Base description which applies to whole site

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Algemene doelstelling

Het stimuleren en bewaken van veilige vervoer- en watersystemen en een duurzame leefomgeving.

Financieren

Rol en verantwoordelijkheden

De Minister is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving in het transport en de leefomgeving. De Minister van EZ is belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van kernenergie, de verantwoordelijkheid voor de Kernenergiewet en de aansturing van de Kernfysische Dienst. De Minister van BZK heeft een medeverantwoordelijkheid inzake wonen en bouwen. De Minister heeft een nationale coördinatie- c.q. verantwoordingsverplichting richting de EU ten aanzien van internationale milieuregelgeving.

De taak van de Inspectie Leefomgeving en Transport is er voor te zorgen dat bedrijven, organisaties en overheidsinstanties (de ondertoezichtstaanden) de wet- en regelgeving op het terrein van duurzame leefomgeving en de fysieke veiligheid naleven. Bij de totstandkoming van wet- en regelgeving beoogt de wetgever een door haar gewenst niveau van veiligheid en duurzaamheid te bewerkstelligen. Daarbij worden de rechtsbeginselen van rechtvaardigheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid gehanteerd, met een oog voor de nalevingseisen die van de ondertoezichtstaanden worden gevraagd (administratieve lasten). Zij streeft samenwerking met andere overheidspartners na.

(Doen) uitvoeren

De Minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijke taken van het agentschap ILT. De Minister van EZ is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van nucleaire zaken, de Minister van BZK is mede verantwoordelijk op het terrein van wonen en bouwen.

De rol uitvoeren heeft betrekking op:

  • Vergunningverlening;

  • Toezicht door middel van objectinspecties, administratie controles, audits, convenanten en digitale inspecties;

  • Incidentafhandeling en onderzoek.

Een uitgebreidere toelichting op de producten is te vinden in de agentschapsparagraaf van de inspectie.

Indicatoren en kengetallen

Indicatoren ILT – aantal vergunningen en inspecties 2013
 

administratieve controles

audits

convenanten

dititale inspecties

object inspecties

verleende vergunningen

reizigersklachten

 

planning

realisatie

planning

realisatie

planning

realisatie

planning

realisatie

planning

realisatie

planning

realisatie

planning

realisatie

Risicovolle bedrijven

335

535

155

313

7

1

0

0

805

922

170

179

   

Rail- en wegvervoer

1.185

1.157

425

220

59

54

5.000

1.153

18.775

20.416

1.566

2.844

   

Scheepvaart

100

14

73

51

35

6

0

0

4.763

4.971

7.400

8.991

   

Luchtvaart

0

0

329

319

30

15

0

0

1.005

1.069

15.000

5.352

3.000

2.600

Risicovolle stoffen en producten

1.335

1.225

28

47

0

0

0

0

3.855

3.089

3.010

2.705

   

Water, bodem en bouwen

330

2.869

2

0

3

0

0

0

5.905

4.145

25

31

   

Transport gevaarlijke stoffen

               

7.150

7.239

       

totaal

3.285

5.800

1.012

950

134

76

5.000

1.153

42.258

41.851

27.171

20.102

3.000

2.600

Bron: ILT

Toelichting

De geplande aantallen in bovenstaand overzicht kunnen op een aantal plaatsen licht afwijken van de aantallen in het Meerjarenplan ILT 2013–2017, het uitgebreidere uitvoeringsprogramma van de inspectie, dat enige maanden na de begroting 2013 is vastgesteld.

Het aantal administratie controles is over de hele linie conform planning uitgevoerd. Belangrijk daarbij is dat bij Water, bodem en bouwen door wijziging van taken ook het totaal geraamde controles, na vaststelling van de begroting, aanzienlijk is gewijzigd. Hierdoor was het geraamde aantal in de begroting vanaf begin 2013 niet meer volledig actueel cq. volledig. De controles bij scheepvaart vertonen een geflatteerd beeld, omdat in bovenstaande overzicht de controles bij gevaarlijke stoffen niet geheel zijn meegenomen.

Bij de audits is in totaal 95% gerealiseerd conform planning. Met name de audits bij het domein Rail- en wegvervoer bleven achter bij de planning. Omdat de audits bij de ondertoezichtstaanden in het wegvervoer op vrijwillige basis plaatsvinden en de bereidheid van de bedrijven (vooral in het taxivervoer) afnam, liep de productie hier sterk terug.

De realisatie van het aantal convenanten ligt, met uitzondering van het domein Rail- en wegvervoer, over de hele linie ver beneden de planning zoals opgenomen in de begroting. De convenanten zijn arbeidsintensief en de bereidheid om convenanten af te sluiten, lijkt in een aantal sectoren te zijn afgenomen. De afwijking van het aantal gerealiseerde convenanten, ten opzichte van het Meerjarenplan 2013, is minder klein, omdat inmiddels op basis van voortschrijdend inzicht, de planning naar beneden is bijgesteld.

Het aantal digitale inspecties is achtergebleven door het niet tijdig gereed zijn van de technische installaties.

Er werden nagenoeg even veel objectinspecties uitgevoerd als oorspronkelijk gepland, hoewel dit beeld over de domeinen wisselt. De domeinen Risicovolle stoffen en Water, bodem en bouwen hebben hier iets minder inspecties gerealiseerd dan gepland. Bij het laatste domein bleek bij het toezicht op legionella meer capaciteit nodig dan geraamd.

Het aantal verleende vergunningen is, met uitzondering van luchtvaart, over de hele linie een stuk hoger dan geraamd. In het najaar van 2012 is het geplande aantal vergunningen in de luchtvaart op basis van de toen actuele inzichten sterk verlaagd van 15.000 naar 6.500. De vraag naar vergunningen bleek in 2013 lager dan de aangepaste raming. De sterke afwijking in het domein Rail- en wegvervoer wordt veroorzaakt door het afwijkend verloop van de afgifte van de machinistenvergunning (eerste afgifte).

Beleidsconclusies

De inspectie baseerde haar optreden steeds meer op een risicoselectie. Goedpresterende ondertoezichtstaanden werden minder onderworpen aan inspecties; de vrijkomende capaciteit werd meer gericht op bedrijven waar de naleving (eerder) te wensen overliet. Hiermee geeft de inspectie invulling aan het beginsel «vertrouwen, tenzij» om de toezichtlast voor burgers en bedrijven te beperken. Dit vertrouwen krijgt vorm in handhavingsconvenanten met ondertoezichtstaanden. De inspectie sloot 76 convenanten af. In lijn met de afgesloten handhavingsconvenanten is het toezicht verder verschoven van fysieke (object) inspecties naar audits. De inspectie blijft reality-checks uitvoeren parallel aan de afgesloten handhavingsconvenanten.

De inspectie investeerde in het verbeteren en uniformeren van haar processen. Als gevolg van het capaciteitsbeslag dat daardoor op de medewerkers is gelegd, zijn op een aantal terreinen minder inspecties uitgevoerd dan oorspronkelijk gepland. Ook in 2013 heeft de inspectie de samenwerking met andere toezichthouders versterkt.

De taken van AgentschapNL rond de vergunningverlening en het toezicht op de overbrenging van afvalstoffen (EVOA) over onze nationale grenzen werden inclusief de daaraan werkzame medewerkers door de inspectie overgenomen.

De inspectie continueerde en verstrekte de samenwerking met de andere toezichthouders. Het gaat daarbij onder andere om samenwerking met de inspectie SZW, de NVWA, Rijkswaterstaat, de politie en de Douane.

Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht van de budgettaire gevolgen van beleid (x € 1.000)

24

Handhaving en toezicht

   

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 
   

2011

2012

2013

2013

2013

 

Verplichtingen

   

130.230

136.654

– 6.424

1

Uitgaven

   

130.230

136.654

– 6.424

 

24.01

Handhaving en toezicht

   

130.230

136.654

– 6.424

 

24.01.03

Bijdrage aan het agentschap ILT

   

111.857

118.069

– 6.212

 
 

– Risicovolle bedrijven

   

9.251

20.088

– 10.837

2

 

– Rail en wegvervoer

   

29.330

28.971

359

 
 

– Scheepvaart

   

17.985

17.765

220

 
 

– Luchtvaart

   

15.799

16.262

– 463

 
 

– Risicovolle stoffen en producten

   

39.492

34.983

4.509

3

24.01.06

Bijdrage aan het agentschap ILT

   

18.373

18.585

– 212

 
 

– Water, bodem, bouwen

   

18.373

18.585

– 212

 
 

Ontvangsten

   

0

0

0

 

Verplichtingen (ad 1)

Toelichting op de financiële instrumenten

Het verschil in de verplichtingenrealisatie is terug te voeren op de verschillen in de overdrachten van budgetten welke hieronder bij Risicovolle bedrijven (ad 2) en Risicovolle stoffen en producten (ad 3) worden toegelicht.

24.01 Handhaving en toezicht
24.01.03 Bijdrage aan het agentschap ILT

Risicovolle bedrijven (ad 2)

De inspectie heeft in 2013 op het terrein van de nucleaire veiligheid, transport en handelingen met overige radioactieve bronnen en stoffen haar inzet gericht op het (continu) verbeteren van het naleefgedrag van haar ondertoezichtstaanden. Dit is niet enkel gebeurd door het beoordelen van veiligheidsrelevante wijzigingen van nucleaire installaties, maar ook door het houden van toezicht. Het verschil tussen de realisatie en de vastgestelde begroting 2013 binnen risicovolle bedrijven is het gevolg van overdracht van budgetten aan EZ ten behoeve van de Kernfysische Dienst.

Het verscherpt toezicht op Nuclear Research & Consultancy Group (NRG) is, na enkele incidenten, verzwaard om de naleving van relevante wet- en regelgeving op het juiste niveau te krijgen. De incidenten bij NRG zijn door de Kern Fysische Dienst (KFD) ook gepubliceerd en NRG heeft eind 2013 zelf besloten tot het stilleggen van alle nucleaire installaties. Verder heeft de KFD toezicht gehouden op het meetonderzoek aan het reactorvat van Kerncentrale Borselle (KCB). Er is geconcludeerd dat het meetonderzoek correct is uitgevoerd en dat er geen hydrogen flakes aanwezig zijn in de wand van het KCB reactorvat.

Voor de externe veiligheid, met name gerelateerd aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), was de inzet gericht op het verbeteren van de naleving en het verkrijgen van beter inzicht in het naleefgedrag van bepaalde doelgroepen. In het kader van de Wabo is gestart met het toezicht op de inrichtingen in Caribisch Nederland. Een forse inzet is nodig om de naleving van de betreffende inrichtingen op niveau te krijgen.

Uit onderzoek op het terrein van opslag van gevaarlijke stoffen blijkt onder andere dat bij het onderdeel brandveiligheid de naleving aanzienlijk is verbeterd, maar dat opslag van stoffen in landtanks onvoldoende voldoet aan de afspraken die in het kader van de taskforce Buncefield zijn gemaakt.

In het kader van toezicht Wabo was de verbetering van de brandveiligheid bij defensiegebouwen een belangrijk speerpunt. Door bezuinigingen bij Defensie komt het beoogde systeemgericht toezicht onvoldoende van de grond en wordt steeds vaker op een «klassieke» wijze toezicht gehouden. Er blijft zorg over de naleving. In het kader van de Wabo zijn twee monitoringsonderzoeken uitgevoerd. Uit beide onderzoeken, te weten asbest op scholen en de omgang van gemeenten met asbest, blijkt duidelijk dat voor de verbetering van de naleving aandacht van het bevoegde gezag nodig blijft.

Op het terrein van de genetisch gemodificeerde organismen had bij het ingeperkt gebruik het toezicht op de interne controles door de biologische- veiligheidsfunctionarissen prioriteit. Hiernaast is door middel van monstername en analyse van geïmporteerde zaadmonsters van verschillende partijen maïs, koolzaad en alfalfa/luzern geconstateerd dat geen vermenging met ggo-variëteiten is opgetreden.

Op het terrein van het buisleidingentoezicht is de aandacht in bijzonder gegaan naar prestatiemeting en verantwoording door de buisleidingexploitanten.

Rail- en wegvervoer

De naleving binnen de spoorsector is vrij hoog. Basis daarvan is een goed ontwikkeld stelsel van veiligheidseisen binnen de sector. Dat neemt niet weg dat de opvolging van aanbevelingen van de Onderzoeksraad van de Veiligheid (OvV) en de inspectie naar aanleiding van incidenten te wensen over laat.

Het onderzoek naar de problemen met de Fyra (V250) op de HSL leidde tot het stilzetten van het vervoer met de V250 door de exploitant HSA en uiteindelijk tot het afzien van de hele exploitatie van de V250 vanwege geconstateerde ernstige gebreken aan het voertuig.

De naleving in het besloten busvervoer binnen Nederland en het internationale busvervoer naar en vanuit Nederland is relatief hoog en ligt tussen de 80 en 90%. Met de Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf (STKB) wordt gewerkt aan herijking van het keurmerk en handhavingsconvenant.

De inspectie signaleert dat er steeds meer ZZP’ers en mensen met een nul-urencontract in het taxivervoer werkzaam zijn. De bedrijfsadministratie is vaak slecht en de voor de ondernemersvergunning vereiste vakbekwaamheid wordt niet daadwerkelijk ingebracht. Door het ontlopen van hoofdelijke aansprakelijkheid ontstaan veel eenvoudige faillissementen. Daardoor kunnen boetes vaak niet meer geïnd worden en heeft dit instrument weinig effect.

Belangrijk aandachtspunt was de manipulatie met de digitale tachograaf. De handhaving van de bepalingen rond rij- en rusttijden, die samen met RDW en politie wordt uitgevoerd, vergde meer capaciteit dan eerder gepland. Ook bij overbelading werden meer overtredingen geconstateerd, wel nam de (gemiddelde) zwaarte van de overtreding af.

Scheepvaart

Belangrijke aandachtspunten in het toezicht op de binnenvaart blijven de stabiliteit/stuwage, de vaartijden, de bemanningssterkte en het (technisch) onderhoud. De inspectie besteedde extra aandacht aan de naleving van de nieuwe Binnenvaartwet (vooral vaartijden en bemanningssterkte).

Het veiligheidsbewustzijn in de koopvaardij ligt op een behoorlijk niveau en de naleving is op de meeste onderdelen goed te noemen. De koopvaardij is een internationaal opererende sector en de wetgeving wordt door internationale organisaties als IMO en EU bepaald.

De bedrijven in de visserij zijn veelal familiebedrijven in maatschapvorm. De bedrijfsrendementen staan onder druk door vangstbeperkende maatregelen. Daardoor gaan bedrijven op zoek naar mogelijkheden om goedkoper te kunnen exploiteren. Het veiligheidsbewustzijn en het veilig handelen in de visserij blijft een punt van zorg.

Luchtvaart

De naleving in de luchtvaart blijft onverkort hoog. Hierbij moet wel onderscheid worden gemaakt tussen de commerciële luchtvaart en de general aviation (kleinere maatschappijen en vliegverenigingen). In de general aviation is de naleving een punt van aandacht. De inspectie werd geconfronteerd met de problematiek van mogelijk giftige stoffen in de cockpits van vliegtuigen. Dit probleem wordt nu door een medische faculteit onderzocht. De naleving bij medische keuringsinstanties bleek zeer hoog.

Het aantal klachten van passagiers (op grond van het zogenaamde Sturgeon arrest) nam niet verder toe en stabiliseerde op een niveau van 2.500. De inspectie verwacht de komende jaren een afname. De inspectie zette de risicogerichte aanpak voort. Onderdeel daarvan vormde de ontwikkeling van nieuwe inspectiemethodes. Tevens is de handelswijze rondom drones vastgesteld. Daarnaast is vooral gekeken naar systeemtoezicht bij bedrijven met goedwerkende veiligheidsmanagementsystemen. Met de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie is een samenwerkingsconvenant afgesloten.

Risicovolle stoffen en producten (ad 3)

De inspectie investeerde in de samenwerking met de Europese handhavingspartners (IMPEL-TFS). Het verschil tussen de realisatie en de vastgestelde begroting 2013 binnen risicovolle stoffen en producten is het gevolg van overdracht van budgetten van EZ (ten laste van EVOA). Doel van de samenwerking is om door betere informatiedeling en harmonisatie van de implementatie van Europese regelgeving tot een betere handhaving te komen. Bij inspecties van de inzameling van afgewerkte olie en scheepsafvalstoffen zijn bij de helft van de controles overtredingen geconstateerd. In de meeste gevallen was een waarschuwing van de inspectie voor het bedrijf voldoende om de overtreding te herstellen. Een aantal gemeenten rondom de voormalige asbestfabrieken in Goor en Harderwijk hebben, na aandrang daartoe door de inspectie, actief de sanering van asbesthoudende wegen opgepakt.

De inspectie heeft de aanpak van het transport van vuurwerk via postpakketten verder ontwikkeld en nadrukkelijk de samenwerking gezocht met de bedrijven die de postpakketten bezorgen. De structuur van de opsporing van milieucriminaliteit heeft in 2013 een sterke impuls gekregen. Op het gebied van REACH, luchtverontreinigende stoffen en vuurwerk zal de inspectie, gegeven de bevindingen uit 2013, het toezicht intensiveren.

24.01.06 Bijdrage aan het agentschap ILT

Water, bodem, bouwen

Het jaar 2013 stond in het teken van het toezicht op de uitvoering van de verlengde derde toetsronde (LRT3+) door de waterkeringbeheerders (waterschappen en Rijkswaterstaat). In LRT3+ moest voor zoveel mogelijk waterkeringen (duinen/dijken en kunstwerken) die na de derde toetsronde (LRT3, 2011) nog het veiligheidsoordeel «nader onderzoek nodig» hadden, een veiligheidsoordeel worden bepaald. In het kader van drinkwater is in 2013 onder andere toezicht gehouden op de drinkwatertarieven en prestaties van de drinkwaterbedrijven terwijl in het kader van het toezicht op legionella een groot aantal accommodaties is bezocht.

Daarnaast heeft de inspectie in 2013 toezicht gehouden op bodem en bouwstoffen, productregelingen, ruimte en verricht zij nalevingsmonitoring. Het directe toezicht op bodemintermediairs, de certificerende instellingen en op de «Kwaliteitsborging bij bodemintermediairs» werd voortgezet. Hierbij bleek de naleving vaak niet op niveau.

Naast bovenstaande directe toezichttaak heeft de inspectie ook een belangrijke taak als regisseur voor de gehele keten, van productie tot aan toepassing. In het kader van de productregelingen is het toezicht op bouwproducten en verkeersproducten verder uitgebreid. De inspectie onderzocht de brandveiligheid in de studentenhuisvesting, de veiligheid rond opslagen van ontplofbare stoffen in bestemmingsplannen. De inspectie is betrokken bij de vergunningverlening en verleent vergunningen op het gebied van de eigen werken Rijkswaterstaat, leveringsplannen en meetprogramma’s van drinkwaterbedrijven en verstrekt verklaringen van geen bezwaar in het kader van het luchthavenindelingenbesluit.

Licence