Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII over 2024 bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Verplichtingen | 1.940.505 | 2.441.760 | 2.901.449 | 3.421.619 | 3.439.066 | 2.559.663 | 879.403 | 1 |
Uitgaven | 2.048.323 | 2.156.463 | 2.543.680 | 2.662.611 | 3.170.623 | 2.911.169 | 259.454 | |
Waarvan juridisch verplicht | ||||||||
13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing | 1.506.274 | 1.595.770 | 1.945.955 | 2.022.887 | 2.570.447 | 2.143.402 | 427.045 | 2 |
13.03 Ontwikkeling | 377.159 | 370.295 | 401.363 | 425.832 | 360.532 | 550.619 | ‒ 190.087 | 3 |
13.03.01 Aanleg personenvervoer | 335.476 | 331.281 | 262.400 | 299.335 | 277.285 | 348.877 | ‒ 71.592 | |
13.03.02 Aanleg goederenvervoer | 19.181 | 12.499 | 96.396 | 67.456 | 41.615 | 78.198 | ‒ 36.583 | |
13.03.03 Optimalisering gebruik | 3.536 | 778 | 2.666 | ‒ 1.888 | ||||
13.03.04 Planning en studies personenvervoer | 21.371 | 24.273 | 39.813 | 33.989 | 36.925 | 108.085 | ‒ 71.160 | |
13.03.05 Planning en studies goederenvervoer | 1.131 | 2.242 | 2.591 | 21.516 | 3.929 | 12.793 | ‒ 8.864 | |
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 154.900 | 190.398 | 196.362 | 213.892 | 239.644 | 217.148 | 22.496 | 4 |
13.07 Rente en aflossing | 9.990 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
13.09 Ontvangsten | 234.471 | 187.656 | 231.933 | 368.900 | 207.722 | 228.802 | ‒ 21.080 | 5 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. Op de verplichtingen is € 879,4 miljoen meer gerealiseerd dan begroot. De lagere verplichtingen worden onder andere veroorzaakt door:
• Het verlagen van het verplichtingenkader in 2024 met € 127,8 miljoen als gevolg van verplichtingenschuiven. De aard van de verplichtingenschuiven hangt vaak samen met de actualisatie van de programma's. Die zijn nader toegelicht onder de uitgaven.
• De technische verwerking van het saldo over 2023 (- € 28 miljoen). Dit betekent dat het verplichtingenbudget via het saldo van 2024 naar 2023 is geschoven. De saldomutaties zijn nader toegelicht onder de uitgaven.
• ProRail ontving in 2023 en 2024 minder inkomsten uit de gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen. Dit komt vooral doordat NS minder treinkilometers reed dan waarvan een aantal jaar geleden werd uitgegaan toen de tarieven werden vastgesteld. Dit leverde voor ProRail in 2023 en 2024 een inkomstenderving op. Het budget is om die reden aangevuld vanuit de investeringsruimte (€ 103 miljoen).
• De subsdieaanvraag van Spoorcapaciteit 2030 was 436 miljoen hoger. De eerdere planning is om die reden herzien en is er een verplichtingenschuif noodzakelijk (€ 436 miljoen).
• Er is uit de risicoreservering excessieve prijsstijgingen € 96 miljoen toegevoegd aan het EOV-budget in verband met excessieve prijsstijgingen op basis van de prognose ProRail. Dit betreft excessieve stijging transportkosten en hogere energieprijzen.
• Een kasschuif met betrekking tot PPS 2024 (€ 112 miljoen).
• Voor Spoorcapaciteit 2030 schuift er naar aanleiding van de actualisatie van de programmareeksen € 88 miljoen uit latere jaren naar 2024.
• Er is loon- prijsbijstelling 2024 geweest (€ 133,8 miljoen).
• Er heeft een negatieve bijstelling van € 36,5 miljoen plaatsgevonden. In de administratie mogen negatieve bijstellingen groter dan € 25 miljoen niet meer gesaldeerd worden met de aangegane verplichtingen. Daarom is de verplichtingenrealisatie met deze mutatie verhoogd.
11. De hogere kasrealisatie realisatie van € 427 miljoen wordt toegelicht in de specifieke toelichting bij artikel 13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing;
12. De lagere realisatie van € 191 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma realisatie personen- en goederenvervoer, alsmede planuitwerking personen- en goederenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdelen van 13.03;
13. De hogere realisatie geïntegreerde contractvormen/PPS is € 22,5 miljoen. Voor een toelichting op dit verschil wordt verwezen naar de specifieke toelichting bij dit artikelonderdeel 13.04;
14. De ontvangsten zijn € 21,1 miljoen lager dan begroot. Het verschil wordt toegelicht in paragraaf 13.09 Ontvangsten.
13.02 Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing
Motivering
Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur. De subsidie die aan ProRail wordt verleend voor instandhouding van de landelijke spoorweginfrastructuur wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet Mobiliteitsfonds en de Subsidieregeling taakuitoefening beheerders van de HSWI. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur.
In 2024 is het basiskwaliteitsniveau spoor gedefinieerd. De Kamer is hierover in maart 2024 (Kamerstukken II, 29 984, nr. 1184) en in juni 2024 (Kamerstukken II, 29 984, nr. 1202) geïnformeerd. In november 2024 is de dekking ingevuld en is het BKN spoor definitief vastgesteld (Kamerstukken II, 29 984 nr. 1213). Het basiskwaliteitsniveau is een stabiel, langjarig en robuust instandhoudingsniveau van de Nederlandse spoorinfrastructuur vanaf 2026, dat haalbaar en maakbaar is en waarbij een constructief veilig en betrouwbaar spoornetwerk onverminderd wordt geborgd.
De aansturing van ProRail vindt door het ministerie van IenW plaats door een gecombineerde prestatiesturing op basis van de beheerconcessie en een financiële sturing via de subsidieverlening voor de instandhouding van het spoor. Indien er een aanleiding is kan er gedeeltelijk worden overgegaan op input sturing door middel van (verbeter)programma’s onder de concessie.
In bijlage 2 ‘Instandhouding’ van dit jaarverslag wordt ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
Subsidie voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing
In tabel 24 zijn de mutaties tussen begroting en realisatie opgenomen. In bijlage 1 van dit jaarverslag is nadere informatie opgenomen over het verloop van de budgetten gedurende het jaar 2024.
Vastgestelde begroting 2024 | 2.143 |
---|---|
Verwerking van het saldo 2023 | 226 |
Loon- en prijsbijstelling 2024 | 71 |
Overboeking Emplacement op Orde | 22 |
Prijsstijging instandhouding spoor 2023 | 96 |
Overboeking naar HXII: Spoorgoederenvervoer en opdracht ProRail | ‒ 7 |
Kwartsstof problematiek | 10 |
Lager opbrengsten gebruiksvergoeding | 103 |
Kasschuif | ‒ 89 |
Kasschuif lagere btw gebruikksvergoeding | ‒ 6 |
Overige mutaties | 2 |
Realisatie 2024 | 2.570 |
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
Naar aanleiding van een toezegging aan het lid Koerhuis (VVD) in het WGO Jaarverslagen IenW van 15 juni 2023 is bij de MIRT-brief van november 2023 (Kamerstuk 31 0305 nr. 388) het PwC-onderzoek naar de validatie van de instandhoudingskosten voor het spoor meegestuurd.
Als wijze van de aansturing van ProRail wordt om de 4 jaar door een extern bureau de validatie uitgevoerd. De laatste validatie is in 2023 door PwC uitgevoerd. Hierin is ook aandacht besteed aan het ontwikkelen van het uitgesteld onderhoud. PwC merkte op basis van een lichte toename van enkele specifieke verstoringen dat deze mogelijk een indicatie kunnen zijn van het mogelijk oplopen van het achterstallig onderhoud en beval een monitoring aan. Conform de aanbeveling wordt de toestand van het areaal steeds gemonitord via de rapportage ‘Staat van de Infrastructuur’.
In de rapportage Staat van de infrastructuur 2023 concludeert ProRail dat de technische staat van de infrastructuur over 2023, net als in 2022 en 2021, ruim voldoende is (Kamerstuk 36600-A, nr. 19). Dankzij de huidige onderhouds- en vervangingsregimes blijft de infrastructuur op een stabiel niveau.
Om de kwaliteit en aantoonbaarheid van de infrastructuur te verbeteren, heeft ProRail diverse programma’s opgezet, zoals het programma Baanlichamen en Aantoonbaar Veilige Berijdbaarheid. ProRail heeft gezamenlijk met IenW onder de concessie het verbeterprogramma Zee-Zevenaar opgezet. Deze richt zich specifiek op het spoorgoederencorridor tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens.
13.03 Ontwikkeling Spoor
Motivering
IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweg-infra structuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven verantwoord die noodzakelijk zijn voor:
– door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– door IenW uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;
– uitvoering van deze projecten Producten.
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor
Realisatieprogramma Personenvervoer (13.03.01) | Kasbudget 2024 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2024 | 2024 | 2024 | |||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Maatregelenpakket HSL Zuid | 10 | 5 | ‒ 5 | 173 | 174 | Divers | Divers | |
Benutten Betrouwbaarheid & Capaciteit | ||||||||
Geluidsanering Spoorwegen (MJPG) | 27 | 8 | ‒ 19 | 608 | 624 | Divers | Divers | 1 |
Programma Behandelen en Opstellen | 19 | 5 | ‒ 14 | 171 | 175 | Divers | Divers | 2 |
Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE) | 2 | 0 | ‒ 2 | 29 | 29 | Divers | Divers | |
Verbeteraanpak stations | 0 | 0 | 0 | 12 | 12 | Divers | Divers | |
Spoorcapaciteit 2030 | 71 | 20 | ‒ 51 | 871 | 884 | Divers | Divers | 3 |
Innovatieprogramma Spoortrillingen | 7 | 6 | ‒ 1 | 22 | 23 | Divers | Divers | |
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||
Kleine stations | 6 | 0 | ‒ 6 | 13 | 13 | Divers | Divers | 4 |
Toegankelijkheid stations | 26 | 21 | ‒ 4 | 522 | 526 | Divers | Divers | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||
Programma ATB-Vv | 2 | 0 | ‒ 1 | 79 | 81 | Divers | Divers | |
Fietsparkeren bij stations | 32 | 14 | ‒ 18 | 493 | 457 | Divers | Divers | 5 |
Kleine projecten personenvervoer | 43 | 4 | ‒ 39 | 260 | 204 | Divers | Divers | 6 |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 5 | 4 | ‒ 1 | 31 | 32 | Divers | Divers | |
Programma Overwegen | 95 | 54 | ‒ 41 | 938 | 946 | Divers | Divers | 7 |
Programma aanpak suïcidepreventie | 3 | 0 | ‒ 3 | 22 | 22 | 2021/2026 | 2021/2026 | |
Programma kleine functiewijzigingen | 15 | 27 | 13 | 396 | 399 | Divers | Divers | 8 |
Maaslijn | 12 | 12 | 0 | 164 | 226 | Divers | Divers | 9 |
Schoon en Emissieloos Bouwen | 1 | 1 | 0 | 5 | 87 | Divers | Divers | 10 |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Stations en Stationsaanpassingen | ||||||||
Amsterdam CS Cuypershal | 5 | 4 | ‒ 1 | 28 | 28 | Divers | Divers | |
Paspoort- en beveiligingsfaciliteiten op A'dam CS | 5 | 6 | 1 | 21 | 22 | Divers | Divers | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Programma Wind in de Zeilen | 3 | 1 | ‒ 2 | 7 | 10 | Divers | Divers | |
Stations en Stationsaanpassingen | ||||||||
Emplacement Den Haag centraal | 25 | 29 | 4 | 77 | 118 | 2023/2026 | 2023/2026 | 11 |
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Traject Oost | 8 | 9 | 1 | 222 | 223 | Divers | Divers | |
Zwolle-Herfte | 0 | 0 | 0 | 255 | 255 | Divers | Divers | |
Regionale lijnen | 1 | 1 | ‒ 1 | 17 | 17 | 2017/2021 | 2017/2021 | |
Spoorzone Ede Oost | 0 | 1 | 1 | 42 | 49 | Divers | Divers | |
Projecten Noord Nederland | ||||||||
Sporendriehoek Noord-Nederland | 1 | 1 | 0 | 151 | 146 | Divers | Divers | |
Afrondingen | ||||||||
Totaal ProRail projecten | ||||||||
Totaal overige (niet ProRail) projecten | ||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 423 | 235 | ‒ 188 | 5.630 | 5.783 | |||
Planning- en studieuitgaven binnen aanlegprogramma | ‒ 31 | ‒ 4 | ‒ 27 | ‒ 210 | ‒ 207 | |||
Afrekening voorschotten | 0 | 27 | 27 | 248 | 274 | |||
Programma Aanleg | 392 | 258 | ‒ 188 | 5.668 | 5.851 | |||
Aanleg uitgaven binnen planning en studies | 23 | 18 | 5 | 79 | 90 | |||
Aanleg uitgaven binnen MF11 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Budget Aanleg (MF 13.03.01) | 415 | 276 | ‒ 183 | 5.747 | 5.941 | |||
Overprogrammering (-) | ‒ 73 | 0 | 73 | 0 | 0 |
Toelichting
Algemeen
Jaarlijks wordt er door ProRail bekeken bij welke projecten het verantwoord is om op basis van een inventarisatie van de nog uit te voeren werkzaamheden, de nog te verwachte kosten en het risicodossier niet-benodigd budget (onvoorzien) in te leveren.
1. Geluidsanering Spoorwegen: De kasrealisatie is € 19 miljoen lager dan begroot. De saneringsplannen en de hiermee samenhangende uitgavenplanning zijn geactualiseerd waardoor het zwaartepunt van de uitgaven verschuift naar 2026/2027. Bij de realisatie van geluidsschermen langs het traject Meteren-Boxtel is vertraging opgetreden waardoor de uitgaven verschuiven naar 2025 (€ 2,5 miljoen). Het projectbudget is € 16 miljoen hoger dan begroot. Vanuit MF artikel 12 is € 1,8 miljoen toegevoegd voor de realisatie van het geluidscherm in Terschuur wat gecombineerd wordt opgepakt vanuit weg- en spoorsanering. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 14,5 miljoen.
2. Programma Behandelen en Opstellen: De lagere realisatie van € 14 miljoen wordt veroorzaakt doordat de kostenraming voor het deelproject Hengelo hoger lag dan eerder geraamd. Inmiddels is de financiering van dit project geregeld en de projectbeslissing genomen. De uitvoering is echter verschoven naar 2025 waardoor ook de voor 2024 geplande uitgaven zijn verschoven. Daarnaast was de inschatting voor nog te realiseren deelprojecten te optimistisch ingeschat.
3. Spoorcapaciteit 2030: de kasrealisatie is € 51 miljoen lager dan het budget. Eerder werd gedacht om aan te besteden via één grote raamovereenkomst, er is naderhand echter gekozen om alsnog in tranches aan te besteden. Op basis van de ervaringen van de eerste aanbesteding zijn zowel de planning als de volumes van de volgende aanbestedingen opnieuw kritisch beoordeeld. Dit heeft geleid tot een aangepaste uitgavenplanning, met lagere uitgaven in 2024 tot gevolg. Daarnaast zijn de bij Voorjaarsnota 2023 toegevoegde woningbouwmiddelen opnieuw gepland in de tijd aangezien de scope van het te realiseren maatregelenpakket nog in beweging was op het moment van toevoegen.
Het projectbudget is € 13 miljoen hoger dan realisatie. Het budget is verhoogd met € 0,7 miljoen in verband met de vrijval binnen het programma Verbeteraanpak. Daarnaast worden verschillende Tractie Energievoorziening-maatregelen (TEV) uitgevoerd binnen het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). Hiervoor is € 11 miljoen overgeboekt. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 23,7 miljoen.
4. Kleine Stations: Voor deze post was in de begroting 2024 een stelpost opgenomen van € 6 miljoen. In 2024 zijn geen concrete aanvragen ingediend.
5. Fietsparkeren bij stations: De kasrealisatie is € 18 miljoen lager dan budget. De uitgavenstroom is in lijn gebracht met de huidige inzichten en ervaringen uit de afgelopen jaren met betrekking tot de start en oplevering van stallingen en de onzekerheden die daar bij horen. Daarnaast is sprake van een overheveling van de scope en de hiermee samenhangende uitgaven voor Amsterdam CS Stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS) naar PHS Amsterdam Centraal. Voorgaande heeft geleid tot een lagere realisatie in 2024 dan eerder geprognosticeerd. Wat betreft het projectbudget is een deel van de scope Amsterdam CS (de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS) wordt overgeheveld naar het PHS-project Amsterdam Centraal, waardoor de werkzaamheden efficiënter kunnen worden uitgevoerd. Het hiermee samenhangende projectbudget van € 44,1 miljoen is overgeboekt naar MF 17.10. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 7,6 miljoen.
6. Kleine projecten personenvervoer: Het budget voor 2024 voor kleine projecten personenvervoer is € 39 miljoen lager uitgevallen dan bij Ontwerpbegroting 2024 begroot. Dit verschil is te verklaren aan de hand van de volgende mutaties. Er is € 29,4 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting voor specifieke uitkeringen aan de provincies Utrecht, Limburg, Overijssel en Drenthe. Er is € 19,4 miljoen overgeboekt naar het Provinciefonds en btw-compensatiefonds ter uitvoering van het bestuursakkoord Toegankelijkheid OV 2022-2032. Er is € 13,5 miljoen verschoven naar latere jaren in verband met een kasreeksactualisatie van ProRail. Ook is er € 20,2 miljoen verschoven naar 2025 met een saldomutatie. Er is voor de SPUKs en doeluitkeringen is er € 28,7 miljoen uit latere jaren naar 2024 geschoven. Ook is er € 12,2 miljoen naar 2024 geschoven vanuit 2023. Daarnaast is er € 2 miljoen overgeboekt vanuit Den Haag emplacement vanwege de herziening van de kostenraming. Tenslotte is er € 2 miljoen via kasschuiven naar 2024 verschoven naar aanleiding van de kasreeksactualisatie van ProRail voor Programma pilot Automatic Train Operation.
7. Programma overwegen: De lagere realisatie ter hoogte van € 41 miljoen wordt veroorzaakt doordat bestuurlijk overleg meer tijd kost dan gepland, onder meer doordat met regionale partijen onderhandeld moet worden over dekking van de toegenomen bouwkosten in de laatste jaren. Daarnaast zijn er verschillende geplande buitendienststellingen en werkzaamheden verschoven, waardoor projecten vertragen.
Het projectbudget stijgt met € 8 miljoen. In verband met diverse Specifieke Uitkeringen aan de regio (SPUKs) is circa € 9 miljoen gestort in het btw-compensatiefonds (BCF). Daarnaast is € 7 miljoen toegevoegd vanuit MF 11.04 in verband met prijsstijgingen bij de deelprojecten Wolfheze en Gilze Rijen. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 9,8 miljoen.
8. Programma Kleine functiewijzigingen: Dit programma bestaat uit een grote hoeveelheid deelprogramma’s met daarbinnen meerdere deelprojecten. Het project Utrecht transferknelpunt, waarvoor een realisatiebesluit is genomen, was niet in de prognose 2024 opgenomen en voor het emplacement bij Leeuwarden zijn aanvullende eisen gesteld (kwartsloze ballast). Daarnaast is de planning voor een groot aantal projecten herijkt. Bovenstaande heeft geleid tot € 13 miljoen hogere kasrealisatie in 2024 dan eerder geprognosticeerd.
9. Maaslijn: In verband met prijsstijgingen is het projectbudget verhoogd met € 56 miljoen. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 6,3 miljoen.
10. Schoon en Emissieloos bouwen (SEB): Het projectbudget is met € 82 miljoen gestegen. Vanuit de SEB-middelen is € 71,9 miljoen voor ProRail beschikbaar gesteld. Daarnaast is vanuit het Klimaat- en transitiefonds € 7,7 miljoen voor ProRail beschikbaar gesteld voor laadinfra. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 2,6 miljoen.
11. Emplacement Den Haag Centraal: De hogere realisatie van € 4 miljoen in 2024 dan eerder geprognosticeerd wordt veroorzaakt door extra bouwkosten. Dit betreft voornamelijk de toepassing van kwartsloze ballast, extra interlocking en voeding. Het projectbudget is € 41 miljoen hoger. Voor het project is een herontwerp gemaakt, de planning is met een jaar verlengd en het contract met de aannemer is herzien. De reden is dat in het oorspronkelijke ontwerp rekening was gehouden met toepassing van een nieuwe generatie seinen. Deze bleken echter nog niet beschikbaar. Daarnaast heeft ProRail extra kosten moeten maken voor toepassing van kwartsloze ballast. Het projectbudget is verhoogd met € 39,2 miljoen en de indienststelling is nu voorzien in 2026. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 1,3 miljoen.
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Realisatieprogramma Goederenvervoer (13.03.02) | Kasbudget 2024 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2024 | 2024 | 2024 | |||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua | 1 | 1 | 1 | 171 | 171 | Divers | Divers | |
Programma Emplacementen op orde | 68 | 24 | ‒ 44 | 253 | 233 | Divers | Divers | 1 |
Kleine projecten goederenvervoer | 5 | 7 | 2 | 23 | 26 | Divers | Divers | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Calandbrug | 2 | 2 | 0 | 186 | 188 | Divers | Divers | |
Geluidmaatregelen Zeeuwselijn | 2 | 1 | 0 | 22 | 22 | Divers | Divers | |
Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding | 8 | 0 | ‒ 8 | 249 | 254 | Divers | Divers | 2 |
Projecten Oost Nederland | ||||||||
Uitvoeringsprogramma Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov) | 3 | 0 | ‒ 3 | 144 | 145 | Divers | Divers | |
Overige projecten | ||||||||
Nazorg gereedgekomen projecten | 1 | 1 | 0 | 8 | 2 | Divers | Divers | 3 |
Afrondingen | ||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 88 | 36 | ‒ 53 | 1.056 | 1.041 | |||
Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma | ‒ 8 | 0 | ‒ 8 | ‒ 124 | ‒ 127 | |||
Afrekening voorschotten | 0 | 8 | 8 | 21 | 29 | |||
Programma Aanleg | 80 | 36 | ‒ 61 | 932 | 914 | |||
Aanleguitgaven binnen planning en studies | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | |||
Budget Aanleg (MF 13.03.02) | 80 | 36 | ‒ 61 | 932 | 915 | |||
Overprogrammering (-) |
Toelichting
1. Programma emplacementen op orde: De lagere kasrealisatie ter hoogte van € 44 miljoen wordt verklaard doordat de scope ‘Eenmalig spoelen op de Rotterdamse Havenemplacementen’ wordt uitgevoerd binnen het EOV-programma en hierdoor ook de hiermee samenhangende uitgaven binnen dit programma worden gerealiseerd en verantwoord. Daarnaast was het toegevoegde bedrag in de begroting ter hoogte van € 50 miljoen op basis van beschikbaarheid van de middelen en nog niet gebaseerd op de uitgavenplanning van concrete projecten. De scope ‘Eenmalig spoelen op de Rotterdamse Havenemplacementen’ wordt uitgevoerd binnen het EOV-programma. Om die reden is € 21,8 miljoen projectbudget overgeboekt naar dit programma (MF 13.02). De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 2,4 miljoen.
2. Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding: De lagere realisatie ter hoogte van € 8 miljoen wordt veroorzaakt doordat de mijlpalen in de planuitwerkingsfase verschuiven in verband met extra doorlooptijd als gevolg van gewijzigde regelgeving en extra ontwerpwerkzaamheden. Hierdoor verschuiven de hieraan gekoppelde betalingstermijnen van 2024 naar 2025.
3. Nazorg gereedgekomen projecten: Het projectbudget is verhoogd met € 1 miljoen voor de nazorgwerkzaamheden van het project Emplacementen op Orde Realisatie upgrade emplacementsvoorzieningen. Daarnaast bleek het mogelijk om op basis van een inventarisatie van de nog uit te voeren activiteiten en de nog actuele risico’s € 6,8 miljoen over te hevelen naar de generieke investeringsruimte (MF 11.04).
13.03.03 Optimalisering gebruik spoor
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven gedaan die de optimalisering van het gebruik van Infrastructuur op de weg bevorderen. Dit zijn maatregelen die door ProRail worden uitgevoerd. Voorbeelden hierbij zijn betere aansluiting tussen fiets en openbaar vervoer (fietsstallingen).
Producten
Optimalisering gebruik spoor (13.03.03) | Projectbudget | Planning | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | |||
Modal shift OVS | 8 | 9 | 1 | ||
Totaal optimalisering gebruik | 8 | 9 | |||
Begroting (MF 13.03.03) | 8 | 9 |
Toelichting
1. Modal shift: Het budget op Modal Shift is € 0,5 miljoen hoger uitgevallen dan geraamd omdat er meer subsidieaanvragen zijn binnengekomen dan eerder verwacht.
13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor
Planuitwerkingsprogramma Personenvervoer (13.03.04) | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | huidig | vorig | |
Planning- en studiekosten van aanlegprogramma MF 13.03.04 | |||||
Projecten Nationaal | |||||
Beter Benutten Decentraal Spoor (fase 2) | 11 | 11 | |||
Grensoverschrijdend Spoorvervoer | 154 | 143 | 1 | ||
Kleine projecten personenvervoer | 70 | 96 | 2 | ||
Regionale knelpunten | 16 | 17 | |||
Reizigerfonds | 3 | 6 | |||
Projecten Zuid-Nederland | |||||
Toekomstvast Spoor Zuid NL | 195 | 201 | |||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||
Stadionpark Rotterdam | 0 | 139 | 3 | ||
Projecten Oost-Nederland | |||||
Verduurzaming Dieselspoorlijnen | 0 | 98 | 4 | ||
Quick scan decentraal spoor Gelderland | 10 | 12 | |||
Projecten Noordwest-Nederland | |||||
Multimodale knoop Schiphol | 136 | 146 | 5 | ||
Amsterdam Zuid 3e perron | 26 | 429 | 6 | ||
Projecten Noord Nederland | |||||
Nedersaksenlijn | 0 | 1 | |||
Meppel: Spoor- en perroncapaciteit | 37 | 79 | 7 | ||
Lelylijn | 4 | 3 | |||
HRMK Spoorbrug | 79 | 82 | |||
Overige projecten en reserveringen | |||||
Studie en innovatiebudget | 35 | 35 | |||
Totaal planning en studies personenvervoer | 776 | 1.497 | |||
afrekening voorschotten | 20 | 24 | |||
Aanleguitgaven binnen planning en studies | ‒ 79 | ‒ 90 | |||
Programma Planning en Studies | 716 | 1.431 | |||
Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma | 210 | 207 | |||
Planning en studieuitgaven op MF 11 | 1 | 2 | |||
Begroting (MF 13.03.04) | 927 | 1.640 | |||
Overprogrammering (-) | 0 | 0 |
Toelichting
1. Grensoverschrijdend Spoorvervoer: Het voornemen was om de Specifieke Uitkering (SPUK) aan Drenthe (Coevorden-Bad Bentheim) uiterlijk eind 2024 jaar af te ronden. Aangezien er nog een aantal openstaande punten moeten worden opgelost (o.a. op juridisch vlak) verschuift de SPUK en de hiermee samenhangende uitgave ter hoogte van € 13,7 miljoen naar 2025.
De scope benodigd voor maatregelen bij het emplacement Eindhoven-Eindhoven Oost is onderdeel van het binnen dit programma opgenomen deelproject Eindhoven-Düsseldorf. In verband met de raakvlakken met PHS en om de productstap Breda-Eindhoven tijdig mogelijk te maken is deze scope en het bijbehorende projectbudget van € 17 miljoen overgeheveld naar PHS. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 5,3 miljoen.
2. Kleine projecten personenvervoer: De lagere kasrealisatie ter hoogte van € 18 miljoen in 2024 wordt veroorzaakt doordat de aanbesteding voor de eerste vier treinen op waterstof is gestopt, waardoor de voor 2024 gereserveerde € 5 miljoen voor de waterstoftankinstallatie nog niet benodigd is. Daarnaast is de uitgavenplanning voor zowel het project Aanvullende treindetectiemaatregelen bij overwegen als het project Vernieuwing Station A'dam Lelylaan geactualiseerd met lagere uitgaven tot gevolg.
Het projectbudget is met € 26 miljoen gestegen. De reservering in 2024 voor werkzaamheden rond klimaatadaptatie worden uitgevoerd binnen het programma EOV (MF 13.02). Deze hiervoor in 2024 gereserveerde middelen ter hoogte van € 2,3 miljoen zijn derhalve overgeboekt naar dit programma. De reservering voor Amsterdam Cuypershal ter hoogte van € 6,4 miljoen bleek niet nodig en is toegevoegd aan de generieke investeringsruimte. Daarnaast is € 15,6 miljoen toegevoegd vanuit het programma Vergroenen Reisgedrag ten behoeve van de aanschaf van waterstoftreinen en € 16 miljoen vanuit MF artikel 14.03.05 voor de uitvoering van Stationsprojecten Almere. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 2,8 miljoen.
3. Stadionpark Rotterdam: In verband met de faseovergang is het voor dit project gereserveerde budget van € 139 miljoen op MF 11 overgeboekt naar MF 13.
4. Verduurzaming Dieselspoorlijnen: Vanuit Klimaattransitiefonds is € 98 miljoen toegevoegd voor verduurzaming dieselspoorlijnen Zutphen-Oldenzaal, Almelo-Mariënberg. De maatregelen kunnen leiden tot een reductie van CO2- en stikstofuitstoot en voorkomen dat nieuwe diesellocomotieven worden aangeschaft.
5. Multimodale knoop Schiphol: Het aanbestedingsproces voor het deelproject «Stijg- en daalpunten trein & bus» heeft meer tijd in beslag genomen dan eerder gepland en daarnaast is de scope van het deelproject «Toegangspoortjes Schiphol Plaza» uit het project gehaald. Door genoemde oorzaken is de realisatie 2024 € 6 miljoen lager dan eerder geprognosticeerd. Het projectbudget van het Rijk is verhoogd met € 6,6 miljoen vanwege een bijdrage van de
Vervoerregio Amsterdam (VRA) voor het deelproject Stijg- en daalpunten trein/bus. Na oplevering wordt de eindafrekening opgemaakt en de definitieve bijdrage vastgesteld. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 3,5 miljoen.
6. Amsterdam Zuid 3e perron: In verband met de faseovergang is het resterende budget van € 403 miljoen overgeboekt van MF 11 naar MF 13.
7. Meppel: Spoor- en perroncapaciteit: Via amendement Grinwis c.s. (TK 36410-A nr. 43) is aanvullend € 40 miljoen beschikbaar gesteld om de volledige aanpak van het spoorknooppunt bij Meppel te realiseren. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling 2024 bedraagt € 2 miljoen.
Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer (13.03.05)
Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer (13.03.05) | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | huidig | vorig | |
Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma MF 13.03.05 | |||||
Projecten Nationaal | |||||
Kleine projecten Goederenvervoer | 3 | 1 | |||
Overige projecten en reserveringen | |||||
Programma 740 treinen | 103 | 106 | |||
Totaal programma planning en studies goederenvervoer | 106 | 107 | |||
Afrekening voorschotten | 2 | 3 | |||
Planning en studieuitgaven binnen het aanlegprogramma | 124 | 127 | |||
Programma Aanleg | 232 | 237 | |||
Aanleguitgaven binnen planning en studies | 0 | ‒ 1 | |||
Begroting (MF 13.03.05) | 232 | 236 |
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenW.
Producten
Geïntegreerde contractvormen Spoorwegen (13.04) | Kasbudget 2024 | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | huidig | vorig | eind contract | |
Beschikbaarheidsvergoeding | 217 | 240 | 23 | 3.981 | 3.986 | 1 | |||
Rente- en belastingaanpassingen | 2 | 2 | 0 | ‒ 138 | ‒ 138 | ||||
Totaal | 219 | 240 | 23 | 3.843 | 3.848 | ||||
Begroting (MF 13.04) | 219 | 240 | 23 | 3.843 | 3.848 |
Toelichting
1. De hogere uitgave van € 23 miljoen heeft onder andere betrekking op het betalen van verschillende naheffingsaanslagen BTW over de afgelopen jaren (€ 17,1 miljoen). Daarnaast wordt € 16,8 miljoen van latere jaren naar voren geschoven. Dit komt onder andere doordat de jaarlijkse indexering is opgelopen en hiermee is er een tekort ontstaan op het budget. Ook zijn er extra kosten voor spoorstaafschade op de HSL, doordat de TRAXX later uitfaseert dan eerder verwacht.
Daarnaast wordt met betrekking tot Infraspeed/HSL-Zuid € 11,5 miljoen over 2024 terugbetaald aan IenW. Reden hiervoor is dat bij het vaststellen van het HSL-Zuid budget onvoldoende rekening is gehouden met het betaalritme. Verder heeft een aantal projecten vertraging opgelopen en schuiven werkzaamheden door naar het volgende jaar. Daarmee is de betaling ook verschoven naar het volgende jaar.
13.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde partijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen is in mindering gebracht op de subsidie die aan ProRail wordt betaald voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing (artikelonderdeel 13.02).
Producten
13.09 ontvangsten | Begroting | Mutaties 2024 | Realisatie | Verschil | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Concessievergoedingen | 228 | ‒ 65 | 163 | ‒ 65 | 1 |
Terugbetaling voorschotten ProRail | ‒ | 42 | 42 | 42 | 2 |
Bijdragen van derden | 1 | 2 | 3 | 2 | |
Totaal | 229 | ‒ 21 | 208 | ‒ 21 |
Toelichting
1. De lagere realisatie hangt met name samen met voorlopige verrekening met de NS ten behoeve van de ombouw treinen ERTMS (- € 35 miljoen) en het achteraf vaststellen van de vergoeding voor de HRN concessie (- € 29 miljoen).
2. Deze hogere realisatie is het gevolg van de afrekening van de voorschotten ProRail H2-2023 (€ 39 miljoen). Daarnaast is er voor € 3 miljoen ontvangen wegens aan NS en ProRail opgelegde boetes.