het Nationaal Archief is per saldo met € 6,4 miljoen verhoogd. Dit betreft een overboeking uit Specifiek cultuurbeleid ten behoeve van de Digitale Taken Rijksarchieven van € 3 miljoen. Voor het overige betreft het een verhoging ten behoeve van de uitvoering van het Archiefconvenant, het Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed, taken Erfgoed Nederland en Archiefdepots.

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

Uitvoering internationale verdragen en contributies en Europese samenwerking

Naast de prioriteiten die onder internationaal cultuurbeleid zijn genoemd, is Nederland aan een aantal verplichtingen gebonden en draagt het bij aan de uitvoering van internationale verdragen. Dit geldt voor de UNESCO erfgoedverdragen voor werelderfgoed, immaterieel erfgoed, de bescherming van cultureel erfgoed bij gewapend conflict en de bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen. Ook wordt in dit kader bijgedragen aan het Europees filmprogramma (Eurimages) en de Nederlandse Taal Unie.

Ontvangsten

De ontvangstenraming is opwaarts bijgesteld als gevolg van terugontvangsten van lagere vaststellingen van subsidies en ontvangsten PRIMA-middelen en het aankoopfonds.

Artikel

Licence