Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II

A. Algemene beleidsdoelstelling

De zorg voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit de Tweede Wereldoorlog (WOII) is geborgd en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WOII, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister vervult een regisserende rol met betrekking tot het actueel houden van de wet- en regelgeving voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen van WOII en het in stand houden van een infrastructuur die het mogelijk maakt om de herinnering aan WOII blijvend betekenis te laten houden1.

De Minister van VWS is (mede)financier van maatschappelijk werk en sociale dienstverlening aan erkende deelnemers aan het voormalig verzet en oorlogsgetroffenen, door het subsidiëren van de zogenoemde begeleidende instellingen en Stichting Cogis.

Vanuit de rol van «uitvoerder» verstrekt de Minister van VWS opdrachten aan de zelfstandige bestuursorganen Pensioen en Uitkeringsraad (PUR), Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië (CAOR) voor de uitvoering en toepassing van de wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII. Ook houdt zij toezicht op deze organisaties.

Rol en verantwoordelijkheid Minister

Beleidsterrein

Financieren

Regisseren

(Doen) uitvoeren

De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WOII.

Het subsidiëren van begeleidende instellingen voor maatschappelijk werk en sociale dienstverlening aan erkende deelnemers aan het voormalig verzet en oorlogsgetroffenen.

Het in stand houden van een infrastructuur die het mogelijk maakt om de herinnering aan WOII blijvend betekenis te laten houden.

 

Wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen.

 

Het actueel houden van de wet – en regelgeving voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII.

Opdrachtgever en toezichthouder van/op zelfstandige bestuursorganen Pensioen- en Uitkeringsraad, Sociale Verzekeringsbank en Commissie Algemene Ongevallenregeling Indonesië voor uitvoering en toepassing van de wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII.

C. Beleidsconclusies

Door monitoring en bijsturing van ontwikkelingen op het terrein van de zorg- en dienstverlening en op het terrein van de herinnering WOII, is bijgedragen aan continuïteit en kwaliteit van het stelsel van voorzieningen en organisaties.

In 2013 zijn de voorbereidingen afgerond om de Stichting Pelita een nieuwe toekomst te bieden. Per 1 januari 2014 is het onderdeel maatschappelijk werk ondergebracht bij Stichting De Basis. De overige delen van de Stichting Pelita zijn ondergebracht bij Stichting Arq.

Met ingang van 2013 is de bekostiging van de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen op basis van een prijs-per-product-model georganiseerd. De wijze van bekostigen legt de verantwoordelijkheid voor een doelmatige taakuitvoering in casu bij de SVB.

Voorts is om doelmatigheidsredenen de ondersteuning van de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen in Israël geconcentreerd bij de ambassade in Tel Aviv onder gelijktijdige overheveling van een aantal procedurele taken naar de SVB te Leiden.

Een gerechtelijke uitspraak noodzaakt tot een wijziging van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Wuv). Recent is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel aanhangig gemaakt dat regelt dat de uitkeringen in Indonesië net als in alle andere landen worden berekend op basis van een euro-grondslag in plaats van een rupiah-grondslag, zoals de Wuv nu voorschrijft.

D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2012

2013

2013

2013

Verplichtingen

340.290

322.143

331.354

– 9.211

         

Uitgaven

343.020

341.447

331.574

9.873

         

1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WOII

 

16.459

19.365

– 2.906

         

Subsidies

 

16.123

16.392

– 269

waarvan onder andere:

       

Nationaal Comité 4 en 5 mei

 

5.519

5.465

54

Nationale herinneringscentra

 

2.052

1.705

347

Zorg- en dienstverlening

 

6.958

6.989

– 31

         

Bekostiging

 

0

654

– 654

         

Opdrachten

 

336

2.119

– 1.783

         

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

 

0

100

– 100

         

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

 

0

100

– 100

         

2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII

 

324.988

312.209

12.779

         

Inkomensoverdrachten

 

304.946

289.205

15.741

waarvan onder andere:

       

Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Wuv)

 

169.567

152.709

16.858

Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 (Wubo)

 

73.400

71.710

1.690

Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Wbp)

 

51.800

53.885

– 2.085

         

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

 

20.043

23.004

– 2.961

waarvan onder andere:

       

Sociale Verzekeringsbank

 

13.398

16.917

– 3.519

Pensioen- en Uitkeringsraad

 

4.428

3.628

800

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

 

1.928

1.775

153

         

Ontvangsten

1.043

1.298

901

397

E. Toelichting op de Instrumenten

1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WOII

Het Ministerie van VWS zorgt dat er een infrastructuur is die het levend houden van de herinnering aan WOII mogelijk maakt. Om invulling te kunnen geven aan een centrale positie binnen die infrastructuur is het essentieel dat het Nationaal Comité samenwerkt op het gebied van zowel herdenken als herinneren en de samenwerking tussen andere organisaties op die gebieden stimuleert. Die samenwerking is in 2013 geïntensiveerd.

Kengetal: percentage van de bevolking dat (veel) belang hecht aan 4 en 5 mei

Bron: Nationaal Comité 4 en 5 mei – Nationaal Vrijheidsonderzoek

Het draagvlak voor zowel de Nationale Herdenking op 4 mei als de viering van de Bevrijding op 5 mei is groot. De Minister van VWS ziet het als haar taak om die belangstelling voor en bewustzijn over de gebeurtenissen uit WO II te ondersteunen.

Subsidies

Herinnering aan WOII

Het Ministerie van VWS verleent vanuit haar regisserende rol instellingssubsidies aan vier nationale herinneringscentra: Kamp Vught, Kamp Westerbork, Kamp Amersfoort en het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek (circa € 1,8 miljoen). Het Nationaal Comité 4 en 5 mei ontvangt een instellingssubsidie van circa € 4,5 miljoen. Daarnaast verstrekt het Nationaal Comité 4 en 5 mei (in mandaat van de Minister van VWS) projectsubsidies (€ 0,98 miljoen) aan derden op het terrein van de educatie over de gebeurtenissen uit WOII. De ervaringen die het Comité in deze versterkte uitvoerende rol opdoet, kunnen bijdragen aan de effectiviteit van het VWS-beleid.

Zorg- en dienstverlening

Om zorg- en dienstverlening (maatschappelijk werk, sociale dienstverlening) aan (erkende) verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen mogelijk te maken, worden subsidies (circa € 7,1 miljoen) verleend aan gespecialiseerde instellingen, waaronder de Stichting Cogis en de zogenoemde begeleidende instellingen: de Stichting Pelita, de Stichting de Basis, de Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW) en de Stichting 1940–1945.

2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII

Inkomensoverdrachten

Wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen

De wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen worden alleen nog bijgesteld als wijzigingen in aanpalende wetten, bijvoorbeeld op het terrein van zorg en sociale zekerheid, dat noodzakelijk maken. Voor 2013 is circa € 305 miljoen uitgegeven, dat is € 16 miljoen meer dan geraamd. Dit is vooral veroorzaakt door hogere uitgaven bij de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945. Totaal bijna € 170 miljoen tegenover een raming van € 153 miljoen. Dit hangt samen met mutaties die reeds bij eerste en tweede suppletoire wet zijn gemeld. Vanwege de stijging van het wettelijk minimumloon en de kortingen op de pensioenen is het budget met € 3,8 miljoen verhoogd. Als gevolg van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep worden de uitkeringsgerechtigden in Indonesië voortaan niet in Indonesische rupiah maar in euro’s uitbetaald. Daardoor zijn de uitgaven € 7,5 miljoen hoger. Tevens is € 7,3 miljoen overgeboekt vanuit het budget voor de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s (PUR en SVB).

Kengetal: uitgaven Wuv, Wubo, Wbp en AOR

Kengetal: uitgaven Wuv, Wubo, Wbp en AOR

Bedragen x € 1 miljoen

Bron: SVB en de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

Wuv = Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945

Wubo = Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945

Wbp = Wet buitengewoon pensioen 1940–1945

AOR= Algemene Ongevallenregeling

Bovenstaand figuur geeft een overzicht van (de ontwikkeling van) de totale gerealiseerde

programma-uitgaven in het kader van de wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en

oorlogsgetroffenen over de periode 2007–2011. De uitgaven voor de periode 2012–2017 betreffen

ramingen. Het gemiddeld aantal uitkeringen bij Wuv, Wubo en Wbp daalt geleidelijk met circa 5%

per jaar. Bij de AOR-regeling is nog sprake van een lichte stijging, direct of indirect als gevolg van

de publiciteit in verband met de projecten «Gerichte benadering» en «Brede benadering».

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Om pensioenen, uitkeringen en bijzondere voorzieningen te kunnen verlenen aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen, zijn in 2013 bijdragen (circa € 20 miljoen) ter beschikking gesteld aan de PUR, de SVB en de CAOR. Dat is € 3 miljoen minder dan geraamd, doordat aan de SVB € 3,5 miljoen minder en aan de PUR € 0,8 miljoen meer aan uitvoeringskosten is toegekend dan oorspronkelijk geraamd.

Indicator: percentage eerste aanvragen dat door de PUR en de SVB binnen de (verlengde) wettelijke termijn is afgehandeld.

Indicator: percentage eerste aanvragen dat door de PUR en de SVB binnen de (verlengde) wettelijke termijn is afgehandeld.

Bron: De gerealiseerde percentages worden jaarlijks gepubliceerd in het jaarverslag van de PUR en de SVB.

Het aantal nieuwe «eerste» aanvragen ligt momenteel op circa 500 per jaar. Het hoogste aantal nieuwe eerste aanvragen in de afgelopen 5 jaar bedroeg ruim 3.200 in 2009. (N.B.: Er geldt geen leeftijdsgrens voor aanvragers; de cijfers zijn inclusief weduwen die een pensioen of uitkering aanvragen).

De percentages voor de afhandeling van de eerste aanvragen betreffen een gewogen gemiddelde van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Wuv), de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 (Wubo) en de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 (Wbp). Vanaf 2011 is de uitvoering van de wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen overgeheveld van de PUR naar de SVB, afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen (V&O). De feitelijke behandeltijd is mede afhankelijk van derden. Er wordt door de SVB gestreefd naar minimale doorlooptijden. Het percentage aanvragen dat is afgehandeld binnen de (verlengde) wettelijke termijn is een cruciale indicator voor de kwaliteit van de wetsuitvoering.

1

Ten aanzien van de (feitelijke) voorlichting en educatie over WOII is het Nationaal Comité 4 en 5 mei verantwoordelijk (stimulerende rol) via het verstrekken van subsidies en opdrachten.

Licence