Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten

A. Algemene beleidsdoelstelling

Zorg dragen voor een tegemoetkoming in de kosten van premie van de zorgverzekering en inkomensondersteuning voor mensen die geconfronteerd worden met meerkosten als gevolg van een handicap of chronische ziekte.

B. Rol en verantwoordelijkheid Minister

De zorgtoeslag is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van de premie van de zorgverzekering en valt als zodanig onder de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). De Minister van VWS is verantwoordelijk voor de vaststelling van de hoogte van de zorgtoeslag en de vormgeving van het stelsel van wet- en regelgeving. Dit hangt samen met de verantwoordelijkheid van de Minister van VWS voor betaalbare zorg. De Minister van Financiën is wettelijk verantwoordelijk gesteld om de zorgtoeslag uit te voeren. De uitvoering van de zorgtoeslag is opgedragen aan de Belastingdienst. Dit is vastgelegd in de Wet op de Zorgtoeslag. In het jaarverslag van het Ministerie van Financiën en het beheersverslag van de Belastingdienst wordt over de uitvoering van de zorgtoeslag verantwoording afgelegd.

De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) regelt een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten die geconfronteerd worden met meerkosten als gevolg van hun aandoening. Het gaat om een forfaitaire regeling, die automatisch wordt uitgekeerd. De forfaitaire regeling is idealiter zo vorm gegeven dat de rechthebbenden automatisch geselecteerd en bereikt worden. De automatische selectie wordt nagestreefd door het hanteren van afbakeningscriteria die gebaseerd zijn op het zorggebruik en de zorgvraag op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het zorggebruik wordt gezien als aanwijzing of iemand een bepaalde aandoening en/of handicap heeft die leidt tot meerkosten en daarmee of iemand recht heeft op een forfaitaire tegemoetkoming. De Minister van VWS is verantwoordelijk voor de vaststelling van het niveau van de forfaitaire tegemoetkoming en de vormgeving van het stelsel van wet- en regelgeving. Dit hangt samen met de verantwoordelijkheid van de Minister van VWS voor betaalbare zorg. In de Wtcg is het CAK belast met de vaststelling van het recht op en de hoogte van de tegemoetkoming. De Minister van VWS is verantwoordelijk voor de sturing en het toezicht op een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van deze regeling door het CAK.

Met de invoering van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten per 1 januari 2009 is in de Wet inkomstenbelasting 2001 de regeling tegemoetkoming buitengewone uitgaven (TBU-regeling) vervangen door de regeling tegemoetkoming specifieke zorgkosten (TSZ-regeling). De TSZ-regeling is een tegemoetkomingsregeling voor personen die in de inkomstenbelasting hun uitgaven voor specifieke zorgkosten als gevolg van heffingskortingen niet of niet geheel kunnen verzilveren. De Belastingdienst is belast met de vaststelling van het recht en de hoogte van de tegemoetkoming specifieke zorgkosten. De uitbetaalde tegemoetkomingen op grond van de TSZ-regeling komen ten laste van de begroting van het Ministerie van VWS.

Rol en verantwoordelijkheid Minister

Beleidsterrein

Financieren

1. Zorgtoeslag

Financieren van de zorgtoeslag. Vaststellen van de hoogte van de zorgtoeslag en de vormgeving van het stelsel van wet- en regelgeving.

   

2. Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

Financieren van de tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten die geconfronteerd worden met meerkosten als gevolg van hun aandoening. Vaststellen van het niveau van de forfaitaire tegemoetkoming en de vormgeving van het stelsel van wet- en regelgeving.

   

3. Tegemoetkoming specifieke zorgkosten

Financieren van de tegemoetkoming voor personen die in de inkomstenbelasting hun uitgaven voor specifieke zorgkosten als gevolg van heffingskortingen niet of niet geheel kunnen verzilveren.

C. Beleidsconclusies
Zorgtoeslag

Jaar

Aantal ontvangers zorgtoeslag

2008

5.031.225

2009

5.152.195

2010

5.396.210

2011

5.729.590

2012

5.698.380

2013

5.395.748

Dit is de stand van het aantal beschikkingen voor de zorgtoeslag voor het betreffende toeslagjaar. De cijfers betreffen de stand van 31 december 2013 (bron Belastingdienst). In de stand van het aantal beschikkingen zijn zowel definitieve als voorlopige beschikkingen meegenomen.

Het aantal ontvangers kan hoger of lager uitvallen, omdat de zorgtoeslag met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd. Als alle aanvragen definitief beschikt zijn, is pas duidelijk hoeveel rechthebbenden er zijn.

Daarnaast geldt dat ook al zijn alle aanvragen definitief beschikt, dan nog kunnen nieuwe aanvragen bijkomen. Immers, zolang er uitstel IB is bij de Belastingdienst kan er nog een aanvraag worden gedaan. Dat kan soms nog vijf jaar na afloop van het berekeningsjaar. Verder geldt dat bij een herziening van het inkomen de toeslag eveneens dient te worden herzien. Ook dat kan consequenties hebben voor het aantal zorgtoeslagen.

De Wtcg is met ingang van 2012 inkomensafhankelijk gemaakt. De tegemoetkomingen Wtcg 2012 zijn vanaf december 2013 uitgekeerd. Paren met een inkomen boven € 35.100 en alleenstaanden met een inkomen hoger dan € 24.570 hebben geen tegemoetkoming meer ontvangen. Een uitzondering is gemaakt voor huishoudens met meerdere tegemoetkomingen; zij hebben maximaal één tegemoetkoming verloren.

In 2013 hebben circa 1 miljoen personen een tegemoetkoming Wtcg 2012 ontvangen en zijn er circa 240.000 tegemoetkomingen Wtcg betaald over de eerdere tegemoetkomingsjaren (Wtcg 2009 t/m 2011). Doordat het checken van gegevens, waaronder het inkomen en huishoudsamenstelling, een langere doorlooptijd kende dan op grond van het testen werd verwacht zijn er in 2013 minder Wtcg 2012 tegemoetkomingen uitbetaald dan van tevoren geraamd.

D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2012

2013

2013

2013

Verplichtingen

6.375.508

5.588.214

5.220.557

367.657

         

Uitgaven

5.971.354

5.992.369

5.220.557

771.812

         

Inkomensoverdrachten

 

5.992.369

5.220.557

771.812

1. Zorgtoeslag1

 

5.618.160

4.802.826

815.334

2. Wet tegemoetkoming chronisch zieken en

       

gehandicapten (Wtcg)

 

326.065

375.432

– 49.367

3. Tegemoetkoming specifieke zorgkosten/TBU

 

48.143

42.299

5.844

         

Ontvangsten

669.003

607.111

0

607.111

1

Van het bedrag van € 5.618.160 is in 2012 reeds een bedrag van € 404.154.144 verplicht, het resterende verplichtingenbedrag € 5.214.006 is in 2013 aangegaan.

E. Toelichting op instrumenten

1. Zorgtoeslag

De zorgtoeslag is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van de premie van de zorgverzekering. Als er sprake is van een laag (midden) inkomen dan kan een bijdrage worden ontvangen in de kosten van de zorgverzekering. Die bijdrage heet zorgtoeslag.

De Belastingdienst/Toeslagen betaalt deze zorgtoeslag uit. Hierdoor betaalt idealiter niemand een groter dan aanvaardbaar deel aan Zvw-premie.

De uitgavenraming zorgtoeslag is op basis van ramingen van het Centraal Planbureau bij eerste suppletoire wet met € 13,2 miljoen naar boven bijgesteld en bij tweede suppletoire wet met € 11,6 miljoen naar beneden bijgesteld. De Belastingdienst heeft in 2013 in totaal € 5.618,2 miljoen betaald aan voorschotten zorgtoeslag en nabetalingen voor de definitieve tegemoetkomingen oude jaren. Dit leidt tot een bijstelling van € 815,3 miljoen. Deze endogene toename volgt uit de economische ontwikkelingen en de ontwikkelingen op het gebied van de kosten van de zorg in Nederland in de afgelopen jaren.

Onder Kengetal: Ontwikkeling aantal ontvangers zorgtoeslag

Onder Kengetal: Ontwikkeling aantal ontvangers zorgtoeslag

Bron: Belastingdienst

2. Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg)

Oorspronkelijk is voor de Wtcg een bedrag van € 375,4 miljoen begroot. Bij de eerste suppletoire wet is het budget voor de Wtcg met € 9,9 miljoen opgehoogd vanuit artikel 11 (Nominaal en onvoorzien) in verband met de prijsbijstelling tranche 2013. Daarnaast is op basis van gegevens van het CAK de raming van de Wtcg-uitgaven bij eerste suppletoire wet opwaarts bijgesteld met € 3,4 miljoen en bij tweede suppletoire wet met € 13,7 miljoen. In verband met de complexiteit van de uitvoering van de inkomensafhankelijke Wtcg is een deel van de tegemoetkomingen Wtcg 2012 niet in 2013 tot uitbetaling gekomen (circa € 71 miljoen). De betaling van deze tegemoetkomingen vindt plaats in 2014. Daarnaast zijn de betalingen over eerdere tegemoetkomingsjaren (Wtcg 2009, Wtcg 2010 en Wtcg 2011) lager uitgevallen dan geraamd (circa € 5 miljoen).

Kengetal Wtcg

In 2013 zijn er in totaal bijna 1.240.000 tegemoetkomingen uitbetaald. Het gaat hierbij om tegemoetkomingen over de tegemoetkomingsjaren 2009 t/m 2012.

3. Tegemoetkoming specifieke zorgkosten/TBU

In 2013 is € 43,6 miljoen aan TSZ-tegemoetkomingen uitbetaald en is € 0,1 miljoen aan TSZ-uitkeringen ontvangen. Voor de TBU-regeling is € 4,6 miljoen uitgegeven en een bedrag van € 0,3 miljoen ontvangen. Dit is in totaal € 5,8 miljoen hoger dan geraamd. De uitgaven voor de TSZ en TBU zijn lastig te ramen. De Belastingdienst bepaalt per aangifte welk bedrag er mag worden verzilverd.

Ontvangsten

De ontvangsten bestaan uit ontvangsten zorgtoeslag voor een bedrag van € 606,7 miljoen. Het betreft verrekeningen van verstrekte voorschotten en terugvorderingen op definitief vastgestelde tegemoetkomingen. Daarnaast is sprake van € 0,4 miljoen aan terugontvangsten van TSZ-tegemoetkomingen en TBU-uitkeringen.

Licence