Base description which applies to whole site

3. BELEIDSPRIORITEITEN

Bij het verschijnen van de begroting 2018 was het kabinet Rutte II demissionair en vonden onderhandelingen plaats voor het vormen van een nieuwe coalitie. De op 19 september 2017 gepresenteerde begroting voor het jaar 2018, betrof daarom een beleidsarme begroting. Een kleine maand na het verschijnen van de begroting, op 10 oktober 2017, werd het Regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst» gepresenteerd van het kabinet Rutte III, waarin duidelijke ambities zijn neergelegd op het gebied van migratie, veiligheid, economische groeikansen en Europa. Dit is verder uitgewerkt in diverse beleidsnota’s en brieven, waaronder de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie 2018–2022, de beleidsnota Investeren in Perspectief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Integrale migratieagenda). Samen met onder meer de Defensienota en de Staat van de Europese Unie, vormden deze nota’s de basis voor het werk van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in 2018. In dit jaarverslag wordt teruggeblikt op wat er van deze ambities is gerealiseerd. Anders dan gebruikelijk zal het jaarverslag geen letterlijke afspiegeling zijn van de begroting 2018, maar van de combinatie van de (suppletoire) begrotingen en de bovengenoemde beleidsnota’s.

Een wereld in verandering

Geopolitieke machtsverschuivingen bepaalden in 2018 het speelveld voor het werk van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De macht en het initiatief verschoven deels naar landen die met een andere blik naar de wereld kijken. Rusland, maar ook landen als China en Iran namen een steeds assertievere houding aan. De multilaterale wereldorde zoals we die hebben opgebouwd sinds de Tweede Wereldoorlog is verder onder druk komen te staan. De VS trad uit een aantal internationale akkoorden en instituties. Universele waarden, zoals op het gebied van mensenrechten, zijn niet meer zo vanzelfsprekend als voorheen.

Dichter bij huis vormde de vormgeving van de Britse uittreding uit de Europese Unie (EU) ook in 2018 één van de belangrijkste uitdagingen voor de Europese samenwerking. Dat terwijl die Europese samenwerking zo belangrijk is om een antwoord te formuleren op de uitdagingen waar we als Nederland en Europa voor staan: migratie, cyberaanvallen, instabiliteit en onveiligheid. De onderhandelingen over een ordelijke uittreding en de toekomstige relatie van de EU met het Verenigd Koninkrijk heeft Nederland op EU-niveau steun gezocht voor de Nederlandse speerpunten.

Een aantal factoren bleef onveranderd. De politieke impasse in Libië duurde voort. Er was nauwelijks vooruitgang bij de implementatie van de zogenoemde Minsk-akkoorden, die moeten leiden tot een einde aan het conflict in het oosten van Oekraïne. Intussen bleef het ook aan de grenzen van het Koninkrijk, zowel in de EU als in de Caribische delen, instabiel. De crisis in buurland Venezuela duurt voort, net als de verschrikkelijke burgeroorlog in Jemen, de grootste humanitaire crisis in de wereld. Nederland zet zich al jaren in voor het vinden van een duurzame oplossing voor het voortslepende conflict in Jemen (zie box I).

Box I. Nederlandse inzet in Jemen

Al jaren strijden in Jemen Houthi-rebellen tegen regeringstroepen die worden gesteund door een internationale coalitie van Arabische landen onder leiding van Saoedi-Arabië. Minister Kaag sprak hierover als Minister van Buitenlandse Zaken met de verschillende leden van de coalitie tijdens haar reis (Kamerstukken 2018 34 775 V, nr 78) naar Saoedi-Arabië, Oman, Iran en Riyad in februari 2018. Het kabinet maakte geld vrij voor o.a. vredesopbouw in Jemenitische gemeenschappen, die door de oorlog en hongersnood zijn ontwricht. Op 15 maart 2018 werd op initiatief van het Koninkrijk, als tijdelijk voorzitter van de VN-Veiligheidsraad, een voorzitterschapsverklaring over Jemen aangenomen die gericht was op het openhouden van de havens en hervatting van het vredesproces onder leiding van VN gezant Griffiths. Mede dankzij een actieve diplomatieke lobby van Nederland is in september 2018 het mandaat van de Group of Eminent Experts (GEE), die onderzoek doet naar alle schendingen van mensenrechten en internationaal humanitair recht, verlengd. Na verscheidene mislukte pogingen, is de VN-gezant er in december 2018 in geslaagd om beide partijen in het conflict aan tafel te krijgen in Stockholm en een staakt-het-vuren te bereiken. Mede dankzij Nederland nam de VN-Veiligheidsraad op 21 december 2018 een inhoudelijke resolutie aan ter ondersteuning van de wapenstilstand in Hodeidah. Dit was voor het eerst sinds april 2015. Nederland heeft in 2018 zijn wapenexportbeleid naar de landen betrokken bij het Jemen-conflict nog verder aangescherpt (zie beantwoording relevante Kamervragen). Nederland heeft eveneens in de VN-veiligheidsraad opgeroepen te stoppen met het leveren van wapens aan de partijen bij het conflict conform motie Sjoerdsma van 15 november 2018 (Kamerstukken 2018–2019 35 000 V, nr 29), doch hiervoor was helaas geen steun.

Ontwikkelingen in het Israëlisch-Palestijns conflict waren evenmin gunstig. De partijen kwamen nog verder van elkaar af te staan. Het Amerikaanse besluit om de Amerikaanse ambassade te verhuizen naar Jeruzalem, gevolgd door het Amerikaanse besluit om hulp aan de Palestijnse Autoriteit nagenoeg geheel te stoppen, voedde twijfels bij de Palestijnse Autoriteit over de visie van deze Amerikaanse regering. De Palestijnse Autoriteit besloot daarom de VS niet langer als exclusieve bemiddelaar te accepteren. Dit onderstreept het belang van eensgezind EU-optreden. De Nederlandse diplomate Susanna Terstal, die in 2018 na een succesvolle Nederlandse lobby werd aangesteld als EU Speciaal Vertegenwoordiger, zal hieraan gaan werken.

Er zijn gelukkig ook positieve punten te benoemen. Zo is er, mede dankzij Nederlandse inzet, de afgelopen vier jaar veel voortgang geboekt in de strijd tegen ISIS (zie box II) en werden tijdens de internationale klimaattop in Katowice (Polen) afspraken gemaakt om de Verklaring van Parijs te implementeren, werd de irreguliere migratie vanuit Noord-Afrika naar Europa in 2018 verder teruggedrongen, vond in Armenië en Ethiopië een democratische transitie plaats en besloten Turkije en Nederland in juli 2018 na overleg op politiek niveau om de diplomatieke betrekkingen te normaliseren. Ook ons lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad was een succes. Verderop in het jaarverslag wordt nader ingegaan op deze en andere resultaten.

Box II. Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS

Met de inzet van F-16’s in Irak en Oost-Syrië en van militairen ten behoeve van training, advisering en assistentie aan de Iraakse strijdkrachten, inclusief de Peshmerga, droeg Nederland in 2018 bij aan het militair verslaan van ISIS. Eind 2018 was bijna het hele grondgebied dat ISIS onder controle had heroverd. Meer dan 7 miljoen burgers zijn uit handen van ISIS bevrijd en ontheemden keren terug naar huis. De dreiging is echter nog niet verdwenen. Van de mogelijke terugkeer van Syrië- en Irakstrijders naar Europa gaat een lange termijn dreiging uit. Om deze reden zet Nederland zich binnen de anti-ISIS coalitie, naast de militaire inzet ook in op civiele sporen zoals communicatie, foreign terrorist fighters (FTF) en financiën. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft hier als voorzitter ook aandacht voor gevraagd tijdens het Global Counterterrorism Forum (GCTF) in september 2018. Ook in Irak en Syrië zelf blijft ISIS een aanzienlijke destabliserende factor. De ideologie van ISIS, ook online, wordt nog altijd gebruikt om individuen te inspireren tot het plegen van aanslagen. Ook na het heroveren van het ISIS-gebied zal daarom de inzet van de internationale gemeenschap noodzakelijk blijven om op de langere termijn de dreiging van ISIS in te perken. Nederland blijft daarom militair, politiek en op stabilisatievlak actief in de strijd tegen ISIS.

2018 Voor Nederland, wereldwijd – actieve diplomatie voor een veilige, welvarende, rechtvaardige en duurzame wereld

Het is tegen deze achtergrond, dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich heeft ingezet voor een veilige, welvarende, rechtvaardige en duurzame wereld: Voor Nederland, wereldwijd.

Dat deden we door het bouwen van coalities met mondiale strategische spelers en door een kritische dialoog met landen waarmee we van mening verschillen. Juist in tijden van oplopende spanningen is een dialoog, zowel in bilateraal als multilateraal verband, noodzakelijk. Dit geldt bijvoorbeeld voor Rusland, waarmee de diplomatieke relatie als gevolg van verschillende gebeurtenissen onder druk is komen te staan. Ook toen Venezuela in januari 2018 eenzijdig de grens sloot met de Koninkrijksdelen Aruba, Curaçao en Bonaire, is gekozen voor een strategie van stille diplomatie en dialoog, met resultaat (zie box III).

Box III. Grenssluiting Venezuela

Op 6 januari 2018 werd het Koninkrijk verrast door een eenzijdige grenssluiting door Venezuela met Aruba, Curaçao en Bonaire wegens vermeende smokkel. Een betreurenswaardige maatregel voor het Koninkrijk, omdat de Caribische delen van het Koninkrijk hier direct negatieve effecten van ondervinden. Daarom voerde de Nederlandse ambassadeur in Caracas direct na de grenssluiting op het hoogste niveau gesprekken om een oplossing te vinden voor de situatie. Prioriteit hadden op dat moment de gestrande reizigers. Op 12 januari 2018 vond op Aruba overleg plaats tussen vertegenwoordigers van Venezuela en het Koninkrijk, waarbij een oplossing voor de gestrande reizigers werd gevonden. Ook werden Venezuela en het Koninkrijk het eens over een gezamenlijke aanpak voor de smokkelproblematiek. Ook de Minister van Buitenlandse Zaken zelf had intensief contact met de regeringen van Aruba en Curaçao. Op 8 april 2018 bracht de Minister op doorreis vanuit Colombia een bezoek aan Venezuela met als onderhandelingsresultaat het heropenen van de grenzen. Helaas blijft de crisis in Venezuela voortduren. Het Koninkrijk blijft nauw betrokken bij de ontwikkelingen.

We organiseren handelsmissies en we investeren in vrede, veiligheid en stabiliteit. Dat doen we bijvoorbeeld door middel van 3D-missies (3D staat voor Development, Diplomacy and Defence), zoals de missies in Afghanistan en Mali. Wij investeren in bilaterale betrekkingen met landen via onze posten en via ministeriële bezoeken, zodat er ook ruimte is om kritische vraagstukken aan de orde te stellen. Hierdoor konden we bijvoorbeeld op politiek niveau bij China het vraagstuk van de vervolging van de Oeigoeren aan de orde stellen, bij Algerije het vraagstuk van de protestantse kerken, bij Rusland het lot van de LGBTI in Tsjetjenië, bij Turkije de persvrijheid en bij Marokko het lot van de Rif-activisten. Een van de landen waar Nederland in 2018 de banden mee aanhaalde was Nigeria (zie box IV).

Box IV. Nederland haalt banden aan met Nigeria

Nigeria is het land met de grootste bevolking en de grootste economie van Afrika. Politiek speelt het land, zowel regionaal als mondiaal, een steeds grotere rol. Een stabiel en welvarend Nigeria heeft een positieve invloed op de stabiliteit en economische ontwikkeling in de regio, waar ook het Nederlandse bedrijfsleven van kan profiteren, bijvoorbeeld in de landbouwsector. Het tegenovergestelde geldt ook. De terroristische groepering Boko Haram is nog niet verslagen, er is een ernstige humanitaire crisis rond het Tsjaadmeer en er zijn irreguliere migratiestromen richting Europa. Daarom haalde Nederland in 2018 de banden aan met Nigeria. Over en weer vonden bezoeken plaats. Zo bracht de Nigeriaanse President Buhari in juli 2018 een bezoek aan Nederland. Minister-President Rutte en het Nederlandse bedrijfsleven spraken met hem. Tijdens het bezoek werd een overeenkomst afgesloten die meer structuur, regelmaat en breedte zal brengen in de samenwerking tussen Nederland en Nigeria. Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok bezocht in oktober Nigeria en sprak over samenwerking op het gebied van landbouw, veiligheid en het tegengaan van mensenhandel en de terugname van illegaal in Nederland verblijvende Nigerianen. De intensivering van bilaterale betrekkingen brengt een behoefte aan meer diplomatieke inzet met zich mee. Derhalve werd in 2018 besloten tot uitbreiding van de ambassade in Abuja. Nederland kiest met deze benadering voor een lange termijn betrokkenheid bij Nigeria. Nederland wil een bijdrage leveren aan een betere toekomst voor Nigeria, een beter perspectief voor de jonge bevolking en aan een verminderde druk om te migreren.

Het werk van het Ministerie van Buitenlandse Zaken richt zich niet alleen op grote en abstracte politieke belangen en kwesties. Ook in 2018 stond het Ministerie van Buitenlandse Zaken 24/7 klaar om waar nodig consulaire diensten te leveren voor Nederlanders wereldwijd. Denk daarbij ook aan de reisadviezen die met behulp van de Nederlandse ambassades worden opgesteld om Nederlandse reizigers te wijzen op risico’s van reizen in het buitenland. In 2018 werd door de Nederlandse ambassades en consulaten in totaal aan 2.908 Nederlanders in het buitenland consulaire bijstand verleend en werden er meer dan 700.000 visa en reisdocumenten verstrekt. De Nederlandse ambassade in Londen spande zich in om Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk wonen, voor te bereiden op de gevolgen van de Brexit.

Om onze belangen in de wereld nog beter te kunnen behartigen, investeerde het kabinet in 2018 in de buitenlandse dienst: daar zitten de mensen die de risico’s en de kansen in het buitenland voor het Koninkrijk signaleren. Mensen die dankzij hun netwerken weten wat er speelt en hoe Nederlandse belangen veiliggesteld kunnen worden. In het Regeerakkoord werd EUR 10 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de uitbreiding en versterking van het Nederlandse netwerk van ambassades, consulaten en permanente vertegenwoordigingen bij internationale organisaties. Dit bedrag zal de komende jaren oplopen tot EUR 40 miljoen extra per jaar. Het uitgangspunt daarbij is dat de beschikbare extra middelen worden ingezet op die thema’s die alle Nederlanders ten goede komen. Zoals het bevorderen van een stabiele en duurzame economie, terugdringen van irreguliere migratie en het vergroten van de veiligheid – ook in cyberspace.

Daarnaast bleef het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich onverminderd inspannen voor waarheidsvinding en gerechtigheid voor de slachtoffers van vlucht MH17 en hun nabestaanden. Op 25 mei 2018 maakten Nederland en Australië bekend Rusland aansprakelijk te stellen voor het neerhalen van MH17. De diplomatieke contacten met Rusland leidden in 2018 niet tot onderhandelingen hierover met Rusland. Op 28 augustus 2018 trad een bilateraal verdrag tussen Nederland en Oekraïne in werking dat voorziet in internationale juridische samenwerking ten aanzien van een strafrechtelijke vervolging van individuele verdachten van het neerhalen van vlucht MH17.

Buitenland is binnenland

De nauwe verwevenheid tussen binnenlandse en buitenlandse ontwikkelingen is voor iedereen merkbaar. Dat is vaak verrijkend, maar biedt ook uitdagingen omdat ook problemen grensoverschrijdend kunnen zijn, of juist omdat grensoverschrijdende fenomenen leiden tot binnenlandse problemen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan klimaatverandering en migratie, maar ook aan ongewenste buitenlandse inmenging of grensoverschrijdende criminaliteit. Mede in dit verband heeft Nederland in 2018 de samenwerking met de Duitse en Belgische overheden verder geïntensifieerd. In dit kader vond de eerste regeringsdialoog plaats tussen Nederland en Noordrijn-Westfalen.

Zowel nationaal als internationaal heeft Nederland zich in 2018 ingezet om te komen tot ambitieuze klimaatafspraken. Tijdens de internationale klimaattop in Katowice (Polen), werden afspraken gemaakt om de Verklaring van Parijs te implementeren. Omdat het in het Nederlands belang is dat ook anderen hun klimaatambities verhogen, werd een klimaatcampagneteam opgericht om de lobby daarvoor rijksbreed te organiseren.

Het Ministerie werkte in 2018 samen met andere departementen aan de aanpak van ongewenste buitenlandse inmenging. Een aantal dossiers waar specifieke aandacht naar uitging in 2018 betreft verschillende pogingen van heimelijke politieke beïnvloeding door Rusland, het onder dwang en intimidatie innen van diasporabelasting onder Eritreeërs in Nederland en het meest recente geval van Europese samenwerking om tot gerichte sancties te komen tegen Iran wegens ongewenste inmenging op Europees grondgebied. Er is tevens samen met andere departementen gewerkt aan de kabinetsinzet over het tegengaan van desinformatie in Europees en nationaal verband. De dialoog met de Golfstaten over ongewenste financiering is onverminderd voortgezet.

De EU moet gezamenlijk koers bepalen

Net als in 2017, vormde de vormgeving van de Britse uittreding uit de Europese Unie (EU) ook in 2018 één van de belangrijkste uitdagingen voor de Europese samenwerking. Bij de onderhandelingen over een ordelijke uittreding en de toekomstige relatie van de EU met het Verenigd Koninkrijk heeft Nederland op EU-niveau steun gezocht voor de Nederlandse speerpunten. De Nederlandse inzet heeft bijgedragen aan de op 14 november 2018 bereikte overeenstemming tussen de onderhandelaars van de EU en het Verenigd Koninkrijk over een concept terugtrekkingsakkoord en over een schets van de politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen met het VK waarin het Nederlandse belang goed tot zijn recht komt.

In het verlengde van de Brexit-onderhandelingen stond de Nederlandse positionering in de EU in 2018 in het teken van post-Brexit coalitievorming. Het kabinet heeft zich ingezet voor een sterke positionering van Nederland binnen de EU, onder meer door het bouwen aan nieuwe coalities. Ook heeft Nederland ingezet op vroegtijdiger beïnvloeding van de EU-instellingen en voldoende Nederlanders werkzaam bij de EU-instellingen.

Daarnaast heeft Nederland in 2018 in Europees verband voortgang geboekt op de volgende terreinen:

  • Onder coördinerende verantwoordelijkheid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het kabinet een uitgebreide appreciatie opgesteld die mede als inzet dient in de onderhandelingen voor het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027 (MFK).

  • In 2018 zijn belangrijke stappen gezet om de eurozone te versterken via de hervorming van het Europees Stabiliteitsmechanisme en afspraken in het kader van de Europese bankenunie. De hervorming en afspraken bevatten veel van de punten waar Nederland zich als onderdeel van de zogeheten Hanze-coalitie voor heeft ingezet.

  • In 2018 nam mede op initiatief van Nederland de discussie binnen de EU een vlucht over de opzet van thematische sanctieregimes als instrument van het GBVB. De Raad bereikte overeenstemming over een thematisch sanctieregime om proliferatie van chemische wapens tegen te gaan. Onderhandelingen over een sanctieregime tegen cyberdreigingen en een sanctieregime om mensenrechtenschenders aan te pakken zijn in 2018 nog niet afgerond. Op 20 november 2018 organiseerde Nederland in het Vredespaleis een expertseminar met het oog op de oprichting van een wereldwijd EU-mensenrechtensanctieregime (EU Global Human Rights Sanctions Regime). Daarmee werd mede invulling gegeven aan de motie Omtzigt c.s. die de regering verzoekt te onderzoeken of er in de Europese Unie voldoende draagvlak is voor sanctiemaatregelen op EU niveau tegen plegers van grove mensenrechtenschendingen.

  • Door constante druk en inzet van Nederland en een aantal gelijkgestemde lidstaten in de strijd voor meer transparantie in het EU-besluitvormingsproces, heeft het Raadssecretariaat een paper opgesteld ten behoeve van een moderner transparantiebeleid ten aanzien van EU-besluitvormingsproces. Dit paper vormt de basis van de in het najaar van 2018 gestarte onderhandelingen hierover in de Raad.

  • Nederland heeft ook in 2018 krachtig en in gezamenlijkheid met andere EU-lidstaten ingezet op eerbiediging van de Europese waarden, waaronder de rechtsstaat.

  • Op Nederlands initiatief is een conclusie aangenomen op de Europese Raad van december 2018 waarin de Raad wordt uitgenodigd te werken aan de lange termijn klimaatstrategie. Hiermee is vastgelegd dat dit onderwerp in de eerste helft van 2019 terugkeert op de agenda van de Europese Raad. Hierdoor is een goede uitgangspositie gecreëerd voor het vergroten van de steun voor de door Nederland gewenste ophoging van het tussentijdse 2030-doel.

  • In 2018 bereikten EU-lidstaten overeenstemming over het mandaat voor de onderhandelingen met de landen in Afrika, het Caraïbisch Gebied en de Stille Oceaan (ACS) over een opvolger van het Verdrag van Cotonou, dat in 2020 afloopt. Mede dankzij Nederlandse inzet is er binnen het EU-onderhandelingsmandaat meer aandacht voor de naleving van afspraken, onder andere op het gebied van migratie. Ook is een lichtere institutionele structuur voor het ACS-vervolgpartnerschap en een meer betekenisvolle rol voor «Landen en Gebieden Overzee» (LGO) voorzien.

  • Nederland heeft zich daarnaast met succes ingezet dat het EU-uitbreidingsbeleid strikt en fair blijft. De Raad besloot derhalve in 2018 de toetredingsonderhandelingen met Macedonië en Albanië nog niet te openen, omdat nog niet aan alle voorwaarden was voldaan.

Ten slotte is het ondanks Nederlandse inspanningen in 2018 niet gelukt op EU-niveau overeenstemming te bereiken over de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel.

Grenzen en migratie

In maart 2018 is de integrale migratieagenda van het kabinet gepresenteerd. Nederland werkt, bilateraal en in Europees verband, via een geïntegreerde aanpak aan de verschillende pilaren van het migratiebeleid. De internationale activiteiten hebben zich gericht op het voorkomen van irreguliere migratie en de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel, de versterking van opvang en bescherming in de regio, een solidair en solide Europees asielstelsel en verbeterde terugkeersamenwerking.

Nederland intensiveerde de migratiesamenwerking met landen in de Sahel. Op 23 februari nam Minister-President Rutte deel aan een Sahel Top in Brussel waar hij EUR 5 miljoen steun aankondigde voor een regionale troepenmacht. Nederland en Duitsland besloten bovendien tot een gezamenlijke financiële bijdrage aan mobiele grensteams in Niger. Nederland draagt tevens bij aan reddingsacties van migranten in de woestijn en de bescherming van hun rechten.

Mede door de internationale inspanningen in derde landen is de irreguliere aankomst van migranten in Europa in 2018 sterk gedaald ten opzichte van 2017. Het aantal illegale grensoverschrijdingen is het laagste in vijf jaar, en laat zelfs een daling zien van 92% ten opzichte van het piekjaar 2015. Dit is het resultaat van inspanningen van diverse partijen. Er zijn maatregelen getroffen in landen van herkomst, transit en bestemming. Zo is de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel geïntensiveerd, is de opvang en bescherming in de regio verder verbeterd, heeft de EU-Turkije Verklaring de laatste jaren bijgedragen aan lagere aankomsten in Griekenland, zijn tienduizenden migranten vanuit de EU en transitlanden als Libië en Niger teruggekeerd naar hun landen van herkomst. Ook zijn stappen gezet om de situatie van migranten in bijvoorbeeld Libië en Niger te verbeteren. Hoewel het aantal verdrinkingen van migranten in de Middellandse Zee is afgenomen is het aantal van meer dan 2100 sterftes op weg naar Europa in 2018 nog steeds hoog en zorgwekkend.

Nederland heeft bilateraal en via de Europese Unie de Libische autoriteiten aangespoord verbetering te krijgen in de omstandigheden van migranten in Libië. Met resultaat. Er is een tiental detentiecentra gesloten. Ook is met internationale, waaronder Nederlandse, steun aan UNHCR in Tripoli het Gather and Departure Centre geopend waar migranten worden opgevangen en van waaruit zij naar hun landen van herkomst kunnen terugkeren of kunnen worden geëvacueerd naar Niger of gehervestigd naar andere landen. Desalniettemin blijft de situatie in de Libische detentiecentra ronduit zorgelijk. De afgelopen twee jaar zijn ca. 40.000 migranten vrijwillig teruggekeerd uit vooral Libië en Niger naar hun landen van herkomst. De voorgenomen Nederlandse diplomatieke «antenne» in Niger is inmiddels door de Minister van Buitenlandse Zaken geopend.

Met Nederlandse steun is gewerkt aan het verbeteren van de capaciteit van enkele Noord- en West-Afrikaanse landen in het opsporen, oprollen en vervolgen van netwerken van mensensmokkelaars en -handelaren. Dit heeft niet alleen geleid tot aanhoudingen en veroordelingen maar ook, voor het eerst en op Nederlands initiatief, tot het op de sanctielijst van de VN plaatsen van zes vooraanstaande leiders van mensenhandel- en mensensmokkelnetwerken (zie box V).

Box V. Nederland pakt mensenhandelaren in Libië aan

Als lid van de VN-Veiligheidsraad heeft Nederland in juni zes mensenhandelaren actief in Libië op de VN-sanctielijst gezet. Na een complex diplomatiek spel waarbij in verschillende landen tegelijk door Nederlandse diplomaten gelobbyd werd, werden de sancties op 7 juni 2018 afgekondigd en via « Breaking News» van CNN en talloze andere media wereldkundig gemaakt. Dit was de eerste keer dat de Veiligheidsraad sancties oplegde tegen leiders van gewelddadige mensenhandelnetwerken. Met de sancties zijn banktegoeden van zes leiders van criminele netwerken wereldwijd bevroren en mogen zij niet meer internationaal reizen. Ook is het verboden om economische middelen aan deze personen beschikbaar te stellen. Het Nederlands Openbaar Ministerie en de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid werkten nauw samen om deze sancties solide te onderbouwen; een uniek partnerschap tussen diplomaten en strafrechtspecialisten. Nederland trok ook nauw op met internationale partners in de VN-Veiligheidsraad en daarbuiten. De steun van de Libische autoriteiten en andere landen in de regio was essentieel. Doel van het initiatief was om de afschuwelijke mensenrechtensituatie van migranten en vluchtelingen in Libië aan te pakken en tegelijkertijd te voorkomen dat migranten in de Middellandse Zee sterven. De afgelopen jaren maakten grote groepen migranten en vluchtelingen vanuit Libië de overtocht naar Europa. Criminelen verdienen grof geld aan deze mensensmokkel en aan de exploitatie van migranten, die tijdens hun reis te maken krijgen met ernstige vormen van geweld en ander leed. Nederland heeft met het initiatief een helder signaal afgegeven dat mensenhandel in Libië aangepakt dient te worden. Nederland heeft inmiddels een internationaal netwerk opgericht dat zal toezien op de uitvoering van de maatregelen. De sancties staan niet op zichzelf. Ze vormen een belangrijk onderdeel van de bredere internationale inspanning om vrede en stabiliteit te brengen in het door oorlog verscheurde Libië.

Instabiliteit en veiligheid: brede invulling veiligheidsinzet

Mondiaal veranderende machtsverhoudingen, waarbij de macht en het initiatief deels verschuiven naar landen die met een andere blik naar de wereld kijken, zorgen voor een instabielere en minder voorspelbare veiligheidsomgeving voor Nederland en de EU. De inzet van chemische wapens in Syrië, de aanslag in Salisbury op Sergej Skripal en zijn dochter en de verstoring van een cyberoperatie van de Russische militaire inlichtingendienst GRU, gericht tegen de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW), zijn daarvan klinkende voorbeelden.

Deze ontwikkelingen staan niet op zichzelf maar vormen een trend voor de langere termijn. Nederland moet zich hierop voorbereiden en zich weerbaarder maken, zowel eigenstandig als in Europees en bondgenootschappelijk kader. In 2018 is de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS) gepresenteerd die de basis vormt voor de inspanningen van het kabinet in deze veiligheidscontext. Ook is het kabinet in 2018 een maatschappelijke discussie gestart over het gegeven dat de nieuwe veiligheidscontext een herijking vereist, waarbij Europa en het westen zichzelf beter equiperen om de internationale rechtsorde te kunnen beschermen met (militaire en economische) machtsmiddelen.

De veranderende veiligheidsdreiging, vergt ook hernieuwde focus op de collectieve verdedigingstaak van de NAVO. Tijdens de NAVO-top van juli 2018 sprak Nederland met bondgenoten af geloofwaardige nationale plannen op te stellen over verhoging van defensie-uitgaven richting de 2%. De schending door Rusland van het INF-verdrag vergroot het belang van het nucleaire beleid van de NAVO waarbij Nederland streeft naar een balans tussen nucleaire afschrikking en wapenbeheersing. De EU neemt meer eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid en defensie, o.a. door samenwerking bij de ontwikkeling van schaarse defensiecapaciteiten. Nederland slaagde er helaas niet in om de VS gecommitteerd te houden aan het JCPOA, of Rusland te bewegen zich te houden aan de verplichtingen van het INF.

Rechtsorde onder druk

Nederland heeft in 2018 ingezet op versterking en bescherming van mensenrechten. Het kabinet heeft een geactualiseerd beleid gepresenteerd in lijn met het Regeerakkoord met een focus op de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting (off- en online), vrijheid van religie en levensovertuiging, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, gelijke rechten voor lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en intersekse personen (LHBTI’s) en de bevordering van de internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid. Het Mensenrechtenfonds is hiervoor opgehoogd met EUR 7,4 miljoen in 2018.

Nederland heeft zich, als verdragspartij en gastland, in verschillende werkgroepen en tijdens de jaarlijkse vergadering van verdragspartijen actief ingezet voor versterking van het Internationaal Strafhof door onder meer het bevorderen van het draagvlak voor het Hof en de universaliteit van het Statuut van Rome (zie box VI).

Box VI. Internationaal Strafhof

In 2018 werd de twintigste verjaardag van het Statuut van Rome gevierd. Met dit Statuut werd het Internationaal Strafhof opgericht, het eerste permanente hof dat internationale misdrijven wereldwijd vervolgt. Er is in twintig jaar een hoop bereikt. 123 staten zijn inmiddels partij bij het Statuut van Rome. In 150 landen zijn meer dan 2.500 ngo’s actief die meedoen in de strijd tegen straffeloosheid. Het Statuut van Rome voorziet niet alleen in de oprichting van het Strafhof, maar ook in de verbetering van de rechtsorde op nationaal niveau, met name op wetgeving over internationale misdrijven. Nederland is altijd trots gastland van het Strafhof en fervent voorvechter van de internationale rechtsorde gebleven. Juist ook toen de afgelopen jaren het Hof soms onder vuur kwam te liggen. Zo kondigden een aantal Afrikaanse landen in 2016 aan uit het Hof te willen stappen. Het Kabinet heeft zich actief ingezet om deze trend tegen te gaan, door in gesprek te gaan met deze landen, in te zetten op draagvlakverbreding van het ICC en de universaliteit van het Statuut van Rome en door samen te werken met partners uit het maatschappelijk middenveld. Mede door deze inspanning is van de Afrikaanse landen slechts Burundi daadwerkelijk uit het Hof getreden. Tegelijkertijd hebben een groot aantal Afrikaanse staten in 2018 tijdens de jaarlijkse vergadering van verdragspartijen van het Hof hun steun uitgesproken voor het Hof. Het Hof heeft de laatste jaren bovendien bewezen dat het zich niet louter richt op het Afrikaanse continent. Zo is het Hof in 2018 vooronderzoeken gestart i.v.m. de deportatie van de Rohingya uit Myanmar en naar de situatie in Venezuela. Ook onderzoekt de aanklager momenteel de situaties in de Filipijnen en de Palestijnse Gebieden.

Syrië/Irak

Ondanks de vooruitgang die in Syrië is geboekt in de strijd tegen ISIS (zie ook box II), waren de vooruitzichten op een duurzame oplossing voor de burgeroorlog eind 2018 niet gunstig. Het Syrische regime, onder leiding van Bashar al-Assad, heeft met steun van zijn bondgenoten Rusland en Iran grote delen van het land opnieuw in handen gekregen en zijn machtspositie verstevigd. De Noordwestelijke provincie Idlib is het laatste grote oppositiebolwerk. Binnen de complexe context in Syrië richtte het Nederlandse beleid zich in 2018 op ondersteuning van vreedzame politieke transitie, militaire steun in de strijd tegen ISIS, humanitaire steun voor de noodlijdende bevolking, stabilisatie van gebieden onder controle van gematigde oppositie en het tegengaan van straffeloosheid.

Politiek bleef Nederland inzetten op een geloofwaardige transitie in overeenstemming met Veiligheidsraadresolutie 2254, want alleen een politieke oplossing kan leiden tot duurzame vrede in Syrië. In de VN-Veiligheidsraad heeft het Koninkrijk in verschillende bijeenkomsten getracht bij te dragen aan deëscalatie van het conflict in Syrië, het verbeteren van humanitaire toegang en accountability. De humanitaire noden in Syrië zijn enorm. Naast het politieke proces ondersteunt Nederland ook de zogenoemde Track II-initiatieven: vertrouwelijke gesprekken tussen private partijen (waaronder experts) aan beide zijden van het conflict die tot doel hebben partijen nader tot elkaar te brengen.

Voorts levert Nederland een actieve bijdrage aan het lenigen van de humanitaire noden, enerzijds door financiering van de VN, het Rode Kruis en ngo’s en anderzijds door humanitaire diplomatie in New York, Genève, Brussel en in de regio. Syrië telt 13,1 miljoen hulpbehoevenden, van wie 5,6 miljoen in acute nood verkeren en bijna 3 miljoen zich bevinden in belegerde of moeilijk te bereiken gebieden.

In Irak zijn grootschalige militaire operaties ten einde gekomen. De humanitaire crisis is echter niet voorbij. Volgens VN-organisatie OCHA hebben aan het einde van 2018 nog 6,7 miljoen mensen behoefte aan humanitaire hulp. Bijna 2 miljoen Irakezen zijn ontheemd. Nu de strijd is gestreden, verandert de Iraakse behoefte aan steun van de internationale gemeenschap. Voor een inclusief en stabiel Irak zijn politieke en economische hervormingen noodzakelijk. Een belangrijke voorwaarde voor deze hervormingen is een betrouwbare, legitieme en stabiel functionerende veiligheidssector.

Zetel VN-Veiligheidsraad: strategische kansen voor Nederland

Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben het afgelopen jaar de belangen van het Koninkrijk vertegenwoordigd op het gebied van internationale vrede en veiligheid in de Veiligheidsraad. De Nederlandse inzet was gericht op veiligheid voor burgers, voorkomen en beslechten van conflict en een VN-Veiligheidsraad die vooruitkijkt. Naast de hiervoor reeds genoemde resultaten, zoals de aanpak van mensenhandelaren in Libië (zie tekstvak V), heeft dit onder meer geleid tot:

  • de versterking van het mandaat van de missie in Irak;

  • een nieuw MINUSMA-mandaat dat de missie in Mali opdracht geeft meer aandacht te besteden aan o.a. mensenhandel en smokkel van irreguliere migranten en de impact daarvan op de veiligheid;

  • het vergroten van de impact van de Noord-Korea sancties door sanctie-ontduiking tegen te gaan, het diplomatieke proces te faciliteren en negatieve humanitaire consequenties in te perken.

  • de resolutie over Conflict and Hunger die uithongering als oorlogswapen strafbaar stelt;

  • het VN-actieplan voor betere vredesoperaties (Actionplan for Peacekeeping) dat door Secretaris-Generaal Guterres werd gelanceerd bij Open Debat onder leiding van Minister-President Rutte en waarvoor in september – opnieuw in het bijzijn van premier Rutte en SG Guterres – brede steun werd uitgesproken. De door het Koninkrijk geïnitieerde resolutie over versterking van de rechtstaat-component in vredesmissies draagt bij aan de implementatie van het actieplan.

  • We hebben een recordaantal vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld en conflictgebieden, met name vrouwen, uitgenodigd om de Veiligheidsraad te briefen.

Zie voor een vollediger terugkoppeling van het jaar in de VNVR de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer.

Cyber- en internetbeleid: Nederland in voorhoede

De weerbaarheid van Nederland tegen kwaadaardige cyberoperaties is vergroot door actieve deelname in internationaal gecoördineerd diplomatiek optreden tegen een cyberaanval op de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). Nederland gaf in dat kader een impuls aan de eigen diplomatieke responscapaciteit en daarnaast aan de EU-responscapaciteit aan de hand van de verdere operationalisering van de door Nederland geïnitieerde EU cyber diplomacy toolbox . Dankzij Nederland zal de EU komen tot «cybersancties». Het trainingsprogramma dat Nederland met partnerlanden naar nieuwe landen uitrolde en de conferentie rond de Tallinn Manual 2.0 in Den Haag droegen sterk bij aan het creëren van groter draagvlak voor de toepassing van internationaal recht in het cyberdomein. Tevens namen Nederland, het Verenigd Koninkrijk en een kopgroep van like-minded EU-staten het voortouw voor het oprichten van een Europees cybersanctieregime, waarvan aanname door de Europese Raad tijdens het eerste kwartaal van 2019 wordt verwacht.

Multilateralisme en coalities

Zoals reeds opgemerkt, is het multilaterale stelsel in 2018 verder onder druk komen te staan. Toenemend protectionisme en de opkomst van staatsgeleide economieën, zoals China, die door middel van ondoorzichtige staatssubsidies het gelijke speelveld zowel in de EU als in derde markten ondermijnen, zetten het internationale vrijhandelssysteem onder druk. Rusland gebruikte in 2018 voor de twaalfde keer zijn veto in de VNVR over Syrie. De VS stapte uit een aantal internationale akkoorden en instituties. Omdat Nederland – als middelgroot land – groot belang heeft bij een op regels gebaseerde internationale wereldorde, heeft het zich samen met andere Europese landen, ingezet voor het verbeteren en versterken van het multilaterale stelsel. Minister-President Rutte pleitte daarbij tijdens de Algemene Vergadering van de VN in september 2018 voor een constructief multilateralisme waarbij landen samenwerken bij het gezamenlijk oplossen van de globale uitdagingen van deze tijd. Nederland heeft de hervormingsplannen van Secretaris-Generaal van de VN Guterres in zowel politieke, financiële als praktische zin gesteund. Nederland werd, na deelname aan de G20-top in Duitsland in 2017, ook door G20-voorzitter Argentinië uitgenodigd om deel te nemen aan de G20 en de G20-top in Buenos Aires op 1 december 2018. Deze G20-deelname is aangegrepen om, samen met andere Europese landen, het belang van effectieve multilaterale samenwerking te onderstrepen op mondiale kwesties als het realiseren van duurzame inclusieve economische groei, handel, klimaat en migratie.

Mondiale strategische spelers

In een wereld waarin onzekerheden en instabiliteit groeien, neemt het belang van de trans-Atlantische band toe. De trans-Atlantische samenwerking is cruciaal voor de vrede, vrijheid, veiligheid en welvaart aan beide zijden van de oceaan en de VS blijft een onmisbare partner. Nederland en de EU staan voor uitdagingen die we zonder internationale partners niet kunnen oplossen. Alleen in samenwerking met de VS kunnen we een antwoord vinden op internationale uitdagingen en ook in economisch opzicht zijn en blijven de VS en Europa belangrijke partners. Juist nu is het van belang de dialoog aan te gaan en te zoeken naar consensus. Bij meningsverschillen is er ruimte die te bespreken. Het bezoek van de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Verenigde Staten in mei 2018, gevolgd door het bezoek van de Minister-President en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in juli 2018 moet in dat licht worden gezien.

Ook de rol van Rusland op het wereldtoneel kan niet worden onderschat. De relatie met Rusland is stevig onder druk komen te staan, zoals door het noodzakelijke besluit van Nederland en Australië van 25 mei 2018 om Rusland aansprakelijk te stellen voor het neerhalen van MH17 of de verstoring van de cyberoperatie van de Russische militaire inlichtingendienst tegen de «Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens» (OPCW) evenmin. De gebeurtenissen onderstrepen het belang het beleid van «druk en dialoog» met betrekking tot Rusland voort te zetten: juist in tijden van oplopende spanningen is een dialoog, zowel in bilateraal als multilateraal verband, noodzakelijk. Dit was een belangrijke reden voor Stef Blok om, vrij snel na zijn aantreden als Minister van Buitenlandse Zaken, op 12 en 13 april 2018 een bezoek te brengen aan Moskou. Daar sprak hij met zijn Russische ambtsgenoot Sergej Lavrov.

Ook China is, als regionale grootmacht en tweede economie in de wereld, in toenemende mate medebepalend voor de stabiliteit in belangrijke regio’s, zoals het Koreaans Schiereiland, de Zuid-Chinese Zee, en de Indische Oceaan. Met zijn Belt and Road Initiative reikt China’s geopolitieke én economische invloed van Centraal-Azië tot in het Caribisch gebied. Hoewel Nederland het op diverse fronten, zoals op het gebied van mensenrechten, duidelijk van mening verschilt met China, is de bilaterale band met China gegeven zijn gewicht op het wereldtoneel, belangrijk. Op verzoek van de Kamer is in 2018 een start gemaakt met een Chinastrategie, die over de volle breedte van de betrekkingen (politiek, economisch, militair, bilateraal en multilateraal) nieuwe kaders wil zetten voor de relatie met China. Ook is in 2018 geïnvesteerd in de bilaterale relatie met diverse bezoeken over en weer, zoals het werkbezoek aan China van Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima, de grootste Nederlandse handelsmissies ooit aan China en Japan onder leiding van premier Rutte en het inkomende officiële bezoek van de Chinese premier aan Nederland. Daarbij blijft Nederland altijd aandacht vragen voor mensenrechten. Zo is de mensenrechtendialoog met China voortgezet.

Ook India is in toenemende mate een mondiale speler van belang aan het worden. Om in te spelen op de ruimte voor samenwerking met India vanuit gedeelde waarden zoals democratie en rechtsstaat, bezocht Minister-President Rutte in 2018 India met vier Ministers en een grote handelsmissie om handel en investering in bijvoorbeeld landbouw en watermanagement te vergroten. Daarnaast is ook aandacht besteed aan de samenwerking op het gebied van het bevorderen van een vrij en veilig internet.

Voorts is de samenwerking met onze oudste bondgenoot in Azie, Indonesië, alsmede met de andere landen in ASEAN (het verband van tien Zuidoost-Aziatische landen die gezamenlijk de grootste groeimarkt voor Nederlandse bedrijven vormen) verder versterkt. In 2018 bracht de president van Singapore een staatsbezoek aan Nederland. De Minister van Buitenlandse Zaken bezocht in juli Indonesië. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bezocht Vietnam, Maleisië en Myanmar. In september 2018 vond in Brussel de ASEM Top plaats. EU en ASEAN onderhandelen over verdieping van hun samenwerking via het aangaan van een strategische partnerschap.

Met gelijkgezinde landen als Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland, heeft Nederland zich bilateraal als ook in EU-verband ingezet voor een mondiale ordening gebaseerd op effectief multilateralisme, een open wereldeconomie en respect voor mensenrechten en internationaal recht. Met Australië is in het kader van de strategische dialoog verder op deze thema’s gewerkt. Met Nieuw-Zeeland hebben strategische ontmoetingen plaatsgevonden, waaronder een gezamenlijk optreden van Minister-President Rutte en de Nieuw-Zeelandse Premier Ardern tijdens het AVVN «Bloomberg Global Business Forum Panel Event on Emerging Global Trade Relationships» .

Consulair blijft Buitenlandse Zaken moderniseren

Consulaire dienstverlening is een kerntaak van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In dit kader zet Nederland in op een moderne, kwalitatief hoogwaardige, kostendekkende en klantgerichte consulaire dienstverlening. In de voor het eerst verschenen «Staat van het Consulaire» zijn de missie van de consulaire dienstverlening, de context en kaders waarbinnen die wordt geleverd en de ambities helder neergelegd. Deze beleidsbrief verschijnt voortaan jaarlijks om verslag te doen van de resultaten van het voorgaande jaar en om de knelpunten te identificeren die de consulaire klant ervaart.

De consulaire dienstverlening is afgelopen jaar verder gemoderniseerd:

  • Om een beeld te krijgen van de ervaringen en wensen van de klant is in 2018 een wereldwijd onderzoek onder Nederlanders in het buitenland uitgevoerd. Daarnaast is een klanttevredenheidsonderzoek geïmplementeerd.

  • Afgelopen jaar is een online visumaanvraagformulier geïntroduceerd en zijn stappen gezet bij de digitale verwerking van visumdossiers.

  • Veel werk is verzet om meer fysieke loketten te openen voor Nederlanders. In Edinburg (Schotland) is een succesvolle pilot afgerond voor paspoortaanvragen bij het loket van een private partij. Door het succes van deze pilot is besloten deze vorm van dienstverlening uit te breiden naar andere locaties, met name op die plekken waar de reisafstand een obstakel vormt. Ook zijn de contracten met externe dienstverleners voor het uitvoeren van consulaire taken (voornamelijk visumaanvragen) uitgebreid en vernieuwd. Binnenkort zal dit resulteren in fysieke loketten op meer locaties. De consulaire dienstverlening komt daarmee dichter bij de burger.

Bijgaand overzicht laat zien welke consulaire diensten zijn geleverd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken in 2018.

Internationaal cultuurbeleid

Ondersteund door het postennetwerk, zet de internationale culturele samenwerking Nederland in het buitenland neer als een innovatief land met een vernieuwend aanbod van kunst, cultuur en een rijk cultureel erfgoed en draagt deze samenwerking bij aan de dialoog met andere landen en aan het versterken van onderling vertrouwen (zie ook: Buitengaats). In het tweede jaar van de vierjarige beleidsperiode (2017–2020) werd conform afspraak aan de Tweede Kamer gerapporteerd over de resultaten van het beleid in het eerste jaar (2017).

De regeling Creative Twinning , waarmee ngo’s door culturele activiteiten in de landen grenzend aan de Europese Unie bijdragen aan sociale verbinding, ging van start. Vijf projectaanvragen werden gehonoreerd.

Gastland voor internationale organisaties

Nederland neemt een bijzondere positie in als gastland van vele internationale organisaties en internationale hoven en tribunalen. Als gastland heeft Nederland de verantwoordelijkheid van bijna 40 in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren. De gastlandstatus vergt voortdurend onderhoud en verdere ontwikkeling. Een gastlandnotitie met een rijksbreed gedragen visie en beleid is in juni 2018 door de ministerraad goedgekeurd. De aanbevelingen uit de IOB-evaluatie zijn daarin meegenomen, waarover de Tweede Kamer is geïnformeerd.

Box VII. EMA

Na een intensieve en succesvolle lobbycampagne in 2017 is de overgang van het «Europees Geneesmiddelen Agentschap» (EMA) in 2018 van Londen naar Amsterdam in volle gang. In januari 2019 heeft het EMA de tijdelijke huisvesting in Amsterdam betrokken in afwachting van het gereed komen van de nieuwbouw eind 2019. De vestiging van het Agentschap in Amsterdam blijkt ook een aantrekkingskracht te hebben op andere bedrijven. Als gevolg van de Brexit moet het Agentschap in maart 2019 uit Londen vertrokken zijn. Vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het rijksbreed gedragen gastlandbeleid is het Ministerie van Buitenlandse Zaken nauw betrokken bij de verhuizing, die wordt gecoördineerd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zowel tijdens de lobbycampagne als tijdens de relocatie verloopt de interdepartementale samenwerking en de samenwerking met de Gemeente Amsterdam goed. Nederland laat hiermee zien in staat te zijn met een gecoördineerde aanpak de beloften uit het bidbook waar te maken. Het Ministerie is trots op de snelle afronding van het zetelverdrag. Het Ministerie zal het EMA en zijn medewerkers blijven ondersteunen tijdens en na de verhuizing naar Nederland.

Departement en postennet

Het Regeerakkoord van het kabinet Rutte III stelde middelen ter beschikking voor de uitbreiding en versterking van het Nederlandse postennet, het netwerk van ambassades, consulaten en permanente vertegenwoordigingen bij internationale organisaties. De middelen lopen op van EUR 10 miljoen in 2018 tot EUR 40 miljoen structureel in 2021. Bij de keuze voor de uitbreiding en versterking van het postennet is uitgegaan van de beleidsprioriteiten van het kabinet, zoals genoemd in het Regeerakkoord. Daarnaast wordt het Loket Buitenland, waar Nederlanders in het buitenland 24/7 terecht kunnen voor hun contacten met de overheid, uit deze middelen gefinancierd. Ook worden enkele consulair kritische posten en de consulaire service organisatie in Den Haag versterkt om de autonome visumgroei wereldwijd het hoofd te bieden. Verder is het postennet in 2018 uitgebreid met het diplomatieke vertegenwoordigingen in Atlanta, Ouagadougou en Niamey. De Kamer is over de uitbreiding en versterking van het postennet in 2018 geïnformeerd per brief van 2 juli 2018.

Aan diversiteit, integriteit, inclusie en veilige werkomgeving wordt binnen de organisatie onverkort groot belang gehecht. In dat licht is het streven dat in 2020 40% van de ambassadeursposities door vrouwen wordt ingenomen. In 2018 stond de teller op 32%; dit was 29% in 2017. Met de benoemingen van december 2018 zal dit naar 37% gaan.

Realisatie Beleidsdoorlichtingen – Buitenlandse Zaken – Hoofdstuk V

Begrotingsartikel

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Geheel artikel1

Behandeling in Tweede Kamer2

1

Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

             

nee

 

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

       

3

     

4; 31 271-16; 31 271-22/23

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

     

       

4; 31 271-16; 32 735-143/146

2

Veiligheid en stabiliteit

             

nee

 

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

             

2; 28 676-176/169

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit4

                 

2.3

Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

                 

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

       

3

     

zie 1.1

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

             

4; 31 271-7; 31 271-28

3

Europese samenwerking

             

nee

 

3.1

Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt

   

5

         

2/5; 31 371-14; 32 721-14, EK 28/10/14 Com EUZA

3.2

Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden

 

           

4; 21 501-04-156/158; 31 271-28

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

                 

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28

   

5

         

zie 3.1

4

Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

             

nee

 

4.1

Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland

               

4; 31 271-27

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

               

zie 4.1

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

       

     

2; 31 482-97/98

4.4

Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

         

   

31 271-25

4.5

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

           

6

 

1; 31 271-27

30 178-6

X = nog niet afgerond

1

Tot 2018 was het bij BZ en BHOS gebruikelijk om beleidsdoorlichtingen niet over het gehele beleidsartikel uit te voeren maar één niveau lager, namelijk van beleidsdoelstellingen. Met ingang van 2019 worden beleidsdoorlichtingen van het gehele beleidsartikel geprogrammeerd.

2

Codering is: 1. voor kennisgeving aangenomen; 2. schriftelijk overleg of schriftelijke vragen met antwoorden voor kennisgeving aangenomen; 3. schriftelijk overleg of schriftelijke vragen en beantwoording in overleg; 4. betrokken bij overleg (in AO/wetgevingsoverleg/ notaoverleg); 5. technische briefing; 6. nog in behandeling. Vervolgnummer betreft het kamerstuk (bv. 31 271-4)

3

Deze beleidsdoorlichting combineert sub-artikel 1.1 en 2.4

5

Deze beleidsdoorlichting combineert sub-artikel 3.1 en 3.4

6

Deze beleidsdoorlichting is omgezet in een evaluatie

Licence