Base description which applies to whole site

7. Caribisch Nederland

De doelstelling voor Caribisch Nederland is vastgelegd in de Onderwijsagenda die in 2011 is ondertekend. Daarin is opgenomen dat «in 2016 de onderwijskwaliteit van de scholen in Caribisch Nederland op een naar Nederlandse en Caribische maatstaven aanvaardbaar niveau is». Concreet betekent dit dat per 1 augustus 2016 het onderwijs in Caribisch Nederland voldoet aan de eisen van basiskwaliteit. De Inspectie van het Onderwijs heeft de voortgang onderzocht. In maart 2014 heeft de Inspectie van het Onderwijs een themarapportage «Onderwijsverbetering in Caribisch Nederland. Het onderwijs op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 3 jaar na 10 oktober 2010» uitgebracht.

Op grond van die rapportage stellen we vast dat in het primair onderwijs goede stappen zijn gezet. Voor een aantal scholen in het po moet basiskwaliteit in 2016 bereikbaar zijn. Voor de scholen in het voortgezet onderwijs is het beeld meer gedifferentieerd en kwetsbaarder. De Inspectie van het Onderwijs heeft in het bijzonder aandacht gevraagd voor de zorgproblematiek op de eilanden die extra inzet vergt. In de beleidsreactie staat dat we vasthouden aan de geformuleerde ambitie om de basiskwaliteit in 2016 te realiseren of zo spoedig mogelijk daarna. Dit is in het belang van de leerlingen die recht hebben op goed onderwijs. Om dit te kunnen realiseren en de scholen zo goed mogelijk te ondersteunen, hebben we onder andere extra inzet gepleegd in de leerlingenzorg en het versterken van de bestuurskracht. Ook is besloten op Sint Eustatius over te gaan naar Engels als instructietaal.

Tabel Doelstelling / Indicator

Doelstelling/Indicator

Sector

Basiswaarde

Realisatiewaarde 2013

Realisatiewaarde 2014

Streefwaarde (2015)

Bron

1

De prestaties van leerlingen en studenten gaan omhoog

a)

Gemiddelde score/eindcijfer omhoog

           
 

CITO eindtoets omhoog

po

535,5 (2012)

535

534,8

537

Cito (2014): Terugblik en resultaten 2014; eindtoets basisonderwijs groep 8

 

Gemiddeld eindcijfer (Centraal examen) omhoog

vo

       

Inspectie van het Onderwijs; Onderwijsverslag

   

о

Nederlands

 

(2010)

       
     

VMBO gt

 

6,6

6,2

6,3

6,8

 
     

HAVO

 

6,0

6,2

6,3

6,2

 
     

VWO

 

6,1

6,5

6,5

6,3

 
   

о

Engels

           
     

VMBO gt

 

6,3

6,3

6,7

6,5

 
     

HAVO

 

6,1

6,7

6,9

6,3

 
     

VWO

 

6,4

6,9

6,8

6,6

 
   

о

Wiskunde

           
     

VMBO gt

 

6,1

6,4

6,5

6,3

 
     

HAVO

 

6,2

6,5

6,6

6,4

 
     

VWO

 

6,3

6,9

6,6

6,5

 

b)

Excellente leerlingen

           
 

De grensscore voor de beste 20% van de leerlingen stijgt naar 545 in 2015

po

544/545 (2011)

543/544

543/544

545/546

Cito (2014): Terugblik en resultaten 2014; eindtoets basisonderwijs groep 8

 

Stijging van het gemiddeld eindcijfer van de 20% best presterende vwo leerlingen

vo

7,6 (2010)

7,7

7,6

7,8

OCW; DUO bestanden

c)

Studiesucces

           
 

mbo: Percentage mbo-deelnemers per niveau dat met diploma de instelling verlaat, jaarresultaat per niveau

mbo

(2008)

(2012)

(2013)

 

MBO raad; Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2013, Bouwsteen studiesucces, Sectorrapportage; Overzicht 3.4 – Jaarresultaat 2010 – 2013 per opleidingsvariant

     

Niveau 1: 66%

Niveau 1: 71%

Niveau 1: 74%

Niveau 1: 70%

     

Niveau 2: 62%

Niveau 2: 71%

Niveau 2: 72%

Niveau 2: 70%

     

Niveau 3: 63%

Niveau 3: 67%

Niveau 3: 70%

Niveau 3: 70%

     

Niveau 4: 65%

Niveau 4: 70%

Niveau 4: 73%

Niveau 4: 70%

     

Totaal: 64%

Totaal: 68%

Totaal: 72%

Totaal: 70%

 

ho:

               
   

о

Bachelor studiesucces (n+1) herinschrijvers na het eerste jaar

ho

(2011)

     

OCW; DUO 1 cijfer HO

           

hbo: 65,7%

hbo: 62,9%

hbo: 60,4%

   
           

wo: 60,9%

wo: 68,4%

wo: 70,4%

   
   

о

Studenten-tevredenheid

 

hbo: 65,6%

hbo: 68,3%

hbo: 69,9%

 

NSE Nationale Studentenenquête

           

wo: 80,1%

wo: 80,1%

wo: 81,4%

   

2

Scholen en instellingen werken met goed opgeleide en professionele leraren, docenten en schoolleiders, die samen zorgen voor een veilig en ambitieus leerklimaat

a)

Aandeel lessen dat gegeven wordt door gekwalificeerde docenten

vo

83,5% (2011)

84,1%

 

85% (2016)

IPTO 2013 (peildatum 1 oktober 2013)

b)

Docentenkwaliteit hbo: 80% van de hbo-docenten is master of Phd-opgeleid in 2016

ho

66,2% (2011)

72,2%

 

80% (2016)

POMO (Personeels- en Mobiliteitsonderzoek), bewerking Vereniging Hogescholen

3

Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk en worden aangesproken op hun prestaties, waarvoor door de overheid heldere normen zijn geformuleerd: verantwoording en toezicht op de prestaties van scholen

a)

Percentage opbrengstgerichte scholen

         

Inspectie van het Onderwijs (2015): De staat van het onderwijs; Onderwijsverslag 2013/2014

 

In het po van 30% naar 60% in 2015 en naar 90% in 2018

po

35%1 (2010/11)

26%2

34%

60%

90% in 2018

 
 

In het vo naar minstens 50% in 2015

vo

28% (2011/12)

47%2

65%

50%

90% in 2018

 
 

In het (v)so, de wet treedt 1.8.2013 in werking, kan nog niet worden gemeten

(v)so

Niet beschikbaar

50%

75% in 2018

De realisatiewaarde is niet beschikbaar. Het percentage opbrengstgerichte scholen binnen het (v)so in 2013/2014 is niet gemeten.

b)

Prestatieafspraken over het terugdringen van voortijdig schoolverlaten

vo/mbo

41.800 (2009)

27.660

25.970

25.000 (2016)

OCW; DUO: VSV-kenner

4

Aansluiting van het onderwijs op de behoefte van de arbeidsmarkt

a)

Percentage leerlingen in de beroepsgerichte leerweg van het vmbo dat kiest voor techniek

vo

23% (2012)

27,4%

 

30%

OCW; DUO 1 cijfer VO

b)

Aandeel mbo-studenten techniek

mbo

28% (2011)

26,4%

27,4%

30% (2016)

OCW; DUO BRON bestanden

c)

Aandeel afgestudeerden bètatechniek incl. snijvlakopleidingen

ho

(2012)

   

(2016)

OCW; DUO 1 cijfer HO

           

hbo: 18%

hbo: 18%

hbo:18%

hbo: 19%

 
           

wo: 21%

wo: 22%

wo:22%

wo: 22%

 

5

Behoud van kwaliteit wetenschap en wetenschappelijk talent en versterken impact wetenschap

 

Mondiale top-5 positie op basis van citatiescores

owb

3 (2008–2011)

2 (2009–2012)

 

≤5

WTI2 (Thomson Reuters/CWTS Web of Science. Bewerking CWTS/NIFU)

6

Een sterke cultuursector, die ondernemend en innovatief is en goed zorgt voor ons erfgoed

a)

Eigen inkomsten

cultuur

         
 

Percentage cultuurproducerende instellingen in de BIS (musea en presentatie-instellingen beeldende kunst) dat voldoet aan de eigen inkomstennorm van minimaal 21,5%

 

76% (2010–2011)

81% (2012)

91% (2013)

100% (2016)

Opgaven van cultuurproducerende instellingen aan OCW

 

Percentage podiumkunstinstelling en filmfestivals in de BIS dat voldoet aan de eigen inkomstennorm van minimaal 25,5%

 

69% (2010–2011)

66% (2012)

83% (2013)

100% (2016)

Opgaven van cultuurproducerende instellingen aan OCW

b)

Aantal bezoeken

cultuur

         
 

Aantal bezoeken gesubsidieerde podiumkunsten (inclusief buitenland) voor 2014

 

2,6 miljoen (2009)

2,2 miljoen (2012)

2,2 miljoen (2013)

2,2 miljoen (2016)

Opgaven van cultuurproducerende instellingen aan OCW

 

Aantal bezoekers gesubsidieerde musea

 

5,7 miljoen (2009)

6,2 miljoen (2012)

7,9 miljoen (2013)

7,1 miljoen (2016)

Opgaven van cultuurproducerende instellingen aan OCW

8

Het bevorderen van emancipatie

 

Sociale acceptatie homoseksualiteit onder de bevolking

emancipatie

90% (2010)

93%

 

≥90%

SCP; Homo Emancipatiemonitor

1

De Inspectie heeft in haar toezichtkader de normering voor het opbrengstgericht werken gewijzigd. Dit is de oorspronkelijke basiswaarde. Op basis van de gewijzigde normering zou deze 25% bedragen.

2

Deze realisaties kennen een gewijzigde normering ten opzichte van de oorspronkelijke basiswaarde.

Verschillen DJV 2014 ten opzichte van begroting 2014

1

De prestaties van leerlingen en studenten gaan omhoog

a)

Gemiddelde score/eindcijfer omhoog

De streefwaarde van deze indicator zal in de begroting van 2015 niet terugkeren. Dit is conform afspraak met de Tweede Kamer.

CITO eindtoets omhoog

3

Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk en worden aangesproken op hun prestaties, waarvoor door de overheid heldere normen zijn geformuleerd: verantwoording en toezicht op de prestaties van scholen

a)

Percentage opbrengstgerichte scholen

De basiswaarde van deze indicator is aangepast. In de begroting 2014 was als basiswaarde (2010/2011) opgenomen 35%. Maar die waarde sloeg op een beperkte set indicatoren die voldoende was (dus niet alle indicatoren opbrengstgericht werken). Die waarde publiceert de Inspectie van het Onderwijs niet meer. Alleen het percentage scholen dat op alle indicatoren opbrengstgericht werken voldoende scoort wordt nog gepubliceerd. Vandaar dat de basiswaarde 2011 is aangepast naar 25%.

In het po van 30% naar 60% in 2015 en naar 90% in 2018

7

Een onafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-aanbod dat toegankelijk en betaalbaar is voor alle lagen van de bevolking

 

De uitzendingen van de publieke omroep onderscheiden zich van die van de commerciële omroepen door een blijvend hogere kwalitatieve waardering door de Nederlandse bevolking

Deze indicator komt niet meer terug in het DJV 2014. Reden: deze is in 2014 voor het eerst opgenomen in de rijksbegroting. Het jaarlijks onderzoek wordt in opdracht van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) uitgevoerd door IPSOS. Bij de beleidsdoorlichting is geconstateerd, dat de gehanteerde indicator niet voldoende aansluit op de algemene doelstelling. Omdat er in de afgelopen jaren grote beleidswijzigingen hebben plaatsgevonden en het medialandschap snel verandert, zullen de doelstelling, de subdoelstellingen en de indicatoren met ingang van de rijksbegroting worden geactualiseerd.

Realisatie beleidsdoorlichtingen

Tabel Realisatie beleidsdoorlichtingen

Artikel

Realisatie

Geheel artikel

Toelichting

 

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

   

1. Primair onderwijs

                 

Onderwijsachterstandenbeleid

 

           

Kamerstuk 31 511, nr. 3

Kwaliteitszorg, innovatie en schoolontwikkeling in het primair onderwijs

               

Kamerstuk 31 511, nr. 3

Brede scholen

           

 

Deze doorlichting is onderdeel van de beleidsdoorlichting «Scholen en instellingen met een ambitieus leerklimaat», in relatie met Kamerstuk 31 293, nr. 207

                   

1, 3, 4, 7, 11, 12. Onderwijs

                 

Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk

           

 

Kamerstuk 31 511, nr. 12

Scholen en instellingen met een ambitieus leerklimaat

           

 

Kamerstuk 31 511, nr. 12

                   

4. Beroepsonderwijs en volwasseneducatie

                 

Leren & Werken

     

       

Kamerstuk 30 012, nr. 36

                   

6 en 7. Hoger onderwijs

                 

Kennisfunctie Hoger beroepsonderwijs

   

         

Kamerstuk 31 511, nr. 5

                   

9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

                 

Actieplan Leerkracht

         

   

Kamerstuk 27 923, nr. 45

                   

12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

                 

Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten

             

Kamerstuk 31 511, nr. 2

                   

14. Cultuur

                 

Waarborgen aanbod en participatie cultuur

     

       

Kamerstuk 31 511, nr. 8

                   

15. Media

                 

Mediabeleid 2004–2009

   

         

Kamerstuk 31 511, nr. 7

Mediabeleid 2010–2013

           

 

Kamerstuk 31 511, nr. 11

                   

16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

                 

Versterking van de aantrekkingskracht op en de loopbaanmogelijkheden van jonge en talentvolle onderzoekers

             

Kamerstuk 31 511, nr. 1

IBO wetenschappelijk onderzoek

           

 

Kamerstuk 29 338, nr. 136

                   

25. Emancipatie

                 

Emancipatie 2011–2014

           

 

Kamerstuk 30 420, nr. 211

Toelichting:

OCW heeft in 2014 vier beleidsdoorlichtingen aan de Tweede Kamer gestuurd, te weten:

  • Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk;

  • Scholen en instellingen met een ambitieus leerklimaat;

  • Mediabeleid 2010–2013 en

  • Emancipatie 2011–2014.

De beleidsdoorlichtingen zijn door de ADR uitgevoerd en opgesteld, in afstemming met een begeleidingscommissie die uit vertegenwoordigers van de betrokken beleidsdirecties bestond evenals enkele stafdirecties en het Ministerie van Financiën.

De beleidsdoorlichtingen «Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk» en «Scholen en instellingen met een ambitieus leerklimaat» zijn beleidsdoorlichtingen op beleidsdoelstellingen die in de beleidsagenda 2012 zijn opgenomen. De overige beleidsdoelstellingen uit de beleidsagenda 2012 op het terrein van onderwijs worden in 2015 doorgelicht. Deze beleidsdoelstellingen, en daarmee de beleidsdoorlichtingen, hebben betrekking op alle onderwijsartikelen.

In de beleidsdoorlichting «Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk» wordt door de ADR geconcludeerd dat scholen werken aan het implementeren van instrumenten om het inzicht in de resultaten van scholen te vergroten zodat docenten, schoolleiders en instellingen zich met elkaar kunnen vergelijken, van elkaar kunnen leren en op grond daarvan kunnen verbeteren. Bijna alle instrumenten om dit doel te bereiken zijn ontwikkeld en geïmplementeerd. Tevens constateert de ADR dat er nog weinig onderzoek beschikbaar is naar de tevredenheid van de verschillende stakeholders met de ontwikkelde instrumenten en naar de mate waarin instrumenten door stakeholders ook daadwerkelijk worden gebruikt om zich een oordeel te vormen over de kwaliteit van instellingen en die met elkaar te vergelijken. Het ontbreekt aan zicht op het effect van de instrumenten om resultaten inzichtelijk te maken op de hogere doelstelling: betere onderwijsprestaties.

In de beleidsdoorlichting «Scholen en instellingen met een ambitieus leerklimaat» constateert de ADR dat een groot deel van de maatregelen ten behoeve van de beleidsdoelstellingen zijn ingezet. Bij de inzet van deze maatregelen is goed gekeken naar de ervaringen met eerdere beleidsinstrumenten. De ADR spreekt dan ook de positieve verwachting uit over de effectieve werking van het ingezette beleid op (korte) termijn.

Tevens is in deze beleidsdoorlichting «Scholen en instellingen met een ambitieus leerklimaat» de beleidsdoorlichting «Brede scholen» opgenomen. Over de brede scholen is de Tweede Kamer via een brief in juli 2014 uitvoerig geïnformeerd. Deze informatie had sterke overeenkomsten met een beleidsdoorlichting, waardoor is afgezien van het uitvoeren van een nieuwe beleidsdoorlichting.

Voor de beleidsdoorlichtingen «Mediabeleid 2010–2013» en «Emancipatie 2011–2014» wordt verwezen naar de betreffende artikelen (respectievelijk artikel 15 en 25). Voor het IBO Wetenschap wordt verwezen naar artikel 16.

Overzicht van Risicoregelingen

Tabel 1 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2013

Verleend 2014

Vervallen 2014

Uitstaande garanties 2014

Garantie-plafond

Totaal plafond

Totaal stand begrotings-reserve

14

Indemniteitsregeling

288.457

432.000

369.458

351.0001

300.000

1

Dit bedrag bestaat uit het uitstaand risico ultimo 2014 van € 192 miljoen en het totaal van garanties die vier maanden of korter voorafgaand aan ultimo 2014 zijn vervallen, en waarover op grond van de regeling nog schade gemeld kan worden (het zgn. viermaandsrisico).

Tabel 2 Overzicht achterborgstellingen (bedragen x € 1.000.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2013

Uitstaande garanties 2014

14

Achterborgovereenkomst NRF

220,8

247,9

Artikel

Licence