De Inspectie Leefomgeving en Transport werkt aan veiligheid, vertrouwen en duurzaamheid in transport, infrastructuur, milieu en wonen.
Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid
In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Verplichtingen | 131.881 | 151.220 | 166.157 | 195.959 | 233.752 | 203.031 | 30.721 |
Uitgaven | 131.881 | 151.220 | 168.400 | 196.662 | 231.638 | 203.031 | 28.607 |
1 Personele uitgaven | 0 | 0 | 144.451 | 166.091 | 198.606 | 181.399 | 17.207 |
2 Materiele uitgaven | 0 | 0 | 23.949 | 30.571 | 33.032 | 21.632 | 11.400 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 15.162 | 14.666 | 14.552 | 14.948 | ‒ 396 |
In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij dit artikel. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.
Rol | Toelichting |
---|---|
Stimuleren | De Minister is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving in het transport en de leefomgeving. |
Regisseren | De Minister heeft een nationale coördinatie- c.q. verantwoordingsverplichting richting de EU ten aanzien van internationale milieuregelgeving. Binnen het departement is de uitvoering van de handhaving en het toezicht opgedragen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). |
Onderstaand wordt ingegaan op de beleidsconclusies op het gebied van de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Algemeen
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is de toezichthouder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). De ILT zet zich in voor veiligheid, vertrouwen en duurzaamheid in transport, infrastructuur, milieu en wonen. Ongeveer 1600 medewerkers werken met toezicht, handhaving, opsporing en vergunningverlening op meer dan 160 onderwerpen. De inspectie treedt ook op bij incidenten en ongevallen.
De taken van de ILT hebben betrekking diverse onderwerpen. De inspectie werkt op het gebied van veilig en groen vervoer, transport, circulaire economie, schone leefomgeving en veiligheid en continuïteit van publieke diensten. Een uitgebreidere beschrijving van de activiteiten van de ILT en wat is bereikt in 2024 wordt weergegeven in het publieksjaarverslag 2024. Het publieksjaarverslag kan benaderd worden via.
Informatie gestuurd en risicogericht werken
De ILT heeft de ambitie om informatie gestuurd en risicogericht te inspecteren. Hiervoor is een goede kwaliteit van inspectiedata noodzakelijk. Het belang van goede inspectiedata is evident: inspecteurs kunnen sneller werken en beter geïnformeerd op pad, het management heeft beter inzicht en kan beter sturen op de voortgang en er kunnen betere analyses en rapportages worden gemaakt. Het is daarom belangrijk dat inspecteurs informatie rondom inspecties goed en in het juiste systeem kunnen registreren en dat zij zich bewust zijn van het belang hiervan.
De ILT heeft in 2024 een aantal multidisciplinaire pilots uitgevoerd waarin met inspecteurs en analisten een aantal rapportages onder de loep is genomen. Inspecteurs hebben kunnen zien wat de juiste manier van registreren van inspectiedata hen oplevert en analisten hebben concrete feedback op hun rapportages gekregen. Op basis van de pilots is een aanpak ontwikkeld die ook in andere teams kan worden ingezet.
Toezicht en handhaving
De ILT werkt vanaf 1 januari 2024 volgens de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO). Aanleiding hiervoor was de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Er zijn enkele wijzigingen aangebracht ten opzichte van de voorganger van de LHSO, de Landelijke handhavingsstrategie (LHS) uit 2014. De LHSO sluit niet alleen beter aan bij de Omgevingswet, ook wordt de relatie tussen bestuursrecht en strafrecht verduidelijkt. Een ander aspect van de LHSO is de focus op preventie en het stimuleren van naleving. Dit houdt in dat er niet alleen wordt ingegrepen bij overtredingen, maar dat er ook wordt ingezet op voorlichting en ondersteuning om ervoor te zorgen dat partijen zich bewust zijn van en voldoen aan de nieuwe regelgeving. De inspectie bepaalt de meest passende interventie, met de grootst mogelijke maatschappelijke impact, voor elke mogelijke overtreding. Dit zorgt voor een effectieve en doelmatige handhaving en draagt bij aan passend en eenduidig optreden.
Opsporing
Om de aanpak van milieucriminaliteit te versterken, is de formatie van de ILT-IOD vanaf juli 2022 gegroeid. Dit naar aanleiding van de versterking van het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving. De groei op deze afdeling zorgt voor meer opsporingscapaciteit en de versterking van analyse- en intelligencefunctie. Dit is in de loop van 2023 en 2024 gerealiseerd.
Eind 2024 is de impact van de groei zichtbaar. In totaal heeft de ILT-IOD in 2024 24 onderzoeken afgerond en is op 35 miljoen euro beslag gelegd. Het Functioneel Parket heeft in ongeveer 80% van de onderzoeken die de ILT-IOD heeft aangeleverd een strafrechtelijke interventie gepleegd. Daarnaast voert de IOD in samenwerking met Politie en Omgevingsdienst DCMR de complexere onderzoeken uit naar TATA steel en Chemours.
De keuzes voor thema’s waar de ILT-IOD zich op richt, zijn ingegeven door de ILT-brede risicoanalyse (IBRA) en de daarmee samenhangende prioriteiten die door de Strategische Milieukamer (SMK) zijn vastgesteld. De focus van de ILT-IOD lag in 2024 op de onderwerpen afval, bodem, olie en zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zoals PFAS. Ook deed de IOD onderzoek naar fraude bij woningcorporaties. In 2024 rondde de IOD tevens andere onderzoeken af naar e-waste, sloopschepen en biociden. Ook voerde de IOD onderzoeken uit in nauwe samenwerking met de toezichtsafdelingen van de ILT, zoals naar fraude met F-gassen en fatbikes.
De ILT-IOD heeft afgelopen jaar een belangrijke bijdrage geleverd aan het dreigingsbeeld milieucriminaliteit (DMC). De ILT-IOD beschrijft in dit stuk de handelwijzen in kunststofafval die in de afgelopen 5 jaar zijn gesignaleerd vanuit het milieutoezicht, signalen van Team Criminele Inlichtingen, openbare bronnen en strafrechtelijke onderzoeken. (Kunststof) afval staat al jaren op nummer 1 van onze IBRA die maatschappelijke schade berekent. We constateren in het DMC dat in de gehele keten van afvalverwerking criminele handelingen plaatsvinden en dat er flinke geldbedragen mee gemoeid zijn. Door het delen van deze kennis hoopt de opsporingsdienst inzicht te geven bij partners in hoe criminaliteit met kunststofafval eruit kan zien om zo dit probleem gezamenlijk beter aan te pakken. Ons streven daarmee is meer meldingen te ontvangen.
Naast onderzoeken door de algemene opsporingsambtenaren (aoa’s) van ILT-IOD is er in de strafrechtelijke handhaving een belangrijke rol weggelegd voor buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s). In 2024 waren er zo’n 170 boa’s werkzaam binnen de ILT. Alle boa’s van de ILT zijn werkzaam als inspecteur en hebben daarmee in de praktijk zowel toezichthoudende als opsporingsbevoegdheden.
Dienstverlening en Vergunningverlening
De ILT werkt aan kosten efficiëntie door het optimaliseren en verzakelijken van haar dienst- en vergunningverlening.
De ILT is altijd bereikbaar: via haar meld- en informatiecentrum, de informatievoorziening op ILenT.nl, social media, mediavoorlichting, afstemming met sectoren en branches en door middel van direct contact met het klantcontactcentrum. Het loket van de ILT herkent en vangt signalen op uit de omgeving, bundelt die signalen en zet deze door in de organisatie. Ook op het gebied van vergunningverlening streeft de ILT ernaar om aanvragers duidelijkheid, eenvoud en gemak te bieden.
Het loket van de ILT
Via klanttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd door extern onderzoeksbureau Telan meet de ILT de tevredenheid van klanten. In 2024 heeft de dienstverlening van de ILT het rapportcijfer 7 gekregen. Dit cijfer komt voort uit het onafhankelijke Klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd door het onderzoeks- en adviesbureau Telan.
Optimalisatie vergunningverlening
Het programma Werk aan Uitvoering is opgezet met als doel de publieke dienstverlening en uitvoering van beleid duurzaam te verbeteren. Om aan dit doel bij te dragen zijn middelen ter beschikking gesteld en hiervan is bij ILT het programma optimalisatie vergunningverlening (POVV) opgezet.
Het POVV heeft als doel het vergunningsverleningsproces te moderniseren tot een efficiënt, effectief en zakelijk vergunningsverleningsproces met transparantie voor de aanvrager. De eerste fase betrof het vertalen van de visie naar een concrete architectuur. Hierbij is een gestandaardiseerd proces ontwikkeld voor alle soorten vergunningen, waarbij deze worden opgeslagen in een centrale database. De eerste fase is in 2023 afgerond.
In 2024 zijn in de tweede fase alle aanvraagformulieren gedigitaliseerd, waardoor aanvragers eenvoudiger en sneller een vergunning kunnen aanvragen. Daarnaast is de informatievoorziening op de website verbeterd.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Verplichtingen | 131.881 | 151.220 | 166.157 | 195.959 | 233.752 | 203.031 | 30.721 | 1 |
Uitgaven | 131.881 | 151.220 | 168.400 | 196.662 | 231.638 | 203.031 | 28.607 | |
1 Personele uitgaven | 0 | 0 | 144.451 | 166.091 | 198.606 | 181.399 | 17.207 | 2 |
Waarvan eigen personeel | 0 | 0 | 122.777 | 140.140 | 167.550 | 157.393 | 10.157 | |
Waarvan inhuur externen | 0 | 0 | 21.674 | 25.951 | 31.056 | 24.006 | 7.050 | |
Waarvan overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2 Materiele uitgaven | 0 | 0 | 23.949 | 30.571 | 33.032 | 21.632 | 11.400 | 3 |
Waarvan ICT | 0 | 0 | 4.825 | 5.060 | 3.430 | 246 | 3.184 | |
Waarvan bijdrage SSO's | 0 | 0 | 6.785 | 8.085 | 9.419 | 56 | 9.363 | |
Waarvan overige materiële uitgaven | 0 | 0 | 12.339 | 17.426 | 20.183 | 21.330 | ‒ 1.147 | |
Bijdrage aan agentschappen | 131.881 | 151.2201 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan het agentschap ILT | 131.881 | 151.220 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 15.162 | 14.666 | 14.552 | 14.948 | ‒ 396 |
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De hogere verplichtingen van € 30,7 miljoen worden veroorzaakt door ondergenoemde hogere kasuitgaven (€ 17,2 miljoen en € 11,4 miljoen) en daarnaast het vastleggen van niet geraamde meerjarige verplichtingen (€ 2,1 miljoen). Het verplichtingenbudget in 2024 was ontoereikend om een aantal meerjarige verplichtingen vast te leggen. Daarom is verplichtingenruimte uit later jaren naar voor gehaald. Voor deze meerjarige verplichtingen heeft de kasrealisatie geen betrekking op 2024, maar zal in toekomstige jaren gerealiseerd worden.
2. De hogere realisatie op personele uitgaven (€ 17,2 miljoen) wordt veroorzaakt door hogere salariskosten die te relateren zijn aan de impact van de CAO (€ 12,4 miljoen). Er zijn extra middelen toegevoegd aan de begroting van artikel 24 voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (€ 1,3 miljoen). Daarnaast is de 2e tranche aan middelen ontvangen ten behoeve van het overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering (€ 2 miljoen) met als doel om de publieke dienstverlening en uitvoering van beleid duurzaam te verbeteren. Verder zijn er extra middelen aan de begroting van artikel 24 toegevoegd voor diverse nieuwe taken (€ 3,3 miljoen), zoals varend ontgassen, de maritieme autoriteit en ERRU 3.0. Tot slot zijn er nog een aantal onderwerpen waarop minder is uitgegeven dan verwacht (-/- € 1,8 miljoen), zoals een vertraagde instroom van nieuw personeel.
3. De hogere realisatie op materiële uitgaven (€ 11,4 miljoen) wordt veroorzaakt door compensatie aan Kiwa voor de producten die niet kunnen worden doorbelast naar de afnemers (€ 2,7 miljoen), daarnaast zijn er uitgaven gedaan met betrekking tot de overdracht van luchtvaarttaken van Kiwa naar de ILT (€ 1,2 miljoen). Verder zijn er extra middelen ter beschikking gesteld voor de implementatie van Boord Computer Taxi (€ 1,3 miljoen) en ten behoeve van het programma Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) (€ 0,9 miljoen). Deze laatste betreft middelen om de dienstverlening bij alle onderdelen van de overheid te verbeteren. Ook hebben de doorgevoerde prijsverhogingen van DICTU t.o.v. 2023 (€ 1,2 miljoen) effect op de hogere kasrealisatie. Tot slot hebben er in 2024 extra inspecties plaatsgevonden op de bruine vloot naar aanleiding van het onderzoeksrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (€ 0,6 miljoen) en zijn er overige uitgaven geweest voor verschillende onderwerpen (€ 3,5 miljoen).
Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor het jaar 2024 een toelichting op de personele en materiële uitgaven van de Inspectie Leefomgeving en Transport opgenomen.
Personele uitgaven (€ 198,6 miljoen)
De personele uitgaven betreft alle uitgaven van het eigen personeel, de externe inhuur en overige personele uitgaven.
– Eigen personeel (€ 167,5 miljoen). Onder uitgaven eigen personeel vallen de loonkosten en de uitgaven voor de personele exploitatie.
• Onder loonkosten wordt verstaan alle uit de rechtspositiebepalingen en aanverwante (wettelijke) regelingen voortvloeiende uitgaven aan en ten behoeve van de werknemers.
• Onder personele exploitatie worden andere personele uitgaven verstaan zoals verhuiskosten, uitbesteding arbo-dienstverlening, bedrijfshulpverlening, opleiding, uitgaven sociaal flankerend beleid en dergelijke.
– Externe inhuur (€ 31,1 miljoen). Dit betreft de uitgaven voor externe inhuur voor interim-management, organisatie- en formatieadvies, beleidsadvies, communicatieadvisering, juridisch advies, advisering opdrachtgevers automatisering, accountancy, financiën en administratieve organisatie en de inhuur van uitzendkrachten. Externe inhuur is noodzakelijk in verband met deels kwantitatieve, maar vooral ook kwalitatieve expertise.
Materiële uitgaven (€ 33,0 miljoen)
Onder de materiële uitgaven vallen uitgaven op het gebied van de ondersteunende processen.
– ICT (€ 3,4 miljoen). Bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven zoals onderhoud en licenties.
– Bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO's) (€ 9,4 miljoen). De bijdrage aan de Shared Service Organisaties betreft onder andere DICTU en ICTU.
– Overige materiële uitgaven (€ 20,2 miljoen). Dit betreft materiele uitgaven van de ILT waarvoor geldt dat deze betrekking hebben op uitgaven die bedoeld zijn voor activiteiten ter ondersteuning van het primaire proces.
Ontvangsten (€ 14,6 miljoen)
Dit betreffen ontvangsten voor vergunningverlening (€ 9 miljoen) en de bijdrage van de Autoriteit Woningcorporaties voor overheadkosten (€ 4,6 miljoen) en overige ontvangsten (€ 1,0 miljoen).