Base description which applies to whole site

37. Vreemdelingenzaken

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 12.625 miljoen

Art. 37 Vreemdelingenzaken 9,0%

Art. 37 Vreemdelingenzaken 9,0%

Algemene doelstelling

Een op maatschappelijk verantwoorde wijze en in overeenstemming met internationale verplichtingen gereglementeerde en beheerste toelating tot, verblijf in en vertrek uit Nederland van vreemdelingen, alsmede verkrijging van het Nederlanderschap of de intrekking daarvan.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Veiligheid en Justitie ontwikkelt en geeft uitvoering aan het vreemdelingenbeleid en het beleid op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Hij heeft daarbij:

  • Een financierende rol ten aanzien van de opvang van asielzoekers, de afwikkeling van toelatingsprocedures in Nederland en de terugkeer van vreemdelingen uit Nederland;

  • Verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Vreemdelingenwet en de Rijkswet op het Nederlanderschap door het geheel aan overheidsorganisaties dat zich (primair) met het vreemdelingen- en nationaliteitsbeleid bezighoudt;

  • Verantwoordelijkheid voor de uitvoeringsorganisaties Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), het zelfstandig bestuursorgaan Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en voor de centra van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) waar de vreemdelingenbewaring en de grensdetentie ten uitvoer wordt gelegd;

  • Een gezagsrelatie met de Koninklijke Marechaussee en de nationale politie voor wat betreft het vreemdelingentoezicht.

Beleidsconclusies

Tabel 37.1 Kengetallen vreemdelingenketen

Vreemdelingenketen aantallen1

   

Opvang, Toegang, Toelating en Toezicht

Realisatie

Raming

 

2010

2011

2012

2013

2014

2014

Asiel

           

Asielinstroom2

15.150

14.630

13.360

17.190

29.890

14.000

Overige instroom3

9.720

10.330

9.150

13.260

18.050

13.380

Instroom in de opvang

15.300

13.760

13.300

16.470

29.820

14.000

Uitstroom uit de opvang

13.200

18.640

14.800

15.490

20.280

14.000

Gemiddelde bezetting in de opvang

20.100

18.720

14.400

14.700

19.590

14.100

             

Regulier

           

Machtiging tot voorlopig verblijf (MVV)4

53.600

49.720

46.600

6.580

14.040

8.500

Verblijfsvergunning regulier (VVR)

55.500

58.930

58.520

25.530

22.260

27.2005

Toelating en verblijf (TEV)

39.820

35.840

39.000

Visa

3.400

2.420

1.480

1.760

1.190

2.500

             

Naturalisatie

           

Aantal naturalisatie verzoeken

26.280

26.300

28.890

24.230

24.820

33.500

             

Streefwaarden Terugkeer6

           

Zelfstandig vertrek

16%

20%

20%

23%

26%

20%

Gedwongen vertrek

35%

32%

29%

31%

28%

30%

Zelfstandig vertrek zonder toezicht

49%

48%

50%

46%

47%

50%

Bronnen: INDIS/INDiGO, Maandrapportage COA, Meerjarenraming Vreemdelingenketen en VenJ/KMI.

1

Cijfers zijn afgerond op tientallen. De IND-cijfers over 2014 zijn afkomstig uit het nieuwe datawarehouse van de IND, dat aan het einde van 2014 in gebruik is genomen. Met het nieuwe datawarehouse maakt de IND een belangrijke kwaliteitsslag op het gebied van cijfers over asiel- en reguliere procedures. Eén van de verbeteringen heeft betrekking op procedures die onterecht opgevoerd zijn in INDiGO, het systeem van de IND. Deze procedures kunnen nu uit de cijfers worden gefilterd.

2

Tot de asielinstroom behoren de eerste asielaanvragen, opvolgende asielaanvragen en nareis.

3

Tot de overige asielinstroom behoren zij-instroom, uitgenodigde vluchtelingen, aanvragen voor verlenging van een asielvergunning, herbeoordelingen/intrekkingen van asielvergunningen, de verlengingsaanvragen van reguliere asielgerelateerde vergunningen, de ongewenst verklaringen en de overige reguliere asielgerelateerde vergunningen.

4

Medio 2013 is MoMi ingegaan en worden de MVV’s voor andere verblijfsdoelen dan nareis niet meer onder MVV maar onder TEV meegeteld

5

In de begroting 2014 is voor kalenderjaar 2014 abusievelijk een aantal van 35.300 in plaats van 27.200 weergegeven. Dit heeft geen consequenties gehad, aangezien in de ramings- en financieringsmodellen die in de keten worden gebruikt is uitgegaan van 27.200.

6

Peildatum 1 februari 2015.

Toelichting

Het totaal aantal geregistreerde asielaanvragen is in 2014 hoger dan geraamd. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere instroom uit Syrië (gedurende het hele jaar) en Eritrea (eerste helft van 2014). De instroom in de opvang en de gemiddelde bezetting zijn hierdoor dan ook gestegen.

Wat betreft «regulier» geldt dat het hoger dan geraamde aantal machtigingen tot voorlopig verblijf (MVV), samenhangt met de hogere MVV-nareis als gevolg van de hoger dan geraamde asielinstroom.

Het aantal visa-aanvragen is lager dan geraamd, doordat de diplomatieke posten steeds meer beslissingen zelfstandig afhandelen.

Wat betreft het aantal naturalisatieverzoeken werd bij het vaststellen van de begroting voor 2014 rekening gehouden met een verhoogde instroom door wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap. De wijziging is echter nog niet doorgevoerd, waardoor de verwachte instroom is uitgebleven.

Tabel 37.2 Kengetallen IND doorlooptijden

Vreemdelingenzaken waarop binnen de wettelijke termijn is besloten.

 

Realisatie

Raming

 

2010

2011

2012

2013

2014

2014

Asiel

82%

88%

88%

85%

93%

88%

Regulier

95%

87%

89%

87%

91%

100%

Naturalisatie

96%

87%

91%

70%

86%

100%

Bron: INDIS/INDiGO

Tabel 37.3 Prestatie-indicator Centraal Orgaan Asielzoekers

Gemiddelde verblijfsduur in maanden

 

Realisatie

Raming

 

2011

2012

2013

2014

2014

Gemiddelde opvangduur vergunninghouders na vergunningverlening

5

5

3,7

4,7

3,5

Gemiddelde verblijfsduur opvang op basis van uitstroom

15

14

13

9,8

12

Bron: Maandrapportage COA

Toelichting

De gemiddelde opvangduur van vergunninghouders na vergunningverlening is opgelopen als gevolg van de verhoogde asielinstroom en het relatief hoge inwilligingspercentage. Er worden dan ook maatregelen genomen om de uitplaatsing van vergunninghouders te versnellen.

De daling van de gemiddelde opvangduur van alle uit de opvang van het COA gestroomde vreemdelingen houdt verband met het feit dat het toekenningspercentage hoger is dan eerdere jaren. Over het algemeen is de opvangduur van asielzoekers die in aanmerking komen voor een vergunning namelijk korter dan van asielzoekers die een afwijzing op de asielaanvraag ontvangen. Overigens is het de verwachting dat de gemiddelde opvangduur op basis van de uitstroom in 2015 gaat oplopen. Een groot deel van de in 2014 ingestroomde asielzoekers zit namelijk nog in de opvang. De knelpunten bij het uitplaatsen van vergunninghouders naar gemeenten wordt daardoor pas op een later moment zichtbaar in deze indicator.

Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures

De Wet herschikking asielgronden en de eerste onderdelen van het Besluit stroomlijning toelatingsprocedures en het Besluit aanpassing vergoeding vervolgaanvragen vreemdelingen zijn op 1 januari 2014 in werking getreden. De tweede tranche van het Besluit stroomlijning toelatingsprocedures is op 1 april 2014 in werking getreden. Bij afwijzing van een eerste asielaanvraag of van een humanitair-reguliere aanvraag wordt nu meteen bekeken of er een (andere) humanitair-reguliere verblijfsgrond van toepassing is. Daartoe hoeft geen afzonderlijke vervolgaanvraag meer te worden ingediend.

Alternatieven vreemdelingenbewaring

Vooruitlopend op het wetsvoorstel Terugkeer en Bewaring (indiening bij Tweede Kamer in voorjaar 2015), worden gezinnen met minderjarige kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv's) vanaf 1 oktober niet meer geplaatst in reguliere centra voor vreemdelingenbewaring of grensdetentie, maar in de Gesloten Gezinsvoorziening.

Controle van vreemdelingen in het Detentiecentrum Rotterdam en Detentiecentrum Zeist gebeurt met behulp van een bodyscan, omdat onderzoek aan het lichaam door middel van visitatie als belastend werd ervaren. Daarnaast zijn er alternatieven voor bewaring ontwikkeld (vreemdelingenbewaring wordt meer dan voorheen ingezet als ultimum remedium) die een zichtbare daling van inbewaringstellingen tot gevolg heeft.

Arbeids- en kennismigratie

Op 1 april 2014 is de Europese richtlijn Single Permit inzake de enkelvoudige procedure en de enkelvoudige vergunning geïmplementeerd door invoering van de gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid. Deze vergunning, die door de IND wordt afgegeven, is een combinatie van de tewerkstellingsvergunning en de verblijfsvergunning. Voor het arbeidsmarktdeel vraagt de IND advies aan het UWV.

In april 2014 is het voorstel voor de Europese richtlijn inzake de toelating en verblijf van seizoenswerkers door het Europees Parlement (EP) en de Europese Raad aangenomen. Een eerste aanzet tot implementatie is gegeven. In mei is het voorstel voor de richtlijn inzake de toelating en verblijf van intra corporate transferees door het EP en de Raad aangenomen.

Voor de toelatingsregeling buitenlandse investeerders is veel gedaan aan voorlichting om investeerders aan te trekken. Het heeft geresulteerd in slechts één aanvraag die is afgewezen en één aanvraag die nog in behandeling is.

In 2014 is een wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 voorbereid in verband met de start-up-regeling, die per 1 januari 2015 in werking is getreden. Deze nieuwe regeling geeft ambitieuze starters van buiten de EU de kans om een tijdelijke verblijfsvergunning in Nederland aan te vragen. Met een verblijfsvergunning als «start-up» krijgen ambitieuze starters een jaar de tijd om in Nederland een innovatieve onderneming te starten. Een voorwaarde is dat ze hierbij begeleid worden door een betrouwbare begeleider (facilitator) in Nederland. Daarnaast is een communicatieplan gemaakt om de regeling in de markt te zetten.

In december 2014 heeft de Sociaal-Economische Raad het advies over arbeidsmigratie vastgesteld. Dit advies dient als referentiekader voor eventuele maatregelen om arbeidsmigratie uit andere lidstaten in betere banen te leiden en Nederland nog aantrekkelijker te maken voor kennismigranten. Een kabinetsreactie volgt in het voorjaar van 2015.

Handhaving Vreemdelingenwet

Criminele vreemdelingen en fraude

De aanpak van criminele en overlastgevende vreemdelingen had in 2014 de hoogste prioriteit. Daarnaast is veel aandacht besteed aan de aanpak van op toelating gerichte fraude. Om hier invulling aan te geven, is de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de vreemdelingen- en strafrechtketen verbeterd. In maart 2014 is bovendien de Wet biometrie in werking getreden waardoor nu systematisch gebruik kan worden gemaakt van vingerafdrukken in de strijd tegen (migratie)fraude.

Mensensmokkel

In 2014 is de aanpak van mensensmokkel verder geïntensiveerd. Een belangrijke maatregel is de oprichting van de Landelijke Staf Grootschalig Bijzonder Optreden (LSGBO). Dit is een samenwerkingsstructuur waarin alle relevante organisaties samenwerken op handhaving, opsporing en intelligence rondom de aanpak van mensensmokkel van Eritreeërs en Syriërs. Deze werkwijze heeft geleid tot onder meer 110 aangehouden verdachten en ruim twintig projectmatige mensensmokkelonderzoeken. Deze werkwijze zal daarom structureel worden voortgezet.

Nationaliteit

Op 21 januari 2014 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verlenging van de termijnen voor de verlening van het Nederlanderschap aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit voorstel beoogt conform het Regeerakkoord de naturalisatietermijn te verlengen van vijf naar zeven jaar.

Op 4 september 2014 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen van het Nederlanderschap bij terroristische misdrijven aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit voorstel beoogt aan artikel 14, tweede lid, onderdeel b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap het artikel 134a Wetboek van Strafrecht toe te voegen.

Strafbaarstelling illegaliteit

In april 2014 is het wetsvoorstel strafbaarstelling illegaliteit ingetrokken. Het huidige beleid gericht op terugkeer van onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen blijft hierdoor ongewijzigd.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 37.4 Budgettaire gevolgen van het beleid art. 37 (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

   

2013

2014

2014

Verplichtingen

173.932

1.142.847

681.201

461.646

           

Programma-uitgaven

751.429

1.136.888

681.201

455.687

37.2

Toegang, toelating en opvang vreemdelingen

       
 

Bijdrage agentschappen

       
 

Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

312.131

323.621

290.598

33.023

 

Bijdrage ZBO's/RWT's

       
 

Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)

388.752

740.909

322.413

418.496

 

Nidos-opvang

 

24.738

0

24.738

 

Subsidies

       
 

Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) e.a.

5.272

6.260

5.743

517

 

Overig toegang, toelating en opvang vreemdelingen

605

458

662

– 204

 

Opdrachten

       
 

Programma Biometrie

1.188

400

7.310

– 6.910

 

Programma Vernieuwing Grensmanagement

4.041

3.626

3.017

609

 

Programma Keteninformatisering

13.100

12.009

19.415

– 7.406

 

Versterking vreemdelingenketen

495

592

3.970

– 3.378

           

37.3

Terugkeer

       
 

Bijdrage agentschappen

       
 

DJI (DV&O)

7.700

6.910

8.399

– 1.489

 

Subsidies

       
 

REAN-regeling

6.600

8.833

6.599

2.234

 

Opdrachten

       
 

Terugkeer vreemdelingen

11.545

8.532

13.075

– 4.543

           

Ontvangsten

27.466

1.369

0

1.369

37.2 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen

Toelichting op de instrumenten

Bijdrage aan agentschappen

Immigratie- en Naturalisatiedienstn (IND)

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vreemdelingenbeleid in Nederland. Dat houdt in dat de IND alle aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden. Het kan gaan om vluchtelingen die niet veilig zijn in eigen land, maar ook om mensen die in Nederland willen werken en wonen of zich willen laten naturaliseren tot Nederlander.

De gestegen uitgaven aan de IND hangen vooral samen met de hoger dan geraamde asielinstroom. De IND wordt hiervoor grotendeels op PxQ-basis (prijs maal aantal asielaanvragen) gefinancierd door VenJ. Bij Voor- en Najaarsnota is het budget voor de IND daarom verhoogd.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)

Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) draagt zorg voor de opvang van vreemdelingen in Nederland. Het COA biedt vreemdelingen huisvesting, verstrekt middelen van bestaan en geeft begeleiding.

Het opvangbeleid is gericht op het bieden van onderdak en begeleiding van asielzoekers gedurende de asielprocedure. Na een afwijzing van een asielverzoek wordt de vreemdeling in de gelegenheid gesteld, al dan niet met ondersteuning van Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en/of de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), zelfstandig terug te keren. Na afloop van de vertrektermijn wordt de opvang in beginsel beëindigd, waarna mogelijk nog plaatsing in een locatie voor vrijheidsbeperking of in een gezinslocatie aan de orde kan zijn om verder aan het vertrek te werken. In het geval van vergunningverlening is snelle doorstroming naar gemeentelijke huisvesting van belang om op die wijze integratie en participatie te bevorderen.

Het COA wordt op PxQ-basis (prijs maal de gemiddelde bezetting) gefinancierd. De verhoging van de bijdrage aan het COA houdt direct verband met de hoger dan geraamde asielinstroom in 2014. Bij Miljoenennota 2015 is € 375 mln. extra budget vrijgemaakt ter dekking van de kosten van de verhoogde instroom voor 2014 en 2015. Dit bedrag is toegevoegd aan het budget voor 2014. Van dit budget is € 240 mln. onbesteed gebleven, wat is gestort in de asielreserve. Dit budget blijft hiermee beschikbaar ter dekking van een deel van de kosten van de verhoogde asielinstroom in de 2015.

Nidos-opvang

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie verstrekt een bijdrage aan Stichting Nidos. Deze stichting is belast met de voogdij over alleenstaande minderjarige vreemdelingen en met het uitvoeren van de kinderbeschermingsmaatregel ondertoezichtstelling wanneer het om kinderen uit vluchtelingengezinnen gaat. De subsidie aan Nidos wordt op basis van jaarplannen verstrekt en is gerelateerd aan de instroom van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s).

Per 2014 is de subsidierelatie met Nidos overgeheveld van artikel 35 Jeugd naar artikel 37 Vreemdelingen. Bij de eerste suppletoire begroting is dit budgettair verwerkt. Doordat in 2014 de asielinstroom van AMV’s hoger was dan geraamd, zal de subsidie aan Nidos hoger worden vastgesteld.

Subsidies

Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VWN)

Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) zet zich op basis van Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens in voor de bescherming en het behartigen van de belangen van vluchtelingen en asielzoekers. Daarnaast ondersteunt VWN direct of indirect vluchtelingen en asielzoekers bij het opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland.

In 2014 heeft VWN een subsidie ter grootte van € 6,3 mln. ontvangen. Er is meer uitgegeven dat begroot om de activiteiten op de COA-locaties te kunnen blijven uitvoeren bij het hogere aantal asielverzoeken.

Opdrachten

Biometrie, keteninformatisering en vernieuwing grensmanagement

Het programma Keteninformatisering heeft door een combinatie en uitbouw van bestaande voorzieningen (Basisvoorziening Vreemdelingen en Centraal Digitaal Depot van JustID) de uitwisseling van digitale documenten in de Vreemdelingenketen mogelijk gemaakt. IND en COA zijn als eerste gestart met de uitwisseling van digitale documenten. Er is een tijdelijk informatiesysteem Overdracht Vreemdelingen opgeleverd waarmee ketenpartners gegevens kunnen uitwisselen in het kader van de gedwongen terugkeer van vreemdelingen. Het systeem voor Ketenmanagementinformatie levert inmiddels digitale rapportages van zes ketenpartners.

Biometrie draagt zorg voor harmonisatie en bevordering van efficiënt gebruik van biometrie in de vreemdelingenketen. Het wetsvoorstel92 dat de mogelijkheden in de Vreemdelingenwet 2000 voor gebruik van biometrische kenmerken bij vaststelling van de identiteit van vreemdelingen verruimd, is door beide kamers aangenomen. De wet is op 1 maart 2014 in werking getreden. Het biometriesysteem (AFIS) van de Basisvoorziening Vreemdelingen is in 2014 vervangen, waarmee het uitgangspunt van eenmalige vastlegging en opslag van deze biometrische gegevens, die kunnen worden hergebruikt in alle processen van de vreemdelingenketen, verder is gerealiseerd. De uitrol van het Europese Visumsysteem (EU-VIS) is verder gecontinueerd. Tevens is geïnvesteerd in een Public Key Infrastructure (PKI) voor grens- en vreemdelingentoezicht, de verhoging van de kwaliteit van biometrie en een ketenplatform voor effectiever gebruik van biometrie in de keten.

De onderschrijdingen op de budgetten voor het programma Keteninformatisering en voor biometrie komen omdat hier geraamde uitgaven gerealiseerd zijn op het apparaatsartikel (niet-beleidsartikel 91). Dit in verband met herdefiniëring door «Verantwoord Begroten».

37.3 Terugkeer

Bijdrage aan agentschappen

DJI – Dienst Vervoer en Ondersteuning

De DT&V schakelt de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) in voor het vervoer van vreemdelingen. De realisatie is lager omdat de DT&V in 2014 minder gebruik heeft hoeven maken van de diensten van DV&O, mede vanwege een efficiënter ingericht ketenproces.

Subsidies

REAN-regeling

De DT&V en de IOM werken met elkaar samen op het gebied van zelfstandige terugkeer. De hogere realisatie is veroorzaakt doordat het begrotingsartikel met ingang van 2014 ook andere subsidie uitgaven van de DT&V omvat, die voor 2014 geboekt werden op het instrument opdracht vreemdelingen vertrek. Deze mutatie heeft betrekking op een onderlinge verschuiving van budgetten.

Opdrachten

Terugkeer vreemdelingen

De DT&V bevordert het daadwerkelijke vertrek van vreemdelingen door de regie over het vertrekproces van individuele vreemdelingen te voeren. Dat gebeurt onder meer door het voeren van gesprekken met vreemdelingen, het faciliteren van het verkrijgen van reisdocumenten, het geven van voorlichting en het voorbereiden van het daadwerkelijke vertrek. Daarnaast bevordert de DT&V de samenwerking op het terrein van terugkeer met landen van herkomst en landen van de Europese Unie.

Ook in 2014 heeft de prioriteit in eerste instantie gelegen bij zelfstandig of vrijwillig vertrek en hebben vreemdelingen van de overheid praktische en financiële ondersteuning voor terugkeer ontvangen. Door de IOM, gemeenten, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties zijn met nationale en Europese middelen verschillende projecten uitgevoerd waarin aan vreemdelingen «in natura» ondersteuning is geboden, zoals bijvoorbeeld het bieden van een (vak)opleiding en het opstellen van een businessplan. Indien vreemdelingen desondanks niet vrijwillig vertrekken, wordt ingezet op gedwongen vertrek, waarbij medewerking van landen van herkomst essentieel is. Kabinetsbreed is ingezet op het verkrijgen van deze medewerking van herkomstlanden.

De realisatie was in 2014 lager dan begroot. Reden voor deze onderuitputting is deels gelegen in het feit dat de DT&V in 2014 ook incidentele financiële middelen vanuit de EU heeft ontvangen. Daarnaast was in 2014 een afname zichtbaar in het aantal fysieke verplaatsingen van vreemdelingen tussen de verschillende ketenpartners.

Licence