Base description which applies to whole site

36. Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 12.625 miljoen

Art. 36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid 2,0%

Art. 36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid 2,0%

Algemene doelstelling

Bijdragen aan een veilig en stabiel Nederland door het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting door dreigingen te onderkennen, de weerbaarheid van burgers, bedrijfsleven en overheidsorganen te verhogen en de bescherming van vitale belangen te versterken.

  • De Minister van Veiligheid en Justitie heeft een regisserende rol op het gebied van nationale veiligheid en crisisbeheersing, terrorismebestrijding en cybersecurity.81 De taken worden namens de Minister uitgevoerd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).

  • Daarnaast is bij Koninklijk Besluit82 vastgelegd dat de Minister van Veiligheid en Justitie doorzettingsmacht heeft wanneer het gaat om het voorkomen van terroristische misdrijven.

  • De maatschappelijke effecten van het beleid ter bescherming van de nationale veiligheid (o.a. crisis- en cybersecuritybeleid en terrorismebestrijding) laten zich door het grote aantal activiteiten en instrumenten, de afhankelijkheid van derden bij de realisatie van de doelstellingen en met name de onvoorspelbaarheid van gebeurtenissen die de nationale veiligheid bedreigen, niet (altijd) in prestatie-indicatoren of kengetallen uitdrukken. Kwalitatieve indicatoren zijn te vinden in de voortgangsrapportages met betrekking tot contraterrorisme en -extremisme, cybersecurity en nationale veiligheid die jaarlijks aan de Tweede Kamer worden aangeboden.83

Rol en verantwoordelijkheid

Beleidsconclusies

Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals vermeld in de begroting. Er was geen noodzaak tot afwijkingen van het voorgenomen beleid. In het kader van terrorismebestrijding is het in 2014 wederom noodzakelijk gebleken de aanpak te intensiveren van reisbewegingen naar jihadistische strijdgebieden en het indammen van de risico’s die mogelijk uitgaan van terugkeerders. Kernpunt vormde ook het versterken van de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven om de weerbaarheid tegen ICT-verstoringen en cyberaanvallen te verhogen.

Naar aanleiding van de evaluatie van het functioneren van de Wet veiligheidsregio’s en het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing zijn in 2014 de eerste resultaten zichtbaar van de ingezette verbeteringen.84

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 36.1 Budgettaire gevolgen van beleid art. 36 (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde

begroting

Verschil

   

2013

2014

2014

 

Verplichtingen

284.113

248.370

253.413

– 5.043

           

Programma-uitgaven

210.768

250.529

253.413

– 2.884

36.2 Nationale veiligheid en terrorismebestrijding

       
 

Bijdrage agentschappen

       
 

Overige bijdragen agentschappen

0

0

320

– 320

 

Bijdrage ZBO's/RWT's

       
 

Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)

36.565

30.978

30.236

742

 

Bijdrage medeoverheden

       
 

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR)

128.462

177.293

176.770

523

 

Overig nationale veiligheid en terrorismebestrijding

9.529

4.993

2.999

1.994

 

Subsidies

       
 

Nederlands Rode Kruis

1.827

1.690

1.685

5

 

Nationaal Veiligheidsinstituut

934

1.544

1.305

239

 

Onderwijs Veiligheidsregio's

250

0

1.930

– 1.930

 

Overig nationale veiligheid en terrorismebestrijding

2.905

1.548

4.950

– 3.402

 

Opdrachten

       
 

Project NL-Alert

3.254

5.963

2.900

3.063

 

Opdrachten NCSC

4.489

2.551

8.343

– 5.792

 

Overig terrorismebestrijding

2.556

2.289

2.257

32

 

Overig nationale veiligheid

8.774

10.540

8.578

1.962

           

36.3 Onderzoeksraad voor Veiligheid

       
 

Bijdrage ZBO's/RWT's

       
 

Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)

11.223

11.140

11.140

0

           

Ontvangsten

212

351

0

351

36.2 Nationale veiligheid en terrorismebestrijding

Toelichting op de instrumenten

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Instituut Fysieke Veiligheid (IVF)

De bijdrage ten behoeve van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing aan het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), is het afgelopen jaar verstrekt zoals vermeld in de begroting.

Bijdrage aan medeoverheden

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR)

Van het totaal aan uitgaven voor de brandweer, GHOR, rampenbestrijding en crisisbeheersing op lokaal en regionaal niveau wordt ongeveer 90% bekostigd door de gemeenten uit hun algemene uitkering van het Gemeentefonds. Daarnaast ontvangen de Veiligheidsregio’s van het Ministerie van VenJ, op grond van het Besluit veiligheidsregio's, een Brede Doeluitkering Rampenbestrijding in de vorm van een lumpsum als financiële tegemoetkoming voor alle taken die in de Wet veiligheidsregio’s zijn opgenomen. De bijdrage ten behoeve van de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing is het afgelopen jaar verstrekt zoals vermeld in de begroting.

Subsidies

Nederlands Rode Kruis

De bijdrage ten behoeve van de rampenbestrijding aan het Nederlands Rode Kruis is het afgelopen jaar verstrekt zoals vermeld in de begroting.

Nationaal Veiligheidsinstituut

In 2014 heeft VenJ de jaarlijkse subsidie verstrekt voor de exploitatie van het Nationaal Veiligheidsinstituut.

Onderwijs Veiligheidsregio’s

De Veiligheidsregio’s ontvangen subsidie voor verbetering van brandweeronderwijs (opleiden, trainen en oefenen). De financiering van het onderwijs ten behoeve de veiligheidsregio’s is opgenomen in de lumpsumbetaling aan het IFV ter financiering van de wettelijke taken.

Overige nationale veiligheid en terrorismebestrijding

Door temporisering op individuele subsidies is ruimte vrij gemaakt voor de extra investeringen voor het geschikt maken van NL-Alert naar het 4G-netwerk.

Opdrachten

Project NL-Alert

NL-Alert is het systeem voor rampen- en crisisinformatie per mobiele telefoon dat eind 2012 is uitgerold. Met de bijdrage van het Ministerie van VenJ zijn de beheer- en exploitatiekosten van onder andere de telecomproviders gefinancierd. In 2014 zijn wederom landelijk NL-Alert controleberichten uitgezonden, waaruit bleek dat NL-Alertberichten kunnen worden ontvangen door 4,8 miljoen mensen. Uit onderzoek is gebleken dat 86% van de ontvangers van een daadwerkelijk NL-Alert-bericht, andere mensen in hun omgeving informeren. In 2014 is NL-Alert 24 maal ingezet. Voor de overgang naar het 4G-netwerk zijn extra investeringen noodzakelijk geweest bij de providers.

Opdrachten Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)

In 2014 heeft het NCSC 713 incidenten afgehandeld en 1.894 adviezen over beveiliging verstrekt. Daarnaast is onder andere medio 2014 het (vierde) Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN) gepubliceerd.85 Het Cybersecuritybeeld Nederland wordt jaarlijks opgesteld. Doel is het bieden van inzicht in ontwikkelingen, belangen, dreigingen en weerbaarheid op het gebied van cybersecurity. Op hoofdlijnen zijn er ten opzichte van het CSBN 2013 geen grote verschuivingen waarneembaar. Cybercrime en digitale spionage blijven de grootste dreiging op het gebied van cybersecurity. De potentiële impact van cyberaanvallen en verstoringen neemt door snelle digitalisering alleen maar toe. De campagne Alert-Online heeft van 27 oktober tot 6 november 2014 succesvol plaatsgevonden met betrokkenheid van 140 publieke en private partijen.

De onderuitputting wordt met name veroorzaakt door het feit dat de middelen voor de formele personele uitbreiding cybersecurity van € 4 mln. zijn geraamd op het instrument «Opdrachten NCSC». De realisatie vindt plaats op apparaatsbudget (artikel 91). Structurele overheveling naar artikel 91 heeft bij eerste suppletoire begroting 2014 plaatsgevonden.

Overige terrorismebestrijding

Naast de genoemde activiteiten omtrent het indammen van de risico’s die mogelijk uitgaan van terugkeerders uit jihadistische strijdgebieden, is in 2014 onder meer driemaal het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) uitgebracht. Het DTN fungeert als inhoudelijke basis voor het contraterrorismebeleid en stelt de NCTV en zijn samenwerkingspartners in staat beleidsmatig en operationeel snel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.

Overig nationale veiligheid

Vanuit het programma «Veilig door innovatie» zijn twaalf nieuwe projectaanvragen gefinancierd. Het betreffen projecten die het presterend vermogen van veiligheidspartners kan verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken. Tevens zijn opdrachten verstrekt ten behoeve van het functioneren van het Nationaal Crisiscentrum (NCC) en Nationale Academie voor Crisisbeheersing (NAC), die beide werken voor de gehele rijksoverheid.

36.3 Onderzoeksraad voor Veiligheid

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)

De OVV fungeert als onafhankelijk onderzoeksorgaan, dat op eigen gezag kan besluiten tot het doen van onderzoek naar de oorzaak van (ernstige) ongevallen en rampen of een dreiging daartoe.

De werkzaamheden van de raad zijn gekoppeld aan het zich voordoen van een voorval of een reeks van voorvallen. De uitgaven voor onderzoek naar de ramp met de MH17 konden binnen de budgettaire kaders worden opgevangen. De onderzoeken die zijn gedaan in 2014 zijn te vinden op www.onderzoeksraad.nl.

81

De verantwoordelijkheid van de Minister is gebaseerd op de Wet veiligheidsregio’s (verantwoordelijkheid voor het stelsel van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening in de regio (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing), de Politiewet 2012 (bewaken en beveiligen), de Luchtvaartwet (beveiliging burgerluchtvaart) en het Koninklijk Besluit van 14 december 2005 (terrorismebestrijding).

82

Besluit van 14 december 2005, houdende tijdelijke herindeling van ministeriële taken in geval van een terroristische dreiging met een urgent karakter, (Stb. 2005, nr. 662).

83

Voor de meest recente versies wordt verwezen naar respectievelijk: brief integrale aanpak Jihadisme (Tweede Kamer, 29 754, nr. 251); Voortgangsrapportage Actieprogramma integrale aanpak jihadisme (Tweede Kamer, 29 754, nr. 271); Voortgangsrapportage Cyber Security (Tweede Kamer, 26 643, nr. 341); Voortgangsbrief Nationale Veiligheid (Tweede Kamer, 30 821, nr. 19).

84

Tweede Kamer, 26 517, nr. 90.

Licence