Base description which applies to whole site

NATIONAAL ARCHIEF

Baten-lastenagentschap

Algemeen

Onze opdracht is om uitvoering te geven aan de missie van het Nationaal Archief: het dienen van ieders recht op informatie en geven van inzicht in het verleden van ons land door ons in te zetten voor een sterk archiefbestel en door de nationale archiefcollectie in Den Haag te beheren en onsite en online te presenteren.

In 2014 heeft het NA een belangrijke stap gezet in het realiseren van de digitale infrastructuur om zowel interne- als externe gebruikers te faciliteren.

De collectie van het Nationaal Archief bestaat uit archieven van nationale betekenis met het accent op archieven van de rijksoverheid.

Nationaal Archief en Regionale Historische Centra

Op basis van de Archiefwet 1995 heeft de Minister een specifieke verantwoordelijkheid voor alle rijksarchieven, zijnde het Nationaal Archief in Den Haag en de rijksarchiefbewaarplaatsen in de provinciehoofdsteden. Deze bewaarplaatsen in de provinciehoofdsteden maken deel uit van Regionale Historische Centra (RHC’s). Deze centra zijn zelfstandige openbare lichamen, die vanuit het Rijk en andere partners een bijdrage ontvangen.

Deze jaarrekening handelt alleen om de baten en lasten van het Nationaal Archief. De rijksbijdragen aan de afzonderlijke RHC’s worden elders verantwoord op artikel 14 van de Rijksbegroting.

Tabel 1 Samenvattende verantwoordingsstaat 2014 inzake baten-lastenagentschap NA (bijdragen x € 1.000)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2013

Totale baten

42.927

30.027

– 12.900

29.980

Totale lasten

42.927

29.445

– 13.482

29.973

Saldo van baten en lasten

0

582

582

7

         

Totale kapitaalsontvangsten

0

0

0

4.735

Totale kapitaalsuitgaven

2.648

1.713

– 935

3.909

Toelichting:

De realisatie over 2014 sluit met een positief exploitatieresultaat van € 0,6 miljoen. Een nadere beschouwing over de totstandkoming van dit resultaat is opgenomen in de toelichting op tabel 2.

De kapitaalsontvangsten sluiten aan op het kasstroomoverzicht en betreffen de boekwaarde van desinvesteringen, het bedrag aan ontvangen financiering (leenfaciliteit) en de eenmalige bijdragen van het moederdepartement. De kapitaalsuitgaven zijn gelijk aan de investeringen en de aflossingen op de leenfaciliteit.

Tabel 2 Staat van baten-lastenagentschap NA (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2013

Baten

       

Omzet moederdepartement

38.242

34.966

– 3.276

28.335

Omzet overige departementen

0

400

400

700

Omzet derden

2.505

1.851

– 654

2.608

Rentebaten

0

66

66

15

Mutatie projectgelden

2.180

– 7.336

– 9.516

– 1.678

Vrijval voorzieningen

0

80

80

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

42.927

30.027

– 12.900

29.980

         

Lasten

       

Apparaatskosten

40.416

28.274

– 12.142

24.193

Personele kosten

19.437

14.118

– 5.319

11.311

 

Waarvan eigen personeel

12.021

11.009

– 1.012

9.073

 

Waarvan externe inhuur

6.900

2.526

– 4.374

1.526

 

Waarvan overige personeelskosten

516

583

67

711

Materiële kosten

20.979

14.156

– 6.823

12.882

 

Waarvan apparaat ICT

672

624

– 48

3.113

 

Waarvan bijdrage aan SSO’s

0

55

55

0

Afschrijvingskosten

2.418

945

– 1.473

5.429

Materieel

818

945

127

694

Immaterieel

1.600

0

– 1.600

4.735

Overige lasten

93

226

133

351

Dotaties voorzieningen

0

200

200

319

Rentelasten

93

26

– 67

32

Bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

42.927

29.445

– 13.482

29.973

Saldo van baten en lasten

0

582

582

7

Toelichting:

Baten

De omzet van het moederdepartement over 2014 bedraagt € 34,9 miljoen. In de omzet moederdepartement zijn de 2e geldstroom projecten van totaal € 12,6 miljoen opgenomen. De ontvangen budgetten voor 2e geldstroom projecten in 2014 betreffen hoofdzakelijk de programma’s Digitale Taken Rijksarchieven (DTR), Archief 2020 en Gemeenschappelijk Cultureel erfgoed.

Het verschil tussen de begroting en de realisatie is voornamelijk veroorzaakt door lagere bijdrage aan het programma Digitale Taken Rijksarchieven.

De bijdrage van de Provincie Zuid Holland (€ 400.000) is voor het beheer van de archieven Zuid Holland.

De omzet derden betreft de subsidies afkomstig van derde partijen (onder andere EU) zoals het Europese project Apex en digitaliseringsprojecten zoals Metamorfoze. Daarnaast zijn in deze omzet ook de opbrengsten van de overige dienstverlening verantwoord.

De mutatie in de projectgelden betreft het bedrag aan projectgelden dat per saldo wordt overgeheveld naar het volgende boekjaar. Dit wordt met name veroorzaakt door vertragingen in het programma DTR en het project Masterplan Archiefdepots.

Lasten

De apparaatskosten bedragen € 28,2 miljoen en liggen circa € 12,2 miljoen onder de begroting. Dit is het resultaat van vertragingen in het programma DTR en het project Masterplan Archiefdepots. De vertraging in het programma DTR is ontstaan door problemen met de werving van personeel, geen investeringen in een nieuwe eigen serverruimte wegens toekomstige overgang naar een ODC, vertraagde aanbesteding van scanners en op onderdelen een andere fasering van het programma DTR.

Het project Masterplan Archiefdepots is voor de voortgang afhankelijk van het Rijksvastgoedbedrijf. Door de vertragingen is minder personeel in dienst genomen en minder personeel ingehuurd dan gepland. Daardoor is minder personeel in dienst genomen en minder personeel ingehuurd dan gepland. Ook de materiële kosten zijn door de vertragingen achtergebleven op de begroting.

De afschrijving van de materiele vaste activa bedraagt € 0,9 miljoen en is € 0,1 miljoen hoger dan begroot. De oorzaken van dit verschil zijn investeringen die samenhangen met het programma DTR (scanners) en het project Masterplan Archiefdepots (archiefstellingen).

In 2014 zijn geen afschrijvingen van immateriële vaste activa, omdat in 2013 de immateriële vaste activa volledig zijn afgeboekt. De begroting (€ 1,6 miljoen) is opgesteld vóór doorvoering van deze stelselwijziging.

In 2014 is als gevolg van een afspraak over een afvloeiingsregeling een voorziening getroffen van € 0,2 miljoen.

Tabel 3 Balans per 31 december 2014 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Balans 2014

Balans 2013

Activa

   

Immateriële vaste activa

0

0

Materiële vaste activa

6.389

5.981

Grond en gebouwen

437

434

Installaties en inventarissen

5.952

5.547

Overige materiële vaste activa

0

0

Voorraden

0

0

Debiteuren

84

277

Nog te ontvangen

1.550

1.563

Liquide middelen

23.052

16.128

Totaal activa

31.075

23.949

Passiva

   

Eigen Vermogen

3.508

2.926

Exploitatiereserve

2.926

2.919

Onverdeeld resultaat

582

7

Voorzieningen

409

399

Leningen bij het MvF

1.220

1.580

Investeringsbijdrage

2.193

6.458

Projectgelden

19.364

8.792

Crediteuren

1.101

1.211

Nog te betalen

3.280

2.583

Totaal passiva

31.075

23.949

Toelichting:

Activa

De balans van het Nationaal Archief vertoont een relatief stabiel beeld.

De debiteuren en nog te ontvangen bedragen zijn als volgt te specificeren:

Tabel 3a debiteuren (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Balans 2014

Balans 2013

Vorderingen op het moederdepartement

4

2

Vorderingen op overige departementen

8

34

Vorderingen op overige debiteuren

72

241

Stand per 31 december

84

277

Tabel 3b Nog te ontvangen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Balans 2014

Balans 2013

Nog te ontvangen van moederdepartement

0

10

Nog te ontvangen op overige departementen

0

0

Nog te ontvangen van overige organisaties

1.550

1.553

Stand per 31 december

1.550

1.563

De liquide middelen zijn per saldo gestegen als gevolg van minder uitgaven aan projecten.

Passiva

Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2014 € 3,5 miljoen. Hiermee komt het eigen vermogen boven de maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. Uiterlijk per eerste suppletoire begrotingswet is het surplus aan eigen vermogen afgeroomd naar de eigenaar. Het verloop van het vermogen ziet er als volgt uit:

Tabel 3c Overzicht vermogensontwikkeling over de jaren 2012 – 2014
(bedragen x € 1.000)
 

2014

2013

2012

Exploitatiereserve

     

Saldo per 1 januari

2.926

2.919

442

Onverdeeld resultaat

582

7

117

Overige directe mutaties

773

0

0

       

Directe vermogensmutatie

     

Bijdrage door moederdepartement

0

0

2.360

Overige directe mutaties

– 773

0

0

Saldo per 31 december

3.508

2.926

2.919

Conform de Regeling agentschappen is in het eigen vermogen als onderdeel van de exploitatiereserve de directe vermogensmutatie voor een bedrag van € 1,6 miljoen verantwoord (2013: € 2,4 miljoen). De overige directe mutaties in 2014 betreffen kosten die in 2013 ten laste zijn gekomen van dit geoormerkte budget, maar pas bij de verdeling van het resultaat in 2014 zijn verwerkt. De directe vermogensmutatie is een geoormerkt budget binnen de exploitatiereserve. In voorgaande jaren was de directe vermogensmutatie apart zichtbaar in de jaarrekening. De vergelijkende cijfers over 2013 zijn daarom aangepast aan de presentatie zoals in 2014 is toegepast. In 2014 zijn er uitgaven geweest ten laste van dit geoormerkte budget voor een bedrag van € 0,4 miljoen. Deze uitgaven zijn nog niet in de exploitatiereserve verwerkt, omdat de balans vóór resultaatverdeling moet worden opgesteld. De verdeling van het resultaat komt tot uitdrukking in de jaarrekening 2015.

De voorzieningen zijn licht gestegen tot € 0,4 miljoen als gevolg van de toename van de voorziening voor wachtgeldverplichtingen en de mutatie van een reorganisatievoorziening. Het verloop van de voorzieningen is als volgt weer te geven:

Tabel 3d Voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Wachtgeld

Reorganisatie

Totaal

Stand 1/1/2014

99

300

399

Mutatie

200

– 190

10

Stand 31/12/2014

299

110

409

De belangrijkste mutatie in de investeringsbijdrage betreft de dotatie vanwege investeringen in activa voor het project DTR en het project Masterplan Archiefdepots. Verder is de investeringsbijdrage voor het Masterplan Archiefdepots voor een bedrag van € 5,1 miljoen verantwoord onder de projectegelden. Tegenover deze gelden staan nog geen investeringen. Hierdoor staan in de post «investeringsbijdrage» alleen bedragen waartegenover investeringen staan.

De vooruitontvangen projectgelden zijn gestegen met bijna € 10,5 miljoen. De belangrijkste mutatie in de projectgelden betreft enerzijds de overboeking van investeringsbijdrage naar projectgelden (€ 5,1 miljoen) en anderzijds onderbestedingen aan DTR (€ 4,7 miljoen), Archief 2020 (€ 0,6 miljoen) en overige projecten.

De crediteuren en nog te betalen bedragen zijn als volgt te specificeren:

Tabel 3e crediteuren (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Balans 2014

Balans 2013

Schulden op het moederdepartement

71

90

Schulden op overige departementen

89

240

Schulden op overige crediteuren

941

881

Stand per 31 december

1.101

1.211

Tabel 3f Nog te betalen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Balans 2014

Balans 2013

Nog te betalen aan moederdepartement

17

47

Nog te betalen aan overige departementen

190

249

Nog te betalen aan overige organisaties

3.073

2.287

Stand per 31 december

3.280

2.583

Tabel 4 Kasstroomoverzicht over 2014 (bedragen x € 1.000)
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2014 + depositorekeningen

7.694

16.128

8.434

2.

Totaal operationele kasstroom

2.418

8.637

6.219

3a

Totaal investeringen (-/-)

– 2.418

– 1.353

1.065

3b

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 2.418

– 1.353

1.065

4a

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

4b

Eenmalig storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

4c

Aflossingen op leningen (-/-)

– 230

– 360

– 130

4d

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

– 230

– 360

– 130

5a

Kasmiddelen

0

0

0

5.

Rekening courant RHB 31 december 2014 + stand depositorekeningen (1+2+3+4)

7.464

23.052

15.588

Toelichting:

De operationele kasstroom is hoger dan oorspronkelijk begroot door fors lagere uitgaven op projecten dan in de oorspronkelijke begroting vastgesteld.

De investeringen hebben voornamelijk betrekking op de verbouwingen van het depot in het kader van het project Masterplan Archiefdepots en investeringen in ICT ten behoeve van het programma DTR.

De financieringskasstroom betreft de aflossing van de leningen bij het Ministerie van Financiën.

Doelmatigheid

Voor de eindverantwoording 2014 is – evenals voor 2013 – geen tabel met doelmatigheidsindicatoren opgenomen omdat deze ook niet weergegeven is in de begroting over 2014. De reden hiertoe is dat het Nationaal Archief in 2013 en 2014 een reorganisatie uitvoert en op basis van de nieuwe organisatiestructuur nieuwe doelmatigheidsindicatoren opstelt.

Licence