Base description which applies to whole site

Artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van beheer en onderhoud en vervanging verantwoord. Dit betreft het watermanagement, het regulier beheer en onderhoud en vervanging en renovatie. Daarmee wordt een duurzaam watersysteem op orde gehouden, zodat aan de wettelijke normen kan worden voldaan.

Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikelen 11 Waterkwantiteit en 12 Waterkwaliteit van het Jaarverslag van Hoofdstuk XII. De doelstelling van dit artikel is het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, zodat Nederland droge voeten heeft.

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1.000)

3 Beheer, onderhoud en vervanging

     

Realisatie

Begroting

Verschil

 
 

2012

2013

2014

2015

2015

2015

 

Verplichtingen

 

189.429

190.093

266.646

183.181

83.465

1)

Uitgaven

 

190.180

174.535

156.952

190.021

– 33.069

 

3.01 Watermanagement

 

12.484

11.530

7.764

7.734

30

 

3.01.01 Watermanagement

 

12.484

11.530

7.764

7.734

30

 

3.02 Beheer en Onderhoud

 

177.696

163.005

149.188

182.287

– 33.099

 

3.02.01 Waterveiligheid

 

148.829

133.896

118.938

119.654

– 716

 

3.02.02 Zoetwatervoorziening

 

23.776

24.694

17.446

17.379

67

 

3.02.03 Vervanging

 

5.091

4.415

12.804

45.254

– 32.450

2)

3.09 Ontvangsten

 

0

0

0

0

0

 

3.09.01 Ontvangsten

 

0

0

0

0

0

 
  • Ad 1) De verplichtingenschuif vanuit 2016 naar 2015 is omdat het project Renovatie stuwensemble Nederrijn en Lek eerder aan de aannemer gegund is. De aanbestedingsprocedure is voorspoedig verlopen.

  • Ad 2) Zoals aangegeven in de ontwerpbegroting 2016 is op dit artikel het hogere budget aangepast aan de programmering en daarom verlaagd.

Financiële toelichting

3.01 Watermanagement

Motivering

Met Watermanagement streefde IenM naar:

  • Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening;

  • Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoogwater als laagwater;

  • Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.

Producten

Binnen het watermanagement zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:

  • Monitoring waterstanden, waterkwaliteit en informatievoorziening;

  • Crisisbeheersing en -preventie;

  • Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving;

  • Bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere in waterakkoorden);

  • Regulering waterverdeling (operationele modellen actualiseren en toepassen, bediening (stormvloed)keringen, stuwen, gemalen en spuien).

De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de Rijkswateren zijn:

  • Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;

  • Het kunnen beschikken over voldoende water in de Rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties.

Daarnaast is zorg gedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne en externe informatie over het watersysteem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.

Meetbare gegevens

Omvang areaal
 

Areaaleenheid

2013

2014

Streefwaarde 2015

Realisatie 2015

Watermanagement

km2 water

90.206

90.310

90.210

90.308

Bron: Rijkswaterstaat, 2015

Toelichting:

Oppervlakte water is, ten opzichte van de begroting 2015, toegenomen doordat er in de Ruimte voor de Rivierprojecten, zoals de Uiterwaardvergraving Meinerswijk en Bolwerksplas, meer waterbergingen zijn gerealiseerd. De precieze omvang hiervan was nog niet bekend ten tijde van de begroting 2015. Anderzijds was er in 2015 een kleine afname, onder andere doordat een stuk van de Dieze is overgedragen aan Den Bosch, als gevolg van de openstelling van het Maximakanaal in 2014.

Indicatoren

Indicatoren

 

2014

Streefwaarde 2015

Realisatie 2015

Watermanagement

RWS verstrekt informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen.

99%

95%

80%

 

Beschikbaarheid streefpeilen voor Noordzeekanaal/Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeer en Haringvliet

100%

90%

100%

 

De spuiende kunstwerken en stuwen kunnen te allen tijde worden geopend

98%

100%

98,1%

Bron: Rijkswaterstaat, 2015

Toelichting:

De indicatoren voor de uitvoering van de RWS-taken op het gebied van watermanagement zijn geënt op het leveren van snelle en betrouwbare informatie en op het handhaven van de afgesproken peilen.

  • De eerste indicator geeft aan of de informatie, die nodig is voor een adequaat watermanagement bij hoogwater, laagwater (droogte) en normale omstandigheden, voldoende snel en goed wordt geleverd. De informatievoorziening voldeed in 2015 niet aan de norm. De score over geheel 2015 is 80%. De meldingen die niet op tijd waren of niet van de juiste kwaliteit hadden allen betrekking op de Stormvloedwaarschuwingen voor de kust. In extreme situaties – bijvoorbeeld bij beslissingen over het wel of niet sluiten van de stormvloedkeringen is Rijkswaterstaat 24 uur per dag in direct contact met de afnemers van de informatie, waardoor de veiligheid niet in gevaar is geweest.

  • De tweede indicator «beschikbaarheid streefpeilen» geeft aan of de streefpeilen van drie belangrijke watersystemen (het IJsselmeer, Amsterdam-Rijnkanaal/Noordzeekanaal en het Haringvliet) op het afgesproken niveau worden gehouden, conform het beleidsdoel. Stuwen en spuien/gemalen zijn nodig om dit peil te sturen. De streefpeilen zijn gerealiseerd.

  • De derde indicator heeft betrekking op altijd werkende spuiende kunstwerken, stuwen en gemalen die een voorwaarde zijn om de water af- en aanvoer goed te kunnen reguleren en een adequaat peilbeheer uit te voeren. De realisatie is iets lager dan de streefwaarde doordat de pompen in het gemaal bij Eefde vanwege einde levensduur vanaf augustus 2013 niet meer functioneerden. Vanwege de snelle beschikbaarheid van noodpompen en de noodzakelijke volledige vervanging van de dieselmotoren door schone electromotoren, was preventief vervangen niet efficient. Alle pompen moeten werken om voldoende capaciteit te kunnen leveren.De inzet van noodpompen heeft dit probleem beheerst. In 2015 zijn de pompen geheel gereviseerd. De laatste werkzaamheden worden in 2016 afgerond.

    Verder waren er incidentele problemen met verbinding op afstand bij Katse Heule; hoewel Katse Heule wel zelfstandig functioneerde wordt dit wel als storing geregistreerd.

    In 2015 is gestart met de renovatie en functionele verbetering van de Flakkeese spuisluis in de Grevelingendam en de aanleg van een tweezijdige spuiverbinding. De projecten zijn naar verwachting gereed in 2017. Met de ingebruikname van de Flakkeese Spuisluis komt een locatie beschikbaar voor het Tidal Test Centre Grevelingendam. Daarnaast wordt hiermee een start gemaakt met de verbetering van de waterkwaliteit van het Grevelingenmeer.

3.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Het beheer en onderhoud omvat waterveiligheid (bescherming tegen overstromen door hoogwater) en de zoetwatervoorziening. Het is gericht op het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening wordt vervuld.

Uit de gerealiseerde waarden van de verschillende indicatoren blijkt dat in 2015 de conditie van het hoofdwatersysteem van voldoende kwaliteit was om de primaire functie te vervullen.

3.02.01 Waterveiligheid

Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • 1. Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2012 en handhaving kustfundament);

  • 2. Beheer en onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet);

  • 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden.

RWS heeft de wettelijke zorg voor de primaire waterkeringen en de stormvloedkeringen, die in beheer zijn bij het Rijk, en voor de handhaving van de basiskustlijn (nota Kustlijnzorg 1990 en Nationaal Waterplan). De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats (economie). Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Het weergegeven areaal betreft alleen het areaal dat in beheer is bij RWS.

Ad 1. Kustlijnhandhaving

Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks moet worden gecompenseerd. Vanaf 2001 wordt ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water (kustfundament) te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging (deels) tenietgedaan. Daarnaast zijn lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden van belang, om structurele kusterosie te bestrijden.

Ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen

– Rijkswaterkeringen

RWS beheert en onderhoudt 236 kilometer primaire waterkeringen. Het vast onderhoud aan de keringen bestaat onder andere uit het maaien van dijken. Daarnaast wordt variabel onderhoud gepleegd. Daarbij worden de waterkeringen periodiek geïnspecteerd en tekortkomingen zo nodig verholpen.

Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid-Holland. In 2011 is de derde landelijke toetsing van primaire waterkeringen afgerond. Keringen die bij deze inspectie zijn afgekeurd worden meegenomen in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt RWS ook 595 kilometer niet-primaire waterkeringen (dijken en duinen) meestal aangeduid als regionale keringen. Deze regionale keringen hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater.

– Stormvloedkeringen

Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloedkeringen zijn ook primaire waterkeringen (welke vallen onder de Waterwet). Het Rijk heeft vijf stormvloedkeringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering, de Hollandse IJsselkering en de Ramspolkering. In het kader van het Bestuursakkoord Water is in 2014 de Ramspolkering van het Waterschap Groot-Salland aan RWS overgedragen. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven en de overige constructiedelen, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden periodiek inspecties en proefsluitingen uitgevoerd.

Ad 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden

Het Rijk beheert 3.772 hectare aan uiterwaarden. Het beheer en onderhoud is gericht op het op orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren. Dit betreft een reguliere Beheer en Onderhoud taak die losstaat van de inhaalslag Programma Stroomlijn die verantwoord wordt onder onderdeel 3.02.03 Vervanging. In 2014 zijn de zogenoemde vegetatieleggers gereed gekomen, welke normerend zijn voor het onderhoud van de vegetatie in de uiterwaarden om onnodige stuwing door vegetatie te voorkomen.

3.02.02 Zoetwatervoorziening

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling volgens de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. Dit betreft onder meer het beheer en onderhoud voor:

  • Waterverdeling en peilbeheer;

  • Stuwende en spuiende kunstwerken;

  • Natuurvriendelijke oevers, implementatie Kader Richtlijn Water (KRW), implementatie Waterwet en Natura 2000.

Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk Waterbeheer 21e Eeuw (WB21) en de implementatie van de KRW, alsmede de maatregelen in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Voor de KRW zijn stroomgebiedbeheerplannen in uitvoering, die bepalen welke maatregelen op het terrein van beheer en onderhoud genomen worden om aan de KRW te blijven voldoen.

Meetbare gegevens

Areaal

Eenheid

2013

2014

Begrote omvang 2015

Omvang gerealiseerd

2015

Budget 2015

x € 1 mln.

Gerealiseerd begrotingsbedrag

2015 x € 1 mln.

 

Kustlijn

km

292

293

293

293

66,4

54,1

 

Stormvloedkeringen

aantal

4

5

5

5

40,1

47,9

 

Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.:

       

13,2

16,9

 

– Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen

km

249

201

193

236

   

1

– Niet primaire waterkeringen/duinen

km

545

596

537

595

   

2

– uiterwaarden in beheer Rijk

ha

3.867

3.816

3.863

3.772

   

3

Totaal

         

119,7

118,9

 

Bron: Rijkswaterstaat, 2015

Toelichting:

  • Ad 1) Het aantal kilometers voor dammen, dijken, duinen en uiterwaarden is weergegeven zoals bepaald bij het opstellen van de leggergegevens. De lengte is hoger dan in de Begroting 2015. Dit is met name omdat de overdrachten van de primaire keringen op de Waddeneilanden naar het Waterschap niet zijn gerealiseerd; deze zijn voorlopig uitgesteld. Ook zijn de overdrachten van Omringkade Marken en de primaire kering bij Perkpolder niet in 2015 doorgegaan.

    In 2015 is het project Geulle aan de Maas wel overgedragen aan het Waterschap, waardoor de lengte in 2015 iets is afgenomen ten opzichte van 2014.

  • Ad 2) De werkelijke lengte van niet-primaire waterkeringen is in 2015 bepaald op 595 kilometer, als gevolg van een nieuwe inventarisatie in verband met het Legger-project in 2014. De lengte is in 2015 iets afgenomen door overdrachten in het kader van het Bestuursakkoord Water, zoals de overdracht van de keringen bij Geulle aan de Maas.

  • Ad 3) De oppervlakte uiterwaarden is 3.772 hectare. Het aantal hectare is zowel in 2014 als in 2015 afgenomen als gevolg van Ruimte voor de Rivier projecten waarbij uiterwaarden plaatsmaken voor extra waterbergingen, zoals de Uiterwaardvergravingen Meinerswijk en Bolwerksplas. De precieze omvang hiervan was nog niet bekend ten tijde van de begroting 2015.

Indicatoren Beheer en Onderhoud Waterveiligheid
 

Indicator

Eenheid

2014

Streefwaarde 2015

Realisatie 2015

BenO Waterveiligheid

De basiskustlijn is voldoende op zijn plaats gebleven (minstens 90% van de meetlocaties ligt zeewaarts van de afgesproken kustlijn).

%

92%

90%

93%

 

De 5 stormvloedkeringen zijn steeds beschikbaar om hoogwater te keren en voldoen aan de veiligheidsnormen uit de Waterwet. Indicator is het percentage van de stormvloedkeringen dat voldoet aan de afgesproken faalkanseis.

%

40%

100%

60%

Bron: Rijkswaterstaat, 2015

Toelichting:

De eerste indicator geeft aan of de basiskustlijn niet verder landinwaarts is verschoven dan in 1990 is afgesproken (en in 2001 is herijkt). Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan, en worden door middel van het kustsuppletieprogramma gecorrigeerd. De mogelijke kleine verschuivingen komen tot uitdrukking in de streefwaarde dat 90 procent van de basiskustlijn op zijn plaats blijft.

De tweede indicator is gericht op dat de stormvloedkeringen in het stormseizoen voldoen aan de afgesproken faalkanseisen. Voor twee van de vijf stormvloedkeringen (Maeslantkering en de Ramspolkering) kan niet kwantitatief worden aangetoond dat ze aan de faalkanseis voldoen. Beheersmaatregelen zijn genomen zodat deze keringen wel aan de wettelijke normen voldoen. De berekeningsmethode van een faalkans is complex en vooral een technische exercitie. De genomen beheersmaatregelen kunnen niet worden meegenomen in de faalkansberekening waardoor de actuele faalkansen van deze twee keringen niet kwantitatief kunnen worden gemaakt. De PIN Beschikbaarheid stormvloedkeringen is 60% en onder de norm (100%). Bij de Maeslantkering is sprake van een softwareprobleem. Dat is pas in oktober 2017 opgelost bij het opleveren van een nieuw besturingssysteem. Voor de Ramspolkering is nog geen norm vastgesteld, omdat de kering in 2014 is overgedragen van het waterschap aan RWS. Dit wordt na het stormvloedseizoen 2016 verwacht.

Faalkans van de vijf stormvloedkeringen in beheer bij Rijkswaterstaat

stormvloedkeringen

faalkans /overschrijdingskans

Streefwaarde 2015

Realisatie 2015

Maeslantkering

faalkans bij sluiten

1:100

Niet kwantitatief aantoonbaar

Hartelkering

faalkans bij sluiten

1:19

1:19

Hollandse IJsselkering

faalkans bij sluiten

1:47

1:95

Oosterscheldekering

overschrijdingskans in jaar

1:4000

1:10.000

Ramspolkering

faalkans bij sluiten

1:286

Niet kwantitatief aantoonbaar

Toelichting:

De faalkanseisen voor de stormvloedkeringen worden op basis van de normering van de achterliggende waterkeringen vastgesteld. Bepalend daarvoor zijn de beschermingsniveaus van de achterliggende dijkringen, ook wel aangeduid als het «achterland». De stormvloedkeringen moeten voldoen aan de strengste veiligheidsnorm van het bijbehorende achterland zoals vastgelegd in de Waterwet en getoetst aan de hydraulische randvoorwaarden. Deze waterhuishoudkundige samenhang resulteert uiteindelijk in verschillende faalkanseisen per kering.

  • De Maeslantkering, Hartelkering, Hollandse IJsselkering en Ramspolkering kennen afspraken over faalkanseisen (de kans dat de kering bij een sluitvraag niet gesloten kan worden). De kansen worden uitgedrukt in aantal sluitvragen: bij honderd sluitvragen mag de Maeslantkering één keer falen.

  • Voor de Oosterscheldekering geldt het wettelijk beschermingsniveau van 1: 4.000 voor de dijkring (overschrijdingskans; dit is de kans dat bij falen van de Oosterscheldekering de toetspeilen in het Oosterschelde-bekken worden overschreden). De kans wordt uitgedrukt in jaren (1: 4.000 jaar).

Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien waarin de Basiskustlijn (BKL) is overschreden.

Toelichting:

Het aantal raaien waarin de BKL overschreden wordt, mag maximaal vijftien procent zijn; het streven is om het aantal BKL-overschrijdingen rond de tien procent te houden. Jaarlijks voert RWS kustlijnmetingen uit langs 1.465 denkbeeldige lijnen loodrecht op de kust op min of meer even grote afstand van elkaar. Deze lijnen worden raaien genoemd. In 2015 was de overschrijding van de basiskustlijn (7%) ruimschoots onder de afgesproken norm (10%).

Suppleren voor kustlijnzorg

Om de BKL en het kustfundament te kunnen handhaven wordt jaarlijks gemiddeld 12 miljoen m3 zand gesuppleerd. Om een zo gunstig mogelijke prijs voor de suppleties te bedingen, is een nieuwe marktstrategie met contracten voor een periode van vier jaar gekozen met meer ruimte voor de aannemer om de suppleties in de tijd te spreiden. In 2015 is 10,75 miljoen m3 zand gesuppleerd.

Het meerjaren suppletieprogramma 2012–2015 kent een uitvoeringsperiode van 2011–2016. Dit wordt veroorzaakt door de gekozen marktstrategie waarbij de aannemer meer vrijheid heeft in de periode waarin hij de suppleties moet realiseren. Dit heeft een gunstig effect op de uitvoeringskosten. De prognose dat de afgesproken suppleties met een omvang van 48 miljoen m3 zand in de periode 2012–2015 (met uitloop naar 2016 vanwege een tweejarige uitvoeringstermijn) volledig zullen worden uitgevoerd zal door een bezwaar op de gunningen van de suppleties voor 2016 niet geheel worden gerealiseerd. In de tabel hieronder is aangegeven hoeveel van de suppleties voor 2016 naar verwachting zullen doorschuiven naar 2017 Gezien het resultaat dat de prestatieafspraak voor basiskustlijn is gerealiseerd, is er geen aanleiding om de suppleties toch allen in 2016 te laten plaatsvinden.

Realisatie en prognose kustsuppleties
 

Realisatie

in mln. m3

Realisatie

in mln. m3

Realisatie

in mln. m3

Realisatie

in mln. m3

Prognose

in mln. m3

Jaar

2012

2013

2014

2015

2012–2017

Handhaven basiskustlijn en kustfundament

8,1

10,6

3,98

10,75

48,0

Bron: Rijkswaterstaat, 2015

Toelichting:

Het suppletievolume van het meerjarenprogramma 2012–2015 omvat 48 miljoen m3 en wordt overeenkomstig de contracten uitgevoerd. In 2015 is 10,75 miljoen m3gerealiseerd. Zoals al aangegeven is er een verwachte uitloop van 5,5 M3 suppleties naar 2017 door de bezwaren op de gunningen voor de suppleties voor 2016.

Areaal Zoetwatervoorziening
 

Eenheid

Omvang

begroot 2015

Omvang gerealiseerd

2015

Totaal budget 2015

Gerealiseerd budget 2015

 

binnenwateren

km2

2.993

3.048

   

1

kunstwerken (spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen)

stuks

119

119

     

Budget

mln. euro

   

17,379

17.446

 

Bron: Rijkswaterstaat, 2015

Toelichting:

  • Ad 1) Het areaal binnenwateren omvat alle door RWS beheerde wateren (onder meer rivieren, kanalen en IJsselmeer) maar is exclusief Noordzee, water in Caribisch Nederland, Waddenzee, Eems-Dollard en Westerschelde.

    Oppervlakte binnenwateren is, t.o.v. de begroting 2015, toegenomen doordat er in de Ruimte voor de Rivierprojecten, zoals de Uiterwaardvergraving Meinerswijk en Bolwerksplas, meer waterbergingen zijn gerealiseerd. De precieze omvang hiervan was nog niet bekend ten tijde van de begroting 2015.

3.02.03 Vervanging

Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.

Onder de categorie Vervanging vallen uitgaven ten behoeve van werkzaamheden die betrekking hebben op renovatie- en vervangingsinvesteringen.

Het budget dat op dit artikelonderdeel is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de stuwen Nederrijn en Lek, het programma Stroomlijn en vegetatiebeheer uiterwaarden. Begroeiing langs de rivier heeft op sommige plekken een negatief effect op de maatregelen die worden genomen voor de waterveiligheid. Het programma Stroomlijn is een inhaalslag van het vegetatiebeheer in de uiterwaarden en brengt voor het gehele Nederlandse rivierengebied in kaart waar de vegetatie moet worden aangepast en zorgt ervoor dat de vegetatie in de uiterwaarden waar nodig en mogelijk verwijderd wordt. Uitvoering van het programma gebeurt in samenwerking met de eigenaren van de gebieden en in afstemming met de lopende waterveiligheidsprogramma’s.

Vervanging Waterprojecten

Water

Project

Gereed Begroting 2015

Gereed

Jaarverslag

2015

Nederrijn/Lek

Renovatie stuwensemble in Nederrijn en Lek 1)

2020

2021

Diversen

Programma Stroomlijn

2016

2017

Toelichting:

  • Ad 1) Zoals reeds gemeld in het jaarverslag 2014 is de uiterlijke opleverdatum van de Renovatie Stuwensemble Nederrijn Lek doorgeschoven naar 2021. Inmiddels is renovatie gegund.

Licence