Base description which applies to whole site

4. Beleidsartikel

Artikel 1 Eenheid van het algemeen regeringsbeleid

A. Algemene doelstelling

Het Ministerie van Algemene Zaken coördineert het algemene regeringsbeleid. Doel is de Minister-President en de ministerraad adequaat te ondersteunen door beleidsinhoudelijke voorbereiding en afstemming en de woordvoering en communicatie hierover.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister-President is als voorzitter van de ministerraad (artikel 45, lid 2 en 3 Grondwet) verantwoordelijk voor 'het bevorderen van de eenheid van het algemene regeringsbeleid'. Dat komt op verschillende manieren tot uitdrukking. Zo spreekt de Minister-President na afronding van het formatieproces namens het nieuwe kabinet de regeringsverklaring uit en gaat hij daarover met de Tweede Kamer in debat. Voorts verantwoordt de Minister-President zich jaarlijks over het algemene regeringsbeleid tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen na Prinsjesdag. De Minister-President is ook verantwoordelijk voor het in stand houden en zo nodig aanpassen van het stelsel van overleg en besluitvorming, zoals dat vorm krijgt in de ministerraad en onderraden. Voorts is de Minister-President verantwoordelijk voor coördinatie van het algemene communicatiebeleid, zoals het bevorderen van de eenheid in presentatie en adequate publiekscommunicatie. Daarnaast is de Minister-President verantwoordelijk voor het in stand houden van de onafhankelijke positie van de WRR als adviesorgaan voor de langetermijnontwikkelingen en vraagstukken die de samenleving beïnvloeden. Het Ministerie van Algemene Zaken ondersteunt de Minister-President in zijn rol als voorzitter van de rijksministerraad, van de ministerraad en van de onderraden van de ministerraad alsmede in zijn rol als lid van de Europese Raad en als verantwoordelijke voor de coördinatie van de inlichtingenen veiligheidsdiensten. Tevens is de Minister-President verantwoordelijk voor het onafhankelijk toezicht en toetsing op de veiligheidsdiensten (AIVD en MIVD) bestaande uit de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). De Minister-President heeft een aantal verantwoordelijkheden op het gebied van buitenlands beleid. Deze houden onder meer verband met zijn lidmaatschap van de Europese Raad. Voorts vertegenwoordigt de Minister-President Nederland op diverse internationale bijeenkomsten, zoals topontmoetingen van de VN en de NAVO. Ook brengt hij, in overleg met de Minister van Buitenlandse Zaken, bezoeken aan landen en regio’s indien het bredere Nederlandse belang daarmee is gediend. Verder heeft de Minister-President een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van het Koninklijk Huis. Alle ministers dragen op grond van artikel 42 van de Grondwet ministeriële verantwoordelijkheid, maar in de praktijk is het in de eerste plaats de Minister-President die daarover in de Kamer verantwoording aflegt, eventueel met één of meer betrokken ministers.

C. Beleidsconclusies

Qua uitvoering en beoogde resultaten hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 Eenheid van het algemeen regeringsbeleid (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

55.654

57.639

60.045

62.034

70.313

65.271

5.042

        

Uitgaven

55.654

57.639

60.045

62.034

70.313

65.271

5.042

        

Coördinatie van het algemeen communicatie- en regeringsbeleid (RVD) apparaatsuitgaven

1.597

1.510

1.562

1.703

1.436

2.170

‒ 734

        

Bijdrage aan de lange termijn beleidsontwikkeling (WRR) apparaatsuitgaven

520

510

529

660

625

594

31

        

Apparaatsuitgaven

29.004

29.999

31.619

32.537

38.982

35.427

3.555

Personele uitgaven

18.854

18.595

20.618

23.596

25.297

*

 

waarvan eigen personeel

16.885

17.045

18.034

18.946

20.557

*

 

waarvan inhuur externen

496

212

958

2.982

3.701

*

 

waarvan overige personele uitgaven

1.473

1.338

1.626

1.668

1.039

*

 

Materiële uitgaven

10.150

11.404

11.001

8.941

13.685

*

 

waarvan ICT

2.486

2.577

2.085

2.479

7.664

*

 

waarvan bijdrage aan SSO's

4.962

5.409

5.655

3.523

3.257

*

 

waarvan overige materiële uitgaven

2.702

3.418

3.261

2.939

2.764

*

 
        

Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)

0

298

446

671

652

639

13

        

Bijdrage aan het agentschap

       

Dienst Publiek en Communicatie

24.533

25.322

25.889

26.463

28.618

26.441

2.177

        

Ontvangsten

4.111

3.767

3.622

3.804

3.963

3.983

‒ 20

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

In de eerste suppletoire begrotingswet zijn de bijdrage voor het ICT-project AZ-Next, de loon-en prijsbijstelling, de eindejaarsmarge en een aantal overboekingen verwerkt (per saldo met € 6,1 miljoen verhoogd). In de tweede suppletoire begrotingswet zijn de uitgaven op artikel 1 neerwaarts bijgesteld met circa € 2,2 miljoen, hiervan betreft € 2 miljoen een verschuiving van 2020 naar 2021. Indien rekening wordt gehouden met bovenstaande bijstellingen uit de suppletoire begrotingen is er een overschrijding van circa € 1,2 miljoen bij de uitgaven. In totaal is er sprake van € 5 miljoen hogere uitgaven ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

De overschrijding wordt onder andere veroorzaakt door ICT gerelateerde uitgaven (onder andere het project AZ Next, de aanschaf van hardware en de inhuur van extern personeel). De hogere bijdrage aan het agentschap Dienst Publiek en Communicatie betreft met name de toedeling van de loon- en prijsbijstelling voor 2020 aan het agentschap en een vergoeding van ruim € 1,3 miljoen in verband met de extra dienstverlening voor de communicatie over de COVID-19 pandemie. Dit laatste heeft betrekking op de vraagbeantwoording door het contactcenter en op de website Rijksoverheid.nl. De onderuitputting bij de Rijksvoorlichtingsdienst is het gevolg van vertraging van projecten door de COVID-19 crisis.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn nagenoeg volledig gerealiseerd.

Beleidsmatige informatie

Coördinatie van het algemeen communicatie- en regeringsbeleid 

De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) ondersteunt de minister-president in zijn coördinerende rol op het terrein van de overheidscommunicatie. Ook ondersteunt de RVD de Voorlichtingsraad (VoRa). Dit is, onder voorzitterschap van de directeur-generaal RVD, het ambtelijke adviesorgaan van het kabinet op het gebied van de overheidscommunicatie. De VoRa, waarvan de directeuren Communicatie van alle departementen lid zijn, ontwikkelt initiatieven op het vlak van overheidscommunicatie en vervult een opdrachtgeversrol naar de Dienst Publiek en Communicatie (DPC). Het hoofdstuk «Agentschap Dienst Publiek en Communicatie» geeft een breder overzicht van de gemeenschappelijke communicatie in 2020.

VoRa-Jaarprogramma Communicatie

Veel activiteiten in het kader van de coördinatie van de overheidscommunicatie zijn samengebracht in het VoRa-Jaarprogramma. De uitvoering hiervan is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de departementen, de RVD en DPC. Het VoRa-Jaarprogramma 2020 bevatte gezamenlijke activiteiten op thema’s zoals dilemmalogica (het in een vroegtijdig stadium erkennen van zorgen, mensen beter meenemen in de afwegingen en ruimte bieden aan uiteenlopende perspectieven), Informatie op Maat (de mens centraler stellen in onze informatievoorziening en dienstverlening en het op maat aanbieden van informatie en dienstverlening), het toepassen van gedragskennis (het kantelen van de benadering van een uitsluitend rationeel naar een realistischer mensbeeld en het toepassen van de laatste gedragsinzichten), corporate identiteit en communicatie en interne communicatie (het versterken van de interne communicatiefunctie).

Rijks- en kabinetsbrede communicatie

Met het oog op eenduidige, herkenbare en toegankelijke overheidscommunicatie werken de directies Communicatie op verschillende terreinen intensief samen. Dit krijgt onder andere gestalte in het beheer van de rijkshuisstijl, communicatie via massamediale campagnes, de verdere ontwikkeling en het beheer van www.rijksoverheid.nl, het rijksbrede intranet (Rijksportaal) en het Platform Rijksoverheid Online dat ruimte biedt aan veel overheidswebsites.

Burgerbrieven

In 2020 heeft het Ministerie van Algemene Zaken 4.498 burgerbrieven ontvangen. In 2019 ontving het ministerie 2.063 brieven. Deze toename is geheel toe te schrijven aan het uitbreken van de COVID-19 crisis. In 2020 was de gemiddelde behandeltijd 15 dagen (tegen 16 dagen in 2019).

Tabel 2 Behandeltermijn burgerbrieven
 

2020

2019

< 3 weken

62%

62%

3 weken ‒ 6 weken

37%

36%

> 6 weken

1%

2%

Verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017), de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet hergebruik van Overheidsinformatie (Who), klaagschriften en bezwaarschriften.

Wob-verzoeken

In 2020 heeft het ministerie 53 verzoeken op grond van artikel 3 van de Wet openbaar van bestuur (Wob) ontvangen. In 2020 zijn 39 Wob-besluiten genomen, 2 besluiten hiervan hadden betrekking op verzoeken ingediend in 2019.

Acht verzoeken zijn op grond van artikel 4 van de Wob in zijn geheel doorgezonden naar andere bestuursorganen. Op 17 verzoeken werd - al dan niet met instemming van de verzoeker - buiten de wettelijke beslistermijn besloten.

Wiv 2017-verzoeken

Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2020 geen verzoeken op grond van de Wiv 2017 ontvangen.

AVG-verzoeken

In 2020 heeft het ministerie van Algemene Zaken 7 verzoeken op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ontvangen. Daarnaast is in 2020 nog één verzoek uit 2019 afgehandeld. In 3 gevallen is verzoeker doorverwezen naar een andere instantie. In 3 gevallen was, gezien de vraagstelling, geen inhoudelijke behandeling mogelijk. In 1 geval is een besluit genomen, waarbij geen informatie van verzoeker aanwezig was. In 1 geval is het verzoek toegewezen.

Who-verzoeken

Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2020 geen verzoeken op grond van de Who ontvangen.

Klaagschriften

Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2020 geen klachten op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ontvangen.

Bezwaarschriften

In 2020 heeft het ministerie van Algemene Zaken 9 bezwaarschriften ontvangen naar aanleiding van besluiten op grond van de Wob.

Er zijn geen bezwaarschriften binnengekomen naar aanleiding van besluiten op basis van de Wiv 2017, de Who en de AVG.

Het leveren van bijdragen aan de lange termijn beleidsontwikkeling

Algemeen

De ontwikkeling van het regeringsbeleid is gebaat bij inzichten in ontwikkelingen en vraagstukken die op langere termijn de samenleving beïnvloeden. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) draagt hier op een wetenschappelijk gefundeerde manier aan bij. De Raad heeft tot taak tijdig te wijzen op tegenstrijdigheden en te verwachten knelpunten voor het regeringsbeleid, probleemstellingen te formuleren over de grote beleidsvraagstukken en beleidsalternatieven aan te dragen. De WRR kan zich bezighouden met alle gebieden van (potentieel) regeringsbeleid.

Werkprogramma

De raad agendeert zelf onderwerpen en neemt onderwerpen op naar aanleiding van een adviesaanvraag van het kabinet. Om te komen tot een goed werkprogramma spreekt de WRR regelmatig met bewindslieden, beleidsmakers, fractievoorzitters, wetenschappers en het maatschappelijk veld. Er worden meer suggesties gedaan voor onderwerpen voor WRR rapporten dan de acht parallele projecten die de WRR gemiddeld met zijn huidige capaciteit aankan. Dat betekent dat de raad scherpe keuzes moet maken met betrekking tot zijn werkprogramma. Uiteindelijk beslist de raad welke onderwerpen het op zijn agenda zet met als uitgangspunt dat het altijd om domein- of sectoroverstijgende vraagstukken gaat gericht op de lange termijn.

De WRR heeft in het lopende werkprogramma naar aanleiding van een vraag in de Initiatiefnota Van oliedom naar gezond verstand: verduurzaming van de financiële sector het project Klimaatbeleid uitgebreid met het vraagstuk van de Klimaatrechtvaardigheid. Ook verkent de WRR op verzoek van de minister van Justitie en Veiligheid de toekomst van de politiefunctie in Nederland. Achtergrond van deze vraag is de in 2018 door het Kamerlid Den Boer ingediende motie waarin de regering wordt gevraagd om een visie te formuleren over de toekomst van de politiefunctie in Nederland. Verder is de raad in 2020 een verkenning van nieuwe onderwerpen voor het werkprogramma gestart.

Publicaties

In 2020 verschenen er verschillende publicaties waaronder twee adviesrapporten aan de regering. De publicaties van de WRR zijn te vinden op www.wrr.nl/publicaties.

Op 15 januari 2020 presenteerde de WRR het rapport 102 Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht met vijf achterliggende working papers. Het rapport is tijdens deze bijeenkomst overhandigd aan minister Koolmees van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De WRR formuleert in het rapport drie condities voor goed werk, die passen bij de wensen vanuit de Nederlandse samenleving en de aard van de economie: grip op geld, oftewel een gepast loon met zekerheden; grip op het werk, d.w.z. autonomie en verbondenheid op het werk en grip op het leven, met een goede balans tussen werk en privé. De WRR doet hiervoor negen aanbevelingen.

In juni 2020 verscheen de notitie Kwetsbaarheid en veerkracht naar aanleiding van de COVID-19 crisis. In deze notitie zijn de eerste reflecties verzameld op een situatie die nog altijd volop in beweging is. De COVID-19 crisis heeft grote economische, maatschappelijke en politieke gevolgen. Met zijn notitie wil de WRR de regering en het parlement ondersteunen bij de aanpak van de COVID-19 crisis.

In september verscheen Doenvermogen: van toets naar tools. Deze publicatie helpt beleidsmakers en wetgevingsjuristen om meer aandacht te besteden aan de ‘doenlijkheid’ van beleid en regelgeving. Op 13 november leverde de WRR een bijdrage aan de Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU). Door een te sterke nadruk op individuele verantwoordelijkheid was er het afgelopen decennium onvoldoende aandacht voor de grenzen aan het denk- en doenvermogen van burgers. Het advies is om in beleid en uitvoering een meer realistisch perspectief op burgers te hanteren. Raadslid Mark Bovens en wetenschappelijk medewerker Anne-Greet Keizer lichtten het advies toe tijdens een openbare hoorzitting met de Tweede Kamercommissie.

Op 14 december 2020 presenteerde de WRR het rapport 103 Samenleven in verscheidenheid. Beleid voor de migratiesamenleving. Het rapport is tijdens een webinar bij de VNG virtueel overhandigd aan minister Koolmees van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het is belangrijk dat iedereen - nieuwkomers en gevestigde inwoners - zich thuis kan voelen in Nederland. Dat vraagt een actiever overheidsbeleid om alle nieuwe migranten wegwijs te maken en op te nemen in onze samenleving. Er dienen ontvangst- en inburgeringsvoorzieningen te komen voor alle migranten: kennismigranten, asielmigranten, gezinsmigranten en migranten uit de Europese Unie. Gemeenten spelen daarin een sleutelrol en hebben daarvoor ondersteuning nodig. Deze en andere aanbevelingen doet de WRR in dit rapport.

Voor het vergroten van de zichtbaarheid en vindbaarheid van zijn Engelstalige publicaties heeft de WRR in samenwerking met uitgever Springer een open access Engelstalige reeks opgezet: Research for Policy – Studies by the Netherlands Council for Government Policy. De tweede publicatie in deze reeks verscheen in maart 2020: European Variations as a Key to Cooperation, de vertaling van het rapport Europese variaties. De derde publicatie verscheen in april 2020: Security in an Interconnected World. A Strategic Vision for Defence Policy, de vertaling van het rapport Veiligheid in een wereld van verbindingen.

WRR en COVID-19

Voor de WRR is het van cruciaal belang om in tijden van crisis zijn denkkracht ter beschikking te stellen en een waardevolle gesprekspartner te zijn. De WRR beoogt de regering en het parlement te ondersteunen bij het aanpakken van de gevolgen van de COVID-19 crisis voor Nederland. Vanuit de taakstelling van de WRR betekent dat niet het bieden van suggesties voor kant-en-klare beleidsmaatregelen. De WRR beoogt richting te geven aan de keuzes waar Nederland voor staat. In het najaar van 2020 zijn de eerste stappen gezet om een mogelijk WRR-project op dit gebied te verkennen. De focus ligt daarbij op 'rol van kennis in een democratie'.

Naast de notitie Kwetsbaarheid en veerkracht leverde de WRR vanuit zijn expertise over nieuwe technologieën in een position paper een korte bijdrage aan het Tweede Kamerdebat over de introductie van een corona-app. Verder verscheen er een korte publicatie die drie fundamentals en zeven praktische punten beschrijft met betrekking tot communicatie en draagvlak rond COVID-19.

Een van de samenwerkingsverbanden waarin de WRR momenteel participeert is de SER-denktank. De WRR is betrokken bij verschillende werkgroepen van deze denktank. De WRR onderstreept hiermee het belang om met verschillende organisaties samen na te denken over de maatschappelijke en economische gevolgen van de COVID-19 crisis. De WRR heeft meegewerkt aan de volgende adviezen: Investeren in Europese samenwerking, Contouren van een intelligent herstelbeleid, Advies van de werkgroep Auto en OV.

Wat is het effect van de COVID-19 crisis op het openbaar bestuur, de democratie en rechtsstaat? Op verzoek van de Raad Openbaar Bestuur reflecteerden WRR-voorzitter Corien Prins en adviserend raadslid Ernst Hirsch Ballin op de publieke taken van een democratische rechtstaat. Deze reflectie is gepubliceerd in de reader 'Het openbaar bestuur voorbij Corona'.

Overige bijdragen aan de beleidsdialoog

De WRR adviseert over lange termijn vraagstukken die van groot belang zijn voor het regeringsbeleid. Daarnaast wil de WRR de meningsvorming ook direct stimuleren. Daarom organiseert hij, mede naar aanleiding van publicaties onder meer mondelinge briefings voor het kabinet en de beide Kamers, expertmeetings, workshops en ook conferenties en bijeenkomsten voor een groter publiek. De WRR levert daarnaast een actieve bijdrage aan de synergie van het kennis- en adviesstelsel. Naast het organiseren van de periodieke overlegbijeenkomsten met de strategische adviesraden, onderhoudt hij een liaison met het Strategieberaad Rijksbreed en met de planbureaus.

Podcast

In 2020 is de podcastsreeks «Vogelvlucht» gestart. In deze reeks duikt de WRR in de achtergrondverhalen van de WRR. Verschillende onderwerpen komen aan bod, zoals de toekomst van werk, artificiële intelligentie en de COVID-19 crisis.

Bijeenkomsten

Als gevolg van de COVID-19 crisis heeft de WRR verschillende evenementen af moeten gelasten, zoals de jaarlijkse Lecture die verzorgd zou worden door Kate Crawford. Ook zijn er in 2020 geen Hollands Spoor bijeenkomsten georganiseerd en is de bijeenkomst in samenwerking met de DNB niet doorgegaan.

De afgelopen jaren behartigden de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid binnen het European Science Advisors Forum (ESAF) de positie van Nederland als coördinerend land. Binnen ESAF wisselen de leden kennis uit over inhoud, ervaringen met en organisatie van wetenschappelijke advisering. In juni organiseerde ESAF een virtuele bijeenkomst naar aanleiding van de COVID-19 crisis. De bijeenkomst stond in het teken van de lessen die uit de COVID-19 crisis getrokken kunnen worden voor wetenschappelijk advisering. De bijeenkomst leidde ook tot een presentatie door WRR-voorzitter Corien Prins tijdens een Deense conferentie over de toepassing en het benutten van wetenschappelijke kennis en advies tijdens de COVID-19 crisis. Deze conferentie werd georganiseerd door de Deense Raad voor Onderzoeks- en Innovatiebeleid (DFiR).

Prestatiegegevens

De WRR heeft de taak complexe, weerbarstige thema’s en beleidsdilemma’s te agenderen. Soms ‘leeft’ een thema al bij de start van een WRR-project en hebben de bijdragen van de raad direct een meetbare invloed, soms gaat er geruime tijd overheen voordat ze doorwerking hebben in het beleid of het maatschappelijke debat. De tabel biedt een kwantitatief overzicht van de output. Als gevolg van CODVID-19 zijn veel activiteiten geannuleerd.

Tabel 3 WRR prestatiegegevens
 

Begroting 2020

Realisatie 2020

Rapporten, Verkenningen, Policy Briefs

5

2

Overige publicaties

4

37

Mondelinge briefings voor en gesprekken met bewindslieden en Kamerleden

15

14

Overige briefings met beleidsmakers

15

9

Conferenties, workshops, expertmeetings

15

19

Lezingen en debatten

70

38

Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden

Op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv2017) is er een Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB), die belast is met het toetsen van de rechtmatigheid van de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of de Minister van Defensie gegeven toestemming tot het inzetten van bijzondere bevoegdheden door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) respectievelijk de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden en wordt ondersteund door een secretaris en plaatsvervangend secretaris.

De Minister van Algemene Zaken, is verantwoordelijk voor het beheer van de TIB. Tussen het Ministerie van Algemene Zaken en de TIB zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening op het gebied van de bedrijfsvoering door het ministerie en de daarop van toepassing zijnde planning & controlcyclus. De TIB is gehuisvest op een zelfstandige locatie binnen het pand van het Ministerie van Algemene Zaken. Op deze wijze kan gebruik worden gemaakt van de beveiligingsschil en andere facilitaire zaken van het ministerie, maar beschikken ze wel over een eigenstandige kantoorruimte die alleen voor hen toegankelijk is.

Op 16 april 2020 heeft de TIB in verband met de COVID-19 situatie haar verkorte jaarverslag gepubliceerd. Op 30 juni 2020 heeft de TIB haar volledige jaarverslag gepubliceerd met haar bevindingen en werkzaamheden in de periode van 1 april 2019 tot 1 april 2020 (www.tib-ivd.nl/documenten).

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Paragraaf 1 - uitzonderingsrapportage voor de volgende vier verplichte onderdelen

Rechtmatigheid

Er zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd die de rapporteringstoleranties overschrijden.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Informatiebeveiliging

Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2020 op het gebied van informatiebeveiliging (IB) veel bereikt. Na het uitbreken van de COVID-19 crisis is het erin geslaagd om in relatief korte tijd al haar medewerkers van middelen te voorzien om veilig thuis te werken. Hiertoe is een extra inspanning verricht.

Om te bevorderen dat informatiebeveiliging vanaf de start onderdeel is van ieder ICT-project is een liaisonfunctie in het leven geroepen: De adviseurs van het Chief Information Security Officer- Office (CISO-Office) nemen voortaan actief deel aan projecten. Het CISO-office is het team wat zich bezig houdt met informatiebeveliging. Het CISO Office heeft in het ‘COVID-19 jaar’ 2020 grote flexibiliteit getoond en daarbij soms ook zaken opgepakt die niet noodzakelijk tot haar taken behoren.

Ondanks de onvermijdelijke herprioritering en vele niet geplande werkzaamheden is AZ in 2020 in control geweest op haar informatiebeveiliging. Hierover is een verklaring afgegeven door het ministerie. Van stilstand was allerminst sprake. Naast de werkzaamheden die onder ‘going concern’ vallen is bijvoorbeeld vooruitgang geboekt op het gebied van risicomanagement.

Openbaarmaking van bestuurskosten

De openbaarmaking van bestuurskosten heeft vanwege een beperkt aantal posten een groot deel van het jaar geclusterd plaatsgevonden.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

  • 1. MenO-risico’s en ontwikkelingen betreffende het M&O-beleid

    De begroting van Algemene Zaken bevat geen subsidies of uitkeringen, zoals dit bij andere departementen wel het geval kan zijn. Dit hangt samen met de aard van de werkzaamheden en het ontbreken van een specifiek beleidsveld. Frauderisico’s en risico’s bij misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen hebben zich niet geoperationaliseerd bij het Ministerie van Algemene Zaken.

  • 2. Grote lopende ICT-projecten

    Aan Algemene Zaken (AZ) wordt uitvoering gegeven aan het grote ICT project «AZ-Next». De doelstelling van AZ-Next is realiseren van de nieuwe IT-infrastructuren van AZ. Het creëren van twee nieuwe werkplekken, een voor laag gerubriceerde informatie (LGI) en een voor hoog gerubriceerde informatie (HGI). Het vernieuwen van de document management systemen en het migreren van de bijbehorende applicaties en voorzieningen naar de nieuwe IT-infrastructuur.

    AZ beraadt zich naar aanleiding van het advies van het Bureau ICT-toetsing (BIT) op de aanpak van het programma AZ-Next en de wijze waarop AZ het beste verder kan gaan met de vernieuwing van haar IT-infrastructuur. Er wordt naar aanleiding van het BIT advies onderzocht wat de meest kansrijke manier is om de verschillende beveiligingsniveaus binnen AZ te laten landen. Er worden vier hoofdscenario’s onderzocht. AZ is momenteel bezig met de uitwerking van deze vier scenario’s waarbij kwaliteit boven snelheid gaat.

    De vernieuwing van de IT-infrastructuur is noodzakelijk om de continuïteit van de informatievoorziening op de lange termijn te waarborgen. Met AZ-Next legt AZ hiervoor de basis. Als gevolg van de heroverweging zal de vernieuwing langer gaan duren. In het afgelopen jaar zijn de reguliere (voor lifecycles benodigde) investeringen gedaan. Daarnaast zijn er extra investeringen gedaan om de continuïteit van de IT te borgen. De cruciale IT-infrastructuur is daarmee nog steeds op haar taak berekend.

Tabel 4 Behaalde resultaten

1-7-2020

DMS gegund

1-8-2020

Firewalls gegund

1-8-2020

Functioneel ontwerp (systeemvereisten)

1-10-2020

High Level Design opgeleverd

1-12-2020

SDN en HCI gegund

Kwalitatieve baten

De gebruiker wordt voorzien van nieuwe innovatieve mogelijkheden zodat deze zijn werk voor het primaire en secundaire processen efficiënter kan uitvoeren.Vernieuwde, betrouwbare en veilige ICT omgeving voor de komende 5 jaar.

Tabel 5 Externe kwaliteitstoetsen

feb-20

Gartner

Kwaliteitstoets

Toetsing van compleetheid, volledigheid, haalbaarheid en marktconformiteit van de beoogde oplossing en producten.

nov-20

Bureau ICT-toetsing

BIT toets

Het BIT heeft de toets uitgevoerd van maart 2020 tot november 2020 waarin het definitieve rapport is ontvangen (Kamerstukken II 2020/21 26 643, nr. 731)

  • 3. Gebruik open standaarden en open source software

    Er zijn geen bijzonderheden te melden.

  • 4. Betaalgedrag

    De rijksbrede norm om 95% van de facturen binnen 30 dagen te betalen is gehaald.

  • 5. Audit Committee

    Het Audit Committee (AC) van het Ministerie van Algemene Zaken heeft in 2020 drie keer vergaderd. Centrale onderwerpen betroffen de inrichting en uitvoering van het departementale toezicht, de beheersing van de risico’s in de bedrijfsvoering, de (interim)rapporten van de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer inclusief de ingezette verbetermaatregelen naar aanleiding hiervan en de bevindingen uit de interne audits en onderzoeken door de Directie Financieel-Economische Zaken.

  • 6. Daarnaast zijn rijksbrede thema’s op het gebied van de bedrijfsvoering behandeld en zijn als specifiek onderwerpen presentaties gegeven over de toekomstige tijdelijke huisvesting voor AZ en de stand van zaken ICT-ontwikkelingen bij AZ gericht op de toekomst.

  • 6. Departementale checks and balances

    Niet van toepassing.

  • 7. Normenkader financieel beheer

    Niet van toepassing.

Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.

Licence