Base description which applies to whole site

4.8 Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten

De zorg financieel toegankelijk houden.

De minister is verantwoordelijk voor:

Financieren van de zorgtoeslag, inclusief het vaststellen van de hoogte van de zorgtoeslag en de vormgeving van het stelsel van wet- en regelgeving over de zorgtoeslag, financieren van de tegemoetkoming voor personen die in de inkomstenbelasting hun uitgaven voor specifieke zorgkosten als gevolg van heffingskortingen niet of niet geheel kunnen verzilveren.

In 2023 was de zorgtoeslag eenmalig verhoogd met een extra bedrag in het kader van koopkrachtbesluitvorming en compensatie voor de gestegen energieprijzen. Deze verhoging is in 2024 komen te vervallen. Vergeleken met 2022 is de zorgtoeslag in 2024 toegenomen vanwege de gestegen standaardpremie (gemiddelde nominale premie + gemiddeld eigen risico).

Het terugdringen van het niet-gebruik van de zorgtoeslag heeft voor VWS prioriteit. Om dit te realiseren wordt samengewerkt met de Dienst Toeslagen. Eind juni 2024 zijn 150.000 mensen met een mogelijk recht op zorgtoeslag over 2023 aangeschreven. Van deze groep hebben circa 56.000 (37%) zorgtoeslag over 2023 aangevraagd en zij hebben inmiddels circa € 80 miljoen aan zorgtoeslag uitgekeerd gekregen. Momenteel loopt onderzoek om beter zicht te krijgen hoe het niet-gebruik, doordat een deel van de rechthebbenden geen aanvraag heeft ingediend, zich afgelopen jaren heeft ontwikkeld.

In 2024 is de zorgtoeslag, gegeven de geraamde standaardpremie van € 1.987, voor een alleenstaande met een minimuminkomen vastgesteld op € 1.483. Het bedrag dat alleenstaanden met een minimuminkomen gemiddeld zelf hebben bijgedragen voor de nominale premie en het eigen risico betrof in 2024 € 504. Vanwege het vervallen van de eenmalige verhoging van de zorgtoeslag hebben minder huishoudens recht gehad op zorgtoeslag in 2024 ten opzichte van 2023.

Tabel 42 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 8 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Art.

Verplichtingen

5.866.368

6.007.175

6.347.281

8.493.818

7.133.988

6.952.649

181.339

         
 

Uitgaven

5.866.368

6.007.175

6.347.281

8.493.818

7.133.988

6.952.649

181.339

         

8.10

Tegemoetkoming specifieke kosten

5.866.368

6.007.175

6.347.281

8.493.818

7.133.988

6.952.649

181.339

 

Inkomensoverdrachten

5.866.368

6.007.175

6.347.281

8.493.818

7.133.988

6.952.649

181.339

 

Zorgtoeslag

5.801.418

5.940.018

6.287.790

8.391.128

7.043.866

6.884.700

159.166

 

Tegemoetkoming specifieke kosten

64.950

67.157

59.491

102.690

90.122

67.949

22.173

         
 

Ontvangsten

552.668

443.248

497.705

615.969

666.802

0

666.802

         

Uitgaven

Inkomensoverdrachten

Zorgtoeslag

De gehanteerde systematiek is dat in de ontwerpbegroting van VWS de netto uitgaven aan zorgtoeslag worden weergegeven. Dat wil zeggen het saldo van de verwachte uitgaven aan zorgtoeslag en ontvangsten vanwege terugvorderingen. In het jaarverslag worden de uitgaven en de ontvangsten daarentegen afzonderlijk gepresenteerd.

Bij de 1e suppletoire begroting zijn de uitgaven met € 284 miljoen neerwaarts bijgesteld en bij de suppletoire begroting september nogmaals met een bedrag van € 118 miljoen neerwaarts. Bij de 2e suppletoire begroting zijn de ontvangsten vanwege terugvorderingen en nabetalingen met betrekking tot voorgaande jaren ingeschat op € 681 miljoen (zowel de uitgaven- als de ontvangstenraming is met hetzelfde bedrag opwaarts bijgesteld).

De gepresenteerde uitgaven van € 7,0 miljard betreft zowel de betalingen aan zorgtoeslag over 2024 als nabetalingen over voorgaande jaren, zijnde circa € 765 miljoen. Er is sprake van een onderuitputting van circa € 508 miljoen over 2024, die wordt verklaard doordat er minder mensen dan verwacht zorgtoeslag over 2024 hebben ontvangen. Er zijn zowel 100 duizend minder eenpersoons- als tweepersoonshuishoudens in de zorgtoeslag dan verwacht. Dit aantal kan en zal naar verwachting teruglopen door aanvragen in 2025 met terugwerkende kracht of definitieve toekenning waarbij alsnog recht wordt geconstateerd. Omdat de inkomensontwikkeling in 2024 gunstiger was dan vooraf verwacht en de premie lager is uitgevallen is een lager gebruik van zorgtoeslag te verklaren.

Figuur 3 Kengetal: Het aantal eenpersoons- en tweepersoonshuishoudens met een (voorlopige) toekenning.

Tegemoetkoming specifieke zorgkosten (TSZ)

In 2024 zijn de uitgaven hoger dan bij het opstellen van de begroting werd verwacht. Een deel van de stijging van de TSZ kan verklaard worden door een toenemend gebruik van de aftrek specifieke zorgkosten (ASZ). Het resterende deel van de stijging kan verklaard worden door een toename van de verzilveringsproblematiek, hoofdzakelijk als gevolg van stijgende heffingskortingen. Bij de 1e suppletoire begroting is het uitgavenbudget reeds verhoogd met € 20 miljoen. Met deze aanpassing sluiten raming en realisatie goed op elkaar aan.

Ontvangsten

De ontvangsten op het artikel tegemoetkoming specifieke kosten bedragen circa € 667 miljoen. Dit is iets lager dan bij de 2e suppletoire begroting werd verwacht aan ontvangsten zorgtoeslag (€ 681 miljoen).

Licence