Op dit artikel worden de producten op het gebied van instandhouding verantwoord. Dit betreft het watermanagement, het regulier beheer en onderhoud en vervanging en renovatie. Doel hierbij is het duurzaam op orde houden van het watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, zodat Nederland droge voeten heeft.
Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikel 11 Integraal Waterbeleid op de Begroting hoofdstuk XII.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Verplichtingen | 138.955 | 222.293 | 268.281 | 330.693 | 368.610 | 322.573 | 46.037 | 1 |
Uitgaven | 143.892 | 229.412 | 261.437 | 338.169 | 327.216 | 312.524 | 14.692 | |
3.01 Exploitatie | 7.458 | 7.809 | 8.028 | 7.304 | 8.186 | 7.594 | 592 | |
3.01.01 Exploitatie watermanagement | 7.458 | 7.809 | 8.028 | 7.304 | 8.186 | 7.594 | 592 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 7.458 | 7.809 | 8.028 | 7.304 | 8.186 | 7.594 | 592 | |
3.02 Onderhoud en vernieuwing | 136.434 | 221.603 | 253.409 | 330.865 | 319.030 | 304.930 | 14.100 | 2 |
3.02.01 Onderhoud waterveiligheid | 91.761 | 177.644 | 144.350 | 224.046 | 273.582 | 265.565 | 8.017 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 91.761 | 177.644 | 144.350 | 224.046 | 273.582 | 265.565 | 8.017 | |
3.02.02 Onderhoud zoetwatervoorziening | 29.190 | 34.797 | 99.251 | 87.700 | 32.284 | 21.701 | 10.583 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 29.190 | 34.797 | 99.251 | 87.700 | 32.284 | 21.701 | 10.583 | |
3.02.03 Vernieuwing | 15.483 | 9.162 | 9.808 | 19.119 | 13.164 | 17.664 | ‒ 4.500 | |
3.09 Ontvangsten | 0 | 0 | 4.714 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdeel, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De per saldo hogere verplichtingen (€ 46,0 miljoen) is het gevolg van:
• Ophoging van het budget op vernieuwing voor de aanbesteding van de renovatie Krammersluizen (€ 31,1 miljoen);
• Bijdrage van het ministerie van Economische Zaken (EZ) aan het programma Windenergie op zee (€ 11,5 miljoen);
• Prijsbijstelling 2024 (€ 8,9 miljoen);
• Het restant betreft kleinere mutaties (€ -5,5 miljoen).
6. De hogere realisatie op onderhoud en vernieuwing (€ 14,1 miljoen) is het gevolg van:
• De bijdrage van het ministerie van Economische Zaken (EZ) aan het programma Windenergie op zee (€ 11,5 miljoen);
• De lagere realisatie op vernieuwing is met name het gevolg van het aanpassen van het kasritme door vertraging in planstudies en het later uitvoeren van ingenieursdiensten bij Vervanging Stuwen Maas(€ -4,7 miljoen)
• Loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 9,1 miljoen);
• Diverse kleinere mutaties per saldo € -1,8 miljoen.
3.01 Exploitatie
Motivering
Met exploitatie streeft IenW naar:
– Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening;
– Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoogwater als laagwater;
– Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.
Producten
Over exploitatie worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
– Monitoring waterstanden, waterkwaliteit en informatievoorziening;
– Crisisbeheersing en -preventie;
– Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving;
– Het nakomen van bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere in waterakkoorden);
– Regulering waterverdeling (operationele modellen actualiseren en toepassen, bediening (stormvloed)keringen, stuwen, gemalen en spuien).
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. Deze staan op artikel 5.
De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de Rijkswateren zijn:
– Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;
– Het kunnen beschikken over voldoende water in de Rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties.
Daarnaast is zorg gedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne en externe informatie over het water systeem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.
3.01.01 Exploitatie Watermanagement
Areaal watermanagement: | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Omvang Areaal | Areaaleenheid | 2021 | 2022 | 2023 | Realisatie 2024 | Begroting 2024 |
Watermanagement | km2 water | 90.187 | 90.219 | 90.213 | 90.132 | 90.216 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
In 2024 is een kleine toename gerealiseerd door de verruiming van de Twentekanalen (fase 2) en de Overnachtingshaven bij Lobith. Deze stonden oorspronkelijk voor 2023 gepland. Daarnaast is er een grote afname geweest, met name door aanpassingen in de Ooster- en Westerschelde. Hier zijn de kwelders en schorren groter geworden, waardoor het wateroppervlak is afgenomen. Ook heeft er een nieuwe inventarisatie plaatsgevonden van de gehele IJssel met bijbehorende uiterwaarden. Dit heeft geresulteerd in een afname van het wateroppervlak.
Prestaties watermanagement | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Indicatoren | 2021 | 2022 | 2023 | Realisatie 2024 | Streefwaarde 2024 | toelichting |
RWS verstrekt informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen. | 96% | 100% | 99% | 96% | 95% | 1 |
Waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden | 100% | 75% | 100% | 100% | 100% | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
De indicatoren voor de uitvoering van de RWS-taken op het gebied van watermanagement zijn geënt op het leveren van snelle en betrouwbare informatie en op het handhaven van de afgesproken peilen, voldoende wateraan en -afvoer en bestrijden verzilting.
1. De eerste indicator betreft de informatievoorziening voor maatschappelijk vitale processen ten tijde van hoogwater, ijsgang of calamiteuze lozingen. RWS verstrekt dan informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit over ijsberichtgeving, berichtgeving over hoogwater, stormvloed en berichten over verontreinigingen. De informatievoorziening voldeed in 2024 aan de norm.
2. De streefwaarde voor ‘Waterhuishouding op orde’ is gesteld op 100%, die gerealiseerd wordt als alle vier onderliggende indicatoren voldoen aan de prestatieafspraak. De PIN meet of afspraken die zijn vastgelegd in waterakkoorden en peilbesluiten voldoende worden gerealiseerd.
In 2024 zijn de streefwaarden van alle vier onderliggende indicatoren gehaald.
Ten aanzien van de indicator is nog het volgende op te merken:
- Door een aanvaring met een vrachtschip tegen stuw Borgharen bij Maastricht op 12 oktober 2024, kon Rijkswaterstaat een deel van de stuw niet sluiten. Een van de gevolgen was een kortdurende daling van de waterstand in de Maas tussen België en Borgharen.
- Het is in de periode augustus tot en met oktober 2024 enkele malen voorgekomen dat vijf van de zes pompen van gemaal IJmuiden niet binnen de gestelde tijd beschikbaar waren bij een significante neerslagverwachting. Het leidde niet tot peiloverschrijdingen.
3.02 Onderhoud en vernieuwing
Motivering
Onderhoud en vernieuwing omvat waterveiligheid (bescherming tegen overstromen door hoogwater) en de zoetwatervoorziening. Het is gericht op het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening wordt vervuld.
Producten
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. Deze staan op artikel 5.
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangegeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was.
Voor het Hoofdwatersysteem bedroeg het uitgesteld onderhoud per 31 december 2024 € 270 miljoen, daarvan was € 30 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2023 is het achterstallig onderhoud met € 14 miljoen toegenomen
Voor een overzicht van het uitgesteld en achterstallig onderhoud op alle RWS-netwerken, wordt u verwezen naar de bijlage 1 'Instandhouding netwerken Rijkswaterstaat' bij dit Jaarverslag
Meetbare gegevens
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | |
Hoofdwatersysteem | 159 | 1 | 190 | 3 | 249 | 16 | 260 | 30 | 270 | 25 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
3.02.01 Onderhoud Waterveiligheid
Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen:
1. Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2017).
2. Beheer en onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet).
3. Beheer en onderhoud uiterwaarden.
RWS heeft de wettelijke zorg voor de primaire waterkeringen en de storm vloedkeringen, die in beheer zijn bij het Rijk, en voor de handhaving van de basiskustlijn. De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats. Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Er wordt hier alleen gerapporteerd over het areaal dat in beheer van het Rijk is.
ad 1. Kustlijnhandhaving Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu tekort aan zand mede als gevolg van de zeespiegelstijging. Tevens wordt ook extra zand in het kustfundament gesuppleerd om de zandverliezen deels te compenseren. Daarnaast zijn lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden van belang, om structurele kusterosie te bestrijden.
ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stroomvloedkeringen
– Rijkswaterkeringen: RWS beheert en onderhoudt 203 kilometer primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud uitgevoerd, bijvoorbeeld het maaien van dijken. Daarnaast wordt variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de waterkeringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen.
– Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen, omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Voor wat betreft de Rijkskeringen gaat het met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid Holland. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt RWS ook 508 kilometer niet-primaire waterkeringen (voornamelijk kanaaldijken) meestal aangeduid als regionale keringen. Deze hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater. De normen voor deze regionale keringen in beheer bij het Rijk zijn in 2015 door de Minister vastgesteld na afstemming met de provincies. In 2021 is de toetsing van de regionale Rijkskeringen afgerond en aangeboden aan de Tweede Kamer. In 2022 is een eerste voortrollend versterkingsprogramma voor de regionale keringen opgesteld.In 2023 is de Tweede Landelijke Beoordeling van Primaire Waterkeringen Overstromingskansen (LBO-2) gestart op basis van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2023. De Regeling bevat regels, procedures en randvoorwaarden, voor het bepalen voor de beoordeling van de primaire waterkeringen.
– Stormvloedkeringen: Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloedkeringen zijn primaire waterkeringen die vallen onder de Waterwet. Het Rijk heeft sinds 2018 zes stormvloed keringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering, de Hollandsche IJsselkering, de stormvloedkering Ramspol en de Haringvlietsluizen. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van schuiven en overige constructiedelen, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden periodiek inspecties uitgevoerd.
ad 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden
Het Rijk beheert 5.185 hectare aan uiterwaarden. Het beheer en onderhoud is gericht op het op orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren.
3.02.02 Onderhoud Zoetwatervoorziening
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling volgens de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. De beoogde functies voor waterverdeling zijn opgenomen in het Nationaal Waterprogramma 2022-2027 (voorheen Beheerplan voor de Rijkswateren).
Dit betreft onder meer het beheer en onderhoud aan:
– Waterverdeling en peilbeheer;
– Stuwende en spuiende kunstwerken;
Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk «Anders omgaan met water; Waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21) en de maatregelen in het kader van Natura-2000. Natura-2000 streeft naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken.
Binnen het Deltaprogramma Zoetwater worden de functies voor waterverdeling geanalyseerd om knelpunten op te sporen. Dit gebeurt aan de hand van het instrument waterbeschikbaarheid. Door middel van een dialoog met gebruikers zijn de functies voor waterverdeling en de daaraan gekoppelde activiteiten in 2023 en de jaren daarvoor in beeld gebracht en zijn waar mogelijk geoptimaliseerd.
In 2024 is Slim Watermanagement Fase 1 vrijwel geheel afgerond, Meerdere meetpunten zijn gerealiseerd, waaronder chloridemeetnet ongestuwde Lek en Flexibel meetnet Hollandsche Ijssel. Ook de debietmeters Neder-Rijn Lek t.b.v. zoetwaterbuffers west Nederland zijn gerealiseerd. Jaarlijkse voorgangsrapportages worden gepubliceerd op de website van het deltaprogramma.
Meetbare gegevens
Beheer en onderhoud
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken, dijken, dammen, duinen, stormvloedkeringe, kustfundament en oevers. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.
Omvang Areaal | Eenheid | Realisatie omvang 2021 | Realisatie omvang 2022 | Realisatie omvang 2023 | Realisatie omvang 2024 | Prognose omvang 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|
Kustlijn | km | 293 | 293 | 293 | 294 | 293 |
Stormvloedkeringen | stuks | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 |
Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.: | ||||||
– Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen | km | 201 | 201 | 202 | 203 | 201 |
– Niet-primaire waterkeringen/duinen | km | 623 | 604 | 604 | 508 | 605 |
– Uiterwaarden in beheer Rijk | ha | 5.183 | 5.182 | 5.183 | 5.185 | 5.189 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
Er is een kleine toename van de kustlijn, door het vaststellen van de nieuwe Basiskustlijn (BKL) in het najaar van 2024. Deze wijziging was niet voorzien in de Begroting 2024.
In de Begroting 2024 was een kleine afname (150 m) voorzien van de primaire keringen met de overdracht van dijkvak Bosscherveld, maar deze is uitgesteld. Wel is er in 2024 een administratieve correctie doorgevoerd bij de aansluiting van de Afsluitdijk aan de Friese zijde. Dit heeft geleid tot een kleine toename ten opzichte van het jaarverslag 2023.
In 2024 is een kleine toename gerealiseerd in de niet-primaire keringen door de verruiming van de Twentekanalen (fase 2). Deze stonden oorspronkelijk voor 2023 gepland. Daarnaast is er een grote afname van de niet-primaire duinen op de Waddeneilanden. Een deel ervan is integraal onderdeel geworden van de bestaande, erachter gelegen primaire waterkeringen. Een ander deel betreft niet-primaire duinen op de zandplaten. Die hebben formeel geen kerende functie meer, hier vindt alleen nog natuurbeheer plaats.
In 2024 is door twee Grensmaasprojecten het oppervlak uiterwaarden iets toegenomen. Daarnaast is in 2024 de Overnachtingshaven bij Lobith gerealiseerd wat tot een kleine afname van de uiterwaarde heeft geleid. Deze stond oorspronkelijk voor 2023 gepland. Dit heeft netto geresulteerd in een kleine toename van het uiterwaarden oppervlak ten opzichte van vorig jaar.
Indicator | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Realisatie 2024 | Streefwaarde 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|
De basiskustlijn is voldoende op zijn plaats gebleven (minstens 90% van de meetlocaties ligt zeewaarts van de afgesproken kustlijn). | 90% | 91% | 93% | 94% | 90% | 1. |
De zes stormvloedkeringen zijn tijdens het stormseizoen steeds beschikbaar om hoogwater te keren en voldoen aan de veiligheidsnormen uit de Waterwet. De Indicator is het percentage van het aantal stormvloedkeringen dat voldoet aan de afgesproken faalkanseis of het beschermingsniveau. | 83% | 83% | 100% | 83% | 100% | 2. |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
1. Deze indicator geeft aan in hoeverre de kustlijn zeewaarts van de basiskustlijn ligt. De ligging van de basiskustlijn wordt iedere 6 jaar herijkt; de in 2023 herziene ligging dient nog officieel te worden vastgesteld. Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan en worden door middel van het programma voor kustsuppletie gecorrigeerd. Deze kleine verschuivingen komen tot uitdrukking in de streefwaarde dat tenminste 90 procent van de kustlijn op zijn plaats blijft. Deze streefwaarde is in 2024 gehaald.
2. Deze indicator is erop gericht dat de zes stormvloedkeringen in het stormseizoen voldoen aan de afgesproken faalkanseis of voldoen aan de toetsing op de wettelijk vastgestelde eis m.b.t. het overstromingsrisico (Oosterscheldekering en Haringvlietsluizen). De realisatie op deze indicator is 83% in 2024. Van de zes stormvloedkeringen voldoet de Maeslantkering niet aan faalkanseis vanwege technische gebreken. De meest urgente zijn inmiddels verholpen, waardoor de functioneringssluiting in september 2024 succesvol verliep. De resterende gebreken zijn naar verwachting in het voorjaar van 2025 verholpen.
Stormvloedkeringen | Type norm | Realisatie 2024 | Ondergens Omgevingswet |
---|---|---|---|
Maeslantkering | Kans op niet-sluiten bij sluiting | 1:87 | 1:100 |
Hartelkering | Kans op niet-sluiten bij sluiting | 1:13 | 1:10 |
Hollandsche IJsselkering | Kans op niet-sluiten bij sluiting | 1:1433 | 1:200 |
Ramspolkering | Kans op niet-sluiten bij sluiting | 1:257 | 1:100 |
Oosterscheldekering | Faalkans per jaar | 1:10.000 | 1:10.000 |
Haringvlietsluizen | Faalkans per jaar | 1:1.000 | 1:1.000 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
De faalkanseisen voor de stormvloedkeringen worden op basis van de normering van de achterliggende waterkeringen vastgesteld. Bepalend daarvoor zijn de beschermingsniveaus van de achterliggende dijktrajecten, ook wel aangeduid als het achterland. Gegeven de veiligheidseis aan het achterland, en de hoogte en sterkte van de waterkerende objecten die het achterland beschermen kan afgeleid worden welke aanvullende veiligheid, in termen van waterstandsverlaging, de keringen moeten borgen. Deze waterhuishoudkundige samenhang resulteert uiteindelijk in verschillende faalkanseisen per kering.
Voor stormvloedkeringen met maximaal twee kerende deuren of balgen, kan het effect op de waterveiligheid van het achterland direct worden door vertaald naar de prestatie-eis. Dit geldt voor de Ramspolkering, de Maeslantkering, de Hartelkering en de Hollandsche IJsselkering. De Maeslantkering mag bijvoorbeeld per honderd sluitvragen hooguit één keer falen (1:100).
De methodiek van faalkansberekening is bij de Oosterscheldekering en Haringvlietsluizen afwijkend van de andere stormvloedkeringen vanwege de constructie met 62 resp. 17 schuiven. Bij deze keringen is het van belang dat de combinatie wordt gemaakt van de verschillende faalscenario’s (partieel falen) en het gecombineerde effect daarvan op de waterstanden achter de keringen. Als de berekende prestatiepeilen onder de gehanteerde beoordelingspeilen liggen voldoen deze keringen aan de wettelijk vastgestelde eis m.b.t. het overstromingsrisico, waarbij de kans wordt uitgedrukt in jaren (Bijvoorbeeld 1: 10.000 jaar).
Figuur 4 Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien waarin de basiskustlijn is overschreden.

Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
Het streven is dat minimaal 90% van de kustlijn zeewaarts ligt van de basiskustlijn. In Figuur 4 is weergegeven hoe afgelopen jaren gepresteerd is op dat onderdeel, hoeveel zand er gesuppleerd is. In 2024 is er 4,5 Mm³ gesuppleerd.
Suppleren voor kustlijnzorg
Om de basiskustlijn en het kustfundament te kunnen handhaven, is een zandsuppletieprogramma opgesteld en worden meerjarige contracten afgesloten. Het suppletieprogramma wordt jaarlijks geactualiseerd aan de hand van de laatste kustmetingen. De inhoud en omvang van dit programma kan jaarlijks variëren naargelang de specifieke behoefte en budgettaire mogelijkheden. Om te bereiken dat voor het beschikbare budget de maximale hoeveelheid zand wordt gesuppleerd, hebben de aannemers binnen het contract de vrijheid om de suppletiewerkzaamheden over meerdere jaren te spreiden.
Realisatie in miljoen m3 | Realisatie in miljoen m3 | Prognose in miljoen m3 | Prognose in miljoen m3 | |
---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2024 | 2025 | |
Handhaven basiskustlijn en kustfundament | 12,9 | 4,5 | 4,1 | 5,5 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
In 2023 is er 12,9 miljoen m³ gesuppleerd. De realisatie voor 2024 is 4,5 miljoen m³. De prognoses zijn relatief laag. Dat heeft verschillende oorzaken, zoals de forse suppletieinspanning in de voorgaande jaren, de overgang tussen twee meerjarenprogramma's en kortdurende vertraging in de aanbesteding. In de resterende jaren van het meerjarenprogramma 2024-2027 zal meer gesuppleerd om op het afgeproken totaal van 40 miljoen m³ uit te komen.
Areaal Zoetwatervoorziening | Eenheid | Omvang gerealiseerd 2024 | Omvang begroot 2024 | Gerealiseerd budget 2024 x € 1 mln | Totaal budget 2024 x € 1 mln. |
---|---|---|---|---|---|
Binnenwateren en daarin gelegen kunstwerken (spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen)1 | km2 | 2.992 | 3.027 | ||
Aantal kunstwerken | stuks | 118 | 115 | 32.284 | 21.701 |
Totaal |
Bron: Rijkswaterstaat, 2025
Toelichting
In 2024 is een kleine toename gerealiseerd door de verruiming van de Twentekanalen (fase 2) en de Overnachtingshaven bij Lobith. Deze stonden oorspronkelijk voor 2023 gepland. Daarnaast is er een grote afname geweest, met name door aanpassingen in de Oosterschelde. Hier zijn de kwelders en schorren groter geworden, waardoor het wateroppervlak is afgenomen. Ook heeft er een nieuwe inventatisatie plaatsgevonden van de gehele IJssel met bijbehorende uiterwaarden. Dit heeft geresulteerd in een afname van het wateroppervlak.
In de Begroting 2024 is uitgegaan van 115 kunstwerken. Dit aantal is hoger uitgekomen. De registratie van de spuisluizen bij de Oranjesluizen is verbeterd waardoor nu alle drie de spuisluizen meetellen in plaats van voorheen één. Er is een gemaal overgedragen aan de betreffende gemeente. Verder is de realisatie van het aantal kunstwerken hoger doordat in het jaarverslag over 2023 ook al een toename is gemeld. Deze wordt verklaard door administratieve verbeteringen in de classificatie van objecten, zoals een tweetal objecten die als waterreguleringswerk in de systemen stonden, maar volgens de definitie spuisluizen zijn.
Het verschil tussen Begroting 2024 en realisatie 2024 is toegelicht in de financiële toelichting artikel 3 budgettaire gevolgen van beleid tabel en betreft met name de bijdrage van EZ aan Wind op zee.
3.02.03 Vernieuwing
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.
Producten
De waterveiligheid en beschikbaarheid moet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en met name ook vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw valt te verwachten dat de opgave geleidelijk zal toenemen.
Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vernieuwing. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid. De projecten in het programma verlengen de levensduur van de kunstwerken zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
Meetbare gegevens
Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige verantwoordingspe riode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de Stuwen Maas (Gronst), Landelijk Meetnet Water, Sluiscomplex IJmuiden, o.a. nieuwe pomp, Bediening en Besturing Maasobjecten (MB2), De Marijkesluis, de Krammersluis, gemaal IJmuiden en Onderzoeksprogramma, Kennisprogramma Natte Kunstweken en Sluisjes ARK.