Base description which applies to whole site

Artikel 3. Woningmarkt

Een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voert de regie over een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op het terrein van wonen. Tevens voert de Minister van BZK de regie ten aanzien van het bevorderen van een evenwichtige omvang en verdeling van de woningvoorraad.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving met betrekking tot de betaalbaarheid van het wonen, onder meer via de Wet op de huurtoeslag, de huur(prijs)regulering en maatregelen ten aanzien van de koopwoningmarkt.

De Minister van BZK is medeverantwoordelijk voor regelgeving met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en de hypothecaire leennormen. Tevens draagt de Minister van BZK zorg voor het kapitaalmarktbeleid betreffende investeringen in de woningmarkt, bijvoorbeeld via het beleid ten aanzien van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de verhuurderheffing en de huurtoeslag. Tevens is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het budgettair beheer van de huurtoeslag op grond van de Wet op de huurtoeslag. De uitvoering van de verhuurderheffing en de huurtoeslag is onder verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën belegd bij de Belastingdienst/Toeslagen. De Belastingdienst is ook verantwoordelijk voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de verhuurderheffing en huurtoeslag.

De Minister van BZK is verantwoordelijk voor de regelgeving ten aanzien van (het stelsel van) woningcorporaties. Woningcorporaties zijn via de Woningwet gebonden aan een begrensd werkdomein waarbinnen zij werkzaamheden met staatssteun mogen uitvoeren. Deze zijn het bouwen, verhuren en beheren van woningen met een lage huur voor huishoudens met een laag inkomen en andere doelgroepen die op de reguliere woningmarkt moeilijk een woning kunnen vinden.

De Minister van BZK draagt zorg voor een adequate uitvoering van een laagdrempelige beslechting van huurgeschillen. In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:249 t/m 7:261) is vastgelegd dat huurders en verhuurders een beroep kunnen doen op de Huurcommissie. De organisatie en werkwijze van de Huurcommissie, evenals de administratieve ondersteuning door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), is vastgelegd in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).

Administratieve lastenvermindering corporaties

In 2019 is een aantal maatregelen genomen om de administratieve lasten te verlichten. De Autoriteit woningcorporaties (Aw), het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), Aedes en het Ministerie van BZK hebben gezamenlijk gewerkt aan een beperking van de informatie-uitvraag. Het resultaat hiervan was dat de gewijzigde Verantwoordingsinformatie (dVi) 2018 voor woningcorporaties in 2019 leidde tot een structurele vermindering van de administratieve lasten van in totaal 24,5% ten opzichte van de uitvraag dVi 2017. Dit is een besparing van € 713.000 per jaar voor de sector. Deze wijziging leidde tot eenmalige lasten van circa € 43.000 (Stcrt. 2019, 16761). Het resultaat was verder dat de wijziging van de Prognoseinformatie (dPi)-uitvraag leidde tot een structurele reductie van de administratieve lasten van € 203.000. Verder daalden de administratieve lasten van woningcorporaties met 6%, ofwel € 10.800 per jaar door de vereenvoudiging van de markttoets.

Herziening Woningwet

In 2019 is de evaluatie van de herziene Woningwet naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2018/19, 32847, nr. 470). Naar aanleiding van de conclusie is gewerkt aan een concept-wetsvoorstel en –besluit met als doel beter werkende, uitvoerbare, toekomstbestendige regelgeving voor corporaties. In november 2019 zijn het concept-wetsvoorstel en –besluit waarin deze voornemens gestalte krijgen, in internetconsultatie gegaan.

Fiscale regels eigenwoningbezit

In 2019 heeft een aantal wijzigingen plaatsgevonden in de fiscale regels rondom het eigenwoningbezit. Het maximale percentage waartegen rente en kosten met betrekking tot de eigen woning mogen worden afgetrokken is met 0,5 procentpunt gedaald naar 49%. Vanaf 2020 zal dit percentage in stappen van 3 procentpunt verder dalen totdat het basistarief van ongeveer 37% in 2023 bereikt is. Verder is eind 2017 besloten de aftrek die eigenwoningbezitters hebben wanneer zij geen of een geringe eigenwoningschuld hebben, in 30 jaar geleidelijk uit te faseren. In 2019 vond de eerste stap plaats. De aftrek daalde naar 96,7% van de oorspronkelijke aftrek. Ook is in 2019 de doeltreffendheid, doelmatigheid en complexiteit van de fiscale eigenwoningregeling geëvalueerd (Kamerstukken II 2019/20, 32847, nr. 583).

Wet maatregelen middenhuur

In 2019 is de Wet maatregelen middenhuur aangenomen. De wijzigingen van de Huisvestingswet 2014 en de Woningwet zorgen dat er meer vrije sector woningen komen ten behoeve van een goed functionerende woningmarkt.

Middenhuurwoningen zijn woningen met een huurprijs vanaf de liberalisatiegrens van € 720,42 tot circa € 1.000. De wijziging van de Huisvestingswet 2014 verduidelijkt dat ook middenhuurwoningen onder de woonruimteverdeling op basis van deze wet kunnen worden toegewezen. De wijziging van de Woningwet heeft betrekking op het aanpassen van de markttoets voor toegelaten instellingen.

Nationale woonagenda

In 2019 is het doel van 75.000 nieuwe toevoegingen aan de woningvoorraad gehaald12. Met de Nationale woonagenda en het Interbestuurlijk programma streven marktpartijen, medeoverheden en het Rijk naar de bouw van 75.000 woningen per jaar. Partijen doen dit door in te zetten op het vergroten en versnellen van het aanbod, aandacht voor betaalbaarheid en een betere benutting van de huidige voorraad. Afspraken uit de Nationale woonagenda zijn en worden in verschillende snelheden en samenstellingen opgepakt en uitgewerkt. Voorbeelden hierven zijn het sociaal huurakkoord dat Aedes en de Woonbond hebben gesloten en het traject Goed Verhuurderschap.

Goed verhuurderschap

In 2019 werden verschillende maatregelen ingevoerd gericht op het tegengaan van excessen op de woningmarkt omtrent malafide verhuurderschap. In 2019 is wetenschappelijk onderzoek naar discriminatie op de woningmarkt verricht waarvan de resultaten helpen bij het nader richten van beleid. In de strijd tegen de malafide verhuurder was kennisdeling tussen steden behulpzaam bij het mogelijk maken of verbeteren van een scala aan lokale aanpakken. Parallel loopt een aantal pilots om meer licht te werpen op problematiek, mogelijke aanpakken en de lokale behoefte aan wetgeving, zoals rond lokale vergunningsinitiatieven voor verhuurders. In de praktijk worden verschillende modaliteiten getest. Aan het begin van het jaar werden vijf pilots gestart en aan het einde van het jaar nog eens drie. Op basis van de Kamerbrief Goed Verhuurderschap (Kamerstukken ll 2018/19, 32847, nr. 439) deed de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in de strijd tegen de dubbele bemiddelingskosten onderzoek en kwam in een aantal gevallen tot sancties tegen partijen.

Versterking gemeentelijk woonbeleid

In het verlengde van bovenstaande is ter versterking van het gemeentelijk woonbeleid het gesprek met steden over de richting van nieuwe wetgeving geïntensiveerd. Dit moet de aanpak van malafide verhuurders door gemeenten ondersteunen.

Voor het tegengaan van negatieve effecten van de toeristische verhuur van woonruimte is in 2019 het wetsvoorstel Toeristische verhuur van woonruimte voorbereid en aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II, 2019/20, 35353, nr. 2). Het wetsvoorstel zet in op aanvullend instrumentarium voor gemeenten zoals een facultatieve registratieplicht voor aanbieders.

Huurtoeslag

Om inzicht te geven in de uitwerking van de huurtoeslag op de huurlasten is in de onderstaande tabel aangegeven welk aandeel van de bruto huur per saldo (na aftrek van de huurtoeslag) nog netto door ontvangers van huurtoeslag is verschuldigd.

Uit de tabel blijkt dat het aandeel van de netto huur dat door de huurtoeslagontvanger zelf netto nog betaald moet worden in 2019 nagenoeg gelijk is gebleven ten opzichte van 2018. Deze cijfers zijn nagenoeg gelijk aan de cijfers zoals verwacht in de vastgestelde begroting 2019.

Tabel 9 Verhouding1 bruto-netto huur Huurtoeslag
      

Realisatie2

Begroting

Afwijking

Huishoudtype

Netto Huur

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Eenpersoonshuishouden

Netto (huur rond kwaliteitskortingsgrens)

62,6%

62,2%

60,0%

59,9%

59,8%

59,8%

0,0%

Netto (huur rond aftoppingsgrens)

51,5%

51,3%

49,7%

49,7%

49,6%

49,6%

0,0%

Netto (huur rond huurgrens)

50,9%

50,5%

49,1%

49,0%

48,9%

48,9%

0,0%

 

Bruto Huur

100%

100%

100%

100%

100%

100%

 
1

De daling in 2017 is het gevolg van het besluit om de koopkracht voor lagere inkomens te ondersteunen. Hierdoor is de eigen bijdrage in 2017 met € 10,50 per maand verlaagd.

2

Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).

Heffingsvermindering verhuurderheffing

In 2019 is er een heffingsvermindering op de verhuurderheffing geïntroduceerd voor het verduurzamen van woningen (Kamerstukken II 2018/19, 35029, nr. 2). Hiervoor is jaarlijks budget beschikbaar. Vanwege de vele aanvragen is deze regeling tijdelijk gesloten per 1 juli 2019. De heffingsvermindering zal weer geopend worden voor nieuwe aanvragen zodra het beschikbare budget in de pas loopt met het aantal gehonoreerde definitieve aanvragen.

Tariefsverlaging verhuurderheffing

Vanaf 2019 is het tarief in de verhuurderheffing structureel met € 100 mln. verlaagd.

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

3.959.739

3.928.119

4.002.525

4.511.926

4.040.201

4.104.088

‒ 63.887

        

Uitgaven

3.965.674

3.933.646

4.022.685

4.518.316

4.069.601

4.104.213

‒ 34.612

        

3.1 Woningmarkt

3.957.657

3.926.645

4.017.614

4.513.949

4.069.601

4.104.213

‒ 34.612

Subsidies

19.517

22.805

36.092

505.468

21.138

23.366

‒ 2.228

Binnenstedelijke transformatie

0

0

0

28.000

10.000

10.000

0

Woonconsumentenorganisaties

1.201

1.020

1.036

1.181

0

0

0

Woningmarkt

0

0

0

0

7.161

3.227

3.934

Beleidsprogramma betaalbaarheid

201

135

184

256

0

0

0

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

9.748

6.411

4.501

4.033

3.877

6.239

‒ 2.362

Huisvestingsvoorziening statushouders

0

206

1.900

1.231

100

3.900

‒ 3.800

Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG

8.367

15.033

28.471

470.767

0

0

0

Opdrachten

295.812

29.578

31.823

32.655

38.012

3.366

34.646

WSW risicovoorziening

294.314

1.706

1.176

1.132

4.654

0

4.654

NHG risicovoorziening

0

26.932

30.018

30.608

29.768

0

29.768

Beleidsprogramma betaalbaarheid

1.496

940

629

915

0

0

0

Onderzoek en kennisoverdracht

2

0

0

0

0

0

0

Woningmarkt

0

0

0

0

3.590

3.366

224

Inkomensoverdrachten

3.629.966

3.860.443

3.934.868

3.963.679

3.996.521

4.063.600

‒ 67.079

Huurtoeslag

3.629.966

3.860.443

3.934.868

3.963.679

3.996.521

4.063.600

‒ 67.079

Bijdragen aan agentschappen

170

373

14.831

12.147

9.148

11.291

‒ 2.143

Dienst van de Huurcommissie

0

0

14.456

11.214

8.816

6.908

1.908

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

0

373

375

933

332

653

‒ 321

RVO.nl (Uitvoeringskosten BEW)

0

0

0

0

0

3.011

‒ 3.011

RVO.nl (Uitvoeringskosten huisvestingsvoorziening

0

0

0

0

0

719

‒ 719

Overige uitvoeringsinstanties

170

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan zbo’s/rwt’s

12.192

12.646

0

0

2.432

1.150

1.282

Huurcommissie

12.048

12.646

0

0

0

0

0

Overige uitvoeringsinstanties

144

0

0

0

0

0

0

Woningmarkt

0

0

0

0

2.432

1.150

1.282

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

2.350

0

2.350

Woningmarkt

0

0

0

0

2.350

0

2.350

Bijdragen aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

800

0

0

0

1.440

‒ 1.440

Financien en Nationale Schuld (H9)

0

800

0

0

0

1.440

‒ 1.440

        

3.2 Onderzoek en kennisoverdracht

8.017

7.001

5.071

4.367

0

0

0

Subsidies

4.679

2.062

1.625

1.147

0

0

0

Samenwerkende kennisinstellingen e.a.

4.679

2.062

1.625

1.147

0

0

0

Opdrachten

3.338

1.904

1.136

2.269

0

0

0

Basisonderzoek en verkenningen

3.338

1.904

1.136

2.269

0

0

0

Bijdragen aan zbo’s/rwt’s

0

3.035

2.310

951

0

0

0

Basisonderzoek en verkenningen

0

3.035

2.310

951

0

0

0

Planbureaus

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

810.381

553.191

557.315

957.719

459.522

521.000

‒ 61.478

Uitgaven

3.1 Woningmarkt

Subsidies

Binnenstedelijke transformatie

Om woningbouw op binnenstedelijke transformatielocaties te versnellen is de Financieringsfaciliteit binnenstedelijke transformatie (Transformatiefaciliteit) opgericht. Vanuit de faciliteit kunnen geldleningen verstrekt worden aan initiatiefnemers ten behoeve van voorinvesteringen op transformatielocaties. Deze faciliteit wordt beheerd door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. In 2019 heeft het Ministerie van BZK € 10 mln. aangevuld op het eigen vermogen van de transformatiefaciliteit.

Woningmarkt

Platform31, een kennis- en netwerkorganisatie, heeft subsidie ontvangen voor het uitvoeren van activiteiten met betrekking tot trends in stad en regio. Saba, Bonaire en Sint Eustatius hebben een bijdrage ontvangen om de woonlasten van huurders in de sociale sector te verminderen. Bonaire heeft tevens een bijdrage ontvangen voor infrastructuur ten behoeve van sociale woningbouw.

Aan de corporatie Woonlinie is subsidie verstrekt voor de bouw van sociale huurwoningen op Sint Eustatius. Tevens is subsidie verstrekt voor de Monitor studentenhuisvesting (Kences), en Weer Thuis (Stichting Federatie Opvang).

Zoals gemeld bij eerste en tweede suppletoire begroting 2019 hebben er herschikkingen plaatsgevonden voor woondeals, het verbeteren van huurwoningen op Sint Eustatius en Stimulering woningcoöperaties.

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

De wet bevordering eigenwoningbezit (BEW) is gericht op de bevordering van het eigenwoningbezit onder lagere inkomensgroepen. Er is voor nieuwe toekenningen op grond van de wet bevordering eigenwoningbezit geen budget meer beschikbaar en de meerjarig beschikbare middelen dienen uitsluitend voor de betaling van in het verleden aangegane verplichtingen. De uitgaven aan de wet bevordering eigenwoningbezit zijn in 2019 lager uitgevallen door hoge uitval bij de inkomenstoetsen en door verhuizingen.

Huisvestingsvoorziening statushouders

Vanwege de verhoogde asielinstroom in 2015 heeft het Ministerie van BZK een subsidieregeling ingesteld waarmee woningcorporaties, gemeenten en andere verhuurders woonvoorzieningen voor asielzoekers met een verblijfsvergunning – zogeheten vergunninghouders – kunnen realiseren. Voorafgaand aan de realisatie van de woonvoorziening kon budget worden gereserveerd, de definitieve subsidie wordt aangevraagd na oplevering. Tot eind 2018 konden voorgenomen investeringen worden aangemeld. In 2019 zijn daarom geen nieuwe voorgenomen investeringen aangemeld. Vanaf het begin van de regeling tot en met 2019 zijn 113 subsidieaanvragen ingediend voor in totaal € 3,5 mln. De toename ten opzichte van 2018 is beperkt en kleiner dan in de begroting verwacht, omdat is gebleken dat een groot deel van de voorgenomen investeringen niet in de beoogde vorm tot realisatie zijn gekomen.

Opdrachten

WSW risicovoorziening

De uitvoerende taken voor de sanering van woningcorporaties zijn gemandateerd aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De kosten die gemaakt worden voor de sanering en de uitvoeringkosten komen uit de risicovoorziening. In het kader van de sanering van Vestia is destijds tussen het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) en Vestia afgesproken dat 40% van de kosten die worden gemaakt voor het onderzoek naar de aansprakelijkheid van banken wordt vergoed uit de risicovoorziening. In 2019 heeft Vestia hiervoor een bijdrage van circa € 4,5 mln. ontvangen. Tevens worden elk jaar kosten gemaakt voor de uitvoering van de saneringstaak, deze bedroegen in 2019 circa € 0,1 mln. Deze bijdragen zijn onttrokken aan de risicovoorziening.

NHG risicovoorziening

Voor de achtervangfunctie van het Rijk draagt het WEW een vergoeding af aan het Rijk. In 2019 bedroeg deze afdracht 0,15% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2019 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2018, ter grootte van afgerond € 29,8 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort.

Woningmarkt

In 2019 zijn verschillende onderzoeken naar woningbehoefte, woonwensen, woningmarktontwikkelingen en plancapaciteit gedaan. Daarnaast hebben er diverse onderzoeken voor monitoring van beleid, demografische ontwikkelingen, het WoON-congres en de kernpublicatie WoON, de evaluatie van de heffingsvermindering verhuurderheffing, de evaluatie van het woningwaarderingsstelsel en naar de campagne «Wegwijs met je huurprijs» plaatsgevonden.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

Aan huurtoeslag is in 2019 € 67,1 mln. minder uitgegeven dan begroot. De lagere uitgaven zijn het saldo van lagere voorschotten en hogere nabetalingen. Bij de ontvangsten is € 98,5 mln. minder binnengekomen, als gevolg van lagere terugvorderingen. Hierdoor laat de huurtoeslag in 2019 een netto overuitputting van het budget zien van € 31,4 mln. ten opzichte van de ontwerpbegroting 2019.

Bijdragen aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

In 2019 zijn de onderstaande aantallen gerealiseerd, vergeleken met de begroting 2019.

Tabel 11 Dienst van de Huurcommissie

Procedure

Realisatie 2018

Begroting 2019

Realisatie 2019

Beslechting huurprijsgeschillen

4.089

4.356

4.888

Beslechting servicekostengeschillen

1.819

1.872

1.610

Beslechting van huurverhogingsgeschillen op basis van punten

550

441

1.913

Beslechting van huurverhogingsgeschillen op basis van inkomen

385

657

1170

Beslechting van Wohv-geschillen

1

5

14

Onderzoeksrapporten rechtbank

 

10

0

Onderzoeksrapporten publieksrechtelijke organen

 

60

0

Advies geliberaliseerde huurprijs

 

50

2

Klachten van huurder over verhuurder

 

250

195

Verklaring over redelijkheid van de huurprijs

 

0

0

Totaal1

6.844

7.701

9.792

1

Bron: Eigen cijfers van de Huurcommissie. Deze worden ook opgenomen in hun eigen jaarverslag over 2019.

In 2019 was de instroom 9.874 zaken, hiermee is de instroom van het aantal zaken gestabiliseerd. Als onderdeel van de vermelde productie van 8.640 zaken zijn er in 2019 nog 1152 huurverhogingsgeschillen die nog betrekking hadden op 2018, afgehandeld. Van de 8.640 geschillen zijn er 6.001 (58%) afgehandeld in de zogenaamde «brede intake en bemiddeling» procedure. Bij de brede inhoudelijke intake wordt gekeken of het verzoek ontvankelijk is en of er juridisch sprake is van een geschil. De Huurcommissie biedt informatie die relevant is voor het gedane verzoek en informatie over de rechten en plichten van huurders en verhuurders. Hiermee kan de huurder beter zijn kansen inschatten en kunnen huurder en verhuurder mogelijk zelf hun geschil oplossen.

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT, hier valt de Autoriteit woningcorporaties (Aw) onder) heeft in 2019 een bijdrage ontvangen voor het opvragen van gegevens bij woningcorporaties voor beleidsontwikkeling en voor het toezicht op de Wet normering topinkomens (WNT).

RVO.nl (Uitvoeringskosten BEW)

RVO.nl voert de regeling BEW, als ook de Regeling Vermindering Verhuurderheffing (RVV) en de Regeling vermindering Verhuurderheffing Verduurzaming (RVV Verduurzaming) uit en ontvangt hiervoor een bijdrage. Het budget is bij eerste suppletoire begroting 2019 overgeheveld naar artikel 4. De uitgaven worden op dat artikel verantwoord vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap.

RVO.nl (Uitvoeringskosten huisvestingsvoorziening)

RVO.nl voert de Tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders (TRSHV) uit en ontvangt hiervoor een bijdrage. Het budget is bij eerste suppletoire begroting 2019 overgeheveld naar artikel 4. De uitgaven worden op dat artikel verantwoord vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap.

Bijdragen aan zbo's/rwt's

Woningmarkt

Aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn bijdragen verstrekt voor de Huurenquête, onderzoek naar verhuiskansen, diverse woning-marktonderzoeken, het WoON2018, het WoON2021 en de bewonersenquête van de Energiemodule.

Aan het Kadaster zijn bijdragen verstrekt voor het leveren van data. Tevens is er een bijdrage verstrekt voor SBR Wonen.

Bijdragen aan medeoverheden

Woningmarkt

In 2019 is er € 2.4 mln. uitgegeven aan gemeenten voor de uitvoering van de afspraken die in de woondeals zijn gemaakt en voor pilots omtrent Goed Verhuurderschap.

Bijdragen aan (andere) begrotingshoofdstukken

Financiën en Nationale Schuld (H9)

Er is een bijdrage aan de Belastingdienst verstrekt ter bekostiging van de portokosten van informatiebrieven, die de Belastingdienst verstuurt voor de uitvoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging. Het hiervoor benodigde budget is bij tweede suppletoire begroting 2019 naar de Belastingdienst overgeboekt. Tevens is een bijdrage aan het WSW verstrekt voor SBR-wonen.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn toegelicht bij de uitgaven huurtoeslag, uitgaven WSW risicovoorziening en de NHG risicovoorziening.

Licence