Base description which applies to whole site

Artikel 13 Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in het jaarverslag Hoofdstuk XII over 2018 bij beleidsartikel 16 Openbaar vervoer en spoor.

Overzicht van de budgettaire gevolgen van de uitvoering van artikel 13 Spoorwegen (x € 1.000)
         

Realisatie

Begroting

Verschil

 
 

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

 

Verplichtingen

1.635.883

2.727.356

1.842.244

1.810.157

1.436.876

2.527.321

– 1.090.445

1

Uitgaven

2.241.221

1.999.985

2.074.004

2.154.280

2.123.334

2.190.386

– 67.052

 

13.02 Beheer onderhoud en vervanging

1.304.521

1.225.522

1.214.109

1.372.035

1.514.397

1.245.258

269.139

2

13.03 Aanleg

784.844

625.037

708.115

604.096

457.267

766.273

– 309.006

 

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

710.202

540.437

540.172

534.509

382.065

505.834

– 123.769

3

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

51.621

57.291

21.073

28.178

57.867

62.124

– 4.257

 

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

17.307

22.441

29.841

38.142

16.652

195.706

– 179.054

4

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

5.714

4.868

117.029

3.267

683

2.609

– 1.926

 

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

135.279

132.285

134.760

161.552

141.680

162.258

– 20.578

5

13.07 Rente en aflossing

16.577

17.141

17.020

16.597

9.990

16.597

– 6.607

6

13.08 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

13.08.01 Programmaruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

13.08.03 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

13. 09 Ontvangsten

117.966

240.852

348.132

242.727

222.780

314.250

– 91.470

7

Financiële toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting «normering jaarverslag» zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • Ad 1) Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) en OV SAAL projecten is door de Tweede Kamer aangemerkt als Groot Project. Dit heeft tot gevolg dat de budgetten voor PHS en OV SAAL verantwoord worden op artikel 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer. Hiermee zijn de verplichtingen op artikel 13 verlaagd (– € 1.332 miljoen). Verder is de geraamde verplichting voor het project Spooraansluiting 2e Maasvlakte verschoven in afwachting van besluitvorming over de definitief op te pakken scope (– € 74 miljoen) en is sprake van een versnelling binnen het programma beheer, onderhoud en vervanging (€ 407 miljoen). Daarnaast is er in 2018 sprake van een negatieve bijstelling van € 28,7 miljoen op de verplichtingen van het project emplacement Den Haag spoor 11/12. De reden hiervoor is het intrekken van de eerder verleende realisatiebeschikking, omdat er wordt gekozen voor een robuuster en meer toekomstvast ontwerp. Hiervoor is een nieuwe subsidiebeschikking aangevraagd.

  • Ad 2) In 2018 is € 269 miljoen (inclusief btw) meer subsidie aan ProRail betaald dan oorspronkelijk was begroot. Voor een verdere toelichting op dit verschil wordt verwezen naar de specifieke toelichting bij dit artikelonderdeel.

  • Ad 3/4) De realisatie op de realisatie- en planstudieprogramma’s personenvervoer is € 309 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de overheveling van PHS naar artikel 17 (in verband met de status Groot Project) en doordat werkzaamheden zijn verschoven naar latere jaren. De specifieke redenen verschillen per project. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij deze artikelonderdelen.

  • Ad 5) De uitgaven vallen € 20 miljoen lager uit dan begroot. Hiervan heeft € 5 miljoen betrekking op doorgeschoven afrekeningen naar 2019. De overige € 15 miljoen is een incidentele rentemeevaller en wordt toegevoegd aan de investeringsruimte spoor. In de kamerbrief over de VGR HSL-zuid is aangegeven hoe deze middelen worden ingezet. (zie VGR HSL-Zuid 41, Kamerstukken II 2018–2019, 22 026, nr. 505).

  • Ad 6) Als gevolg van de aflossing van een lening eind 2017 zijn de rentelasten in 2018 € 7 miljoen lager uitgevallen dan was begroot. Deze € 7 miljoen is toegevoegd aan het budget voor beheer, onderhoud en vervanging (zie ook de toelichting bij artikel 13.02).

  • Ad 7) De ontvangsten vallen € 91 miljoen lager uit dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de overboeking van de PHS-ontvangst naar artikel 17 van het Infrastructuurfonds in verband met de status groot project (– € 127 miljoen)2. Daarnaast is er sprake van de verantwoording van de afrekening van het voorschot op de subsidie aan ProRail voor aanlegprojecten van 2017 en sprake van een terugontvangt in het kader van Spoorse doorsnijdingen (+ € 44 miljoen, waarvan € 38 miljoen weer als uitgaven op artikel 13.03 in 2018 is verantwoord en € 6 miljoen als meevaller aan de investeringsruimte is toegevoegd). Daarnaast schuift een deel van de ontvangsten door naar latere jaren omdat het tarief voor de HSL-heffing nog niet definitief kan worden vastgesteld (– € 10 miljoen) en is er sprake van versnelde bijdragen aan aanlegprojecten van decentrale overheden (+ € 2 miljoen).

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.

De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenW afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie-indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenW moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.

Verleende subsidie aan ProRail

Producten

In 2018 is € 269 miljoen (inclusief BTW) meer aan subsidie aan ProRail betaald dan oorspronkelijk was begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het versneld uitvoeren van werkzaamheden. ProRail heeft in de periode 2016–2018 werkzaamheden uitgevoerd waarvoor de beschikbare middelen na 2018 zijn opgenomen. Hierover is de Tweede Kamer geïnformeerd met de brief van 19 december 2017 (Kamerstukken II 2017–2018, 29 984, nr. 735). Afrekening met IenW vindt plaats via de vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar. In 2018 is de subsidie voor 2017 vastgesteld. De subsidie voor 2018 wordt in 2019 vastgesteld.

Toelichting:

In onderstaand overzicht zijn de mutaties tussen begroting en realisatie opgenomen.

 

Begroting 2018

VJN 2018 kasschuif uit eerdere jaren (vaststelling subsidie 2016)

MN 2019 toevoeging prijscompensatie

MN 2019 overboeking 13.07 <-> 13.02

MN 2019 kasschuif uit latere jaren (verlening subsidie 2018)

NJN 2018 overboeking naar 13.04 (overgedragen taken)

NJN 2018 kasschuif uit latere jaren (i.v.m. vaststelling 2017)

Beheerplan 2018 / Jaarrekening 2017

SW 2018 kasschuif naar latere jaren (dec. betaald in jan.)

Realisatie 2018

Subsidie ProRail 2018: BOV

970

– 58

21

6

178

– 1

 

1.116

 

1.116

* Compensatie BTW subsidie

204

– 12

4

1

37

0

 

234

 

234

* Compensatie BTW gebruiksvergoeding

71

           

71

– 6

65

Vaststelling subsidie ProRail 2017

           

81

81

 

81

* Compensatie BTW subsidie

           

17

17

 

17

* Compensatie BTW gebruiksvergoeding

           

1

1

 

1

Totaal verantwoording artikel 13.02

1.245

– 70

25

7

215

– 1

99

1.520

– 6

1.514

Subsidie ProRail 2018: rente

14

   

– 6

     

8

 

8

* Compensatie BTW subsidie

3

   

– 1

     

2

 

2

Totaal verantwoording artikel 13.02 en 13.07

1.262

– 70

25

0

215

– 1

99

1.530

– 6

1.524

 

Beheerplan ProRail 2018 (Kamerstukken II 2017–2018, 29 984, nr. 737)

1.431

 

Jaarrekening ProRail 2017 (Kamerstukken II 2017–2018, 29 984, nr. 771)

99

Totaal Beheerplan ProRail 2018 en Jaarrekening ProRail 2017

1.530

Besteding door ProRail

Uit de Jaarrapportage 2018 van ProRail blijkt dat de gerealiseerde productie in 2018 (€ 1.107 miljoen, exclusief btw) nagenoeg uitkomt op de productie zoals opgenomen in het Beheerplan 2018 (€ 1.124 miljoen exclusief btw, zie Kamerstukken II 2017–2018, 29 984, nr. 737). Het verschil van € 17 miljoen wordt voor het grootste deel (€ 10 miljoen) veroorzaakt door een hogere doorbelasting aan derden en investeringen, zie onderstaande tabel. Voor gedetailleerdere informatie over de bestedingen door ProRail wordt verwezen naar het jaarverslag ProRail dat aan de Tweede Kamer wordt verzonden zodra dit is vastgesteld.

13.03 Aanleg spoor

Motivering

IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven verantwoord die noodzakelijk zijn voor:

  • uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor;

  • voorbereiding van de uitvoering van deze projecten;

  • door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;

  • door IenW uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen.

Producten

Projectoverzicht behorende bij 13.03.01: Realisatieprogramma personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2018

   

Projectbudget

 

Indienststelling

 

Toelichting

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

   

2018

 

2018

   

Projecten nationaal

               

Benutten

               

Be- en bijsturing toekomst

4

2

– 2

15

15

2019

2019

1

ERTMS-pilot Amsterdam-Utrecht en expertisecentrum

1

0

– 1

9

9

2015

2015

2

Geluidsanering Spoorwegen

16

18

2

594

600

divers

divers

 

Opstellen reizigerstreinen korte termijn

6

 

– 6

43

 

2020

2020

3a

Programma behandelen en opstellen

 

4

4

 

196

divers

divers

3b

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

4

0

– 4

30

30

divers

divers

4

Verbeteraanpak stations

6

1

– 5

13

12

2018

2018

5

Verbeteraanpak trein

5

13

8

55

50

2019

2018/2019

6

Vervolgfase Beter en Meer / Opstelcapaciteit

6

10

4

32

44

divers

divers

 

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

             

7

PHS Ede

1

art. 17.10

43

Art. 17.10

2021

   

PHS DSSH (incl. voorinvestering)

16

art. 17.10

315

Art. 17.10

     

PHS Diezebrug

 

art. 17.10

2

Art. 17.10

2013

   

PHS Meteren–Boxtel

 

art. 17.10

10

Art. 17.10

2017

   

PHS Overweg Klompersteeg Veenendaal

2

art. 17.10

9

 

2019

   

PHS Rijswijk–Rotterdam

0

art. 17.10

10

 

2023

   

PHS Spooromgeving Geldermalsen

36

art. 17.10

133

 

2021

   

Stations en stationsaanpassingen

               

Cameratoezicht op stations

2

1

– 1

13

13

2017

2017

8

Kleine stations

8

0

– 8

17

52

divers

divers

9

Toegankelijkheid stations

39

33

– 6

488

493

divers

divers

10

Overige projecten/programma's /lijndelen etc.

               

Aanleg ATBvv

11

1

– 10

68

68

2023

divers

11

Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute

3

1

– 2

20

18

2017

2017

12

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

10

6

– 4

392

393

divers

divers

13

Booggeluid

0

1

0

4

4

divers

divers

14

Fietsparkeren bij stations

24

21

– 3

266

341

divers

divers

15

Kleine projecten personenvervoer

6

6

0

21

28

divers

divers

 

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

4

2

– 2

26

14

divers

divers

16

Niet Actief Beveiligde Overwegen (NaBo's)

7

2

– 5

39

65

divers

divers

17

Ontsnippering

15

13

– 2

79

80

divers

divers

18

Programma aanpak suïcidepreventie

4

1

– 3

14

15

2021

2021

19

Programma Kleine Functiewijzigingen

37

23

– 14

379

460

divers

divers

20

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

2

2

0

179

180

divers

divers

 

Projecten Noordwest-Nederland

               

Amsterdam-Almere-Lelystad

               

OV SAAL korte termijn

38

art. 17.10

688

598

2016

 

7

OV SAAL Naarden Bussum

12

art. 17.10

24

2

2019

 

7

Stations en stationsaanpassingen

               

Amsterdam CS, Cuypershal

2

0

– 2

26

26

2020

2020

21

Amsterdam CS, Fietsenstalling

1

 

– 1

11

 

2019

 

22

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

25

25

0

412

413

2016

2016

 

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

2

 

– 2

177

176

divers

 

23

Vleuten–Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

28

25

– 3

914

911

divers

divers

24

Projecten Zuidwest-Nederland

               

Stations en stationsaanpassingen

               

Den Haag CS perronsporen 11 en 12

1

1

0

39

39

2022

2023–2025

 

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft

6

1

– 5

607

607

2017

2017

25

Projecten Zuid-Nederland

               

Stations en stationsaanpassingen

               

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

0

 

0

89

86

2017

2017

 

Projecten Oost Nederland

               

Utrecht-Arnhem-Zevenaar

               

Traject Oost uitv. convenant DMB

30

47

17

235

237

divers

divers

26

Overige projecten/lijndelen etc.

               

Regionale lijnen Gelderland

1

0

– 1

16

15

divers

divers

 

Zwolle–Herfte

 

35

35

 

200

 

2021

27

Projecten Noord Nederland

               

Partiële spooruitbreiding Groningen-Leeuwarden

23

3

– 20

49

50

divers

2020

28

Sporendriehoek Noord-Nederland1

13

3

– 10

140

134

divers

divers

29

Afrondingen

1

 

– 1

         

Totaal ProRail projecten

458

301

– 53

6.745

6.949

     

Overige (niet ProRail) projecten

   

0

         

Intensivering Spoor in steden (I)

   

0

215

 

2017

2017

 

Spoorzone Ede

   

0

42

 

2017

2017

 

NS compensatie

 

57

   

161

     

Totaal overige (niet ProRail) projecten

0

57

0

257

161

     

Totaal uitvoeringsprogramma

458

358

– 53

7.002

7.110

     

Uitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking

24

 

– 24

         

Afrekening voorschotten

 

24

         

30

Programma Realisatie (IF 13.03.01)

482

382

– 100

         

Budget Realisatie (IF 13.03.01)

506

382

– 124

         

Overprogrammering (–)

24

0

– 24

         
1

Onderdeel van dit project is ook het project LMCA Spoor. Dit project staat ook opgenomen bij projectoverzicht artikel 14.03.

Toelichting:

  • Ad 1) Be- en Bijsturing toekomst. De lagere realisatie wordt veroorzaakt omdat eerst is ingezet op een nieuwe visie voor de toekomst van de verkeersleiding. Gezien de nauwe verwevenheid met be- en bijsturing van de toekomst heeft dit ertoe geleid dat met onderdelen van het programma een pas op de plaats is gemaakt en een herijking plaatsvindt. Op deze manier wordt verzekerd dat de juiste maatregelen in gang worden gezet en dat in 2019 effectief en gericht middelen kunnen worden ingezet.

  • Ad 2) ERTMS Pilot Amsterdam-Utrecht en expertisecentrum. De voor 2018 geplande betaling aan NS is doorgeschoven naar 2019 in verband met het niet tijdig verkrijgen van de bijbehorende accountantsverklaring.

  • Ad 3a) Opstellen Reizigerstreinen korte termijn. Het programma «Opstellen Reizigerstreinen korte termijn» is gewijzigd in «Programma Behandelen en Opstellen», omdat de looptijd en reikwijdte is veranderd.

  • Ad 3b) Programma Behandelen en Opstellen. Om de treindienst veilig en robuust te kunnen uitvoeren is aanvullende opstel- en behandelcapaciteit nodig. Hiervoor is in de Miljoenennota 2019 € 150 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld vanuit de investeringsruimte Spoorwegen bovenop het reeds beschikbare budget.

  • Ad 4) Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE). Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. Bij het deelproject Dordrecht is sprake van vertraging in verband met een Raad van State procedure naar aanleiding van een bezwaar/beroep van omwonenden op de milieuvergunning. Daarnaast is er nog geen overeenstemming met de gemeente in Venlo over de uitgangspunten van de milieuvergunning en is er in de gemeente Heerlen nog geen definitieve uitspraak over het niet hoeven plaatsen van een scherm. Ten slotte zijn de werkzaamheden bij het emplacement Den Haag vertraagd en heeft de realisatie van de gevelmaatregelen in Maastricht een aantal maanden vertraging opgelopen als gevolg van het aanvragen van een omgevingsvergunning en het niet tot moeilijk verkrijgen van medewerking van de bewoners/eigenaren van de te isoleren woningen. Dit heeft geleid tot een verschuiving van de gepande uitgaven naar latere jaren.

  • Ad 5) Verbeteraanpak stations. Vanwege vertraging in de besluitvorming in de ontwerpfase en aanbestedingsfase verschuift een deel van de voor 2018 geplande uitgaven naar latere jaren. De maatregelen maken onderdeel uit van het programma Beter en Meer.

  • Ad 6) Verbeteraanpak trein. De voor 2017 geplande uitgaven zijn grotendeels doorgeschoven naar 2018, omdat een aantal aanpassingen pas eind 2017 zijn uitgevoerd. De maatregelen maken onderdeel uit van het programma Beter en Meer.

  • Ad 7) Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) en OV SAAL. Op 24 januari 2018 is aan de Tweede Kamer voorgesteld om PHS aan te wijzen als een groot project (Kamerstukken II 2017–2018, 32 404, nr. 82). De kamer heeft hiermee ingestemd. Dit betekent dat de budgetten PHS en OV SAAL overgeheveld zijn naar artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer, onderdeel 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.

  • Ad 8) Cameratoezicht op stations. De lagere realisatie wordt met name verklaard doordat een voor 2018 geplande betaling reeds in 2017 heeft plaatsgevonden.

  • Ad 9) Kleine stations. In de kasreeks was rekening gehouden met de aanleg van het station Grubbenvorst. Dit project gaat na het besluit van provincie Limburg niet door zoals gecommuniceerd aan de Kamer in de MIRT-brief (Kamerstuk 35 000 A, nr. 78). Het zoeken naar financiering voor de aanleg van het station Maastricht Noord 2 kostte meer tijd dan gepland. Tenslotte verloopt de voortgang van de besluitvorming over de aanleg van het station Hoogkerk minder voorspoedig dan verwacht.

  • Ad 10) Toegankelijkheid stations. De scope en planning van het programma is in 2017 (na het opstellen van de begroting 2018) herijkt. Dit heeft geresulteerd in een herziene kasreeks met als gevolg een lagere kasrealisatie in 2018.

  • Ad 11) Aanleg ATB-Verbeterde versie (ATBvv). Momenteel wordt als onderdeel van de ATB-Vv-implementatie de zogenaamde tranche 5 gerealiseerd. Hierbij worden circa 130 seinen bij beweegbare bruggen en op routes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen met ATB-Vv uitgerust. Op basis van de huidige realisatieplanning zal afronding hiervan in 2020 plaatsvinden. Omdat de definitieve gunning hiervan door ProRail aan de aannemer pas eind 2018 heeft plaatsgevonden zijn de gerealiseerde bestedingen in 2018 substantieel lager dan aanvankelijk ingeschat.

  • Ad 12) Aanleg ATBvv op de A2 corridor en Brabantroute. De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt door een scopewijziging (verlaging van seinlocaties) alsmede gerealiseerde kostenbesparingen.

  • Ad 13) AKI-plan en veiligheidsknelpunten. De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt doordat bij diverse deelprojecten de afstemming met de omgeving en stakeholders meer tijd vergt dan verwacht. Daarnaast speelt ook de moeizame grondverwerving en het verkrijgen van buitendienststellingen een rol. Hierdoor zal een deel van de uitgaven plaatsvinden in 2019 en verder.

  • Ad 14) Booggeluid. Voor dit programma is in februari 2018 een subsidiebeschikking afgegeven. Bij het opstellen van de begroting 2018 was dit project nog niet voorzien.

  • Ad 15) Fietsparkeren bij stations. De lagere realisatie bij het programma heeft met name te maken met de voortgang van de maatregelen bij Den Haag CS en Den Haag HS.

  • Ad 16) Nazorg gereedgekomen lijnen/halten. De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt door een bijgesteld betalingsschema van de aannemer met betrekking tot het deelproject NSP Breda (geluidsschermen) en een aantal kleinere mutaties op de diverse andere deelprojecten. Hierdoor schuift een deel van de uitgaven door van 2018 naar 2019.

  • Ad 17) Niet actief beveiligde overwegen. Omdat de voorbereiding, verkenning en planuitwerking van maatregelen, samen met wegbeheerders langer duurt dan eerder voorzien, is de realisatie in 2018 lager uitgevallen.

  • Ad 18) Ontsnippering. De aanbestedingen van De Mortelen en Asselsche Heide zijn later gegund dan gepland. Hierdoor verschuift een deel van de kasstroom 2017 en 2018 naar latere jaren. Er zijn geen consequenties voor prognose eindstand of dienstregeling.

  • Ad 19) Programma aanpak suïcidepreventie. Een deel het programma bevat werkzaamheden die gelet op de aard van de werkzaamheden uitgevoerd worden binnen het programma Beheer, onderhoud en vervanging. Deze middelen worden overgeboekt naar IF 13.02

  • Ad 20) Programma kleine functiewijzigingen. De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt door vertraging van de aanbestedingen bij de deelprojecten «Emplacementen op orde» en «Ommen, vergroten veiligheid eilandperron». Hierdoor schuift een deel van de uitgaven door naar 2019 en latere jaren. Daarnaast is het bestemmingsplan van project «Valleilijn, Capaciteitsknelpunt volle treinen» gewijzigd. Gelet op de benodigde doorlooptijd van het bestemmingsplan (9–11 maanden) en verkrijgen van de omgevingsvergunning verschuiven ook hierdoor de uitgaven van 2018 naar latere jaren.

  • Ad 21) Amsterdam CS Cuypershal. In 2018 is een onderzoek en marktconsultatie gehouden om een aanpak en aanbestedingswijze te bepalen welke het beste past bij de huidige marktsituatie. Hierdoor is de planning gewijzigd. De realisatie start in 2019 en de uitgaven die waren voorzien in 2018 verschuiven naar 2019 en verder.

  • Ad 22) Amsterdam CS Fietsenstaling. Dit project is na subsidievaststelling per 1-1-2018 naar de post «Nazorg gereedgekomen lijnen en halten» overgeheveld. Derhalve zijn er geen uitgaven in 2018.

  • Ad 23) Regionet. Dit project is na subsidievaststelling per 1 januari 2018 afgesloten. Derhalve zijn er geen uitgaven in 2018.

  • Ad 24) Vleuten–Geldermalsen. De lagere realisatie wordt veroorzaakt doordat er minder geld is opgevraagd door de Regio dan voorzien.

  • Ad 25) Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft. De lagere realisatie in 2018 wordt veroorzaakt doordat de werkzaamheden inzake de luchtdrukmaatregelen zijn vertraagd als gevolg van een faillissement van de aannemer. Hierdoor moet het werk opnieuw worden aanbesteed waardoor de geplande uitgaven verschuiven naar 2019. Daarnaast zijn bij de aanleg van het DSM-emplacement maatregelen doorgevoerd om tot een beheerste realisatie te komen.

  • Ad 26) Traject Oost (Driebergen-Zeist). De hogere realisatie in 2018 wordt veroorzaakt door een aangepaste termijnregeling met de aannemer in verband met optimalisaties in het project. Het gaat onder meer om het eerder openstellen van het eerste deel van de onderdoorgang Hoofdstraat (N225) en eerder gereedgekomen werkzaamheden.

  • Ad 27) Zwolle-Herfte. Zie toelichting bij artikel 13.03.04; ad 5.

  • Ad 28) Partiële spooruitbreiding Groningen–Leeuwarden. De realisatie 2018 betreft de afrekening over het derde tertaal 2017. Het opdrachtgeverschap is per 1 januari 2018 overgedragen van IenW naar de provincies Groningen en Friesland. In 2018 zijn er geen uitgaven gedeclareerd. Het budget wordt beschikbaar gesteld aan de Regio door stortingen in het Provinciefonds.

  • Ad 29) Sporendriehoek Noord-Nederland. Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. In 2018 zijn onder andere lagere uitgaven gedaan ten aanzien van het project Hoogeveen (planuitwerking loopt langer door) en Knoop Groningen (opdrachtgeverschap naar Groningen en daarmee middelen gedecentraliseerd).

  • Ad 30) Afrekening voorschotten. De gemaakte kosten van ProRail voor aanlegprojecten vielen in 2017 lager uit dan het voorschot. Een deel hiervan betreft een uitgestelde kasreeks naar 2018. Dat kasbudget wordt op deze post geboekt om dubbeltelling op projectniveau te voorkomen.

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Projectoverzicht behorende bij artikelonderdeel 13.03.02: Realisatieprogramma goederenvervoer (bedragen x € 1 mln.)
 

Kasbudget 2018

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

   

2018

 

2018

   

Projecten Nationaal

               

Kleine projecten goederenvervoer

0

1

1

3

1

divers

divers

 

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua

24

34

10

167

169

divers

divers

1

PAGE risico reductie

1

1

0

19

19

divers

divers

 

Programma Emplacementen op orde

12

4

 

59

59

2.020

divers

2

Projecten Zuidwest-Nederland

               

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

8

6

– 2

27

27

2018

divers

3

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding

4

0

– 4

220

222

divers

divers

4

Calandbrug

     

159

160

2020

2020/2021

 

Projecten Zuid-Nederland

               

Venlo Logistiek multimodaal knooppunt

     

30

 

2019

   

Projecten Oost Nederland

               

Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov)

13

12

– 1

139

140

2021

divers

 

Overige projecten

               

Nazorg gereedgekomen projecten

0

 

0

3

 

divers

divers

 

Afrondingen

1

 

– 1

– 1

       

Totaal uitvoeringsprogramma

63

58

3

825

797

     

Programma Realisatie (IF 13.03.02)

63

58

– 5

825

797

     

Uitgaven op IF 13.03.05 mbt realisatie

– 1

– 1

0

         

Afrekening voorschotten

 

1

         

5

Programma Realisatie (IF 13.03.02)

62

58

– 4

825

797

     

Budget Realisatie (IF 13.03.02)

62

58

– 4

825

797

     

Overprogrammering (–)

0

0

0

         

Toelichting:

  • Ad 1) Rotterdam-Genua. De hogere realisatie in 2018 wordt met name veroorzaakt door opgetreden meerwerk met betrekking tot drainage op het deelproject Zevenaar–Grens 3e spoor. Tevens zijn op basis van een nadere uitwerking het termijnschema de voor 2018 geplande uitgaven verschoven naar 2019. Bij het deelproject «Zevenaar opheffen systeemeiland» zijn er kosten voor kabels en leidingen bijgekomen om maatregelen te treffen tegen beïnvloeding van kabels en leidingen van derden alsmede extra kosten voor aanpassingen aan 25Kv.

  • Ad 2) Programma emplacementen op orde. Vertraging in de aanbestedingsprocedure en de procedure om van subsidieaanvraag tot beschikking te komen heeft meer tijd gekost dan eerder ingeschat. De uitgaven voor 2018 worden daarom doorgeschoven naar 2019.

  • Ad 3) Geluidmaatregelen Zeeuwselijn. De schermen op de Van Hertumweg in Goes worden pas opgeleverd na sanering van de huidige overweg omdat ze anders gedurende de bouwperiode van de onderdoorgang verwijderd moeten worden en niet op dezelfde manier teruggebouwd kunnen worden. Nu worden ze (deels) geïntegreerd in het ontwerp van de onderdoorgang. De geplande kasuitgaven verschuiven hierdoor van 2018 naar latere jaren.

  • Ad 4) Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding. Er vindt nog overleg plaats over de definitieve scope passend binnen de beschikbare financiële middelen. Derhalve zijn er geen uitgaven gedaan in 2018.

  • Ad 5) Afrekening voorschotten. De gemaakte kosten van ProRail voor aanlegprojecten vielen in 2017 lager uit dan het voorschot. Een deel hiervan betreft een uitgestelde kasreeks naar 2018. Dat kasbudget wordt op deze post geboekt om dubbeltelling op projectniveau te voorkomen.

13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer
Projectoverzicht behorende bij 13.03.04: Realisatieprogramma personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

 

Planning

       
     

PB of TB

 

Indienststelling

 

Toelichting

 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

 

2018

 

2018

   

Verplicht

             

Uitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking

– 72

           

Projecten Nationaal

             

Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA))

39

26

   

divers

divers

1

Grensoverschr. Spoorvervoer

49

60

   

divers

divers

2

Kleine projecten Personenvervoer

7

2

   

divers

divers

 

Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO)

197

197

   

divers

   

Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)

2.432

     

divers

 

3

Reizigersfonds

3

3

   

nvt

nvt

 

Geluidsmaatregelen HSL-Zuid

 

72

     

divers

 

Prestatieverbetering HSL-Zuid

 

61

     

divers

 

NS compensatie

160

     

divers

divers

4

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Sporen Schiedam-Rotterdam

 

25

         

Projecten Oost-Nederland

             

Quick scan decentraal spoor Gelderland

19

20

   

divers

divers

 

Zwolle–Herfte

200

     

2021

2021

5

Projecten Noordwest-Nederland

             

OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad

334

     

divers

   

Multimodale knoop Schiphol

253

256

   

divers

divers

 

Overige projecten en reserveringen

13

28

       

6

Projecten in voorbereiding

             

Overige projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde risico's

             

Totaal planuitwerkingsprogramma

3.634

750

         

Begroting (IF 13.03.04)

3.634

750

         

Toelichting:

  • Ad 1) Beter Benutten. Van de in de begroting 2018 geraamde € 17 miljoen voor 2018 is € 9 miljoen overgeboekt naar het Provinciefonds en btw-compensatiefonds. De uitgaven worden daar verantwoord. Daarnaast is de kasreeks geactualiseerd (€ 4 miljoen van 2018 naar 2021) op basis de voortgang van de projecten in de regio. Dit heeft geleid tot een verschuiving van een deel van de geplande uitgaven van 2018 naar 2019.

  • Ad 2) Grensoverschrijdend Spoorvervoer. In het BO MIRT van najaar 2017 is afgesproken dat Rijk en regio beide € 10 miljoen reserveren voor de ontwikkeling van Eindhoven Centraal. Onderdeel hiervan is de verbinding Eindhoven-Düsseldorf. Deze middelen zijn overgeboekt vanuit de investeringsruimte Spoorwegen.

  • Ad 3) PHS. PHS is aangemerkt als Groot Project. In 2018 zijn de geplande uitgaven vanaf 2018 overgeboekt naar IF 17.10. De binnen dit programma geplande uitgaven voor de deelprojecten Spoorweb 2018 en Meteren-Boxtel (aanvullende grondverwerving) zijn overgeboekt van het planuitwerkingsprogramma naar het realisatieprogramma en worden verantwoord op artikelonderdeel 17.10.01

  • Ad 4) Reservering opbouw compensatie NS. De reservering (€ 160 miljoen) was in de begroting 2018 geraamd op artikelonderdeel 13.03.04 maar is overgeboekt naar artikelonderdeel 13.03.01 waar de realisatie is verantwoord.

  • Ad 5) Zwolle-Herfte. De op artikelonderdeel 13.03.04 geraamde uitgaven zijn in verband met het afgeven van de realisatiebeschikking overgeboekt naar artikelonderdeel 13.03.01. Hierna is de kasreeks aangepast aan het herziene termijnschema van aannemer wat heeft geleid tot een verschuiving van de uitgaven van 2018 naar 2019 en latere jaren.

  • Ad 6) Topsector Logistiek. Onderdeel van deze post waren de gereserveerde gelden voor de Topsector Logistiek. Deze gelden zijn overgeboekt naar HXII en worden daar verantwoord.

13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer
Projectoverzicht behorende bij 13.03.05: Planuitwerlingsprogramma personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

 

Planning

       
     

PB of TB

 

Indienststelling

 

Toelichting

 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

 

2018

 

2018

   

Verplicht

             

Uitgaven op IF 13.03.02 mbt realisatie

48

45

         

Projecten Nationaal

             

Kleine projecten Goederenvervoer

16

17

   

divers

divers

1

Overige projecten in voorbereiding

             

Gebonden

             

Projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde Risico's

             

Totaal planuitwerkingsprogramma

64

62

         

Begroting (IF 13.03.05)

64

62

         
  • Ad 1) Kleine projecten Goederenvervoer. De hogere realisatie (€ 0,6 miljoen) wordt veroorzaakt door hogere planuitwerkingskosten voor het deelproject Veiligheidsmaatregelen Drechtsteden. Dit is te verklaren door voortschrijdend inzicht, ontwerpknelpunten en scopewijzigingen tijdens de planstudie van het project.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de hsl-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenW.

Producten

Projectoverzicht Geïntegreerde contractvormen/PPS (13.04) (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2018

Projectbudget

Contractduur

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Start

Eind

Beschikbaarheidsvergoeding

150

151

1

3.632

3.632

2006

2031

Rente- en belastingaanpassingen

– 16

– 17

– 1

– 135

– 139

   

Diverse verwachte afrekeningen

28

8

– 20

80

91

   

Totaal

162

142

– 20

3.577

3.584

   

Toelichting:

De rente wordt halfjaarlijks verrekend op basis van de werkelijke Euribor-stand. De belastingaanpassingen is een technische, voor de Staat budget neutrale, correctie die bij de Belastingdienst leidt tot even grote ontvangsten. De diverse overige verrekeningen hebben met name betrekking op de maatregelen in het kader van zettingsproblematiek en de aanpassing van ERTMS in verband met de Intercity Nieuwe Generatie.

13.07 Rente en Aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.

Producten

Uitgavenoverzicht rente en aflossing (13.07) (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2018

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Rente leningen

17

10

– 7

Aflossing leningen

     

Totaal

17

10

– 7

Toelichting:

  • Ad 1) Als gevolg van de aflossing van een lening eind 2017 zijn de rentelasten in 2018 € 7 miljoen lager uitgevallen dan was begroot. Deze € 7 miljoen is toegevoegd aan het budget voor beheer, onderhoud en vervanging (zie ook de toelichting bij artikel 13.02).

13.08 Investeringsruimte

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. In 2018 hebben geen mutaties plaatsgevonden.

13.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde partijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen is in mindering gebracht op de subsidie die aan ProRail wordt betaald voor beheer, onderhoud en vervanging (artikel 13.02).

Producten

Ontvangstenoverzicht spoorwegen (13.09) (bedragen x € 1 mln.)
 

Kasbudget 2018

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Concessievergoedingen NS

184

174

– 10

Afrekeningen ProRail

 

32

32

Terugontvangst Spoorse doorsnijdingen

 

12

12

Bijdragen van derden

130

5

– 125

Totaal

314

223

– 91

Toelichting:

De ontvangsten vallen € 91 miljoen lager uit dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de overboeking van de PHS-ontvangst naar artikel 17 van het Infrastructuurfonds in verband met de status groot project (– € 127 miljoen)3 Daarnaast is er sprake van de verantwoording van de afrekening van het voorschot op de subsidie aan ProRail voor aanlegprojecten van 2017 en sprake van een terugontvangt in het kader van Spoorse doorsnijdingen (+ € 44 miljoen, waarvan € 38 miljoen weer als uitgaven op artikel 13.03 in 2018 is verantwoord en € 6 miljoen als meevaller aan de investeringsruimte is toegevoegd). Daarnaast schuift een deel van de ontvangsten door naar latere jaren omdat het tarief voor de HSL-heffing nog niet definitief kan worden vastgesteld (– € 10 miljoen) en is er sprake van versnelde bijdragen aan aanlegprojecten van decentrale overheden (+ € 2 miljoen).

2

Zie Februaribrief 2019: Kamerstukken II 2018–2019, 35 000 A, nr. 75

3

Zie Februaribrief 2019: Kamerstukken II 2018–2019, 35 000 A, nr. 75

Licence